Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hij is opgestaan!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hij is opgestaan!

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij is hier niet, want Hij is opgestaan... Matth. 28 : 6a.

Ja, dat is de grote verrassing van de Paasmorgen: De Heere Jezus is waarlijk opgestaan. Toen Hij met de zonden van zijn volk beladen voor het gericht Gods kwam, moest het doodvonnis wel over Hem uitgesproken worden. Want dat hebben wij immers verdiend, de dood en de hel. Maar als een barmhartig en getrouw hogepriester heeft Hij zichzelf aangeboden als een smetteloos offer ter verzoening van onze zonde. En Hij heeft zichzelf gegeven in de dood, ja de dood des kruises als een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk. Om onze overtredingen werd Hij verwond, om onze ongerechtigheden werd Hij verbrijzeld, de straf, die ons de vrede aanbrengt was op Hem en door zijn striemen is ons genezing geworden. In zijn lichaam heeft Hij onze zonden op het hout gebracht. Om onze zonden is Hij gestorven. Hij, de Rechtvaardige, voor ons onrechtvaardigen en in deze weg heeft Hij de reiniging onzer zonden tot stand gebracht.

De Heere Jezus had het zelf tot zijn discipelen gezegd: Indien het tarwegraan niet in de aarde valt en sterft, zo blijft het alleen - — maar indien het sterft, zo brengt het veel vrucht voort. Daarom moest ook Christus sterven, opdat Hij zijn gemeente zou kunnen vergaderen door zijn Woord en Geest, de uitverkorenen tot het eeuwige leven.

Wij weten immers, dat we niet met vergankelijke dingen, goud of zilver, zijn vrijgekocht, maar met het dierbaar bloed van Christus, als van een onberispelijk en vlekkeloos lam. Dat bloed moest vloeien tot vergeving onzer zonden. Want God was in Christus de wereld met zichzelf verzoenende door hun overtredingen hun niet toe rekenen. Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.

Dat alles moeten we w r el overdenken wanneer we Goede Vrijdag hebben gehad en nog staan voor het Paasfeest. Anders weten we net als de discipelen geen raad met de Heere Jezus. Dan zien we alleen de dood en het graf van de Heiland. En zeker, dan zijn we verblijd, dat Hij nog zo'n eervolle begrafenis heeft gehad. Dan zijn we Jozef van Arimathea dankbaar, dat Hij zijn rijkdom ter beschikking wilde stellen aan de Heere Jezus. En dat ook Nicodemus naar zijn begrafenis is gekomen. En dat ze samen de Heere Jezus in zijn dood hebben verzorgd en Hem hebben gelegd in dat nieuwe graf.

Maar toch blijft er zoveel donkerheid en duisternis, dat we met de discipelen gaan zitten treuren bij het graf van Hem op V/ie we onze hoop hadden gericht...

De vrienden van de Heere Jezus hebben gemeend dat nu alles uit was en dat er geen hoop en verwachting meer was.

Ze hadden in Hem geloofd, ze hadden Hem liefgekregen als de Gezondene des Vaders, ze hadden gehoopt op het heil, dat met zijn komst zo dichtbij gekomen was en... nu was alles hen uit de hand geslagen, nu was er niéts meer waar ze hun hoop op konden vestigen: De Heere ]ezus was gekruisigd, gestorven en begraven. En met de dood en met het graf is immers alle hoop afgesneden!

Hoe kunnen we in onze geestelijke nood dezelfde ervaring hebben als de discipelen. Wat kunnen we soms onze hoop richten op Hem, Die ons verkondigd wordt als een Heiland en een Zaligmaker. Maar wanneer we dan ontdekt worden aan onze zonden en overtredingen, wanneer we dan zien hoe diep we gevallen zijn, hoe onrein en verdorven we zijn, dan komen we in grote nood. En we kunnen niet geloven, dat de Heere Jezus voor ons gestorven is. We menen, dat Hij voor goede en bekeerde mensen de dood is ingegaan, maar hoekan dat nu voor hem, zo'n slecht mens, zo'n zondaar. Ja, dan is het alsof de Heere Jezus voor ons gestorven en begraven is en geen macht en geen liefde heeft om ons te verlossen.

Toch is het wonderlijk, dat die vrouwen getrokken worden naar het graf van de Heere Jezus. Reeds vroeg in de morgen van de eerste dag der week gaan ze naaide hof van Jozef. Ze zijn wel diep teleurgesteld, ze weten geen raad met alles wat ze vroeger hebben meegemaakt en geloofd, maar toch moeten ze naar het graf waar ze de Heere Jezus hebben gelegd, toen ze Hem van het kruis hebben afgenomen. Zo kan er immers ook in ons hart een wondere trekking zijn naar de Heere, hoewel we zeggen, dat we zonder hoop zijn en dat we geen verwachting hebben. Zo kan ook ons hart zuchten en roepen en bidden: O God, wees mij zondaar genadig!

Daarom gaan die vrouwen in de vroege morgen van die heerlijke Paasdag naar het graf. Ze kunnen het zelf niet goed verklaren, maar ze konden Hem toch niet loslaten, ze moesten hun liefde aan Hem betonen. Ze waren zo ongelukkig zonder Hem en ze misten veel nu Hij weg was.

Zo gaan die vrouwen de gekruisigde Christus zoeken in het graf. Maar als ze in de hof van Jozef van Arimathea zijn aangekomen vallen ze van de ene verbazing in de andere. En daar wordt hen ook de boodschap van de opstanding verkondigd: Ik weet dat gij zoekt Christus, die gekruisigd was, maar Hij is hier niet want Hij is opgestaan.

Dat is de weg waarin ook wij geleid moeten worden. We moeten de Heere Jezus gaan zoeken, de Borg en Middelaar van een schuldig volk. Wanneer we geleerd hebben van onze diepe val, van onze nood en ellende, dan worden we door de Heilige Geest getrokken tot Hem. Dan kunnen we niet meer zonder Hem, omdat Hij alleen ons met God verzoenen kan. En dan zal er veel vrees en ongeloof in ons hart zijn, zoals bij die vrouwen en bij de discipelen. Maar wanneer de Heere onze ogen opent en wanneer we Hem mogen zien in de heerlijkheid van zijn opstanding, dan juichen we ook op het Paasfeest mee in het koor: De Heere is waarlijk opgestaan.

En dan mag de dood en graf ons nog wel schrik aanjagen — want de dood is verschrikkelijk - — maar wij weten dat Hij allen die in Hem geloven door het dal van de schaduw des doods zal leiden tot het eeuwige licht. Want indien wij met Hem één plant geworden zijn in de gelijkmaking van zijn dood, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking van zijn opstanding. En Hij heeft het zelf tegen zijn discipelen gezegd na zijn opstanding: Ik leef en gij zult leven!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Hij is opgestaan!

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's