Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het proces tegen de Heere Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het proces tegen de Heere Jezus

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wanneer we na vele eeuwen objectief de berichten lezen over de rechtzaak, die tegen de Heere Jezus is aanhangig gemaakt, dan kunnen we tot geen andere conclusie komen dan deze: Hij is onschuldig ter dood veroordeeld. Verschillende malen heeft Pilatus het uitgesproken, dat hij geen schuld in Hem vond. De romeinse stadhouder heeft Hem los willen laten, maar de vijandschap van de Joden was zo groot, dat het tenslotte ging om Pilatus of Jezus. Want de Joden zeiden: Wanneer gij de Heere Jezus loslaat, dan klagen we u aan bij de keizer. Toen pas is Pilatus bezweken voor de aandrang van de Joden. Toen gaf hij Hem over om gekruisigd te worden.

Maar wat is er nu, precies gebeurd op die Goede Vrijdag toen de Heere Jezus overgegeven werd tot de kruisdood?

We weten, dat de Joden het plan hadden opgevat om Hem in het geheim te doden. Daar zou Judas hen bij behulpzaam wezen. Eerst moest echter het Paasfeest voorbij zijn.

In de Paaszaal wordt Judas echter door de Heiland aangewezen als de verrader. En deze spoedt zich naar de hogepriester met de boodschap, dat de Heere Jezus alles weet van hun plannen en dat er onmiddellijk ingegrepen moet worden, daar het anders wel te laat kan wezen.

Dat kwam dc hogepriester erg ongelegen. Want het Paasfeest was aanstaande en er waren veel Galileërs in Jeruzalem, die enkele dagen geleden nog geroepen hadden bij de intocht te Jeruzalem: Hosanna, gezegend is Hij, Die komt in de naam des Heeren. Waarschijnlijk heeft de hogepriester dan ook op die Donderdagavond nog een onderhoud gehad met Pilatus, de romeinse stadhouder. Deze heeft hem soldaten meegegeven voor de arrestatie van de Heiland en hem hoogstwaarschijnlijk ook enkele toezeggingen gedaan in verband met zijn veroordeling. Want anders hadden de Joden zeker 's morgens om zes of zeven uur geen toegang gehad tot de stadhouder. Er zijn ook nog andere redenen waarom we moeten aannemen, dat Kajafas met Pilatus over deze zaak gesproken heeft. We komen daar straks nog op terug.

Wanneer de Heere Jezus gevangen genomen is, komt midden in de nacht in alle haast de Joodse Raad samen om over Hem te oordelen. Gewoonlijk vergaderde deze Raad in de gebouwen van de tempel, maar wegens Tiet nachtelijk uur en het geheim karakter moest de zitting gehouden worden in een van de ruime zalen van het paleis van Kajafas. Ondertussen heeft men ook de getuigen opgeroepen. Het waren gehuurde getuigen, die voor wat geld een bezwarend getuigenis tegen de Heere Jezus wilden afleggen. Anderen misschien willen een wit voetje krijgen bij de machthebbers van het volk. Volgens de Joodse wet mochten deze getuigen echter niet met elkaar overleggen. Ze moesten van elkaar gescheiden gehouden worden en één voor één worden binnengeroepen. En dan komt openbaar, dat men te haastig heeft moeten werken. Want de getuigen spreken elkaar tegen. En toch moesten er volgens de wet twee of drie getuigen zijn, die geheel eenstemmig waren. Anders mocht er geen doodvonnis worden uitgesproken (Deut. 17:6).

Tenslotte vinden ze twee getuigen, die bijna dezelfde beschuldiging tegen Hem inbrengen. Het gaat over het afbreken van de tempel. Volgens de één heeft de Heere Jezus gezegd: Ik kan de tempel afbreken... en volgens de ander: Ik zal de tempel afbreken... Maar toch ontbreekt ook hier derhalve de eenstemmigheid.

Toch waagt Kajafas een poging om hierop de Heiland te veroordelen. Hij zegt tegen Hem: Antwoordt gij niets, wat getuigen deze tegen, U? Maar de Heere zwijgt stil. Hij zal niet veroordeeld worden op vermeende tempelschending.

Maar dan maakt Kajafas zich zo boos, dat hij de vraag er uit stoot waar het eigenlijk om gaat. Geeft deze zich nu uit voor de Messias of niet? „Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God." Hij moest het derhalve onder ede verklaren of Hij de Messias is ja of neen. En dan zwijgt Hij niet. Klaar en duidelijk klinkt zijn antwoord door de zaal: „Gij hebt het gezegd, ja ik ben de Christus. Maar Ik zeg u: van nu aan zult gij de Zoon des mensen zien. gezeten ter rechterhand van de kracht Gods, en Hem zien komen op de wolken des hemels." Hoe vreselijk zal dan hun oordeel wezen, wanneer ze voor zijn rechterstoel zullen staan.

Dit machtige woord van de Heere Jezus moet zeker indruk hebben gemaakt. Menige rechter moet een ogenblik gesidderd hebben. Maar Kajafas niet. In gehuichelde smart over zoveel godslastering scheurt hij zijn klederen en spreekt: „Wat hebben wij nog getuigen van node? Gij hebt allen zijn godslastering gehoord: wat dunkt u? " En toen kwam er uit al die monden maar één woord: Hij is des doods schuldig.

Wanneer de Heere Jezus zo door de Joodse Raad ter dood veroordeeld is, moet Pilatus dit vonnis nog bekrachtigen. Voordat nu Jeruzalem ontwaakt is, moet de Heiland in de handen van de romeinse overheid wezen. Wie eenmaal in die handen is, komt er niet gemakkelijk uit. De romeinse macht is groot en elke opstand zal worden onderdrukt.

