Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De vrouw buiten het ambt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vrouw buiten het ambt

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Enkele artikelen heb ik gewijd aan de vraag of het Bijbels is. dat de vrouw in het ambt geplaatst wordt. De conclusie was, dat het een bijbelse inzetting is om daar alleen de man een plaats in te geven. Het zou kunnen, dat het een menselijke traditie of inzetting was. Het is bv. een menselijke ordening, dat men een brief of een artikel in een blad nooit met „ik" mag beginnen. Doch het is een ordening Gods, dat de man de ambten bekleedt in de tempel of in de kerk. „Dat de vrouw in de gemeente zwijge".

Daar schijnt niet zoveel tegen te zeggen te zijn, want anders zou een predikant het volgende in zijn pen hebben gelaten: „Natuurlijk is er in de Ned. Gel. Bel. alleen sprake van mannelijke ouderlingen en diakenen, maar, evenals in de Heilige Schrift en in het hedendaagse spraakgebruik, sluit het mannelijke woord het vrouwelijke in!" Mij dunkt dit is, zoals het

hier staat, kolder. Neem maar de bekende verzen uit Titus 1. De Apostel beveelt van stad tot stad ouderlingen aan te stellen. Waaraan moeten zij voldoen? „Indien iemand onberispelijk is, éner vrouwe man, gelovige kinderen hebbende, die niet te beschuldigen zijn van overdadigheid, of ongehoorzaam zijn. Want een opziener moet onberispelijk zijn, als een huisverzorger Gods, niet eigenzinnig, niet genegen tot toornigheid, niet genegen tot de wijn, geen smijter, geen vuil-gewin zoeker.

Maar die gaarne herbergt, die de goeden liefheeft, matig, rechtvaardig, heilig, kuis.

Die vasthoudt aan het getrouwe woord, dat naar de leer is, opdat hij machtig is, beide om te vermanen door de gezonde leer, en om de tegensprekers te wederleggen."

Dus de ouderlingen moeten onberispelijk zijn. D.w.z. iemand, die niet onder verdenking van enige zonde leeft. Noch de rechtbank noch de publieke opinie moet op goede gronden iets tegen hem in kunnen brengen.

Dan moet hij zijn: ener vrouwe man. De Roomse uitleggers denken hier aan een tweede huwelijk. Dat is niet waarschijnlijk. Wel ziet ieder, dat heel de ongehuwde staat van de Roomse ambtsdragers hier vlakweg wordt tegengesproken. Maar dat hier een tweede huwelijk verboden wordt blijkt uit niets. Maar waarom stelt de Apostel deze eis? Voor onze tijd zou toch niemand daaraan denken? Misschien niet, officieel komt in Nederland het hebben van twee vrouwen niet voor. Doch op Kreta en in Griekenland wel. En nu kon het zijn, dat uit een gezin met twee vrouwen en één man, die man Christen was geworden. Moest dan de ene vrouw zo maar op straat worden gezet? Daar spreekt de Apostel niet van. Doch in de Kerk van Christus moet het zo worden, dat in geen enkel gezin twee vrouwen zijn. Dat moet de normale toestand worden. En daarvan moeten de ambtsdragers nu reeds voorbeelden zijn. Wie uit hoofde van oude gewoonten en toestanden meer dan één vrouw heeft getrouwd is niet tot ambtsdrager verkiesbaar, al behoort hij tot de gemeente.

Maar kan men het nu omkeren? Is hier niet alleen de man doch ook de vrouw bedoeld? Dan wordt het zo. Een opziener moet zijn de vrouw van één man. Eventjes lachen. Men moet wel helemaal in de war zitten, als men zulke argumenten gaat gebruiken. Het is zeker waar. dat menigmaal onder hij ook een zij wordt verstaan. Doch dat is niet altijd het geval en zeker niet in Titus 1, waar zo heel duidelijk mannelijke ondeugden voor de ouderling worden afgewezen. Van belang is om verder de strenge eisen na te gaan, die aan het gezin van de ouderling gesteld worden. Geen kind mag met de rechtbank of andere instanties van deze aard in aanraking komen. Geen kind mag in overdaad leven, dus in uitgaan en geldweggooien. Geen kind mag aan Goddelijke of menselijke ordinantiën ongehoorzaam zijn. De overige eisen spreken wel voor zich zelf. Geen smijter wil zeggen: geen vechtersbaas.

Ik meen dat in heel dit bijbelgedeelte alleen over de man gesproken wordt.

Doch nu wilde ik op een heel ander onderwerp komen, dat toch nauw hiermee samenhangt. Als men nu ziet, dat sommige vrouwen zo graag in het ambt geplaatst willen worden is dit niet een beetje ons aller schuld? Men heeft immers toegelaten, zelfs in onze kringen, dat er meisjesverenigingen zijn en vrouwenverenigingen. Vrouwen en meisjes voeren daar het woord. Is het wonder, dat zij nu ook predikant en ouderling en diaken willen zijn? Men wil dus radicaal de vrouw dergelijke bezigheden verbieden. Dan zijn we ineens klaar. Maar nu vraag ik ook hier: Is dit inderdaad de Schriftuurlijke weg? En mijn besliste antwoord is: neen. Even resoluut als de Heilige Schrift de vrouw uitsluit van de ambten, even beslist geeft de Heilige Schrift de vrouw een plaats in allerlei werk. Men kan h: ': in Israël reeds vinden. Daar zijn nergens priesteressen, hoewel deze bij de heidenen wel voorkomen en in grote getale. Men kan dus niet zeggen, dat het aan de gewoonte van de tijd lag, dat in Israël alleen de man het altaar bedient. Doch terwijl er geen priesteressen zijn, komen er wel veel profetessen voor.

