Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OUDERLING E.N H. AVONDMAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OUDERLING E.N H. AVONDMAAL

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

De laatste maanden hebben wij zoveel vervolgonderwerpen gehad, dat de particuliere vragen van onze lezers niet aan bod kwamen. Voor deze keer moeten zij dan maar eens een beurt hebben. Iemand schreef ons:

„Daar ik ouderling ben en niet aan het Heilig Avondmaal deelneem, is mij er meermalen op gewezen, dat dit toch niet is zoals het wezen moet. Daar ben ik ook van overtuigd. Maar nu is er van een medebroeder gezegd, dat ik door het niet aangaan aan het Heilig Avondmaal de Christus verloochende. Als dit zo is kan en mag ik toch geen ouderling meer zijn. En zouden dan al degenen, die niet aan het H. Avondmaal gegaan zijn, verloren wezen."

U ziet, het is een oud onderwerp. Dit zal ook wel niet de laatste keer zijn, dat iemand er over schrijft. Voor sommigen is het bovenstaande geen vraag. Wat is nu vanzelfsprekender, denken zij, dan dat een ouderling aan het H. Avondmaal deelneemt. Zij vinden trouwens het hele Avondmaal des Heeren even vanzelfsprekend als de kerkgang. En zo ligt het toch ook weer niet. Nergens lezen we in de Catechismus de vraag: voor wie is de prediking ingesteld? Zij is immers voor allen en daar hoeft niets met een mens gebeurd te zijn om in de Kerk te mogen komen. Maar ten opzichte van het H. Avondmaal vraagt de Heidelberger: Voor wie is het Avondmaal des Heeren ingesteld? Antw.: Voor degenen, die zichzelf vanwege hun zonden mishagen en nochtans vertrouwen, dat deze hun om Christus wil vergeven zijn en dat ook de overblijvende zwakheid met Zijn lijden en sterven bedekt is, die ook begeren hoe langer hoe meer hun geloof te sterken en hun leven te beteren. Maar de hypocrieten (geveinsden) en die zich niet met waren harte tot God bekeren, die eten en drinken zichzelf een oordeel." Het Avondmaalsformulier wijst op deze noodzakelijke drie stukken voor ieder, die aan het H. Avondmaal wil aangaan.

„Ten eerste bedenke een ieder bij zichzelf zijn zonde en vervloeking, opdat hij zichzelf mishage en zich voor God verootmoedige' . Dat is al een heel stuk. Daar moet heel wat met een mens gebeurd zijn, eer hij zijn zonde bedenkt. Dat kan alleen de H. Geest hem leren. Die alleen overtuigt van zonde. Daar komt dan de vervloeking bij. Dat zijn voor de Avondmaalsganger twee zaken, die in zijn hart zijn bekend gemaakt. De H. Geest heeft in zijn hart gewerkt. Toen is hij aan zichzelf ontdekt bij aanvang en voortgang. Daardoor is hij voor God en in zijn eigen ogen een vervloekte geworden. De toorn Gods lag op hem. Dat was voor hem niet een

woord, maar een zaak. Hij voelde deze toorn. Hij wist zich een kind des toorns van nature. Toen is het voor deze zondaar onmogelijk geworden om ooit zalig te worden. Onmogelijk aan zijn kant. Maar toen Hij een verlorene was heeft de Heere Jezus hem gevonden, en is de Christus hem geopenbaard. Toen is hem ook het geloof geschonken. Wat een waar geloof is kunnen wij leren in vraag 21 van de Catechismus. Het is een zeker weten van alles wat ons God in Zijn Woord heeft geopenbaard en een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt. Wat is het gevolg van dit geloof? Het verenigt met Christus. Door dat geloof wordt de zondaar Christus ingelijfd. En wat zijn de vruchten van de vereniging met Christus? Dat zijn de weldaden, met name de vergeving van zonden, het kindschap Gods, de heiligmaking enz. Als nu het Avondmaal staat gevierd te worden bedenkt de Avondmaalsganger eerst zijn zonde en vervloeking. Die heeft hij vroeger door de onderwijzing van de Heilige Geest leren kennen en ingeleefd. Dat zijn persoonlijke zaken voor hem geworden. Nu bedenkt hij deze dingen. Zij verwekken opnieuw en telkens weer een mishagen aan zichzelf. Doch dan mogen zijn gedachten verder gaan. Heeft hij nu dat geloof in den Heere Christus werkelijk ontvangen? Is de Christus hem geopenbaard? Is hij met de Zaligmaker verenigd? Velen hebben er geen erg in, dat wij niet beginnen moeten met een geloof in de weldaden, doch met een geloof in de Persoon. Sommigen geloven, dat zij vergeving der zonden hebben en in Gods gericht vrijgesproken zullen worden, zonder ooit de Christus Zelf te hebben leren kennen. De vergeving is niet een waarheid, die geloofd mag worden door iedereen. De vergeving van zonden is een weldaad, die aan ieder geschonken wordt, die met de Heere Jezus is verenigd. Daarvan zegt de Apostel Paulus: Zo is er dan nu geen verdoemenis (dus wel vergeving) voor degenen, die in Christus Jezus zijn. De rank moet in de wijnstok zijn, wil zij vrucht dragen. Die in Christus is, is een nieuw schepsel. Daar zijn al te veel predikers, die menen dat zij waarheden moeten verkondigen. De een predikt de vergeving van zonden, de ander het eeuwige leven, de derde dat allen uitverkoren zijn als een waarheid, die men moet geloven, zonder dat men spreekt over de noodzakelijkheid om eerst het eigendom van Christus geworden te zijn. Alleen die in Christus zijn krijgen de genoemde weldaden. En nu weer de Avondmaalsganger: , , Een ieder onderzoeke zijn hart of hij ook deze gewisse belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus, vergeven zijn en de volkomen gerechtigheid van Christus hem als zijn eigene toegerekend en geschonken zijn."

