Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET BOEK DANIËL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET BOEK DANIËL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE HEERE GOD AANGEPREZEN

(12)

Daarom ging Daniël in tot Arioch, die de koning aangesteld had om de wijzen van Babel om te brengen; hij ging heen en zeide aldus tot hen: Breng de wijzen van Babel niet om, maar breng mij in voor de koning en ik zal aan de koning de uitlegging te kennen geven.

Toen bracht Arioch met haast Daniël in voor de koning en hij sprak alzo tot hein: ik heb een man van de gevankelijk weggevoerden van Juda gevonden, die aan de koning de uitlegging zal bekend maken.

De koning antwoordde en zeide tot Daniël, wiens naam Belsazar was: Zijt gij machtig mij bekend te maken de droom, die ik gezien heb en zijn uitlegging?

Daniël antwoordde voor de koning en zeide: e verborgenheid die , , de koning eist kunnen de wijzen, de sterrenkijkers, de tovenaars en de waarzeggers de koning niet te kennen geven! maar er is een God in de hemel, die verborgenheden openbaart; Die heeft aan de koning Nebukadnezar bekend gemaakt wat er geschieden zal in het laatste der dagen. Daniël 2 : 24—28.

Heel Babel was in rep en roer door de droom van Nebukadnezar. De koning zelf was zeer beangst geworden door hetgeen hij in die droom had gezien. En toen de wijzen van Babel hem niet konden vertellen wat hij gedroomd had en hem ook de uitlegging van die droom niet konden geven, had hij bevolen, dat ze allen ter dood gebracht moesten worden. In zijn radeloosheid gaat de koning een bloedbad aanrichten.

Ondertussen gaat Daniël, die ook onder het vonnis des doods lag, bidden. Samen met zijn drie vrienden vraagt hij de Heere om wijsheid. En in een nachtgezicht wordt hem het geheimenis van de droom getoond en verklaard. Wat een vreugde is dat geweest voor de drie vrienden, toen Daniël hen deelgenoot maakte van de ontvangen openbaring. Ze hebben samen de Heere geprezen: Ik dank en ik loof U, o God mijner vaderen... want Gij hebt ons des konings zaak bekend gemaakt.

Wanneer ze op deze wijze de Heere gedankt hebben begeeft Daniël zich met spoed naar Arioch, de commandant van de paleiswacht, die de opdracht heeft ontvangen om alle wijzen van Babel te doden en hij vertelt hem, dat hij de droom en zijn uitlegging weet en aan de koning wil vertellen, zodat de wijzen van Babel niet gedood behoeven te worden. Daarom ging Daniël in tot Arioch, die de koning aangesteld had om de wijzen van Babel om te brengen; hij ging heen en zeide aldus tot hem: Breng de wijzen van Babel niet om, maar breng mij in voor de koning en ik zal aan de koning de uitlegging te kennen geven (vers 24).

Daniël heeft van de Heere een openbaring ontvangen, die de wijzen van de dood kan redden. Wanneer Daniël die openbaring voor zichzelf had gehouden, dan zouden al die wijzen omgekomen zijn. Maar door die openbaring bekend te maken worden ze behouden. Hier ligt toch ook iets in, , waar wij lering uit kunnen trekken. Wanneer wij weten van het heilgeheim, dat de Heere Jezus Christus gekomen is om zondaren zalig te maken en te redden van de dood en van het verderf, dan mogen we dit niet voor onszelf houden om ervan te genieten en ons erin te verheugen, maar we moeten het ook bekend maken, opdat ook anderen, die ook vanwege de zonde onder het vonnis des doods liggen, er zich in kunnen verblijden. En ik denk hier aan het woord van de apostel Paulus uit het lied der liefde: Want al ware het dat ik wist al de verborgenheid... en de liefde niet had om met die kennis mijn naaste voor de Heiland te winnen, zo ware ik niet meer dan een klinkend metaal en een luidende schel. Trouwens, wanneer Daniël straks de droom gaat uitleggen, gaat hij die Christus prediken, Die alle koninkrijken zal overwinnen en zijn koninkrijk tot in eeuwigheid zal vestigen. Zo moeten wij die Christus aanprijzen als de enige Redder en Zaligmaker, Die ons van God gegeven is tot gerechtigheid en heiligheid en tot een volkomen verlossing.

