Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EEN PREDIKING ZONDER GOD DE VADER EN GOD DE ZOON?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EEN PREDIKING ZONDER GOD DE VADER EN GOD DE ZOON?

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Misschien kan ik het beste maar beginnen met u de vraag voor te leggen: „Ontbreekt 't nog niet vaak aan een duidelijke Schriftuurlijke uiteenzetting in de prediking van 't werk van de Heilige Geest?

Daar kan ik vrijmoedig ja op antwoorden. Wij dominees - — ik denk het eerste aan mijzelf — zijn altijd maar bezig om te proberen Schriftuurlijk en duidelijk te zijn. Maar we moeten telkens belijden, dat we slechts ten dele kennen en ten dele profeteren of spreken (1 Cor. 13 : 9).

En het schijnt bij sommigen nog minder goed te gaan dan bij mij en anderen. Want om het probleem, dat ik in dit artikel een beetje aan de orde wilde stellen nog nader toe te lichten mag ik u het volgende niet onthouden. In een kerkbode vond ik de volgende typering van niet nader met naam aangeduide groeperingen. Zij worden alleen genoemd: ..uiterst rechtse groeperingen op het reformatorisch kerkelijk erf". Zij worden als volgt getekend: „Hier valt alle aandacht op het werk van de Heilige Geest. Het innerlijk leven, de bevinding, de gestalten der ziel zijn steeds terugkerende centrale punten. God de Vader en de schepping blijven in het duister. Het geschapen leven heeft geen theologische belangstelling. Het is „werelds" als de bruid in het wit gaat, een bruidsboeket mag niet in de kerk komen, haar opmaak is uit de boze; radio en televisie zijn duivelse instrumenten; de cultuur is uit het gezichtsveld verdwenen. Het voorwerpelijke offer van God, de Zoon, is van veel minder belang dan de geestelijke belevingen van de Heilige Geest".

Ik zou niet. graag beweren, dat deze tekening op enige groepering past, maar ik wil haar gebruiken om over de noodzakelijkheid van de Schriftuurlijke prediking over het werk van de Heilige Geest

iets te zeggen. Ik geloof dat daar nog heel veel aan ontbreekt. Maar hoe moet zij dan wezen? Wat moet er de inhoud van zijn? Misschien mag ik daar enkele dingen van noemen ook in verband met die tekening hierboven afgedrukt.

Ten eerste gaat het om de prediking d.w.z. verkondiging, bekendmaking van de almacht en liefde des Heeren. Het gaat ook bij de prediking van de Heilige Geest om de prediking van het Evangelie. Na de preek moet ieder het weten, dat hij of zij zalig kan worden, want dat bij God alle dingen mogelijk zijn. De hoorder moet dan echter ook weten, dat deze zaligheid alleen bij God mogelijk is m.a.w. dat er een wonder aan ieder moet gebeuren.

Waartoe dient het Woord als toch alleen de Geest Gods de zaligheid kan werken? Calvijn stelt in zijn Inst. II, 5, 5 de vraag: Waarom worden de gelovigen van hun schuldigen plicht vermaand, en niet liever aan de bestiering des Geestes overgelaten? Waarom worden zij door vermaningen aangepord, terwijl zij zich toch niet harder kunnen haasten dan de beweging des Geestes? Waarom worden zij gestraft, wanneer zij van de weg afgeweken zijn, dewijl ze door noodzakelijke zwakheid des vleses zijn gevallen? O mens, wie zijt gij, dat gij God een wet zoudt voorschrijven. Indien Hij ons door de vermaning voorheen wil bekwaam maken tot het ontvangen van deze genade door dewelke teweeggebracht wordt, dat de vermaning wordt gehoorzaamd, wat reden hebt gij om dit beleid en bestel Gods met laster en scheldwoorden te bejegenen? Wanneer de vermaningen en bestraffingen bij de godzaligen al geen ander voordeel doen, dan dat ze hun gemoed van zonde overtuigen, zo zouden ze reeds deswege geacht moeten worden niet ten enenmale onprofijtelijk te zijn. Maar dewijl ze bovendien, samengevoegd met de werking des Heiligen Geestes, zeer veel vermogen om in hen een verlangen naar het goede te ontsteken, om uit hen de traagheid uit te drijven, om de giftig lokkende zoetheid der boosheid tot buiten hen uit te boenen, en om integendeel een haat en walg tegen de boosheid in hen voort te brengen: wie is er nu, die spottend zal durven voorgeven, dat ze overtollig zijn? Zo iemand een duidelijker antwoord begeert, die neme het aldus. God werkc tweezins in Zijn uitverkorenen: inwendig door Zijn Geest, uitwendig door Zijn Woord. Door Zijn Geest maakt Hij hen tot medeschepselen, hun verstand verlichtende en hun hart tot liefde en betrachting der gerechtigheid fatsoenerende. Door Zijn Woord wekt hij hen op die vernieuwing te begeren, te zoeken en te verkrijgen."

