Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar een modus vivendi?

Nadat koning Willem I in 1816 de Dordtse Kerkorde vervangen had door de invoering van de zg. reglementenbundel, is er voortdurend strijd gevoerd tot kerkherstel. Onder de reglementen van 1816 konden de vrijzinnigen zich vrij ontplooien in het kerkelijk leven en door de bekende „geest en hoofdzaak"-formule, die voorschreef, dat men in geest en hoofdzaak moest instemmen met de belijdenis der kerk — een zeer rekbaar begrip, zoals in de nieuwe kerkorde „gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en gemeenschap met de belijdenis der vaderen" ook een zeer rekbaar begrip is gebleken — kreeg het modernisme later vrij spel in de kerk. De verwoestende gevolgen van dit alles zijn in het kerkelijk leven van veel gemeenten en streken van ons vaderland nog duidelijk te vinden.

Onder de pogingen om tot kerkherstel te komen is ook geweest het voorstel van de zes hoogleraren van de theologische faculteit te Utrecht in 1915 om te komen tot een vreedzaam samenwonen der richtingen. In de geschiedenis der kerk is dit voorstel bekend gebleven onder de naam „modus vivendi". Hierin waren regels ontworpen voor het blijven van de verschillende richtingen binnen het éne oude kerkverband, terwijl die richtingen een grote mate van autonomie kregen, zodat ze zich zelfstandig konden ontwikkelen. Aan dit voorstel is vooral ook de naam van prof. dr. Hugo Visscher verbonden. Door belangrijke minderheden in de gemeente konden zogenaamde kerkgemeenten worden gevormd, die recht hadden op het gebruik van de kerkgebouwen en die ook deelden in de opbrengst van de kerkelijke bezittingen. De synode van 1916 nam dit voorstel aan met de bekende stemverhouding, die zovele malen een rol gespeeld heeft in die jaren van 10 tegen 9. Maar toen de definitieve beslissing moest vallen werd het voorstel verworpen. In allerlei vorm heeft men later getracht om tot een dergelijke oplossing van het richtingvraagstuk te komen. Enkele jaren geleden is het gelukt door de aanvaarding van Overgangsbepaling 238, waarbij de mogelijkheid geopend werd om tot een „noodvoorziening" voor de minderheden te komen. Aanvankelijk was deze oplossing bedoeld voor middenorthodoxe minderheden in herv. geref. gemeenten. Maar thans maken ook vrijzinnige minderheden er gebruik van en het ziet er naar uit dat ook de hervormd gereformeerden te Soest binnenkort een dergelijke noodvoorziening zullen krijgen. In Krimpen a.d. IJssel heeft men Overgangsbepaling 235 toegepast gekregen voor de hervormd gereformeerden. Daar is nog enige medewerking van de kerkeraad en de herv. geref. ambtsdragers hebben daar met adviserende stem zitting in de kerkeraad. In Soest wees men ook deze mogelijkheid van de hand, zodat de prov. kerkvergadering van Utrecht de verantwoordelijkheid voor de hervormd gereformeerden op zich zal dienen te nemen.

Het is duidelijk, dat het in onze kerk steeds meer de kant opgaat van de „modus vivendi". Misschien is dit voorlopig de enige oplossing van het vraagstuk der richtingen en is dit nog de beste oplossing voor de kerk, opdat in elk geval onder de hervormd gereformeerden het kerkelijk leven zal kunnen groeien in „gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis der kerk".

Het eenparig getuigenis der kerk

Dc kwestie-Smits heeft een grote deining veroorzaakt in het kerkelijk leven. Deze verwachting hebben we reeds terstond uitgesproken. Linksvrijzinnigen en rechts-vrijzinnigen zijn in het geweer gekomen. Ook midden-orthodoxen als dr. J. J. Buskes hebben tegen het besluit van het breed moderamen van de generale synode om prof. dr. P. Smits zijn emeritaatsrechten te ontnemen, scherp gefulmineerd. Daarbij werd de houding van prof. Smits weliswaar niet goedgekeurd, maar het besluit van het breed moderamen der synode werd dan toch maar scherp gelaakt. Naar mijn mening kon en mocht het breed moderamen niet anders handelen dan het gedaan heeft. Door al die deining, die men in de laatste maanden maakt, zou men wel eens kunnen vergeten waar het om ging. Prof. Smits heeft de Heere Jezus als Borg en Middelaar geloochend en op lasterlijke wijze gesproken van het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt. Bovendien schreef hij over het gebed op een wijze die elk gelovige diep moest krenken. Hij heeft daarvan niets teruggenomen. Alleen de vorm van sommige van zijn uitspraken heeft hij betreurd, maar achter de inhoud ervan staat hij nog. Hoe kon men deze man in het bezit laten van zijn emeritaatsrechten, zodat hij vrij zijn meningen kon verkondigen van de kansels onzer kerken?

Bij alle prolesten is nu weer een verklaring uitgegeven van verschillende predikanten, die bezorgd zijn over de gevolgen van het besluit van het breed moderamen ten aanzien van prof. Smits:

„De ondertekenaars zeggen van oordeel te zijn dat het moment gekomen is, een beroep te doen op alle leden van de kerk, om zich met elkaar resoluut en volledig in te zetten voor de voortgang van een zodanige vernieuwing van het kerkelijk leven in al zijn geledingen, „dat het eenparig getuigenis der

kerk in deze tijd helder en krachtig zal klinken".

