Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Enkele opmerkingen over het geloof

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Enkele opmerkingen over het geloof

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

Daar zijn van die vragen, die altijd opnieuw naar voren komen. Onder deze behoort ook de vraag naar het wezen des geloofs. Wat een verschillende antwoorden worden op deze vraag gegeven. Nu eens wordt het ene antwoord naar voren gebracht dan weer de andere. Tegenwoordig kan men nog wel eens horen, dat het wezen des geloofs hierin bestaat te geloven dat Christus de Zaligmaker is zo in 't algemeen. Dit antwoord op onze vraag is echter reeds door Luther verworpen. In zijn dagen was de roomse leer aangaande het geloof de gangbare. Deze week aanzienlijk af van de leer der Schrift. De roomse theologie gaf toen de volgende voorstelling volgens prof. H. Bavinck: Geloven is altijd en overal, ook in de christelijke godsdienst een daad des verstands. Het is dan een toestemmen met volle overtuiging aan de waarheden der openbaring, die God heeft voorgesteld en bekend gemaakt door Schrift en kerk.

De gelovige neemt de waarheid aan dat God de Schepper der wereld is en Christus de Zaligmaker der wereld. Rome heeft bij aldien niet anders dan een fides historica d.i. een historisch geloof. Maar dit historisch geloof kan ook bij Rome onmogelijk voldoende zijn tot zaligheid. Wel is dit geloof, volgens Rome, een deugd, ja een gave Gods. De mens stemt gewillig de waarheid toe, die God openbaart. Geloven is immers een vrijwillige daad. De mens wil geloven. En dit willen is dan door God gewerkt. Dit historisch geloof noemt Rome een fides informis d.i. een ongevormd geloof. Daar moet nog wat bij. In zekere zin zouden wij dus achter Rome terug raken als we het historisch geloof werkelijk als voldoende tot zaligheid gingen beschouwen. Wat moet er dan bij Rome nog bij en hoe komt het er bij?

Wat de laatste vraag betreft, we moeten wel weten, dat de mens door te geloven een verdienstelijke daad heeft verricht. Weliswaar is hij door de genade Gods bewogen, maar dit neemt niet weg, dat hij zelf vrijwillig de openbaring Gods heeft toegestemd. En dit vrijwillige toestemmen roept om loon. Als beloning nu schenkt God de liefde en dan wordt het geloof gevormd. Het is dit gevormde geloof, waarin de liefde, d.w.z. de goede v/erken het voornaamste zijn, hetwelk rechtvaardigt en zaligt. Nu is het opmerkelijk hoe een loslaten van het gereformeerd belijden bijna altijd in de richting van Rome brengt.

Wat is het gereformeerd belijden aangaande het geloof? # Dat kunnen we o.a. in Zondag 7 vinden. Het is niet een geloof, dat Christus de Zaligmaker is, doch het is een geloof, dat Christus mijn Zaligmaker is. Het bestaat in het vertrouwen, dat Christus mijn Heere en mijn Zaligmaker is, dat mij persoonlijk de zonden vergeven zijn. Maar dit wordt juist door Rome bestreden. Volgens hun zeggen kan een deugd zoals het geloof niet tegelijk in het verstand en in de wil zetelen. Mij raakt dit niet zo. Ik dacht dat de hele mens geloofde met al zijn eigenschappen tegelijk. Maar het argument dat Rome gebruikt heeft op dit ogenblik niet zoveel waarde. Het gaat er ons om, dat volgens deze theologen, het geloof niet bovenstaand persoonlijk karakter heeft of zelfs kan hebben. En als wij nu dat persoonlijke uit onze leer van het geloof loslaten en zeggen: geloven is niet vertrouwen dat mij al mijn zonden vergeven zijn en dat ik een erfgenaam der eeuwigen levens ben, maar geloven is toestemmen, dat Jezus Christus de Zaligmaker der wereld is, dan zijn we bij Rome terechtgekomen.

Hetzelfde is het geval met het loslaten van de onderscheiding tussen historisch en zaligmakend geloof. Dat is een Protestantse onderscheiding, die Rome van de aanvang af heeft verworpen. Rome heeft immers niet anders dan een fides historica d.i. dat de waarheid bloot en alleen met het verstand wordt aangenomen en niet met het hart. Het historisch geloof omvat kennis en dikwerf ook toestemming, ja, genegenheid voor de waarheid. Ze gaat menigmaal aan het zaligmakend geloof vooraf, maar kan het nimmer voortbrengen.

Is het verschil tussen historisch en zaligmakend geloof groot? Bavinck antwoordt: Tussen beide is geen verschil in mate of graad, maar in beginsel en wezen. Als iemand, die in het historisch geloof werd opgevoed, later het zaligmakend geloof deelachtig wordt, dan kan de kennis der waarheid, welke hij door het historisch geloof verkreeg, hem wel van veel nut zijn, want waarheid blijft waarheid, hetzij ze bloot met het verstand of ook met het hart wordt aangenomen, maar de notitia (kennis) en assensus (toestemming) veranderen toch geheel van nature en karakter; ze blijven geen bloot historisch weten en toestemmen gelijk andere geschiedkundige feiten voor waar worden aangenomen, maar zij worden een persoonlijk, met de zaligheid der ziel in verband staand kennen, ene certa firmaque cognitio (een vaste en zekere kennis). De inhoud der kennis blijft dezelfde, maar wordt op een andere wijze aangenomen; de waarheid verandert niet, maar zij wordt door de vrome in een ander licht gezien; ze wordt dan aanvaard als een goddelijke waarheid, die min of meer rechtstreeks met 's mensen eeuwige belangen in verband staat".

Wanneer men echter het onderscheid tussen historisch geloof en zaligmakend geloof loslaat, doet men als Rome en verklaart het historisch geloof zaligmakend. Geloof wordt dan een toestemmen en erkennen, dat Christus de Zaligmaker der wereld is. Ook als men er dan bij zou zeggen, dat men er naar streven moet om te weten, dat Hij ook de persoonlijke Zaligmaker is, gaat men er toch van uit, dat reeds dit historische geloof de zaligheid schenkt.

Nog eens, dat heeft Luther reeds verworpen. Volgens Bavinck is het de voorstelling van Luther en van heel de Lutherse kerk dat het geloof niet is „een algemeen geloof, dat God bestaat en dat de vergeving en zaligheid in Christus is, maar een speciaal vertrouwen, dat die vergeving en zaligheid ook persoonlijk aan mij geschonken is".

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 maart 1959

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Enkele opmerkingen over het geloof

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 maart 1959

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's