Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET DOEL DER VERKIEZING GODS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET DOEL DER VERKIEZING GODS

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Vorige week hebben we betoogd, dat de verkiezing is: erst verkiezing tot zaligheid en dezulken worden dienstknechten Gods. Dat zien we eerst in het O.T. Van Israël staat geschreven, dat het een uitverkoren volk is. In Deut. 7 : 6 lezen we van Israël: Want gij zijt een heilig volk den Heere uw God; u heeft de Heere uw God verkoren... uit alle volken, die op de aardbodem zijn." Waartoe was deze verkiezing? „Dat gij Hem tot een volk des eigendoms zoudt zijn." Dat is toch niet hetzelfde als alleen maar dienst voor het Koninkrijk Gods. Daar is Israël óók nuttig voor mogen zijn. Maar het eerste doel lag daarin, dat het in een bijzondere verhouding tot God zou staan. God zou hun God zijn en zij zijn volk. God zou bij hen zijn en hun God zijn. God verkiest hier met uitsluiting van anderen. Zo begint het. En dan komt vele eeuwen later Christus. En in de Heere Jezus Christus zullen dan ook de andere volken gezegend worden. Niet in Israël zelf, maar in het zaad van Abraham, d.i. Christus. In Christus zou Israël tot een zegen zijn voor de volken. Maar als men dat in Christus weg laat, op welke wijze is dan Israël zo bijzonder dienstbaar geweest voor het Koninkrijk Gods? Heeft het ooit wat anders gedaan dan God getergd, tegenge" werkt en verlaten om de afgoden te dienen? Maar nochtans blijkt het, dat God Israël heeft verkoren om Zijn eigendom te zijn en een rest uit dat volk zal eeuwig Gods naam verheerlijken, een overblijfsel naar de verkiezing.

Daar is nog een andere omschrijving van het doel der verkiezing in vers 9: Gij zult dan weten, dat de Heere, uw God, die God is, die getrouwe God, welke het verbond en de weldadigheid houdt dien, die Hem liefhebben." Zij zijn dus uitverkoren om kennis van God te krijgen van zijn trouw en goedertierenheid. Ook dat is wat anders dan dienst aan de naaste. En als er dan van dienst sprake is als doel van de uitverkiezing, dan is het wederom niet in de eerste plaats dienst aan de naaste, doch dienst van God. De goden der heidenen worden door de heidenen gediend. Maar God heeft Israël verkoren, opdat dit volk Hem zou dienen. Kan men zeggen, dat de dienst van God: e tempeldienst en de onderhouding van Zijn geboden, alleen is ten bate van anderen? Het is heel anders. Israël is door God verkoren, opdat het Zijn eigendom zou zijn en onberispelijk voor Hem zijn in de liefde. De zaligheid van dat volk is hierin gelegen, dat God bijzonder voor hen zorgt en hen de kennis van de ene ware God schenkt. Maar de andere volken liet Hij wandelen in hun eigen wegen (Hand. 14:16). Ik geloof niet, dat het gemakkelijk zal zijn om uit het Oude Testament het bewijs bij te brengen, dat God Israël verkoren heeft alleen om de andere volken te dienen en niet om een bijzonder volk te zijn. dat met bijzondere kennis gezegend zou worden en bijzondere dingen zou ondervinden, opdat het Gods lof zou vertellen en zalig leven bij God.

Wat zegt de Schrift? Dit volk heb Ik mij geformeerd, opdat het ten bate van andere volken zou leven? Neen, „opdat het Mijn lof zou vertellen", opdat God geprezen zou worden (Jes. 43 : 21). Gaat het er dan om, dat de volken voor God gewonnen zouden worden? Het gaat er in de eerste plaats om, dat Gods naam groot gemaakt zou worden. Sommigen spreken van een anthropocentrisme bij de verkondigers van Gods verkiezing. Maar zelf zetten zij de naaste, de ander in het middelpunt en dringen de Almachtige van Zijn troon. Hij is het middelpunt van Israëls verkiezing en van de verkiezing der Kerk van Christus. „Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen." En nu heeft God zich een volk verkoren, eerst uit Israël en daarna vooral uit de heidenen, die gered worden uit de rampzaligheid en gesteld worden tot een heilig volk, dat eeuwig bij God zal wezen en naar Zijn inzettingen leven. Dat volk mag niet leven zoals de heidenen. „Want gij zijt een heilig volk den Heere uw God, en u heeft de Heere verkoren om Hem tot een volk des eigendoms te zijn, uit al de volken, die op de aardbodem zijn" (Deut. 14 : 2).

