Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

MOORD EN DOODSLAG

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

MOORD EN DOODSLAG

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het is inderdaad erg. In Amsterdam werd een meisje in haar kamer vermoord en in Rotterdam een jongetje op straat meegenomen en later dood gevonden. In Rijswijk vormden zich vlak bij het politiebureau benden van plezier, diefstal en ontucht, in Rotterdam stonden de jongens en meisjes van zo'n bende voor de rechter. Onder velen en ook onder onze lezers heerst hierover verontrusting. Sommigen stellen de predikanten er mede verantwoordelijk voor.

Iemand schrijft: „Vele predikanten durven tegenwoordig niet meer te waarschuwen en gaan met de stroom der mensen mee." Daar zou inderdaad wel iets in kunnen zitten. Ik kan mij heel goed een dominee begrijpen, die alleen maar van bekering en geloof wil preken. Daar gaat hij in op. Dat vindt hij het ene nodige. En als het met die bekering in orde komt, verandert het uitwendige leven ook. Dat komt dan vanzelf in orde.

En toch, ik stem het toe, is het goed om aan het drievoudig gebruik van Gods wet te denken. De wet Gods moet beslag leggen op het hele dorp of tenminste op alle kerkgangers; zij moet overtuigen van zonde en zij moet Gods volk onderwijzen in de wegen des Heeren. Wie zich beperkt tot bekering en geloof, ongetwijfeld altijd de hoofdzaak van de prediking, spreekt veel van de wet Gods tot overtuiging van zonden, maar hij waarschuwt misschien te weinig om bij ieder aan te dringen op een ingetogen wandel. Och, zegt een predikant, wat helpt het. De mensen horen het nog graag ook. Als men over gedwongen huwelijken spreekt, of overdadig drankgebruik bij familie-en burenbijeenkomsten of 'over het doorbrengen van de zaterdagavonden, vinden ze dat best, maar brengen er geen verandering in. Ze raken aan het waarschu-

wen gewend. Daar zit ook wat in, maar dan zal men gelegenheden moeten zoeken, b.v. dat er iets gebeurd is of openbaar gekomen, waarbij men de verkeerde zeden dubbel krachtig aanpakt. Het zij volkomen toegestemd, dat de ene prediker meer gave voor 't ene gedeelte van zijn ambtstaak heeft en de ander bedeeld is met meer gave voor een volgend stuk, doch waarschuwen is ons aller plicht. Vooral tegenwoordig, dacht ik. De straat en de weg worden gevaarlijker op allerlei wijzen. Daarom is het goed, dat wij, predikanten, waarschuwen.

Onze briefschrijver wil ons ook een schrijven laten richten tot de betrokken minister. , , Is het niet mogelijk, dat vooraanstaande predikanten over al die misdaden bij de minister een klacht indienen? " Als u het mij vraagt, zou ik het dan liever van de kerkeraad willen laten uitgaan. Maar misschien is het nog beter de volksvertegenwoordigers hier voor te spannen. En hiervan las ik in de krant: , , Grote bezorgdheid hebben de in aantal toenemende sexuele misdrijven in de Eerste Kamer gewekt. Baron de Vos van Steenwijk zag een ernstig gevaar in de vele verderfelijke lectuur, die uit het buitenland komt, en hij vroeg naar de werkwijze van de Commissie ter Bestrijding van Pornografie, waarin z.i. ook jeugdleiders zitting zouden moeten hebben. Ook mr. dr. van Bruggen achtte het dringend noodzakelijk, dat strengere straffen worden gegeven bij agressie jegens vrouwen en bij moorden op kinderen door sexueel abnormale personen... Het aantal ontspoorden gaat een hoogtepunt bereiken, zo constateerde mej. mr. Zeelenberg, getuige het aantal recente afschuwelijke misdaden. Het hele land is geschokt door de uitbarsting van jeugdcriminaliteit, door de wurging van een jongetje in Rotterdam en van een jong meisje in de hoofdstad."

Ik wil maar zeggen, dat deze zaken wel onder de aandacht van de minister zijn gebracht en door leden der Staten-Generaal als zeer ernstig worden beschouwd.

