Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De uitstorting van de Heilige Geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De uitstorting van de Heilige Geest

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

En als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. En er geschiedde haastelijk uit de hemel een geluid, gelijk als van een geweldige, gedrevene wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten. En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen. En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest, en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken. Handelingen 2 : 1—4.

, , Heere! zult Gij in deze tijd aan Israël het koninkrijk weder oprichten? " — zo vroegen de discipelen de Heere Jezus vlak voor Zijn hemelvaart. Zijn antwoord op die vraag luidde: , , Het komt u niet toe te weten de tijden of gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft, maar gij zult ontvangen de kracht des Heiligen Geestes, Die over u komen zal, en gij zult Mijne getuigen zijn, zo te Jeruzalem, als in geheel Judea en Samaria, en tot aan het uiterste der aarde."

De Heere wilde aldus Zijn discipelen en Zijn strijdende Kerk op aarde, leren, dat voor hèn zijn de geopenbaarde dingen, om die te doen, en dat was in het bijzonder Zijn getuigen te zijn door de kracht van de Heilige Geest. Doch, Hij wilde hen tegelijkertijd inprenten, dat de verborgen dingen alleen zijn voor de Heere, en dat wij niet moeten trachten daarin door te dringen, en dat het ons dus ook niet toekomt te weten de tijden en gelegenheden, die de Vader in Zijn eigen macht gesteld heeft. Dit gaat ook door met betrekking tot de keuze van de tijd voor de uitstorting van de Heilige Geest, nl. als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd.

De tijden en gelegenheden in ons leven, vooral ook in het geestelijk leven, hebben wij niet vast te stellen. Neen! die stelt God vast, en wij moeten leren wachten op Zijn tijd, en leren uitzien naar Zijn komst. Wat kan er ook in die tijd van wachten en verbeiden, van bidden, pleiten en uitzien, een rijk genot liggen. Wat krijgen de beloften Gods dan een kracht, en wat brengen zij een troost aan worstelende zondaren. Dan mag het wel eens zijn: „Met mijn ziel heb ik U begeerd in de nacht." Dan wordt het ervaren, dat Zijn komst het alleen is, die ons heil volmaken kan.

De Heere komt tot uitziende, biddende zielen, ter bekwamer tijd. Dan blijkt het, en moeten wij het erkennen, dat Gods tijd gewis de beste tijd is. In de ervaring daarvan hebben wij misschien wel eens mogen ontvangen en doorleven de beste tijden en ogenblikken van ons gehele leven, ogenblikken en tijden, die wij niet vergeten kunnen, waarop wij in onze gedachten en in onze gesprekken telkens weer terugkomen.

Dat hebben ook de discipelen op bijzondere wijze mogen ervaren, toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd. Zulk een Pinksterfeest hadden zij nog nooit beleefd. Toen bleek zo verrassend, zo vertroostend, zo verootmoedigend en zo Godverheerlijkend, Zijn wijsheid in de keuze van de tijd voor de uitstorting van de Heilige Geest, Die zo onmisbaar was.

Doch toen de dag van het Pinksterfeest vervuld werd, en zij allen eendrachtelijk bijeen waren, bleek Gods wijsheid ook zo rijk in de keuze van Zijn tekenen voor de uitstorting van de Heilige Geest. Wij lezen immers in Handelingen 2: , , En er geschiedde haastelijk uit de hemel een geluid als van een geweldige, gedrevene wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten. En van hen werden gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen." In Zijn nederbuigende goedheid en in Zijn Goddelijke wijsheid gaf de Heere dus twee tekenen van de uitstorting van de Heilige Geest, een voor het oor, nl. een geluid als van een geweldige, gedrevene wind, en een voor het oog, nl. verdeelde tongen als van vuur. Wij mogen hierin ook tot onze bemoediging en vertroosting opmerken, dat het de grote Ontfermer behaagt de Zijnen zo liefderijk tegemoet te komen in hun zwakheid en in hun traagheid in het geloven. Daarvan zingen wij gaarne, als wij goede en grote gedachten van God en van Zijn genade in de Heere Jezus Christus mogen hebben:

Geen vader sloeg met groter mededogen Op teder kroost ooit Zijn ontfermend' ogen Dan Isrels Heer' op ieder, die Hem vreest; Hij weet, wat van Zijn maaksel zij te wachten,

