Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus’ hemelvaart en de toegang tot de genade van God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus’ hemelvaart en de toegang tot de genade van God

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De 40 dagen na het Paasfeest, de dagen tussen de opstanding en de hemelvaart des Heeren, zijn al weer voorbij. Het kroningsfeest van de Koning der ere is daar. Het is het feest, waarop in volkomen vervulling ging dat heerlijke woord, zo bemoedigend voor afgetobde strijders, uit de 24ste Psalm : 7: , Heft uwe hoofden op, gij poorten! en verheft u, gij eeuwige deuren, opdat de Koning der ere inga. Wie is de Koning der ere? De Heere sterk en geweldig; de Heere, geweldig in de strijd."

Niet alleen het lijden en sterven van de Zaligmaker, waarin Hij als een lam ter slachting werd geleid, is voorafgeschaduwd in de Oud-Testamentische bedeling, maar ook Zijn hemelvaart. Wij denken aan Zijn beide typen in dit opzicht, nl. Henoch, die niet is gestorven, van wie wij alleen lezen: , , Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer, want God nam hem weg", — en Elia, die met vurige wagen en met vurige paarden, die met een onweder ten hemel voer. Die beide typen wijzen reeds in de Oude Bedeling heen naar Hem, Die ten hemel op zou varen vol eer, Die na een tijdperk van lijden en strijden gekroond zou worden met heerlijkheid en met eer.

En vooral mogen wij niet vergeten, wat er plaats greep op de grote Verzoendag in de tempel te Jeruzalem. Daar immers ging de Hogepriester, gekleed in het witte linnen der boetvaardigheid, in met het bloed van stieren en bokken. Hij schreed door het voorhof, door het heilige, om achter het voorhangsel te verdwijnen in het heilige der heiligen. Daar sprengde hij het offerbloed voor en op het verzoendeksel.

Als zodanig vooral was de Oud-Testamentische Hogepriester een voorbeeld, een schaduw van Christus, de barmhartige en getrouwe Hogepriester in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden des volks te verzoenen. Welk een heenwijzing, welk een voorafschaduwing van de hemelvaart des Heeren!

Deze hemelse Hogepriester zou ingaan in het heiligdom niet met handen gemaakt, maar in het binnenst heiligdom in de hemel der hemelen, om met Zijn eigen bloed te verschijnen voor de heilige en rechtvaardige God.

Van welk een hoge betekenis is toch het heilsfeit en het feest, dat zo lang, dat zo heerlijk, dat zo zinrijk is voorbereid! Komt, laat ons tot onze stichting en opbouwing in het allerheiligst geloof, en tot onze verdieping in de rijke betekenis van de heerlijke heilsfeiten van Hemelvaart en Pinksteren daartoe met elkander biddend, en in zielsgemeenschap overdenken, wat ons is opgetekend in Romeinen 5 : 2: , Door Welke wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods."

In het eerste gedeelte van de brief aan de gemeente van Rome heeft de apostel Paulus gehandeld over de diepte van zonde, schuld en ellende, waarin het mensdom, zowel Joden als heidenen, verzonken ligt. De heidenen, maar ook de Joden, liggen naar de ziel verloren onder het strenge recht Gods. Het recht der Wet veroordeelt hen van Gods wege. De apostel besluit zijn, of liever nog Góds requisitoir, aldus: , , Wij weten nu, dat, al wat de Wet zegt, zij dat spreekt tot degenen, die onder de Wet zijn; opdat alle mond gestopt worde, en de gehele wereld voor God verdoemelijk." < — Dat is wel een verschrikkelijk oordeel. Wat hebben wij toch een stenen, dode harten, dat wij, dit alles wetende, en beamende, van nature, toch maar rustig door kunnen leven!

Doch, als de apostel nu gekomen is tot dit besluit, waardoor het is geworden buiten hope, een afgesneden zaak, dan komt er ruimte voor het Evangelie van Jezus Christus, van Gods genade, dan mag hij openen een deur der hope voor allen, die neerliggen in het dal van Achor, in het dal van bange beroering, want de Heere is die God, Die een afgesneden zaak doet op de aarde. Dan wordt de weg in Christus Jezus voor dood-en doemschuldigen geopend, en het klinkt zo vertroostend: , , Maar nu is de rechtvaardigheid Gods geopenbaard geworden zonder de Wet, hebbende getuigenis van de Wet, en de Profeten, n.1. de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen en over allen, die geloven." V/elk een voorrecht het is persoonlijk aan die borggerechtigheid deel te hebben, welk een rijke genade, spreekt de apostel namens de Kerk des Heeren uit in het eerste vers van Romeinen 5: „Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus." Vrede bij God, weer met God verzoend, weer tot Hem teruggebracht, weer delend in Zijn Goddelijke, Vaderlijke gunst, zie, dat is de genade, die wij nodig hebben, en die een vrucht is in het bijzonder van het ingaan van de grote Hogepriester in het hemels heiligdom, om daar voor God te verschijnen met Zijn hartebloed, om daar voor al de Zijnen te bidden op grond van Zijn volbracht Middelaarswerk. Van die dingen spreekt de stof van onze overdenking: „Door Welke wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij ook staan, en roemen in de hope der heerlijkheid Gods."