In Exodus 15 : 20 wordt ons verteld van de eerste „vrouwenvereniging": En Mirjam, de profetes. Aarons zuster, nam een trommel in haar hand, en al de vrouwen ging uit, haar na, met trommelen en met reien". De reien dat is de beurtzang en de rythmiek van de zingende en met de tamboerijnen zwaaiende vrouwen. De mannen zongen het lied van Mozes en de vrouwen antwoordden met het refrein: Zingt de Heere, want Hij is hoog verheven. Hij heeft het paard met zijn ruiter in de zee gestort". Deze profetes Mirjam was toch weer niet tevreden met haar plaats. In Numeri 12 lezen we, dat zij in opstand kwam tegen Mozes en zelfs Aaron meesleepte. Doch alleen zij werd met melaatsheid geslagen. Daaruit blijkt, dunkt mij, dat Mirjam de hoofdaanlegster was. Mirjam de profetes dingende naar het ambt. Zij mag profetes zijn, doch zij mag niet meer zijn. Dat zij profetes mag zijn wordt onderstreept door Micha 6 : 4: Immers heb Ik u uit Egypteland opgevoerd en u uit het diensthuis verlost, en Ik heb voor uw aangezicht henengezonden Mozes, Aaron en Mirjam".

En wie kent dan verder Debora niet, de vrouw van Lappidoth. „Debora nu, een vrouw, die een profetesse was, de huisvrouw van Lappidoth, deze richtte te dier tijd Israël". Daar is in het Oude Testament geen sprake van, dat er een priesteres in de tempel Gods mag dienen, maar nu zegt de Heere niet, dat Hij geen ander werk voor de vrouw heeft.

In Richteren 4 wordt ons verteld hoe de Heere zich van Debora bedient. Haar naam betekent „bij", en zij is ijverig werkzaam als een bij. God wil zich van haar bedienen om zijn wil bijzonder bekend te maken. Zij weet recht en onrecht, goed en kwaad, waarheid en leugen te onderscheiden door de H. Geest, die haar gegeven is. Daar is wel wat voor te zeggen, dat het geestelijk leven onder de mannen van Israël niet op het hoogste peil stond, zodat de Heere ter beschaming der mannen zich van een vrouw bediende. Maar wie zal Gods wijs beleid doorgronden? Misschien dat iemand met de vraag zit of profeet niet even goed een ambt is als priester. Mijn antwoord is, dat priester een instelling is, een onmisbare instelling voor godsdienstigkerkelijk leven in Israël. Instelling en ambt zijn nauw verbonden. Maar een profeet verschijnt zo nu en dan. Hele tijden is de profeet er niet. Meestal verschijnt hij als het met de ambtsdragers niet zo goed gaat. Daarom zeggen wij, dat het profeetschap een charismatisch karakter draagt en het priesterschap een ambtelijk karakter. De priester legt het Woord Gods uit van geslacht tot geslacht. De profeet brengt een nieuw woord des Heeren. Die Debora is een bijzonder begaafde vrouw vanwege de geestelijke gaven die God haar verleende. Zij blijft bij het bij het liefde tot God als profetes en wijdt haar leven aan de liefde tot de naaste als richteres en dan is zij het ook nog, die de moed heeft om tot de vrijheidsstrijd op te roepen. Zij wordt genoemd: een moeder in Israël, maar zoekt niet om een ambtsdrager te worden, doch laat aan Barak de eer en de leiding. Pas als hij niet anders wil, trekt zij ook mee.

Dan is daar ook nog Hulda uit 2 Koningen 22. Wij behoeven niet te denken, dat er niet meer zijn geweest maar van deze maakt de Schrift nadrukkelijk melding. Uit niets blijkt, dat zij predikaties hielden, maar wel dat zij met bijzondere gaven zijn uitgerust en door de Heere worden gebruikt om zijn wil en recht bekend te maken. Ook hebben deze profetessen een plaats in het openbare leven. Van een verkeerde profetes wordt in Nehemia 6:14 gesproken. Ons allen bekend is Anna, de profetes uit Lucas 2. Zij sprak tot allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten van de Heere Jezus.

Als we hiermee in het Nieuwe Testament een blik beginnen te werpen, blijkt ons, dat de verhouding hier precies eender ligt als in het O. Testament. Er is geen sprake van, dat enige vrouw ook maar de minste kans maakt om het ambt van priester te bekleden. Ook is er geen sprake van dat enige vrouw ook maar in het minst genoemd wordt als Apostel of ouderling of diaken of welk ambt ook. Een diaken moet zijn: ener vrouwe man. Men kan dat nooit zo draaien, dat het wordt: de vrouw, die maar één man heeft. Daar staan in de Heilige Schrift, voor elk, die aan Gods Woord gehoorzamen wil, onoverkomenlijke staketsels die de openstelling der ambten voor de vrouw verhinderen. Dan moet men eerst een andere Bijbel uitvinden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 mei 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De vrouw buiten het ambt

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 21 mei 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's