Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Twee hervormde gemeenten in één plaats

Toen men door middel van Overgangsbepaling 238 de evangelisaties een plaats wilde geven in het kerkelijk leven wanneer een regeling met de kerkeraad onmogelijk was, heeft men de gevolgen van deze bepaling niet doorzien. Nu echter deze bepaling in Ede is toegepast, is het velen duidelijk geworden, dat men hier te doen heeft met een soort modus-vivendi en nu is men geschrokken van de gevolgen. Over het algemeen heeft Ede geen goede pers. In het Algemeen Handelsblad vond de Persschouwer een artikel van een medewerker, waaruit hij het volgende doorgeeft:

In het Handelsblad van 21 juni 1955 waarschuwden wij reeds voor de consequenties van Overgangsbepaling 238, toentertijd door de Generale Synode aan de classicale vergaderingen voorgelegd. Wij schreven: „De vraag rijst, of Overgangsbepaling 238, gelijk zij door de Generale Synode is ontworpen, niet op ongeloorloofde wijze inbreuk maakt op de rechten en plichten ener plaatselijke kerkeraad. Wat blijft er nog over van de autonomie der plaatselijke Kerkeraad, wanneer een zg. meerdere vergadering via Overgangsbepaling 238 de bevoegdheid krijgt, binnen het ressort van een kerkeraad één of meer nevenkerkeraden in te stellen? Is het dan niet een fictie, wanneer men in een dergelijke situatie nog spreekt van de formele eenheid der plaatselijke gemeente? "

Toen de classicale vergaderingen de door de Generale Synode voorgestelde Overgangsbepaling in 1955 aanvaardden, hebben zij naar ons besef te weinig rekening gehouden met bezwaren, als door ons geformuleerd. Nu Overgangsbepaling 238 voor het eerst te Ede is toegepast, komt men allerwegen tot het inzicht, hoe gevaarlijk deze bepaling is. Wij noemen redactionele kritiek in de N.R.C. van 5 januari LI. Thans citeert ditzelfde dagblad (23 jan.) een beschouwing van ds. H. de Lange te Arnhem in „Hervormd Arnhem" van 11 januari, waarin deze predikant het volgende opmerkt: „Met volledige erkenning van de moeilijkheden in Ede en dergelijke gemeenten komt het me voor, dat dit een heilloze weg is. De weg naar de hotelkerk... Nu zullen er dus in Ede twee Hervormde Kerken zijn. Neen, zegt natuurlijk de Synode, dat is de bedoeling niet We bedoelen juist de eenheid van de gemeente. Maar ik zeg, dat dit in de praktijk niet waar zal zijn. Men zal meer dan ooit uit elkaar leven, elkaar beconcurreren en bestoken. Er zullen twee soorten Avondmaal zijn en twee Dopen. En dat zogenaamd in dezelfde Kerk. Dat tast het wezen der Kerk aan... De weg van het kruis gaan we nu niet meer, we hebben het al opgeknapt."

De toepassing van Overgangsbepaling 238 te Ede doet nog een vraag rijzen: zal de Generale Synode ook bereid zijn, een Vereniging van Vrijz. Hervormden officieel te erkennen, die op grond van Overgangsbepaling 238 een Nevenkerkeraad begeert in een confessionele gemeente, waarvan de kerkeraad niet bereid is, op grond van Overgangsbepaling 235 een vrijzinnige predikantsplaats voor buitengewone werkzaamheden mee te helpen stichten? Het is niet uitgesloten, dat zulk een geval zich binnenkort zal voordoen.

Ook in de N.R.C. is ernstige kritiek geoefend op deze dingen. Dit blad zegt o.a.:

