Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitstorting van de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitstorting van de Heilige Geest

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Handelingen 2 : 1< —4

Wederom is voor ons aangebroken de dag van het Pinksterfeest, het feest van de uitstorting des Heiligen Geestes. Aan arme zondaren mogen wij bij vernieuwing deze blijde boodschap brengen: de dag van het Pinksterfeest is een dag van bemoediging, van hope, van vertroosting, want het is het feest van de toepassing van het verworven heil. Het laatste van de christelijke feesten spreekt ons zo opbeurend, zo liefelijk van de tedere zorg, die het de verhoogde Borg en Middelaar behaagt te besteden aan zondaren, die niet kunnen roemen in hun gerechtigheid, in hun geloof, in hun liefde, in hun trouw, of ook maar in iets van het hunne. Het is het feest, dat ons zo luide en zo krachtig predikt de volkomen Zaligmaker, aan Wiens werk niet het allergeringste ontbreekt. Die al de gegevenen des Vaders, èn in de staat van Zijn vernedering, èn in de staat van Zijn verhoging, èn bij het verdienen, èn bij het toepassen van de zaligheid, draagt op Zijn hart, met innerlijke ontferming voor het verlorene vervuld. Het Pinksterfeest, de kroon op al de feesten van de Kerk van Christus, brengt ons dit Evangelie, deze blijde boodschap: de getrouwe Zaligmaker doet geen half werk; al is Hij verhoogd aan de rechterhand Gods, Hij vergeet de armen en ellendigen op aarde niet. Neen! met het oog hierop mogen zij wel eens zingen:

Schoon 'k arm ben, en ellendig, Denkt God aan mij bestendig; Gij zijt mijn hulp, mijn kracht, Mijn Redder, o mijn God, Bestierder van mijn lot! Vertoef niet, hoor mijn klacht.

Telkens weer wordt het ondervonden door de strijdende Kerk op aarde, wat de lijdende Verlosser verdiend heeft als de Man van smarten, dat wil Hij ook toepassen en schenken als de Heere der heerlijkheid aan allen, die de Vader Hem heeft gegeven. Daartoe ook heeft Hij de Heilige Geest verworven, gezonden en uitgestort.

Reden te over is er dus, om met elkander te overdenken telkens weer de ontroerende geschiedenis van de uitstorting van de Heilige Geest, zoals die ons beschreven is in Handelingen 2 : 1-—4:1. En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen.

2. En er geschiedde haastelijk uit de hemel een geluid, gelijk als van een geweldige, gedrevene wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten. 3. En van hen werden gezien verdeelde tongen, als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen.

4. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken.

Van de tijd af, dat de discipelen met de Heere Jezus in aanraking waren gekomen, was hun leven een veelbewogen leven.

Voordat zij de Christus hadden leren kennen, omdat Hij hen kende, waren de meesten van hen vissers op het meer van Galilea, de zee van Tiberias. En het leven van gewone mensen is in de regel niet zo heel rijk aan afwisseling. Meestentijds gaat het daarheen als een kalm vlietende beek.

Een grote verandering is daarin gekomen, toen zij door de Heere Jezus geroepen werden om Hem te volgen. Nu eens waren zij met Hem in Galilea, dan weer in Judea, een enkele keer in Samaria, in het Overjordaanse, en zelfs in de delen van Tyrus en Sidon.

Maar behalve die gedurige wisseling van plaats, welk een wisseling ook van gewaarwordingen en indrukken! Telkens waren zij getuigen van nieuwe wonderen. En hoe werden zij gedurig weer geboeid door de prediking van de hoogste Profeet en Leraar.

Veelbewogen was het leven der discipelen vooral in de laatste tijd van het lijden en sterven van de Man van smarten en bij en na de opstanding van de Heere der heerlijkheid.