Wij geven nu nog eens antwoord op de vraag, waartoe de prediking van de Geest dient. Zij dient om de begeerte naar de Heilige Geest op te wekken. Moet nu alle aandacht vallen op het werk des Geestes? Volstrekt niet. Ik geloof ook niet, dat er groeperingen zijn, die alle aandacht op dit werk doen vallen. Maar hoe dit zij, er moet eerst de aandacht gevestigd worden op het werk des Vaders. De schepping, de wetgeving, de gerechtigheid God, de rechterlijk toorn, het mag niet vergeten worden. Voorts moet er veel aandacht worden geschonken aan het werk des Zoons en aan Zijn gewilligheid om zondaren zalig te maken. Maar dan moet niet plotseling het werk des mensen ingeschakeld worden, doch voor de derde keer worden gepredikt, dat de zaligheid alleen bij God mogelijk is.

De prediking van de Heilige Geest mag niet worden verzuimd. Daar behoort onder de noodzakelijkheid der wedergeboorte en wat dit is. Schriftuurlijk is het tê wijzen op de twee grote werken des Geestes. Overtuiging van zonde en openbaring van Christus (Joh. 16). Maar nooit mag de prediking van de Geest Gods alle aandacht opeisen. Het is ook minstens zo heerlijk de liefde des Vaders te preken, die Zijn Zoon gaf en de liefde van Christus, die alle kennis te boven gaat.

Maar hoe zal deze liefde recht gepredikt worden als men niet in het paradijs met schepping en val begint en als men niet weet, dat de mens volkomen dood gevallen is, vijandig geworden, gans onbekwaam tot enig goed? En als het bij de mensen zo geheel onmogelijk is om zalig te worden, wat blijft er dan anders over dan de prediking van de derde Persoon? Hoe kunnen toch zoveel dominees praktisch over dat werk in zijn uitgebreidheid zwijgen?

Dus we moeten zo de Heilige Geest preken, dat bevinding en gestalten der ziel de centrale punten zijn? Ik weet niet of' er kringen zijn, waar dit zo is. Wel wil ik aannemen, dat er personen zijn, bij wie het zo ligt. Maar met een prediking, die de volle nadruk geeft aan het werk van de Geest is niet de prediking der gestalten gegeven. Daar zijn twee centrale punten in de rechte prediking van de Geest. Deze twee punten zijn: de eerste Adam en de tweede Adam.

Het eerste centrale punt, dat de diepte van de val gepredikt wordt en alle hoogheid en eigengerechtigheid van de mens uitgeroeid. Dat is een geweldig Geesteswerk. Werd het meer gepredikt als een existentiële zaak. Het gaat niet om filosofie of beschouwing, het gaat om bevinding. De Heilige Geest verlicht wel het verstand, doch deze verlichting werkt een bevindelijke kennis. Deze kennis gaat met gevoel gepaard. Dat gevoel is heel wat anders dan gevoeligheid. Het andere Geesteswerk is de openbaring van Christus. Gestalten der ziel zijn fasen in de weg tot Christus. Zij zijn in elk gelovige, maar zij zijn de centrale punten niet. Zij zijn Christus niet. Dat kan men bij de oude schrijvers vinden. Daarom is het volkomen onjuist, dat bij de volle nadruk op het werk des Geestes de Vader en de schepping in het duister blijven. Maar wat een Schriftuurlijke prediking niet vergeten kan is, dat deze schepping zo diep gevallen is. Het is zeer goed mogelijk, dat sommige predikers de betekenis, waarde en geoorloofdheid van sommige natuurlijke dingen te laag aanslaan. Ik voor mij heb geen bezwaar tegen een witte bruidsjapon. Soms gunt Gods Woord wel eens meer natuurlijke vreugde aan de schepselen dan deze en gene mens. Maar dat is toch eigenlijk van weinig betekenis of iemand op haar trouwdag in het zwart of in het wit gekleed gaat. God ziet het hart aan. Voorzover ik weet maakt de Heilige Schrift een duidelijk onderscheid tussen bruiloftskleren en rouwgewaad. Wij moesten het daar bij houden, dacht ik. Maar het is wat anders als men theologische belangstelling voor het geschapen leven gaat krijgen, en dan gaat doen alsof er geen val geweest is en alsof er geen vloek rust op de schepping. Daar is ten eerste dit, dat de duivel nog altijd de overste dezer wereld is (Joh. 14 : 30; Openb. 12).

Wie dit gaat beseffen mag wel heel de dag in het zwart gaan vanwege des vijands onderdrukking. En laat men nu niet zeggen, dat Christus de duivel overwonnen heeft, wan hoe waar dit ook is, het neemt niet weg, dat de duivel de ware kerk geducht achtervolgt en dreigt te vernielen. Hij heeft grote toorn, wetende dat hij een kleine tijd heeft. Daartoe gebruikt de duivel vooral de schepping of het geschapen leven, dat door de zonde geheel verbasterd is. Een theologie van de schepping beschrijft Gods vloek over de aarde ! . Daarvan zegt de apostel: , want het schepsel is der ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om diens wil, die het der ijdelheid onderworpen heeft" (Romeinen 8 : 20).

