Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De roeping

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De roeping

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(4)

Bij de roeping komt de verantwoordelijkheid van de mens sterk naar voren. Zo menigmaal willen wij wegschuilen achter onze onmacht. We zijn immers diepgevallen mensen, dood in de zonden en de misdaden. En hoe zullen dode zondaren de stem Gods kunnen horen. Dan moeten we immers eerst levend gemaakt worden. Dan moet eerst ons hart geopend worden. Dan moeten we oren krijgen om te horen en een hart om op te merken. Dan moeten we uitverkoren zijn tot het eeuwige leven. En wanneer we niet uitverkoren zijn zullen we er immers nooit komen..

Zo bouwen we onszelf een schuilplaats om aan het oordeel Gods te ontkomen. Zo geven we uiteindelijk de Heere de schuld, wanneer we niet tot geloof en bekering komen. En het is ons eigen ongeloof, het is onze eigen vijandschap, het is onze eigen tegenstand tegen het evangelie van vrije genade waardoor we verloren gaan.

We mogen nimmer wegschuilen achter de uitverkiezing. Want wij kunnen niet in de verborgen raad des Heeren zien. We moeten luisteren naar de boodschap van Gods Woord. We moeten luisteren naar de verkondiging van het evangelie: Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is om zondaren zalig te maken. En hoe groot is het dan wanneer wij geleerd hebben de voornaamste van de zondaren te wezen. In het evangelie wordt ons de weg des behouds gewezen. De wet vervloekt ons, want vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschreven is in het boek der wet om dat te doen. Alle tien geboden van Gods wet veroordelen ons, want we hebben tegen de ganse wet gezondigd. Maar het evangelie wijst ons de weg om aan het oordeel te ontkomen: Gelooft in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden. Maar wie zich verhardt, wie niet voor de Heere buigt, wie niet gelooft, het oordeel blijft op hem. En later zal het verkondigde evangelie nog tegen ons getuigen. De Heere maakt zich vrij.

Dan zullen we het moeten belijden: De Heere heeft mij wel geroepen, maar ik heb niet willen horen, ik heb me afgewend van Hem en ik heb zelf mijn verderf gezocht.

Maar nu is er ook een andere kant. Van nature verharden we allen ons hart. Van nature luistert niemand naar de boodschap Gods. En wanneer we toch naar de roepstem des Heeren gaan luisteren, dan zal dat wezen door genade alleen, door de werking van de Heilige Geest. Dan zal ons hart geopend moeten worden, zoals dat geschreven staat van Lydia de purperverkoopster, die daardoor acht nam op het woord, dat tot haar gesproken werd.

Zo komt de roeping wel tot allen, die onder het evangelie leven, maar niet allen horen die roeping met het hart. Daarom moeten we onderscheid maken tussen uitwendige roeping en inwendige roeping, een onderscheid dat we nimmer mogen verwaarlozen.

Wanneer het evangelie verkondigd wordt en de boodschap der genade overgebracht wordt, wanneer we van Godswege geroepen worden om ons te bekeren en te buigen voor de Heere Jezus Christus, komen zeer velen toch niet tot bekering en geloof. Zeker, velen geloven wel met hun verstand, ze nemen de Bijbel aan als waarheid, ze hebben wat wij noemen een historisch geloof, maar we moeten dit wel onderscheiden van het waar-zaligmakende geloof. Tegenwoordig zien velen dat historisch geloof aan voor het ware geloof zonder dat men die levende band met Christus kent, dat leven uit Hem, dat ingeplant zijn in Hem, zoals de ranken in de wijnstok zijn. Ja onlangs verklaarde 'n hooggeleerde man in onze kerk in een vergadering, dat hij in de Bijbel nergens van dat historisch geloof iets vond en dat men derhalve dit onderscheid niet moest maken. Wanneer men de Bijbel maar aanvaardde als waarheid en als men maar geloofde dat de Heere Jezus gekomen was om zondaren zalig te maken, dan was het verder wel in orde, dan bezat men geloof, hoe klein en zwak het ook wezen mocht.

Het zal wel niet nodig wezen om voor onze lezers verschillende voorbeelden uit de Bijbel aan te halen van mensen, die wel een historisch geloof of een tijdgeloof hebben gehad, maar die het ware zaligmakende geloof ten enenmale misten.

Zo komt dus de roeping Gods tot de mens. De remonstranten en alle aanverwante groepen leren nu, dat het in de macht van 's mensen wil staat het aanbod der genade aan te nemen of te verwerpen. Zij willen dan ook van een verschil in uitwendige en inwendige roeping niet weten. Zij zien maar enerlei roeping. En het ligt dan in de mens zelf of men die roeping aanneemt of verwerpt. Calvijn heeft het echter al anders geleerd: , , Er zal geen twijfel zijn dat er een tweevoudige soort van roeping is. Want er is een algemene roeping, door welke God, door middel van de uiterlijke prediking des Woords allen gelijkelijk tot zich noodt, ook hen, wien Hij die roeping tot een reuk des doods en een oorzaak van des te zwaarder verdoemenis voorstelt. En er is ook een andere bijzondere roeping, welke Hij gemeenlijk alleen de gelovigen waardig keurt, wanneer Hij door de inwendige verlichting des Geestes bewerkt, dat het gepredikte Woord zich in hun harten hecht".

We willen het daarom hier nog eens nadrukkelijk onderstrepen, dat alle leven uit God is, dat Hij ons hart moet openen, dat Hij oren moet geven om te horen en een hart om op te merken. Alleen wanneer de Heere bij de roeping de kracht van zijn Heilige Geest paart, zal de mens het Woord Gods horen en zich neerbuigen voor de Heere en smeken om genade voor recht, om de Heere Jezus Christus te kennen en de kracht van zijn opstanding.

Op alle mogelijke manieren heeft men getracht aan deze souvereine genade Gods tekort te doen door toch nog maar iets in de mens zelf te leggen. Daarom zou de mens zelf eigenlijk kiezen of hij het Woord Gods wil aannemen of niet. Maar de gevallen mens kan alleen maar verkeerd kiezen. De gevallen mens kan alleen maar de weg des verderfs gaan. En de Heere zal hem in de weg van de middelen tegen moeten houden, tot bekering moeten leiden, door zijn Heilige Geest vast moeten grijpen in het hart. Dat is de leer van de Heilige Schrift. Dat is de ervaring van de levende kerk Gods.

Hiermee willen we niets afdoen van de verantwoordelijkheid van de mens. Door eigen schuld zullen we verloren gaan, wanneer we ons niet neerbuigen voor de Heere. Dan zal het immers wezen: Maar mijn volk wou niet, naar mijn stemme horen, Israël verliet Mij en mijn geboön, 't heeft zich andere goön, naar zijn lust verkoren.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De roeping

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 september 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's