Hoe zwak van moed, hoe klein wij zijn van En dat wij stof van jongsaf zijn geweest. [krachten

Dat mogen wij hier opmerken en zingen, als de Heilige Geest onze ogen er voor opent, en onze harten opmerkzaam maakt op de wijsheid Gods in het kiezen van Zijn tekenen voor de uitstorting van de Heilige Geest, gelijk wij dat ook mogen doen bij de viering van het heilig Avondmaal, waar wij gedachtenis vieren van de verbreking van het lichaam van Christus en van de vergieting van Zijn bloed onder het ontvangen van de twee tekenen, van het brood en van de wijn. Telkens weer worden wij er bij bepaald, dat de Heere ons wil dragen, verdragen en te hulp komen in onze grote en schuldige zwakheid.

Voordat wij nu met elkander gaan letten op de tekenen zelf van de uitstorting des Heiligen Geestes, moeten wij er acht op geven, dat er in de stof van onze overdenking zo moedgevend staat: , , En er geschiedde haastelijk uit de hemel een geluid." Het woordje „haastelijk" wekt ons op, om met de dichter van Psalm 39 uit te roepen: , , En nu, wat verwacht ik, o Heere! mijn hoop die is op U." Lang moeten wij dikwijls wachten op de vervulling van Gods beloften. Menigeen, misschien ook gij, mijn lezer, heeft het daarmee zeer moeilijk gehad. Ach, wat kunnen wij dan door allerlei overleggingen van twijfel en ongeloof geslingerd worden! Allerlei vragen rijzen dan op in ons hart, zoals wij dat ook horen van de dichter van Psalm 77, als hij klaagt:

Zou de Heer' Zijn gunstgenoten, Dacht ik, dan altoos verstoten?

Niet goedgunstig zijn voortaan? Nimmer ons meer gadeslaan?

Zouden Zijn beloftenissen Verder haar vervulling missen, Vrucht'loos worden afgewacht Van geslachte tot geslacht?

Doch, hoe menigmaal is het ook reeds ondervonden, dat het dan juist voor de Heere de tijd is om te werken, als het bij ons is geworden een afgesneden zaak.

Dan komt de Heere haastelijk. Dan wordt de doodsschaduw veranderd in de morgenstond. O, wat kan het in het leven van degenen, die God vrezen mogen, toch wonderlijk meevallen, als de belovende God Zich ook openbaart als de volbrengende!

Dat hebben ook de discipelen ondervonden, toen er op de dag van het Pinksterfeest haastelijk uit de hemel geschiedde een geluid als van een geweldige gedrevene wind. Dat geluid kwam uit de hemel. Ja, vandaar moet het heil komen. Ailes, wat wij van onszelf hebben, uit ons geheugen, uit onze geliefde schrijvers, uit ons arglistige hart, dat is te kort en te smal. Alles, wat wij ons door mensen in de handen laten stoppen, zal ons ontvallen, als wij het nodig hebben. En dus laten wij voorzichtig zijn, en biddend onderzoeken, of het wel echt is, of het wel van God is, of het wel uit de hemel is, wat wij menen te hebben. Wat wij uit de hemel ontvangen, dat is het echte, dat is het kostelijke. Daar zit de eeuwigheid in, en daar gaat kracht van uit.

Er geschiedde dan haastelijk uit de hemel een geluid als van een geweldige, gedrevene wind. De uitstorting van de Heilige Geest kon niet verborgen blijven. Zij openbaarde zich als een geluid uit de hemel. Het was alles even wonderlijk, een diep mysterie. Maar, het werd gehoord, het kwam tot openbaring. En zo is het altijd, waar de Geest komt, en waar Hij werkt. De Heere Jezus heeft het al gezegd in dat nachtelijk gesprek met Nicodemus: , , De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat, alzo is een iegelijk, die uit de Geest geboren is." Alles één groot genadewonder, maar verborgen blijven kan het niet. O, dat er ook bij ons, mijn lezer, maar iets tot openbaring moge komen van de grote werken Gods, van het werk des Geestes in het hart van zondaren. En dat wij dat met volhardend bidden en smeken maar afbedelen mogen van de grote Hoorder des gebeds!

