Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PERSSCHOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PERSSCHOUW

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Menselijke logica, maar geen Goddelijke wijsheid

Het leerstuk der verkiezing is en blijft een struikelblok voor velen, die zich niet onvoorwaardelijke aan de Heilige Schrift willen onderwerpen. Men tracht met allerlei redeneringen de souvereine verkiezende genade Gods op een zijspoor te zetten en dan is de remonstrantse dwaling tegelijk op de troon verheven, dat een mens eigenlijk de zaligheid in eigen hand heeft.

In de Hoogeveense Kerkbode heeft een van de plaatselijke predikanten Ds. J. A. Roseboom een overdenking geplaatst onder de titel: Verwerping < — verkiezing. Hij heeft deze volgorde met opzet gekozen:

Waar over verwerping en verkiezing logisch gedacht wordt, ziet men beide begrippen als de keerzijden van éénzelfde zaak, Gods eeuwig raadsbesluit. God heeft van eeuwigheid een „besluit" genomen om sommigen te verkiezen tot zaligheid. Dus... (volgt logisch daaruit)... dat God dus ook besloten heeft van eeuwigheid, om alle anderen te verwerpen.

Het is logisch (voor ons verstand) begrijpelijk, als een deel besloten is tot de zaligheid, dat men het zo verstaat, dat dan de anderen besloten zijn tot het verderf.

Wij mensen kennen maar twee mogelijkheden, wit of zwart.

Echter... het geloof ziet de zaak niet maar in dit zwart-wit-schema.

De logica plaatst beide hierboven genoemde begrippen in de volgorde: Verkiezing en (dus) verwerping.

Het geloof neemt de volgorde die ge hierboven ziet: verwerping-verkiezing.

De Persschouwer wil nu voorbijgaan aan de uitleg, die de schrijver geeft van de gereformeerde verkiezingsleer. De gereformeerde belijder luistert naar het Woord Gods en hoort uit dat Woord hoe God verkiest en in het verderf laat naar zijn eigen souvereine welbehagen. De Persschouwer vindt dit in alle delen van de Heilige Schrift. Hij moet van menselijke logica niets hebben, hij wil alleen naar de Schrift luisteren als naar Gods Woord. In de Schrift beluistert hij Gods stem.

Maar daarom is de Persschouwer ook zo ontsteld over hetgeen hij nu verder leest. De schrijver koos als tekst Matth. 3 : 10-12; 11 : 2-6 en 11 : 11. En nu gaat hij een tegenstelling construeren tussen de prediking van Johannes de Doper en die van de Heere Jezus. Notabene: od geeft een wegbereider van de Heere Jezus en deze wegbereider heeft het helemaal verkeerd gedaan. Hoewel de prediking van de Heere Jezus dezelfde is als van Johannes: ekeert u en gelooft...

Johannes komt er met zijn logische gedachtengang niet uit. Hij redeneert in het „zwart-witschema", d.w.z. Hij moet de bekeerden sparen, de onbekeerden vernietigen.

Johannes laat er enkelen Uitverkiezen, anderen worden Verworpen.

Bij Jezus zien we de zaak geheel anders. Hij volgt de lijn van het geloof. Hij weet dat de mens „een gevallen mens" is en dus van zichzelf geen andere verwachting mag hebben, dan verworpen te worden, door God. Dat heeeft hij aan zijn eigen zondeval te danken.

Aan die „gevallen mens", dus aan die door eigen schuld verworpene, predikt en brengt Jezus het

Koninkrijk Gods en de Blijde Boodschap van Redding.

In het „tijdelijke leven" van de zondaar brengt Jezus hulp, steun, genezing. Voor zijn „eeuwig welzijn" predikt Hij hen het Evangelie der armen.

Aan dit Evangelie en aan dat Koninkrijk, mag de mens deel hebben, door het geloof, of... in de weg van het geloof.

Jezus gaat dus uit van de Verlorenheid (Verwerping) des mensen, om de zonde; Hij brengt de Blijde Boodschap dat er Redding en Behoud (Verkiezing) kan zijn, via het geloof en terwille van Jezus' komst en Zijn kruis in deze wereld.

Johannes redeneert: Wie zich bekeert (vruchten draagt ter bekering) maakt kans op een plaats in Gods Koninkrijk. Wie onbekeerlijk blijft (geen vruchten der bekering draagt) gaat onherroepelijk verloren.

Inderdaad spreekt in Jezus' optreden het hart, ja zelfs het hart van God. God is immers liefde! De logica van Johannes legt de nadruk op Gods gerechtigheid, alsof dit een gans andere zijde van Gods wezen, of een afzonderlijke uiting Gods ware.

En dan komt de barthiaanse en remonstrantse aap uit deze confessionele mouw:

God heeft Zijn gerechtigheid volbracht aan Christus — op het Kruis. Daarin toonde Hij ons mensen, dat Hij liefde is.

Art. 20 van onze Ned. Geloofsbelijdenis zegt: Zo heeft God dan Zijn rechtvaardigheid bewezen tegen zijn zoon, als Hij onze zonden op Hem gelegd heeft, en ons heeft uitgestort Zijn goedheid en barmhartigheid over óns, die schuldig en der verdoemenis waardig zijn..."

Door Hem, die onschuldig was, te verwerpen, heeft God ons — verworpenen — verkoren tot zaligheid.

Alleen wie geloven zullen deze beslissing Gods over zich aanvaarden, en zalig zijn. Wie opereren met een logisch „besluit" van Verkiezing en (dus) ook van Verwerping (een verkiezing van sommigen en verwerping van de rest), blijven verstrikt in hun logica; ze komen er niet uit.

Het geloof maakt een sprong boven alle logica uit.

Johannes, als hij logisch blijft redeneren, kan déze Jezus niet aanvaarden. Wanneer ook hij een „kleine" in het Koninkrijk Gods wil worden — d.w.z. als hij zich in het geloof aan Jezus en Zijn prediking en werk overgeeft, zal ook hij bij God groot, zeer groot worden.

Gods daden en „besluiten" beredeneren — logisch beredeneren — mogen we aan de filosofie overlaten. Wij moeten onze God „kinderlijk gelovig" .— in Christus •— aanvaarden.

We moeten, als armen, het Evangelie des Koninkrijks beluisteren en aannemen. En... wie gelooft heeft eeuwig leven.

Hier wordt het op barthiaanse wijze voorgesteld, dat alle mensen verkoren zijn tot de zaligheid. Menselijke logica, maar geen goddelijke wijsheid. Want die Hij tevoren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd en die Hij gerechtvaardig heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt. (Romeinen 8 : 30). Van de verkorenen zal niet één achterblijven. Neen, dat is waar, daar komen we niet uit, daar zullen we ons eeuwig verwonderen over die souvereine zondaarsliefde. Hij is het begin en het einde. Er is niets van ons bij. Het is enkel genade. We hebben niets van onszelf, ook geen geloof. Maar Hij werkt het door zijn Heilige Geest. Wat is een prediking toch arm waar de mens het moet doen, waar de mens moet geloven en aannemen en aanvaarden. Wat is het toch te betreuren dat in Hoogeveen de kerkelijke situatie zo veranderd is. En moeten nu onze kerkeraden een dergelijke prediking voor hun rekening nemen?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 november 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

PERSSCHOUW

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 november 1957

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's