Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reisbrieven uit Amerika

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reisbrieven uit Amerika

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zaterdagavond, 8 Oct. 1955.

Salt Lake City.

Vanmorgen vroeg opgestaan, want om 9 uur kwam de bus. Die zou ons door Salt Lake City en omstreken voeren. Ik wachtte in de vestibule van het hotel. Spoedig kwam een taxi, om mij op te halen. De bus stond nl. in een andere straat reizigers in te laden. Deze bussen — tussen haakjes — zijn kerkelijk. De baten komen de Kerk der Mormonen ten goede. De buschauffeurs zijn Mormoonse zendelingen. Want alles staat hier in het teken van de uitbreiding der Mormonenkerk. Zij reizen zee en land over, om 1 Mormoon te maken. En als hij het geworden is, dan krijgt hij hier in Salt Lake City een woning en werk. Vooral veel Japanners maken zij Mormoon. Reeds 7000 Japanners bewonen Salt Lake City. En dan verder, niet te vergeten... Nederlanders. Een van de grootste schoenwinkels wordt gedreven door een Nederlander, Gallenkamp. 60% van de bevolking is Mormoons. Verder zijn er veel Roomsen, Dolerenden, Hervormden, enz. De stad wemelt van Indianen, die in een cowboypakje in de stad komen winkelen. In Utah bevinden zich namelijk veel Reservations, u weet, van die inrichtingen, waarin ze de Indianen op een fatsoenlijke manier hebben gevangen gezet. Daar zijn prachtige koppen onder die Indianen, maar ook lelijke Mongolénkoppen. Sommigen hebben een trek van grote droefgeestigheid op hun gelaat. Waaraan zouden zij denken? Dat hun land, Amerika, voor hen verloren is? Dat hun jachtgronden bebouwd zijn met lelijke steden en rokende fabrieken? Sommigen hebben van die heel eigenwijze gezichten, alsof ze willen zeggen: jullie westerse beschaving is niets. Maar ik dwaal af. Ik zou mijn tocht van vandaag beschrijven.

Half tien vertrokken wij. Er waren slechts 10 passagiers. Des te beter kan de uitleg zijn. Eerst reden wij naar de tempel. Daarnaast de tabernakel met het magnifieke orgel, waar - elke middag om 12 uur op gespeeld wordt. Alle uitvoeringen zijn vrij. De tabernakel heeft een koepelvormig dak voor de acoustiek. Daar is een whispering gallery, waarin men een kind kan horen fluisteren op meters afstand. Toen reden we langs drie huizen, waarin de verschillende vrouwen en kinderen van de stichter der Mormonen-secte, Brigham Young, gewoond hebben. In de tuin lagen drie van zijn vrouwen en 42 van zijn kinderen begraven. De andere vrouwen en kinderen lagen op de algemene begraafplaats. We reden verder langs een wolkenkrabber, waarin de Vrouwen-organisatie der Mormonen haar zetel heeft. Langs banken van de Kerk der Mormonen, langs sportvelden van diezelfde Kerk, langs warenhuizen, geëxploiteerd door diezelfde Kerk. Als u verder weet, dat het grootste deel van de staat Utah in het bezit van die Kerk is, dan kunt u begrijpen, dat Mormon en Papa (Rome) elkaar de hand wel kunnen reiken.

Op de tempelterreinen was iets heel curieus te zien. Een oude blokhut, zoals die door de eerste kolonisten gebouwd werd. In de vensterbank geraniums. Dikke, ronde boomstammen voor muren, de openingen aangesmeerd met kalk. Vensters met kleine ruitjes. Gebogen moest men binnengaan. Drie bij drie meter, groter was het niet. In de Krim hebben ze het ouderlijk huis van Stalin ten toon gesteld in een groot gebouw, maar hier staat in een der gebouwen de pionierswoning van Brigham Young. Vlak er bij zijn standbeeld. Hij gekleed in jacquet, met dweepzieke ogen. En dan nog standbeelden van zijn voornaamste vrienden.

Daarna reden wij naar het Capitool, een nabootsing van het Capitool in Rome. Hier zijn de Senaat en de Kamer van afgevaardigden (Congres) van de staat Utah gevestigd. Maar in de hall waren alle mogelijke producten, die in Utah gevonden worden, ten toon gesteld. Allereerst lag daar een blok steenkool, 3 meter lang, breed 1 meter en hoog 1 meter. Massieve kool, met hier en daar een spatje kalk. Verder opgezette schapen en lammeren, om te kennen te geven, wat een der hoofdbestaansmiddelen was: de schapenfokkerij. De schapen grazen de dorre bergen af. Ze zijn tevreden met weinig en leveren kostbare wol. Prachtige beeldhouwwerken stonden daar. Geen beelden, zoals wij die wel kennen, maar beelden van specifieke Mormoonse mannen en vrouwen.