We hebben zoéven reeds gezegd, dat er een bepaalde afspraak gemaakt moet wezen met de stadhouder. Anders zou hij zeker zo vroeg niet zijn opgestaan om deze zaak te behandelen. Het kan zelfs wezen, dat er een bepaalde toezegging is geweest van de zijde van Pilatus om het doodvonnis te bekrachtigen. Hier zal echter de vrouw van Pilatus een zekere invloed hebben geoefend. Wanneer het juist is, dat Kajafas een gesprek gehad heeft met Pilatus op die Donderdagavond, dan zal Pilatus zeker met zijn vrouw over deze dingen gesproken hebben. Trouwens, dat blijkt ook wel uit het feit, dat zij over de Heere Jezus droomt en 's morgens vroeg haastig een briefje schrijft naar haar man en dit door een knecht laat overbrengen, waarin ze hem op het hart bindt zich toch niet te vergrijpen aan die rechtvaardige...

Wanneer de Joden dan ook met hun gevangene bij Pilatus komen dan valt het hen terstond al tegen, dat Pilatus niet zonder meer hun doodvonnis wil bekrachtigen. Hij neemt de Heere Jezus met zich mee in het rechthuis. De Joden konden niet mee naar binnen. Wanneer zij het huis van een heiden zouden binnengaan, zouden ze verontreinigd worden en het Pascha niet kunnen eten. De aanklagers moesten derhalve buiten blijven, terwijl de Heiland binnen door Pilatus werd ondervraagd. Dat moet hen al bitter gevallen zijn. Maar daar komt nog wat anders bij. Pilatus is veel onwilliger dan ze gedacht hebben. Inplaats van eenvoudig het vonnis te bekrachtigen zonder verder onderzoek, begint hij ineens te vragen naar de beschuldiging, die tegen de Heere Jezus wordt ingebracht.

Daar hebben de Joden niet op gerekend. En ze moeten ook wel grond gehad hebben voor de mening, dat Pilatus, die anders niet zo gemakkelijk was, in deze zaak aan de wil van de Joden wel zou toegeven. Alles wijst dan ook op een gesprek van Kajafas met Pilatus, waarin zekere toezeggingen gedaan moeten wezen. Met zekerheid valt dit natuurlijk niet te bewijzen, daar er in de Bijbel niets van vermeld is. Wanneer we echter letten op het brutale antwoord van de Joden, dan moet er toch wel een of andere toezegging geweest zijn: „Als Hij geen misdadiger was, zouden we Hem niet aan u overgeleverd hebben." .

Pilatus geeft echter niet toe. Hij zegt: „Goed, als ge Hem dan een boosdoener vindt, veroordeel Hem dan naar uw eigen wet." De Joden hadden immers ook het recht om te straffen. Ze mochten zelfs iemand laten geselen of op andere wijze straffen.

De Joden willen echter de dood van de Heere Jezus. En een doodvonnis moet bekrachtigd worden door de stadhouder. Vandaar dat ze nu dan met hun beschuldigingen naar voren komen. Drie beschuldigingen zijn het: Hij brengt ons volk op

een dwaalweg Hij verbiedt de keizer schatting te geven; Hij zegt, dat Hij zelf Christus, de Koning, is.

De Joden begrepen wel, dat Pilatus nimmer iemand ter dood zou veroordelen op grond van het vonnis van de Joodse Raad, die de Heere Jezus wegens godslastering ter dood veroordeeld had.

Daarom brachten ze deze beschuldigingen tegen Hem in, die volkomen ongegrond waren. Pilatus moet echter deze politieke aanklachten onderzoeken. Bij dit onderzoek komt de stadhouder al maar meer onder de indruk van zijn gevangene. En Hij moet het openlijk tegen het volk verklaren: Ik vind geen schuld in Hem. Maar de Joden schreeuwen: Hij brengt het volk in opstand met zijn onderwijs, het gehele Joodse land door, van Galilea, waar Hij begonnen is, tot hier toe.

Tegen dat schreeuwende volk kan Pilatus niet op. Hij zoekt een uitweg om van deze moeilijke zaak af te komen. Als deze man van Galilea komt is het toch ook eigenlijk zijn zaak niet. Dan is het de zaak van Herodes, die over Galilea regeert. Zo zendt Pilatus Hem naar Herodes, die ter gelegenheid van het Paasfeest juist te Jeruzalem logeert.

Maar Herodes weet ook niét wat hij met de Heiland beginnen moet. Na Hem bespot te hebben, zendt hij Hem weer naar Pilatus terug. Deze moet over Hem oordelen. En we weten hoe de afloop geweest is. Pilatus heeft het nog op verschillende manieren geprobeerd om Jezus te sparen. Hij heeft verschillende malen Zijn onschuld betuigd. Hij heeft zelfs geprobeerd om het volk te laten kiezen voor Jezus, door Hem met Barabbas op een tweetal te zetten. Maar alles is mislukt. En wanneer Pilatus merkt dat hij in grote moeilijkheden zal komen, wanneer hij de Joden hun zin niet geeft, besluit hij tenslotte toch om Jezus te veroordelen. Hij geeft Hem over om gekruisigd te worden. Uit het hele proces blijkt echter, dat Hij onschuldig ter dood veroordeeld is. Het was opdat zijn schuldige volk voor de rechterstoel Gods zou vrijgesproken worden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 april 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Het proces tegen de Heere Jezus

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 april 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's