Een andere vraag is, wat de minister doen kan. Door velen wordt tegenwoordig aanmerking gemaakt op de zachtzinnige wijze, waarop met de daders der misdaden wordt omgegaan. Zij worden na hun misdrijven soms zeer spoedig losgelaten, na tot zieken verklaard te zijn. Mej. Zeelenberg adviseerde dan ook de bewindsman „misdaad en ziekte niet op één lijn te stellen en in de huidige omstandigheden bij gevallen van levensberoving, samenhangend met sexuele afwijkingen, in principe gevangenisstraf te doen opleggen".

Moet de straf nog niet zwaarder zijn? Ik las ook dit: „De straffen zijn echter naar bijbelse normen niet meer overeenkomstig de zwaarte van het misdrijf. Ook hierin heeft de aardse wetgever de Goddelijke wet verlaten en heeft hij losgelaten het Goddelijk bevel: „Wie des mensen bloed vergiet, zijn bloed zal door de mens vergoten worden, want God heeft de mens naar Zijn beeld gemaakt." In lijnrechte tegenspraak tot dit gebod heeft de overheid hier te lande de doodstraf reeds jaren geleden afgeschaft. Thans wordt de mens, die zijn evenmens om het leven gebracht heeft, door een psychiater onderzocht of hij wellicht verminderd of in het geheel niet toerekeningsvatbaar was ten tijde, dat hij het misdrijf pleegde. In het laatste geval wordt hij liefdevol verpleegd in een psychiatrische inrichting. In zijn kortzichtigheid wil de mens wijzer zijn dan God en maakt zo Gods gebod krachteloos door menselijke wetten."

Ik geloof ook, dat de doodstraf in bepaalde gevallen naar de Schrift is. Maar de ervaring in andere landen heeft bewezen, dat dit velen toch niet afschrikt. Dus kan ook de overheid niet alles.

Dan blijft de lagere overheid te noemen over, nl. de ouders. Tot hen en de jeugd zal zich de waarschuwing der predikanten vooral moeten richten. Wat kunnen zij doen? Zoveel mogelijk zorgen, dat zij weten, waar hun kinderen zijn en wat zij doen. Zoveel mogelijk, schreef ik. Ik geloof wel, dat er meer kan, dan er geschiedt. Daar schijnen wel vaders en moeders te zijn, - — ik heb, het kort geleden een dominee horen zeggen •— die beter weten waar hun koeien, konijnen en kippen zijn en wat ze doen, dan dat zij het van hun kinderen weten. Nu stem ik toe, dat koeien en kippen gemakkelijker te regeren zijn dan mensen. Het is ook veel makkelijker om te zeggen, hoe het zou moeten, dan om het zelf te doen. Maar misschien kan deze en gene zijn winst doen met het volgende:

„Lezer, ge zult deze toestanden met mij verschrikkelijk vinden en uw haren zouden te berge rijzen als een kinderrechter u een boekje zou open doen over de jeugdmisdadigheid." Ik geloof zelfs, dat er nog veel meer is, waar zelfs de kinderrechter niets van weet. „Ge zult uzelf wellicht gelukkig prijzen, dat deze plaatsen der ijdelheid door uw kinderen gemeden worden. Maar weet gij dat wel zo zeker? Vele nette ouders en keurige families hebben dat ook gedacht, totdat ze plotseling met het feit geconfronteerd werden, dat hun kind voor de kinderrechter moest verschijnen. Dit kan ons allemaal overkomen. Prent uw kinderen dan ook in, dat ze de plaatsen der ijdelheid met hun wufte sfeer nimmer bezoeken. Weet u, waar uw kind heengaat als het 's avonds uitgaat? Kent u de vrienden of vriendinnen van uw kind? Weet u, wat uw kind leest? Heus, het kwaad is niet altijd zo ver van huis als u wellicht denkt. U zoudt verbaasd staan als u wist hoeveel jongeren, die 's zondags met hun ouders onder de zuivere prediking opgaan, op zaterdagavond hun gangen richten naar een ijssalon of snackbar." Dat komt helaas in de beste dorpen voor, zou ik zeggen.