Dit is nog zo mis niet, zou ik zeggen. Sommigen menen, dat het genoeg is als men maar zegt, dat men een zondaar is. En dan maken zij er nog geen onderscheid tussen of men dat weet door de Heilige Geest of door z'n natuurlijk verstand. Doch zelfs als men door de Geest Gods weet hoe groot zijn zonde en ellende is, dan is dat niet genoeg om met zegen het H. Avondmaal te vieren. Het gaat in het H. Avondmaal boven alles om een gedachtenis van Christus. Daar moet een gemeenschapsband liggen tussen de Zaligmaker en onze persoon. En nu de ouderling. Hij stemt volmondig toe, dat zijn plaats is aan de tafel des Heeifen. Maar hij heeft daartoe blijkbaar nog geen vrijmoedigheid. Kent hij door genade zijn zonde en vervloeking? Heeft het zijn ziel pijnlijk doorwond, dat hij een overtreder van al Gods geboden is? Laten wij dat mogen veronderstellen. Laten we mogen denken, dat hij vaak over de weg loopt en denkt: aar ga ik als gevloekte. Ieder zondaar is dat volgens Gal. 3:10. Maar van mijn ouderling neem ik aan, dat hem dit smart omdat hij het zich pijnlijk bewuot is. Hij weent vaak eens omdat hij God niet kent. Op zijn huisbezoek spreekt hij van Godsgemis en van onze diepe val en van de noodzakelijkheid van wedergeboorte en bekering. Dat heeft zijn hart goed geleerd en dat weegt hem zwaar. Dan zegt hij er ook bij: ij moeten kennis aan Christus krijgen. Voor hemzelf is dit echter nog het grote stuk. Van de diiscipelen staat, dat de Heere Jezus hen geopenbaard was. Hij durft dit niet te zeggen. Misschien is zelfs de noodzakelijkheid van deze openbaring van Christus hem niet zo duidelijk. Alles wordt niet op één dag geleerd. Misschien is onze ouderling nog bezig zijn eigen gerechtigheid op te bouwen en zich bij God aangenaam te maken. Velen noemen zich gelovigen, die nooit zijn afgebroken in hun eigen werk. Zij menen dat zij beste ouderlingen zijn. Zij zijn ook trouw in de viering van het H. Avondmaal. Doch nooit zijn zij tot verloren mensen geworden.

Ik voor mij geef dan toch de voorkeur aan onze ouderling, die het H. Avondmaal niet aandurft, mits het hem een gedurige oorzaak van droefheid zij.

Nu zegt zijn medebroeder, dat hij de Christus verloochent. Dat begrijp ik niet. Hoe kan iemand, aan wie de Heere Jezus niet geopenbaard is, Hem verloochenen? Dat zou ik wel eens graag uitgelegd willen hebben. Aan Petrus was de Heiland geopenbaard. Die kon Hem ook verloochenen. Maar dat kan iedereen niet. Neen, dat is een verwijt, geboren uit de onwetendheid wat eigenlijk de kennis van Christus en de verloochening van de Zaligmaker is. Ik zou die medebroeder wel eens willen vragen of hij zelf zijn zonde en vervloeking heeft leren kennen, hoe dat toegegaan is en hoe hij de Christus heeft leren kennen?

Misschien zegt iemand: hoe kan deze man ouderling zijn, terwijl hij niet door een waar geloof Christus is ingelijfd? Ik denk dat dit is bij gebrek aan zulken, die verder zijn gebracht op de weg der genade dan hij en tevens de gave vart het ouderlingschap bezitten.

Doch nu vraagt onze ouderling of al degenen, die niet aan het H. Avondmaal gegaan zijn, verloren zijn? Met die vraag heeft hij niets te maken. Hij heeft alleen te maken met zijn toestand. En aangezien hij niet aan het Avondmaal des Heeren deelneemt en dus voor zich zelf niet gevoelt die betrekking op Christus kan hij van zichzelf niet anders geloven, dan dat hij nog onder zijn zonde en vervloeking ligt. Wanneer hij dus zo sterft is hij, naar zijn eigen belijdenis, een verloren man. Laat hij maar bij zich zelf blijven. En mocht het gemis aan vereniging met de Heere Jezus hem zo doen ontstellen, dat hij radeloos en machteloos en goddeloos voor God kwam te liggen. Het zal wat wezen ouderling te zijn en nooit aan het Avondmaal gekund te hebben, omdat men voor zichzelf het geloof, zelfs het kleinste geloof in de Heere Jezus miste, en dan straks voor eeuwig verloren te zijn. Dit geldt ook voor niet-ouderlingen, doch voor ambtsdragers in het bijzonder. Het zal ook een stuk zijn ouderling geweest te zijn met een ingebeeld geloof.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

OUDERLING E.N H. AVONDMAAL

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's