Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Spreekt de H. Schrift van verwerping?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Spreekt de H. Schrift van verwerping?

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Dordtse Leerregels, Hfdst. I, art. 15)

Deze eeuwige onverdiende genade van de verkiezing wijst en prijst ons de H. Schrift allermeest daarmede aan, dat zij wijders getuigt, dat niet alle mensen zijn verkoren, maar sommigen niet verkoren, of in Gods eeuwige verkiezing voorbijgegaan, namelijk die, welke God naar zijn gans vrij, rechtvaardig en onberispelijk en onveranderlijk welbehagen besloten heeft in de gemene ellende te laten, in dewelke zij zichzelve door hun eigen schuld hebben gestort, en met het zaligmakend geloof en de genade der bekering niet te begiftigen, maar hen, in hun eigen wegen en onder zijn rechtvaardig oordeel gelaten zijnde, eindelijk niet alleen om hun ongeloof, maar ook om alle andere zonden, tot verklaring van zijn gerechtigheid te verdoemen en eeuwiglijk te straffen. En dit is het besluit der verwerping hetwelk God geenszins maakt tot een auteur van de zonde (hetwelk godslasterlijk is te denken), maar Hem stelt tot haren ver schrikkelijken, onberispelijken en rechtvaardigen Rechter en Wreker.

Men moet altijd weer de helderheid en klaarheid bewonderen van de wijze waarop de vaderen hun belijdenis hebben geformuleerd. Dit maakt het mogelijk, dat de eenvoudigste hun gedachtengang met enige inspanning restloos kan volgen. Hier in artikel 15 belijdt de Kerke Gods. Het zijn zij, die in Lucas 2:14 genoemd worden: ensen des welbehagens. Dat zijn niet alle mensen. Ware dit het geval, dan zou er kortweg hebben kunnen staan: n alle mensen. Terecht zegt Greijdanus: et zijn „de mensen, die God in Zijn vrijmachtig welbehagen daartoe heeft willen uitverkiezen."

Nu begint artikel 15 met dit te zeggen, dat Gods eeuwige en genadige verkiezing allermeest wordt aangewezen door het getuigenis der Schrift, dat niet alle mensen zijn uitverkoren. Nu vragen wij: staat dat in de H. Schrift met zoveel woorden te lezen, dat niet alle mensen zijn uitverkoren? In deze tijd is die vraag wel van belang. Het is immers niet alleen Karl Barth, die schrijft, dat wel alle mensen zijn uitverkoren. Menigeen verklaart, dat hij in de bijbel geen verwerping van sommigen kan vinden, behalve dan mogelijk in het eindgericht. Wij zijn onder ons gewoon om te zeggen, dat God onderscheid maakt, waar geen onderscheid is. Doch dat wordt door velen bestreden. Volgens hen maakt alleen de mens onderscheid. De ene mens gelooft Gods heilen troostrijk Woord en de andere mens gelooft dat niet. Volgens velen is de oorzaak van het geloven der gelovigen niet alleen in God te zoeken. De mens heeft hier de uiteindelijke beslissing. Zij menen, dat zij alleen op die wijze de verantwoordelijkheid van de ongelovige voor zijn ongeloof kunnen handhaven. Dat hangt natuurlijk ook weer hiermee samen, dat zij niet belijden, dat de mens alzo verdorven is, dat hij onbekwaam is tot enig goed, ook onbekwaam om te geloven. Ja maar, zal nu iemand zeggen: deze ethischen of midden-orthodoxen of Barthianen of hoe zij heten mogen, belijden toch, dat de H. Geest het geloof in hen werkt? Zij zeggen altijd: achteraf weten we dat ons geloof en alles van God is. Zeker, dat zeggen ze, doch daarmee bedoelen ze helpende genade. Maar zij bedoelen niet: onwederstandelijke genade. De moeilijkheid om over deze punten tot een goed gesprek te komen is meestal, dat wel de gereformeerde belijdenis helder antwoordt op de gestelde vragen, doch dat de andere partij op menig punt een antwoord ontwijkt.

Staat het nu in de bijbel, dat God onderscheid maakt? Dat hoeft toch eigenlijk geen vraag te zijn. Daar is eerst het volk Israël als uitverkoren volk. Heeft God geen onderscheid gemaakt tussen Israël en de andere volken? Daarvan staat in Deut. 7 : 6: want gij zijt een heilig volk den Heere, uw God; u heeft de Heere uw God verkoren, dat gij Hem tot een volk des eigendoms zoudt zijn uit alle volken, die op de aardbodem zijn." Dat verkiezen van alleen Israël wil toch zeggen, dat de Heere zich niet aan de andere volken openbaarde. De andere volken heeft God laten wandelen in hun eigen wegen. Zo maakte God de Heere onderscheid. Die andere volken verkoor de Heere niet tot een volk des eigendoms. Het staat nadrukkelijk in vers 6: sraël zou God tot een volk des eigendoms zijn uit alle volken, die op de aardbodem zijn. Wanneer nu een schoolbestuur uit 10 sollicitanten voor hoofd der school 1 sollicitant verkiest, zijn toch de andere 9 verworpen, voorbijgegaan? Dat is toch geen ijdele redenering, maar een glasheldere constatering van een feit? Ik zeg dit laatste hierom, omdat men pleegt te zeggen, dat de verwerping een conclusie is, een redenering. Ik noem het liever een constatering, een vaststelling van de feiten. Maar al zou iemand het een redenering willen noemen, dan is het toch zeker een heel gewettigde redenering. Wanneer dit geen rechtvaardige gevolgtrekking is, dan moet moet men maar nooit uit een tekst conclusies trekken.