Naar buiten toe moge de eer van een ongedeelde gemeente gered schijnen, deze synodale erkenning van een bepaalde groep leden in een gemeente, welke zich niet kan voegen in de geestelijke structuur van de gemeente als geheeL is een volkomen nieuwe synodale beslissing van principieel karakter, die echter een gevaarlijk precedent vormt. Immers, hiermede wordt niet slechts een breuk in een gemeente als onherstelbaar erkend en een diploma tot kerkelijke coëxistentie uitgereikt, maar wordt tevens de weg geopend voor dissidente ledengroepen om zich afzonderlijk te organiseren en daarop toch synodale goedkeuring te verkrijgen. Zulke groepen zijn er wel in bijkans alle gemeenten; zij hangen samen met de sociologische structuur, bodem-en historische bepaaldheid en de moderne ontwikkelingen van migratie in de tegenwoordige maatschappij. Met ernst hebben talloos velen zich juist daarom in de laatste jaren gegeven aan het voeren van het kerkelijke gesprek •— waarvoor een commissie uit de synode nog onlangs een handreiking voor het gesprek der richtingen heeft uitgegeven! — omdat de synode zo sterk op de ene, ongedeelde kerk en gemeente wees.

Het bovenstaande besluit nu haalt door dat alles een streep door te zeggen: Zo kan het ook wel. Het ondergraaft ten enenmale de status van de kerkeraad, de gemeente, en ten slotte van de gehele kerkorde, die ervan uitging een basis te zijn yoor de slechts in modaliteiten gevarieerde, maar in wezen ene, ongedeelde kerk en gemeenten. Op deze wijze zullen zeker meer ledengroepen van min of meer eigene geestelijke structuur zich ook elders op dit precedent beroepen om zich door een synodale goedkeuring en erkenning als een afzonderlijke kern of cel te organiseren en een eigen leven te gaan leiden. Met het feit van de niet zelden optredende verwijdering tussen predikant en een aantal gemeenteleden, soms niet anders dan om motieven van zuiver persoonlijke aard, is hiermede de deur opengezet voor een voortschrijdende „split up" van de gemeente.

Wanneer men nu bedenkt, met hoeveel ernst velen in vrijzinnige kring zich aan de toenadering der richtingen hebben gewijd en hoeveel haken en ogen daar in de loop der jaren hebben plaats gehad, zodat ondanks de moeizame voortzetting de sfeer van eenheid met grote moeite kon worden bewaard, dan vraagt men zich af welke gronden de synode hebben bewogen thans bovengenoemd besluit te nemen. Wanneer men de blik laat teruggaan tot in de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog en de krachtige afwijzing ziet, waarmede de voorstellen vanwege de vrijzinnigen voor eigen huisgemeenten zijn verworpen, hoe anderzijds orthodoxe evangelisaties in vrijzinnige gemeenten werden geconstitueerd zonder dat dit van hoger hand kon worden gewaardeerd, dan moet men met verbazing kennis nemen van deze plotselinge en voor de eenheid van de gemeenten niet ongevaarlijke omzwaai.

Hoe illusoir die eenheid echter is, blijkt reeds terstond uit de omstandigheid, dat de „buitengewone" — kent de kerkorde dit begrip? — ambtsdragers... in een andere gemeente zullen worden bevestigd; en het gevaar is niet denkbeeldig, dat door dit besluit de macht van de synode weliswaar wordt vergroot, terwijl de gemeenteleden uit één woonplaats en één wijk als vreemden tegenover elkaar zullen komen te staan, zo zij elkaar op den duur niet verketteren en daaruit weer tal van wrijvingen zullen ontstaan in gezinnen (men denke bijv. aan huwbare jongelui), die voordien tot het geheel van de hervormde gemeente gerekend werden.

Aan het slot van dit artikel wordt opgemerkt:

Merkwaardig ten laatste is ook, dat deze eerste figuur zich voltrekt op de Veluwe, juist die omgeving, waar de Gereformeerde Bond vrij sterk is en waar de Bond steeds een weigering op soortgelijke aspiraties heeft gekregen. Het zal daarom ook belangwekkend zijn welke reacties ook van die zijde zullen komen.

De schrijver doelt waarschijnlijk op de Convent-beweging en op het modus vivendi-voorstel, waar Prof. Visscher destijds een van de vooraanstaande figuren van was. Het is inderdaad merkwaardig, dat men nu een dergelijke oplossing gezocht heeft voor de midden-orthodoxe evangelisaties. Want al deze kerkelijke ellende heeft men zich op de hals gehaald voor die evangelisaties op de Veluwe, niet voor de vrijzinnigen en ook niet voor de gereformeerden.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 maart 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 maart 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's