Wanneer de commandant van de paleiswacht Daniël gehoord heeft is hij zeer verblijd en hij brengt hem dan ook terstond tot de koning: Toen bracht Arioch met haast Daniël in voor de koning en hij sprak alzo tot hem: ik heb een man van de gevankelijk weggevoerden van Juda gevonden, die aan de koning de uitlegging bekend zal maken (vers 25).

Uit dit alles kan men de spanning lezen, die in Babel heerste. Met een haast alsof elke minuut kostbaar was, spoedde de commandant zich met Daniël over het grote burchtplein naar de troonzaal, waar hij zich in het vroege ochtenduur liet aandienen voor een spoed-audiëntie. Hij spreekt niet helemaal de waarheid als hij zegt dat hij iemand gevonden heeft die aan de koning de droom en zijn uitlegging zal bekend maken. Maar hij probeert zelf toch ook iets van de eer op te strijken en misschien zou de koning hem wel willen belonen voor het vinden van deze man. Men ziet echter hoe de sfeer was aan het hof van Nebukadnezar: leugen, bedrog en corruptie.

Maar zonder aandacht te besteden aan wat Arioch als zijn verdienste aanprees, richtte Nebukadnezar zich terstond tot Daniël, die aan het hof bekend was onder de naam Beltsazar en hij vroeg niet zonder verbazing: Zijt gij machtig mij bekend te maken de droom die ik gezien heb en zijn uitlegging? (vers 26).

En nu gaat Daniël zichzelf niet prijzen en hij zegt niet: ja, zo'n wijs man ben ik, o koning. Ook gaat Daniël niet smalen op de wijzen van Babel, die de droom niet hadden kunnen vertellen en uitleggen. Want hij wist dat ze het licht der openbaring misten. En dat licht had God hem gegeven. Talenten zijn gaven en wie kan zich verheffen op gegeven goed? Daniël neemt eigenlijk de wijzen van Babel in bescherming. Ze kunnen niet weten, wat de koning van hen vraagt: Daniël antwoordde voor de koning en zeide: De verborgenheid die de koning eist kunnen de wijzen, de sterrenkijkers, de tovenaars en de waarzeggers de koning niet te kennen geven (vers 27). Dat gaat boven hun menselijk vermogen en er is geen wijze ter wereld die daartoe in staat is. En wanneer Daniël een wijze was als die anderen, die hun wijsheid van zichzelf moeten hebben, dan zou hij het ook niet kunnen. Maar nu gaat hij de Heere zijn God aanprijzen. Hij heeft zijn wijsheid van Hem. En daarom zegt hij ook tot de koning: maar er is een God in de hemel die verborgenheden openbaart... Daniël heeft zijn wijsheid van de Heere God. van de Allerhoogste Koning. En diezelfde God heeft ook aan Nebukadnezar bekend gemaakt wat er geschieden zal in het laatste der dagen (vs. 28).

Zo staat Daniël daar niet als dienaar van de koning, niet als Beltsazar — de naam die Nebukadnezar hem gegeven had en waarmee hij eigenlijk aan Babel behoorde, maar als dienaar van de Heere God. Deze heeft voor Nebukadnezar een boodschap. En die boodschap is in de droom aan hem bekend gemaakt. En nu zal Daniël als de profeet Gods deze boodschap nader verklaren. Hij is de knecht Gods, die het Woord Gods uitlegt. Zo hebben al Gods knechten geen dienaars van mensen te zijn, maar dienaars van de Allerhoogste. En ze hebben het Woord Gods uit te leggen naar de mening des Geestes, ook al gaat het dwars tegen de men$ in. Daniël had ook geen goede boodschap vooi; koning Nebukadnezar, maar hij sprak Gods Woord. Zo mogen we nimmer van dat Woord afwijken om mensen te behagen. Alle dienaars zijn immers gezanten Gods om hun Zender te behagen. En waar het Woord Gods recht gepredikt wordt, daar wil de Heere de genade van zijn Heilige Geest zenden, opdat het hart geopend worde en wij leren buigen voor de waarheid van dat Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1960

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

HET BOEK DANIËL

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 12 november 1960

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's