De uitstorting van de Heilige Geest had plaats onder het teken van een geluid als van een geweldige gedrevene wind, die vervulde het gehele huis, waar zij zaten. Zo ontvangen wij onderwijs aangaande de onwederstandelijke, alles-vervullende werking van de Heilige Geest. De kracht van de wind is dikwijls geweldig, alles ter neer werpend. Zo is het ook met de kracht van de Heilige Geest. De kracht van de wind is daarvan nog maar een zwak teken. De Heilige Geest werkt onwederstandelijk. Dat zien wij op de dag van het Pinksterfeest:3000 zielen tot bekering gebracht, door middel van één preek. Wij zien het in de bekering van Saulus van Tarsen op de weg naar Damascus, en in allen, die worden terneer geworpen en toegebracht.

Hoe sterk de tegenstand, de vijandschap ook is, waar de Heilige Geest komt, wordt zij verbroken. Dat is op te merken in de overwinningsgang van de Kerk van Christus in de wereld en in de wedergeboorte en bekering van elk, die wordt toegebracht tot de gemeente, die zalig wordt. O, dat wij dan alles, èn voor eigen hart en leven, èn voor de onzen, èn voor de Kerk in haar geheel, maar verwachten alleen van die wondere kracht van de Heilige Geest. Van die kracht kunnen wij nooit te veel verwachten. Nooit stelt zij teleur. , , Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de Heere der heirscharen."

En die kracht openbaart zich in het gehele huis van de strijdende Kerk op aarde. , , Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods." De ware, levende Kerk is één machtig wonder, een werk van de Heilige Geest. O, wat zijn de vruchten van het werk des Geestes toch tot verheerlijking van God en van Zijn Gezalfde. Daar is niets van de mens bij. Het is alles uit Hem, en door Hem, en tot Hem. Zo is het met betrekking tot de Kerk in haar geheel, maar ook met betrekking tot elk van haar levende lidmaten in het bijzonder. Dat is alles het werk van de Heilige Geest, waarin God alleen wordt verheerlijkt.

Het tweede teken, waaronder de Heilige Geest werd uitgestort, was het teken van het vuur. Verdeelde tongen als van vuur werden immers van hen gezien. Over de verdeelde tongen hopen wij het de volgende week met elkander te hebben, doch nu over de woorden , , als van vuur". In die woorden ligt een rijke prediking van de Heilige Geest en Zijn werk. Wij denken hier aan de verterende kracht van het vuur, dat zo reinigend en louterend werkt. Dat leidt onze gedachten heen naar een van de namen van de Heilige Geest, en wel deze: , , de Geest der uitbranding en des oordeels". Het is de Geest, Die in de harten van zondaren werkt een hartelijk leedwezen, dat wij God door onze zonden vertoornd hebben, en de begeerte, om ze te haten en te vlieden. O, wat is er dan een diepe droefheid "hierover, dat wij tegen al Gods geboden zwaarlijk gezondigd hebben, en een lust 'om de Heere te vrezen en te dienen!

Het vuur heeft ook een verlichtende functie. In het donker wordt er licht door verspreid. En die verlichtende werking van de Heilige Geest is vooral gericht op de schuldovernemende Borg, de Heere Jezus Christus, in Zijn onmisbaarheid, gepastheid en dierbaarheid. Hij zegt Zelf: , , Die zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het Mijne nemen, en Hij zal het u verkondigen." Wat is er bij dat licht een sterke begeerte om Hem te kennen, in Hem te geloven!

Het vuur heeft ook een verwarmende kracht. En dat is nu ook de werking, die van de Heilige Geest uitgaat in harten, die van nature zo koud zijn voor God, voor Zijn Gezalfde, voor Zijn dienst, en ook na ontvangene genade nog zo dikwijls. Maar als de Heilige Geest wederbarend en bekerend werkt, dan wordt het stenen hart weggenomen, en wij ontvangen een vlesen hart, een hart, dat door de Heilige Geest warm gemaakt wordt voor God en Zijn dienst. En ook na ontvangene genade wordt het hart telkens weer warm gemaakt door het vuur van de Heilige Geest. Dan is het de begeerte om te belijden: , , Wij hebben Hem lief. omdat Hij ons eerst heeft liefgehad."

Mijn lezer, wat is toch ook de Heilige Geest onmisbaar! Mochten wij maar veel bidden om Zijn komst in ons hart, om Zijn kracht te mogen ervaren. "Maar zo iemand de Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe." Dat is een ern«stige waarschuwing!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De uitstorting van de Heilige Geest

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 27 mei 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's