„Het behoeft wel geen betoog, hoe verderfelijk het is te verkeren in een dergelijke lichtzinnige omgeving." Ze leren er in elk geval weinig goeds en een massa kwaad.

„Daarom zou ik alle ouders in overweging willen geven er op toe te zien waar en met wie hun kind zijn vrije tijd doorbrengt. Tracht uw kinderen met hun vrienden aan uw woning te binden. Maak het in huis gezellig. Laat uw huis een jeugdcentrum zijn en bespreek onder elkaar alle vraagstukken op het gebied van godsdienst, politiek en maatschappij. Toets alles wat ge bespreekt aan Gods Woord, en zo ge er zelf niet uit kunt komen, roep dan de hulp in van een ander of uw predikant. Laat verder uw gebed dagelijks ook voor uw kinderen zijn, of de Heere hen bewaren wil, opdat zij de plaatsen der ijdelheid niet betreden, maar dat hun voeten gericht mogen worden om het pad van Gods geboden te lopen."

Zo ligt er een taak voor de predikanten, de overheid en de ouders en de ieugd zelf. Om de rechte vervulling van deze taak is gebeden bij onze Doop: „Wij bidden LI ook, door Hem Uw lieve Zoon, dat Gij' deze gedoopte kinderen met uw Heilige Geest altijd wilt regeren, opdat zij christelijk en go'dzalig opgevoed worden, en in de Heere Jezus Christus wassen en toenemen, opdat zij uw vaderlijke goedheid en barmhartigheid, die Gij hun en ons allen bewezen hebt, mogen belijden en in alle gerechtigheid onder onze enige Leraar, Koning en Hogepriester Christus Jezus leven, en vromelijk tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk strijden en overwinnen mogen."

Wij moeten trachten hen onder beslag van Gods Woord te brengen. Doch hiermee tasten wij 't kwaad niet in de wortel aan. Daarom begint het gebed met een smeken om de Heilige Geest en om Christus. Dan wordt de strijd tegen de zonde op de juiste wijze gevoerd.

Laten wij er nu maar op rekenen, dat we steeds opnieuw zullen horen van moord en sexuele afdwalingen en echtbreuk. Zij komen voort uit het hart des mensen. Het is geen beste tijd voor hen, die in de kracht der beschaving en in de aangeboren goedheid van de mens willen geloven. Nochtans geen verkeerde lijde-

lijkheid, maar dapper tegen de zonde, de duivel en zijn ganse rijk ons te weer stellen. Ook in ons eigen leven de , , matige" zonden bestrijden en achterdochtig zijn op onszelf en anderen.

Onze brief raakte ook nog het punt aan van baby-sitters. Onder ons zeggen wij: oppas. Dat zal wel in 99% van de gevallen goed zijn, wil ik hopen. Maar er schijnen voorbeelden te zijn, dat het niet goed was. Het is nu eenmaal met mensen zo, dat je nooit weet, wat je van hen te wachten hebt. Wees altijd voorzichtig en wees zelf vertrouwd, maar vertrouw niemand, totdat ge ervaring van hem of haar hebt.

De z-onde is een gift, dat in het donker sluipt, Dat onze kindsheid zelf aanblazende bekruipt. Bevlektet onze jeugd, ja brenget menigwerven Ook op de ouderdom den mense in 't verderven.

Wat doen wij nu? Voor onszelf bij de gedurigheid vrezen om kwaad te doen. Ten bloede toe strijden tegen onze eigen zonde. Scherp opletten op het kwaad, dat lichtelijk uitbreekt. Onze kinderen thuis houden, zodra het duister over de aarde valt, zoveel mogelijk is. En zoveel meer. Doch vooral uitzien naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. God heeft zelfs Kaïn niet kunnen weerhouden van de moord op zijn broeder Abel. Wat hebben wij dan te verwachten?

D.

L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

MOORD EN DOODSLAG

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 maart 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's