Dat volk is uitverkoren om een sieraad en een lof voor God te zijn. Het komt zelden voor, dat de naaste genoemd wordt als het doel der uitverkiezing. Ook wordt niet de uitbreiding van Gods Koninkrijk genoemd. Israël zal een bijzondere verhouding tot God hebben. De Heere zal bijzondere zaken voor en onder hen doen. Zij zullen in God hun sterkte, heil en zaligheid hebben en zij zullen Hem dienen. Aan de naaste zal God op Zijn tijd verkondigers van het evangelie zenden, opdat er ook uit de andere volken toegebracht worden tot dat bijzonder eigendom Gods, tot dat heilige volk. God zal Zijn volk dienen en dat volk zal God dienen. Dat is de hoofdzaak van de uitverkiezing. Deut. 26 : 16—19 moge dit nog eens onderstrepen. Lees het maar na: Heden hebt gij de Heere doen zeggen, dat Hij u tot een God zal zijn, en dat gij zult wandelen in Zijn wegen... Opdat Hij u alzo boven al de volken, die Hij gemaakt heeft, hoog zette, tot lof, en tot een naam, en tot heerlijkheid."

Het N.T. spreekt in dezelfde geest. Met welk doel is de Kerk uitverkoren? „Uitverkoren tot zaligheid" (2 Thess. 2 : 13), „verordineerd tot het eeuwige leven" (Hand. 13 : 48). „En die Hij tevoren verordineerd heeft, deze heeft Hij ook geroepen... gerechtvaardigd... verheerlijkt" (Rom. 8:30); uitverkoren... opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde, verordineerd tot aan-

neming tot kinderen... opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid" (Ef. 1). Het is dus zeer beslist in strijd met de H. Schrift als men ae uitverkiezing beperkt tot een verkiezing tot een ambt of een dienst in het Konihkrijk Gods.

De uitverkiezing heeft te maken met goddelozen of eigengerechtige godsdienstigen. Van de laatste is de apostel Paulus een voorbeeld. Wat was hij dienstbaar in het Koninkrijk naar zijn eigen gedachten. Doch Jezus zeide: Waarom vervolgt gij Mij? " Toen heeft God hem eerst geroepen en begiftigd met het geloof in Christus. God heeft hem gerechtvaardigd. Toen was er voor Paulus geen verdoemenis meer. Hij was in Christu? Jezus. Deze verloste en behouden Paulus is door God in dienst van de verkondiging van het evangelie gesteld. Hij was uitverkoren tot zaligheid èn dienst aan de naaste. De hoofdzaak van de uitverkiezing is, dat God een goddeloze verkiest om hem ter aarde te werpen en met zichzelf bekend te maken, hoe goddeloos hij is. Daarna wordt de uitverkorene met Christus bekend gemaakt. Deze Zaligmaker wordt geopenbaard en komt door het geloof in het hart wonen. De vrucht daarvan is het jagen naar de heiligmaking. Heiligmaking is meer en meer met Christus vervuld worden en uit Hem leven. „Ditzelfde gevoelen zij in u, dat ook in Christus Jezus was" (Filipp. 2:5). Zaligheid zonder heiligheid is niet schriftuurlijk. Maar uitverkiezing tot dienst en niet tot zaligheid vinden we bij Judas. Het eerste is dat Israël en ook de Kerk een eigendom Gods is en in Zijn wegen wandelt en alzo nuttig is voor de naaste. L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1956

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

HET DOEL DER VERKIEZING GODS

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 september 1956

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's