Het schepsel is dienstbaar aan de verderfenis. Het zou wel eens kunnen zijn, dat juist de rechte theologie der schepping ons doet overwegen of wij nog niet groter distantie in acht moeten nemen tegenover deze ijdele wereld. Men schrijft tegenwoordig nog al eens over de minder gunstige gevolgen van de welvaart. Komen zij niet hieruit voort, dat men zich hoe langer hoe meer aan de ijdelheid dezer wereld verpandt en er geen rekening mee houdt hoe gevallen zij is? Vandaar dat de kerk Gods, (ik reken niet de vele godsdienstige kringen, die zich kerk noemen) altijd bang geweest is van de z.g. cultuur. Men bestudere de geschiedenis van de oude kerk en van de reformatorische kerken.

Hoe zou dat komen? Zou dit niet de oorzaak zijn, dat de culturele mens gemakkelijk deze wereld verheerlijkt en daarmee heerlijkheid en eer geeft aan een gevallen wereld en tegelijk aan de zonde, die daar heerst? Hoeveel literaire produkten zijn er niet, die de zonde mooi voorstellen. Waar is de cultuur, die rekening houdt met de vreselijke val des mensen. Daar zijn, dacht ik, niet bar veel uitingen van. Ik meen dat de rechte theologie van het geschapen leven niet tot een verheerlijking van de cultuur zal leiden, al zou men een witte japon en een bruidsboeket mogelijk in de kerk kunnen lijden.

Maar nu de opmaak? Behoort deze tot het geschapen leven? Ik dacht dat zij eer behoorde tot de pogingen om dat geschapen leven te verbergen. Een mens wil niet voor de dag komen, zoals God hem ge-

maakt heeft en zoals hij door de zonde geworden is. Is dat een vrucht van de rechte theologie? Ik geloof er niets van. De mannen, die een theologie aanbidden, die het gevallen leven verheerlijkt en daarde opmaak zo bijbels vinden moeten dan }esaja 3 maar eens lezen. Voorts was Izebel nog al sterk in het blanketten. Het heeft haar echter niet geholpen, evenmin als het Juda zou helpen (Jesaja 4 : 30).

Neen, ik krijg uit de Schrift niet de indruk, dat een theologie der schepping leiden moet tot een verheerlijking van de vrouwelijke opmaak, evenmin trouwens als tot een veelvuldig gebruik van sterke drank of dergelijke ijdele zaken. Bij het laatste zinnetje leg ik nog de vinger. Die heel erg de nadruk wil leggen op de noodzakelijkheid van het werk des Geestes zouden het offer van Christus van veel minder belang achten. Alles kan natuurlijk, maar men kan de volle nadruk laten vallen op de noodzakelijkheid van de inwendige roeping, de levendmaking, de herschepping, de wedergeboorte en toch het offer van Christus boven alles stellen. En hiermee hebben we tegelijk een antwoord op de vraag, hoe er over het werk van de derde Persoon gepredikt moet worden. Altijd zo, dat het uitzicht op de tweede Persoon en Zijn werk niet verloren gaat. Van Gods Geest staat dat Hij het uit Christus zal nemen. Het werk des Geestes bestaat uit twee delen. Eerst maakt Hij plaats voor Christus door de mens van alle eigengerechtigheid en vroomheid en vertrouwen op gestalten en vervulde plichten te ontledigen. Wanneer deze mensen zover ontledigd is, dat hij op niets van het zijne meer kan vertrouwen, leert de Geest hem Christus zoeken en vinden. Het gaat bij het werk van de derde Persoon altijd om de tweede Persoon. Het kan dus nooit zijn, dat men op gevoelens, die de Heilige Geest werkt zijn zaligheid zou kunnen bouwen met voorbijzien van de Borg en Zaligmaker.

Zo leert de gelovige een Drieënig God verheerlijken, want de Vader is de Bron van alle zaligheid. Maar deze wereld verheerlijken ligt de ware gelovige niet zo erg. Deze wereld ligt in het boze en wie goed luistert hoort haar zuchten vanwege de vloek Gods. , , Want wij weten, dat het ganse schepsel zucht en tezamen in barensnood is tot nu toe. En niet alleen dit, maar ook wijzelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zeiven, zeg zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, namelijk de verlossing onzes lichaams" (Romeinen 8 : 22, 23).

Ik krijg hieruit niet de indruk dat de apostel zich zo erg vermaakte met de schepping. De cultuur schijnt bij hem ook uit 't gezichtsveld verdwenen te zijn. Zijn theologie van het geschapen leven is, dat alles aan de ijdelheid is onderworpen, want dit had hij geleerd, wat vele predikanten en andere theologen van onze tijd slecht schijnen te kunnen onthouden, dat deze wereld onder de vloek gelegd is, en blijft, totdat Christus wederkomt om ons te verlossen. Dan houdt de doorwerking van de val op. Dan begint de echte cultuur. De Heilige Geest mocht zijn uitverkorenen hoe langer hoe meer bekwamen tot de verheerlijking van Christus en de verwachting van Zijn toekomst.

D.

L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 februari 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

EEN PREDIKING ZONDER GOD DE VADER EN GOD DE ZOON?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 11 februari 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's