Wij overdenken de vrucht van 's Heeren hemelvaart en wel aan de hand van deze gedachten:

1. De tóégang tot de genade Gods is er door Christus' Hemelvaart.

2. De toelèiding tot de genade Gods is er door de uitstorting van de Heilige Geest.

3. Het léven in de genade Gods is een zich verblijden in de hoop der heerlijkheid Gods.

Uit de hemel is de Zaligmaker, de Heere Jezus Christus nedergedaald in de volheid des tijds, om op aarde als de Plaatsbekleder van allen, die Hem door de Vader gegeven zijn, te lijden en te strijden. Doch, de hemel is Hem ook weder geopend. God de Vader heeft Hem ook weder opgenomen in de hemel, nadat Hij alles had volbracht, wat er bij de heilige en rechtvaardige God te doen was tot verzoening, tot redding van verloren zondaren, nadat Hij uit de doden was opgewekt en opgestaan.

Dat is een oorzaak van grote blijdschap, als wij in de weg der ontdekking er iets van te weten zijn gekomen, wat het betekent te staan voor een gesloten hemel en te sidderen voor een geopende, gapende hel. O, welk een vreugde is het dan, als wij gewezen worden door Gods Woord en Geest op de hemelvaart van de Koning der ere, als wij te zien krijgen, dat er door en in Hem is een ontsloten, een geopende hemel! Dan zingen wij met hoop en vreugde in ons hart:

Verhoogt, o poorten, nu de boog; Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog; Opdat de Koning in moog' rijden. Wie is die Vorst, zo groot in eer? 't Is God, d' almachtig' Opperheer; 't Is God, geweldig in het strijden.

En in zulke ogenblikken, waarin de Heilige Geest de Christus voor uw zielsoor en zielsoog verheerlijkt, gaat het u als de dichter van Psalm 24. Dan kunt ge niet ophouden met naar die Koning te verlangen, van Hem te zingen. En zo gaan wij dan als vanzelf over, in de eenzaamheid van veld of bos, of binnenkamer, of in de gemeenschapsoefening met anderen, van Psalm 24 : 4, op het 5e vers:

Verhoogt, o poorten, nu de boog; Rijst, eeuw'ge deuren, rijst omhoog; Opdat g' uw Koning moogt ontvangen. Wie is die Vorst, zo groot in kracht? 't Is 't Hoofd van 's hemels legermacht; Hem eren wij met lofgezangen.

Zij het zó ook, bij u, bij mij, mijn lezer, op deze Hemelvaartsdag. Dat is zeker niet vanzelfsprekend. Ach, wat is het op de Hemelvaartsdag menigmaal anders. Vol van het aardse, verstrikt in de dingen, die beneden zijn! Ja, het zal genade zijn, als het mag wezen in ons hart: „Wij zien Jezus, gekroond met heerlijkheid en eer." En: „waar de genade valt, daar valt ze vrij."

Maar toch blijft het waar, wat wij lezen in de stof van onze overdenking: „Door Welke, dat is door onze Heere Jezus Christus, wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade." Er wordt hier gesproken van de toeleiding tot déze genade, d.i. de toeleiding tot de genade van de geopende hemel, niet met een toornend, maar met een verzoend God; de toeleiding dus van een goddeloze tot de rechtvaardigmaking door het geloof, en tot de vrede met God.

In het woord toeleiding zit ook de rijke gedachte van toegang. In de Kanttekening van de Staten-Bijbel lezen we: „Ofte toegang". Het voorhangsel is gescheurd. „Laat ons dan met vrijmoedigheid toegaan tot de troon der genade." Het woord toeleiding kan naar de Griekse tekst zelfs ook vertaald worden met het woord toegang. Ik wil het liefst denken aan beide betekenissen van het Griekse woord, nl. toegang en toeleiding. Beide hebben wij nodig.

Een toegang hebben wij nodig, daar wij door eigen schuld verdreven zijn uit het Paradijs. Het verloren Paradijs roept om een herwonnen Paradijs. Doch zelfs aan een geopende toegang hebben wij niet genoeg. Zullen wij die zoeken en vinden, dan hebben wij zeer bepaald nodig de toeleiding tot dezelfde genade.

Wij denken nu op de Hemelvaartsdag het eerst over de toegang, die er is tot de genade Gods door Christus' Hemelvaart. „O, als er eens geen toegang was!" zo mogen wij wel uitroepen. Maar evenzeer: „och, als er toch eens geen toeleiding was!"

Geen toegang! geen toegang tot deze genade van de rechtvaardigmaking door het geloof; geen toegang tot de vrede bij God; geen toegang tot de hemel. Een gesloten hemel, een geopende hel! Zo zou het zijn buiten en zonder Christus, de ten Hemelgevarene. Dat is een diep-ernstige, een aller aanneming waardige waarheid, mijn lezer.

