Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gravamen tegen de Dordtse leerregels

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gravamen tegen de Dordtse leerregels

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoofdstuk I, art. 7

We gaanvnu nog even verder met de bezwaren van onze collega tegen artikel 7.

„Zo staan hier de uitverkorenen in het middelpunt. Dat komt omdat men redeneert van uit een eeuwig besluit van God en omdat men niet uitgaat van de geschiedenis Zijner openbaring."

Zoals ik reeds opmerkte redeneren de D.L. helemaal niet, maar leggen de Schriften uit. Zij volgen de H. Schrift op de voet. Hun bewijzen zijn geen logische bewijzen, doch Schriftbewijzen.

Hij vervolgt:

„En zodoende wordt Christus in dat besluit als Degene, die Hij „ook van eeuwigheid tot een Middelaar en Hoofd van alle uitverkorenen en tot een fundament der zaligheid gesteld heeft. En opdat zij door Hem zouden zalig gemaakt worden, heeft Hij ook besloten hen aan Hem te geven en krachtiglijk tot zijn gemeenschap door Zijn Woord en Geest te roepen en te trekken, of met het ware geloof te begiftigen", enz. Derhalve de uitverkorenen staan voorop en krijgen in Christus een Middelaar en Hoofd, het is niet Christus die van de Vader een gemeente ontvangt."

Het is mij onbegrijpelijk, dat een collega van mij kan schrijven over afleiden van een besluit. De D.L. stellen, dat er een besluit is. Dat stellen zij op grond van de Schrift. Dat zal wel niemand bestrijden. Kittel geeft een massa teksten over Gods Raadsbesluit. In Efeze 1 gaat alles terug op de Raad van Gods wil. Van dat besluit Gods weten echter de D.L. niets meer dan in de H. Schrift er van is geopenbaard. Zij beweren ook niet, dat zij er iets meer van weten. Het is de H. Schrift, die zegt, dat Christus van eeuwigheid is verkoren. In 1 Petrus 1 : 19 en 20 lezen we van „Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam, Dewelke wel voorgekend is geweest voor de grondlegging der wereld".

Wat neemt nu collega Duetz aan de belijdenis der Kerk kwalijk? Dat daarin de uitverkorenen voorop staan. Hoe staan zij echter voorop? Als eer-waardigen? Wij weten allen wel beter. Zij worden eerst genoemd, doch dan als schuldigen en vloekwaardigen. Mag dat niet? Dan moet collega Duetz die geweldige tekst uit de bijbel ook maar bestrijden en er een gravamen tegen indienen. Johannes 3:16 zegt immers: , Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn Zoon gegeven heeft." Daar staat echter niet: lzo lief heeft God Christus gehad, dat Hij aan Hem de wereld heeft gegeven. Ook hier gaan de mensen voorop. Dit is voor mij even het punt van vergelijking.

Daar ligt een gans verloren mensheid. Zij is dood. Dood in zonde en misdaden. Zij is schuldig en vloekwaardig. Zij is onwillig. Er is niet één mens op aarde, die God zoekt, tenzij onwederstandelijke genade in hem werkt. Zo gans onwillig en onmachtig ligt de mens daar. Aan deze wereld geeft God Zijn Zoon. Maar dat is niet genoeg. Deze mensheid reaqeert met klinkklare vijandschap. De Zoon Gods wordt verworpen. Doch dan geeft God een gemeente aan de Zoon, die zalig moet worden. Ds Duetz zegt, dat het niet Christus is, die van de Vader een gemeente ontvangt. Maar de D.L. zeggen, dat God deze gemeente aan de Christus geeft. Hoe kan iemand deze klare woorden zo omkeren! Dat begrijp ik niet. Doch de Vader doet nog veel meer. Mij dunkt, dat is toch alles zuiver schriftuurlijk. Wat voor bezwaar kan een Schrift-theoloog hiertegen maken?

Nu nog de laatste bezwaren tegen artikel 7. Volgens collega Duetz hebben de vaderen niet toevallig de christologische aanhef van Rom. 8 : 29 weggelaten en alleen vers 30 geciteerd. „Het geheel gaat hier om het feit dat Christus de eerstgeborene zou zijn onder vele broederen, dat Christus een gemeente zou hebben, die zijn beeld gelijkvormig zou zijn." Hierin vergist collega Duetz zich. Het geheel gaat hierover, dat alle zaligheid voor de

christen eeuwig vast ligt. Daarom moeten alle dingen medewerken ten goede. Het onderwerp is hier stellig niet, dat Christus een gemeente ontvangt. Laat hij maar

Dan volgt een bezwaar tegen de teksten uit Efeze. Daar had onze bezwaarde broeder vers 7 nog bij genoemd willen zien.

„Men houdt met citeren op juist daar waar we in Hem (Christus) hebben de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen enz., derhalve men houdt op waar duidelijk aan het licht treedt het daad-karakter van Gods verkiezende liefde in Christus. Dat zijn toch ook werken, die Hem van eeuwigheid bekend zijn? "

Het is mij niet duidelijk welke opvatting collega Duetz van de verkiezing heeft. Waar hij dit bezwaar vandaan haalt en wat hij er mee bedoelt, ontgaat mij. Hij heeft het over het daad-karakter van Gods verkiezende liefde. Dat zou verzwegen worden. En in artikel 7 belijden de vaderen niets zo krachtig. God heeft gedachten des vredes gehad. Hij heeft besloten Christus te geven tot een Middelaar, dus om voor de uitverkorenen te lijden en te sterven. Hij heeft besloten de uitverkorenen te trekken, te rechtvaardigen, te heiligen. Dat zijn allemaal daden in de tijd. De verkiezing betekent juist, dat God zich voorgenomen heeft door niets zich te laten tegenhouden, maar vele en machtige daden te doen om zijn uitverkoren volk zalig te maken.

Hoe kan collega Duetz de gedachte opperen, dat de D.L. dit willen verdoezelen door teksten niet te citeren? Ik vind zijn bezwaar tegen artikel 7 wel heel erg nevelachtig. De verkiezing maakt het werk van Christus niet overbodig, zoals sommigen zeggen, doch juist nodig. De verkiezing nam de schuld niet weg, doch Christus. En nu dus artikel 8.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 1956

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Een gravamen tegen de Dordtse leerregels

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 juli 1956

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's