Wat betekent nu de verkiezing van een heel volk zoals bij Israël? Dit betekent niet, dat Israël hoofd voor hoofd zalig wordt. Het Oude Testament laat ons duidelijk zien, dat er in Israël goddelozen en rechtvaardigen zijn en Romeinen 9 tekent ons het onderscheid tussen kinderen des vleses en kinderen der belofte. Wie maakt dit onderscheid? God maakt dit onderscheid. Wanneer? Nog voor de kinderen geboren zijn, noch iets goeds of kwaads gedaan hebben. Dus de uitverkiezing van het volk Israël maakt wel een groot onderscheid, maar betekent niet, dat allen zalig worden. De andere volken krijgen echtcr veel niet, dat Israël wel krijgt. Israël is Gods eigendom. Het is dus niet zo, dat God het volk Israël heeft verkoren alleen maar om de knecht van de andere volken te zijn. Neen, Israël is uitverkoren om Gods eigendom te zijn.

Wat betekent dit voor het volk van Israël? Dat leert ons de apostel Paulus in Romeinen 3:1: Welke is dan het voordeel van dé Jood? Of welke is de nuttigheid der besnijdenis? Vele in alle manier; want dit is wel het eerste, dat hun de woorden Gods zijn toebetrouwd." Hetzelfde getuigenis geeft ons Psalm 147:19, 20. „Hij maakt Jacob Zijn woorden bekend, Israël Zijn inzettingen en Zijn rechten die kennen zij niet." Moet het nog duidelijker gezegd worden, dat God onderscheid maakte, waar geen onderscheid is? Dit laatste is duidelijk te lezen in Deuteronomium 7 : 7: De Heere heeft geen lust tot u gehad, noch u verkoren om uw veelheid boven andere volken, want gij waart het weinigste van alle volken." In Deut. 9 : 6 wordt dit bevestigd: Weet dan, dat u de Heere, uw God, niet om uw gerechtigheid, ditzelve goede land geeft, om dat te erven, want gij zijt een hardnekkig volk." In hoofdstuk 9 wordt die hardnekkigheid verder uitvoerig beschreven. God heeft onderscheid gemaakt waar geen onderscheid was. Hij neemt het ene volk aan en verwerpt het andere.

Maar nu nog eens wat dat betekende voor Israël en voor de volken. Welke betekenis heeft het, als aan de volken Gods Woord niet wordt toebetrouwd? Dat aan de volken de middelen om zalig te worden zijn onthouden. Israël kreeg de openbaring Gods. De volken kregen deze openbaring niet. Daardoor werd aan de volken de mogelijkheid onthouden, dat zij door de onderhouding van Gods geboden en inzettingen zalig werden. Dit sluit niet uit dat sommigen uit de heidenen tot het geloof kwamen, nl. die in aanraking kwamen met de rechte prediking in die tijd, maar de volken als volken bleven er van verstoken. Romeinen 10 : 14 verklaart dit duidelijk: Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welke zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van welke zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? " Met de prediking, met de openbaring van Zijn grote naam en wetten en instellingen is God aan de volken voorbijgegaan. In dit opzicht heeft Hij hen verworpen. Ik geloof niet, dat iemand dit met recht, op grond van de Schrift, anders kan lezen. Deze verkiezing van het volk Israël noemt Calvijn de

eerste trap der verkiezing. Maar nu is er ook een tweede trap.

Wij stellen nog eens de vraag: is het waar, dat de Schrift aanwijst, dat niet alle mensen verkoren zijn, doch sommigen niet verkoren? Mij dunkt, daar hoeft toch ook geen twijfel over te zijn. Artikel 15 spreekt volkomen schriftuurlijk. In Rom. 9 wordt Gods verkiezend handelen aangewezen in Ezau en Jakob. God maakt onderscheid eer de kinderen geboren waren. Jakob is uitverkoren, Ezau is verworpen. En dat is geschied, voordat zij geboren waren. Het zou kunnen dat iemand hier wilde tegenvoeren, dat hier niet van een verkiezing in de eeuwige Raad Gods gesproken wordt. Dit is echter voor de zaak waar het om gaat niet van het hoogste belang. Het maakt geen verschil of Ezau een dag voor zijn geboorte of een eeuwigheid voor zijn geboorte verworpen is. De hoofdzaak is, dat hij niet is verkoren, maar verworpen, gehaat, voorbijgegaan. Men wil zo graag bestrijden, dat er verworpenen zijn, die reeds verworpen zijn, voordat zij zijn geboren. Dat kan men toch bij Ezau niet bestrijden. En Ezau is hier genoemd bij wijze van voorbeeld.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Spreekt de H. Schrift van verwerping?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's