Wat hebben de discipelen niet doorgemaakt, toen hun geliefde Meester zo gruwelijk werd gesmaad en vernederd, toen Hij moest uitroepen: „Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij Mij verlaten? " — om ten slotte de van God vervlokte kruisdood te sterven. Maar ook, wat hebben zij niet door~ leefd, toen de Heere Jezus zo werd verheerlijkt en verhoogd donr de Vader in Zijn opstanding en in Zijn hemelvaart! En na al deze ervaringen was er nog meer voor hen weggelegd. Na 10 dagen van wachten en verbeiden ontvangen zij de belofte des Heiligen Geestes, die de Verlosser van de Vader verkregen had. In hun zwakheid worden zij aangedaan met kracht uit de hoogte. Onder ontzagwekkende tekenen daalt de Heilige Geest neder. Dit aangrijpende, genadevolle gebeuren geeft ons met elkander te overdenken:

tijd. 1. Gods wijsheid in het kiezen van Zijn

2. Gods wijsheid in het kiezen van Zijn tekenen.

3. Gods wijsheid in het bevijzen van Zijn genade.

De tijd des Heeren is gewisselijk de tijd, die met wijsheid wordt gekozen. Hij komt nooit te vroeg, maar ook nooit te laat, zoals wij zo dikwijls. De Heere vergist zich nooit in de keuze van Zijn middelen, van Zijn wegen, van Zijn tijden en gelegenheden.

Het is dus wel nodig en goed, dat wij op de school des Heiligen Geestes leren dit alles aan Hem over te laten. V/ij zijn van onszelf zo haastig. Wij kunnen zo moeilijk wachten. O, dat wij in tijdelijke zwarigheden, doch vooral in zielenood, meer dachten aan en werkzaam waren met dit behartigenswaardige woord: „Zo Hij vertoeft, verbeidt Hem, Hij zal gewisselijk komen."

Daar hebben ook de discipelen des Heeren iets van mogen leren met betrekking tot de tijd, waarop de Heilige Geest werd uitgestort. Dat gebeurde, niet op hun tijd, zij moesten leren geduldig en vertrouwend te wachten. Neen, dit gebeurde op Gods tijd, en dus ter bekwamer tijd. Het geschiedde, zo lezen wij, als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd. De dag van het Pinksterfeest was door God gekozen met grote wijsheid. Die wijs-

heid schittert ons tegen, als wij er aan denken, dat Jeruzalem toen vol was van Joden uit allerlei landen, „godvruchtige mannen van allen volke dergenen, die onder de hemel zijn" (Hand. 2:5).

Bij gelegenheid immers van de drie grote feesten, Paas-, Pinkster-en Loofhuttenfeest, kwamen de Joden van nabij en van verre op naar Jeruzalem, waar de Heere woonde in het heilige der heiligen tussen de cherubim. Dan was het:

Hoe vrolijk gaan de stammen op Naar Sions Godgewijde top.

Op het Pinksterfeest zou het net des Evangelies dus uitgeworpen kunnen worden in volle wateren door de visser van mensen. En zij, die door de onwederstandelijke werking van de Heilige Geest toegedaan waren tot de gemeente, die zalig wordt, namen de heerlijke boodschap van het Evangelie van Jezus Christus en Die gekruisigd, mee naar het land hunner vreemdelingschappen, of naar de plaats hunner inwoning in het heilige land, om ook daar naar Gods wijze bedoeling te verkondigen de grote werken Gods. En zo is het Evangelie van Gods genade in de Heere Jezus Christus in korte tijd verbreid naar het Oosten en naar het Westen, naar het Noorden en naar het Zuiden. Wat hebben we hier dus een rijk en wijs bestel van Gods voorzienigheid!

De Heilige Geest is uitgestort, als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd. Hoe heerlijk openbaart de Heere hier Zijn wijsheid in het kiezen van de tijden en gelegenheden ook hierin, dat het Pinksterfeest onder Israël was het feest des oogstes. Op dat feest van de voleindigde tarwe-en gerste-oogst werden de eerstelingen in de vorm van twee broden in de tempel gebracht, om daarmede in ootmoedige dankbaarheid te erkennen: „Deze oogst is niet ons werk, neen! dit is Uw gave."

Van een veel heerlijker oogst, van een oogst van zielen, is dit een schaduw en dus een profetie. Hoe wonderlijk en rijk is dat al terstond tot openbaring gekomen op dit eerste Pinksterfeest van de Christelijke Kerk in die schare van 3000 zielen, die verslagen in het hart riepen: „Wat zullen wij doen, mannen broeders? ", en die werden toegebracht.