Geen toegang, dat is de vrucht van de val in het Paradijs. Verdreven uit de hof van Eden. Geen toegang meer tot de boom des levens. Geopend de weg des doods. Zonder God in de wereld. Zo is het geworden, sinds de mens heeft gegeten van de vrucht van de verboden boom.

Geen toegang tot Gods troon der genade! •— dat is een ontzaglijke waarheid, die wij van nature niet kennen. Wij houden het voor een heel gewone zaak, dat er wel een toegang is. Wij naderen dan ook zonder schroomvalligheid, zonder beving. En als wij niet verhoord worden, dan bekommeren wij ons daar verder niet over, omdat wij kwalijk gebeden hebben. Of wel, als het tijdelijke dingen betreft, dan vinden wij het eigenlijk niet rechtvaardig van God, als Hij ons niet terstond geeft wat wij menen nodig te hebben. Dat is zo, omdat wij het recht Gods niet kennen, niet weten, dat wij nietswaardig zijn, dat wij alles, alles hebben verzondigd, dat God ons naar recht alles zou kunnen ontnemen, dat het een wonder is, dat wij leven mogen.

Doch! als wij door Gods Woord en door de Heilige Geest ónze zonden, en Góds gerechtigheid enigermate leren kennen, dan krijgen wij te zien dat ontzettende: geen toegang!

Geen toegang, want door onze zonde en schuld is er een kloof, die ons van God scheidt, zo diep en zo breed. Geen toegang, want naar Gods heilig recht is het Paradijs voor ons, gevallen mensen, gesloten, het aardse, maar veel meer nog het hemelse Paradijs. Geen toegang, want God is heilig en rechtvaardig, een verterend vuur.

O, dat „geen toegang"! — wat hebben alle ontdekte zondaren het daarmee moeilijk gehad! Zo wordt het een afgesneden zaak, een verloren gaan in onszelf, een hellevaart in uw eigen hart. Dat is een zeer smartelijke bevinding.

En zullen wij nu recht hemelvaartsfeest vieren, dan moeten wij toch eerst kennis krijgen aan dat: geen toegang, een gesloten hemel en een geopende hel. Dan zingen wij wel eens met vreze en beven:

'k Wou vluchten, maar kon nergens heen, Zodat mijn dood voorhanden scheen, En alle hoop mij gans ontviel. Daar niemand zorgde voor mijn ziel.

Wie daaraan kennis krijgt, aan dat geen weg, geen uitkomst, een afgesneden zaak, die zal door datzelfde Woord en door diezelfde Geest ook kennis krijgen aan de opening van de weg door en in Jezus Christus. Ja, in Hem is er een geopende toegang door Zijn Middelaarswerk. Hij is reeds tot de Vader gegaan in de raad des Vredes, en nu is er voor zondaren door en in Hem een warm kloppend Vaderhart. Hij heeft gezegd als hun Plaatsbekleder en Borg: „Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God."

Hij is in de wereld gekomen, door Zijn geboorte uit de maagd Maria, in grote bereidwilligheid. Het was Zijn spijze de wil Zijns Vaders te vervullen en voor goddelozen volkomen genoeg te doen aan de Goddelijke gerechtigheid. En op Zijn kruis stond als 't ware geschreven, alleen door zondaren te lezen met door de Geest verlichte ogen: „De Heere onze gerechtigheid." En nu is er een gescheurd voorhangsel, dat, als een prediking van Gods genade, scheurde van boven tot beneden. Hij is, door Zijn opstanding en Zijn hemelvaart heen, gegaan tot God de Vader, niet met het bloed van stieren en bokken, maar met Zijn eigen bloed, als hef Lam Gods, en als de barmhartige Hogepriester, en de grote Voorbidder. En in die weg is er nu door en in Hem een geopende toegang tot de troon der genade en een geopende hemel, waarvan wij zingen:

Gij voert ten hemel op, vol eer; De kerker werd Uw buit, o Heer'! Gij zaagt Uw strijd bekronen Met gaven tot der mensen troost, Opdat zelfs 't wederhorig kroot Altijd bij U zou wonen.

Nu is het voor arme zondaren: er is dank zij de Voorloper, nl. Jezus, Die voo ons is ingegaan, een geopende toegang Welk een vreugde is het voor een zon daar of zondares, die aan het eind ge raakt is, om een weg geopend te zien ii Christus Jezus! Temidden van de onmo gelijkheid van onze kant wordt het z< toch weer mogelijk van Gods kant. „D dingen, die onmogelijk zijn bij de menser zijn mogelijk bij God."

O, mijn lezer in nood en dood, redde loos en radeloos in uzelf: „Geen ding zé bij God onmogelijk zijn!" Wat zijt gij z vreesachtig? hoe hebt gij geen geloof? De dag van het Pinksterfeest, van d uitstorting van de Heilige Geest, is nabi En door die Geest van Christus is er nie alleen een toegang, maar ook een toe leiding tot deze genade, tot de genad van de verzoening, van de vrede m( God. O, wat zijn de dagen van Heme vaart en Pinksteren toch hoopvol en rijl

Z.

S. v. I

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 mei 1960

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Christus’ hemelvaart en de toegang tot de genade van God

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 mei 1960

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's