Wat op de wereld geschiedt, is van weinig be-

lang. Wat in Utah geschiedt, verdient in de hele wereld bekend te worden. De muren waren beschilderd met tonelen uit de grote trek der Mormonen. Ze zijn gegaan van New-York naar Omaha (Council Bluffs) en van Council Bluffs naar Utah. Onderweg zijn 'er massa's gestorven. Ze werden aan de kant van de weg begraven. Hun grafstenen vindt ge nog in Nebraska en Iowa. Toen zij in Utah kwamen, sloten ze vrede met de Indianen. Eén van de opperhoofden werd een groot vriend der Mormonen. Zijn standbeeld staat in het midden van de stad. Ter ere van hem zijn veel auto's versierd met zijn portret, ook veel winkels en zakenhuizen. De Indianenkop is het teken, dat het product uit Utah komt.

Het stadhuis was een prachtgebouw. Er was een grote zaal, waarin de zoldering en de lampen met goud overtrokken waren. Prachtige zolderschildering. Typisch amerikaans was, dat de gids er telkens bij zei: zo en zoveel heeft het gekost. De vestibules waren bekleed met het allerprachtigste marmer uit de staat Georgië. En dan gingen ze aan het fantaseren, wat voor dier stond afgebeeld in die marmeren plaat? Een spin. En het portret van welke koningin stond in die andere plaat? Het portret van Elizabeth van Engeland. De gelijkenis was ook werkelijk frappant. En dan ging de gids in diepe ernst vertellen, hoe ze dat portret in die marmeren plaat ontdekt hadden. Allemaal dingen, die in onze ogen kinderachtig zijn, maar die de Amerikaan heel ernstig opneemt.

We gingen nu een eindweegs rijden langs de oude weg, waarlangs de Mormonen in Utah zijn gekomen. Op een zeker moment liet Brigham Young halt houden en hij zei: This is the place. Waar hij dat zei, staat nu een groots monument. Deze grote verleider is gegrepen door de machtige aanblik der natuur. Hij stond in het middelpunt van een imposante kring van bergen. De grond was wel dor en woestijnachtig, maar de natuur was zeer verheven. Juist geschikt voor een woning van een Mormoon en een Mohammed. En weldra werd een bron aangeboord. Water, water! riepen ze. Je ziet op het monument (waarop de scène van het vinden van water is uitgebeeld), hoe de jonge mannen hun hoeden van vreugde in de lucht wierpen. In het water hadden ze een bondgenoot gevonden, om de woeste streken vruchtbaar te maken. En je ziet nu in Salt Lake City en omstreken niets anders dan dag en nacht doorspuitende fonteinen, die de grastapijten immer groen houden en die de bomen het hele jaar door doen bloeien. Er groeide geen boom in Utah, toen Brigham Young kwam. Nu is de stad en zijn de omstreken versierd met prachtige lanen. En slechts op één voorwaarde blijft dit in stand, nl. wanneer de mens er de hand aan houdt. Want Utah is evenals Californië een zgn. man-made country.

Nu gingen we naar de Big Cottonwood Canyon and Brighton Resort. Dit was een echte bergtocht. Een bergstroom snelde voort langs ons pad, en op de berghellingen stonden de bométi te pronken in hun najaarstoiletten. Daar was de jeneverbes, gehuld in het kleed van de regenboog. De wilg, met gouden bladeren. De ahorn, de olm, de eik met zijn donkere tinten. Het was tulpenfeest onder de bomen. Dit is nu de Indian Summer.

Wij kwamen in Brighton, een bergdorp. Daar hebben wij geluncht. Ik moest een geel pinnetje zetten op de zuidkust van de Southersee, bij Harderwijk. Dat moest en zou gebeuren, want... Hollanders kwamen bijna nooit in Brighton. Op de grote wereldkaart heb ik gehoorzaam ons arme landje doorprikt.

Het derde programmapunt was: Bingham Canyon and the open-cut coppermine. Een canyon is een kloof, een mooie bergkloof, aan het eind waarvan een kegelvormige berg zich verheft, die enkel uit kopererts bestaat. Deze berg wordt in zijn geheel opgegeten door de rijdende baggermachines, die hun kopermodder in kipkarretjes storten. De berg is al voor een groot gedeelte weggegeten. Er is nu een weids amphitheater ontstaan. Dit wordt steeds wijder en dieper. Telkens hoor je de ontploffingen. Dan dreunt de hele mijnwerkersstad. Grijze rook stijgt ten hemel. De baggermachine komt aanrijden en slurpt alle brokken in een paar teugen op.

Het laatste nummer van deze dagtocht was: de Amerikaanse Dode Zee, of liever: Salt Lake. Dit is buitengewoon interessant geweest. Maar dit laatste gedeelte hoop ik Maandag te beschrijven.

Ds J. R. Cuperus.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 november 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Reisbrieven uit Amerika

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 november 1955

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's