En die oogst van zielen gaat naar het raadsplan Gods nog steeds door. Johannes op Patmos zag een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natie, en geslachten, en volken en talen, staande voor de troon en voor het Lam, bekleed met lange witte klederen en palmtakken waren in hun handen. Wat is dat een bemoedigend gezicht bij de prediking van het blijde Evangelie van Gods vrije genade. De Heere gaat door met Zijn raad uit te voeren, met Zijn oogst binnen te halen, met toe te brengen zovelen, als er verordineerd zijn ten eeuwigen leven. O, dat wij daarin biddend mee mogen leven in dat geestelijke oogstfeest, dat wij de hemelse Landman maar gedurig smeken om Zijn zegen voor onszelf en voor anderen. Dat het maar veel moge zijn: Och Heer', geef thans Uw zegeningen, Och Heer', geef heil op deze dag; Och, dat men op deez' eerstelingen Een rijke oogst van voorspoed zag.

De Heilige Geest werd uitgestort, als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd. Op het Pinksterfeest vierde Israël ook gedachtenis van de wetgeving op de Sinaï. Doch, om die Wet goed te verstaan, om het recht Gods toe te vallen, hebben wij de Heilige Geest nodig. Hij is de Geest der uitbranding en des oordeels, Die overtuigt van zonde, van gerechtigheid en van oordeel.

Als de Heilige Geest ons naar de Sinaï leidt, als Die ons stelt voor de spiegel van Gods Wet, dan wordt het een afgesneden zaak. In die weg krijgen wij een Borg voor onze ziel nodig, het wordt een roepen om Zijn komst tot onze ziel, waardoor zij alleen gered en gezaligd kan worden. O, dat uit ons hart maar opstijge, in de nood van onze ziel, de bede: „Ontwaak, gij Noordenwind, en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien."

Zo waren ook de discipelen bijeen, toen de dag van het Pinksterfeest aangebroken was. Zij waren eendrachtelijk bijeen, maar ook werkzaam, werkzaam in het bidden en smeken. Er was een eenparig begeren, een eenparig pleiten op Gods beloften, een eenparig volharden in het bidden en smeken.

Wat is dat voor ons toch diep beschamend! Waar wordt dat in onze tijd gevonden? Och! dat er eens ware beschaming in ons hart tot openbaring mocht komen. Dan durven wij als de tollenaar onze ogen niet op te heffen naar de hemel. Dan staan wij voor de heilige en rechtvaardige God beschaamd en verlegen, slaande op onze borst. En wij bidden met de tollenaar: „O God! wees mij zondaar genadig."

Dat de viering van het Pinksterfeest een middel in Gods machtige hand moge zijn, om ons daartoe op te wekken, dat wij bidden, volhardend bidden en smeken om de Heilige Geest! Dat wij zo mogen bidden voor onszelf, pleitend op deze belofte van de Heere Jezus Christus: „Indien dan gij, die boos zijt, weet uw kinderen goede gaven te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven dengenen, die Hem bidden."

En dat wij dan niet alleen om onszelf denken, maar ook om de anderen, om de gehele strijdende Kerk op aarde. Zij verkeert in zulk een ingezonken toestand. Wat is het nodig, dat haar nood gebracht wordt in het gebed voor Gods aangezicht. Wat zou het een grote genade zijn, als er nog eens mocht aanbreken een tijd van opwekking en opwaking!

Mijn lezer, wij moeten een Pinksterfeest leren kennen in ons eigen hart. Als wij de Heilige Geest missen, dan missen wij alles, wat tot onze zaligheid nodig is. Is dat niet vreselijk? Wat staat ons dan te wachten bij ons sterven? Wat zou het heerlijk zijn zelve deze nood te leren kennen, zielenood! om dan ootmoedig, volhardend te smeken: „Heere, leer ons bidden, leer ons bidden het gebed om de Heilige Geest."

Z.

S. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 mei 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De uitstorting van de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 mei 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's