Deze verklaring is ondertekend door vrijzinnige en middenorthodoxe predikanten en zelfs 'n predikantlid van de Geref. Bond, dr. H. Schroten. Welk een grote verwarring komt hier toch openbaar. Wat verstaat men toch onder het eenparig getuigenis der kerk, dat in deze tijd helder en krachtig zal klinken? Een eenparig getuigenis, waar Prof. Smits en alle andere links-vrijzinnigen en rechts-vrijzinnigen en midden-orthodoxen en gereformeerden het over eens zijn? Dan zal dat getuigenis wel erg mager van inhoud zijn. Waar zelfs het Lam Gods verloochend wordt is immers geen belijdenis meer en geen getuigenis meer in bijbelse zin. Het beeld van Nebukadnezar komt mij in deze dagen menigmaal voor ogen. Men is bezig een oecumenisch kerkbeeld op te richten, waarvan de voeten zijn van ijzer met leem gemengd. De „steen, zonder handen afgehouwen", zal echter dit „kerkbeeld" verpletteren. Zijn Koninkrijk zal echter eeuwig bestaan. Want Christus is een eeuwig Koning.

Levensstijl

Ik hecht aan de levensstijl grote waarde. Als hervormd gereformeerden zullen we onze christelijke levensstijl zeker moeten bewaren. Ik ben wel eens bang, dat er oncler ons ook verschillende krachten „naar de wereld toe" werken. We kunnen echter ten aanzien van de levensstijl beter voor conservatief dan voor vooruitstrevend gehouden worden. En ik geloof inderdaad, dat levensstijl veel met ons geloof te maken heeft. In de levensstijl vindt men ook vruchten van het waarachtige geloof. Daarom ben ik blij, dat er onder ons zoveel belangstelling is voor zendingsdagen, zoals die op verschillende plaatsen gehouden worden. De roomsen hebben wel een heel andere levensstijl dan onder ons gevonden wordt. En zij organiseren voor hun „zending" wel heel andere feesten. Via „Belijden en Beleven" vonden we een beschrijving van een „missiefeest", zoals De Volkskrant die gaf. Ik hoef er verder wel niets aan toe te voegen:

„Burgemeester P. M. M. van der Weyden van Noordwijkerhout zal vanmiddag om half vier onder de statige iepen van het uitgestrekte park, dat behoort tot de Sint Bavo-stichting de „Zomerfeesten Noordwijkerhout-1961" inluiden. Vier dagen lang zal in het park uitbundig feest worden gevierd. Er worden 30.000 bezoekers, belust op jolijt, verwacht. Leveranciers van de pret zijn de Broeders van Liefde.

Het is een combinatie, die wat zuidelijk aandoet, daar kan men verwachten, dat een pastoor in een kermisweek met zijn schare ter kermis trekt. Boven de rivieren is het beslist iets ongewoons. Het wordt nog een tikkeltje pikanter als men in Noordwijkerhout het oor te luisteren legt. Spoedig ontdekt men, dat de zomerfeesten uitgegroeid zijn tot een streekcvenement, dat in grootte direct volgt op de Keukenhof en het bloemencorso. De jaarlijkse kermis, die over twee weken begint, valt er volkomen bij in het niet.

Het begon allemaal in 1959. De Broeders van Liefde organiseerden door heel Nederland ten bate van de missie fancy-fairs. U kent dat wel. Zo'n verzameling door padvinders snel in elkaar geknutselde hokjes, waarin u met ringetjes naar flessen en met dubbeltjes naar kassa's moet gooien. Wat dergelijke gebeurlijkheden opbrengen is meestal niet zo indrukwekkend. In Noordwijkerhout echter sloeg de eerste, kleine fancy-fair in als een bom. Er kwamen tienduizend bezoekers, waaronder een lange rij toeristen, die in de zomer in de streek bij overvloed zijn te vinden. Waarom zouden de broeders het jaar daarop het initiatief niet voortzetten? Opnieuw werd het een grandioos succes. De zomerfeesten vormen na die twee jaar al een legende. Daarom durft men nu rustig rekenen op dertigduizend gasten, die per man toch zeker een gulden binnen brengen.

Er zijn dit jaar 140 medewerkers. Vrijwilligers, die hun vrije tijd opofferen voor het onmisbare afscheuren van de kaartjes, het verkopen van wijn, cola en gevulde koeken. Deze week is een enorme tent opgezet — vloeroppervlakte 1.000 vierkante meter. „Het lijkt wel een kathedraal", zegt de (naamloze) broeder, die alles heeft georganiseerd. In die tent komt een Weinstube (van Liebfraumilch tot Chianti), een dansvloer (met Dixieland Pipers, Three Jacksons) en een reeks vermakelijkheden. In het park staan nog 27 attracties; achter enkelen kan men vanaf vandaag tot en met dinsdagavond broeders in zwarte toog aantreffen.

Vijf maanden organisatie zijn voorafgegaan aan de opening van vanmiddag. Tienduizend gulden kostte de opzet van de zomerfeesten. Als een echte kermis-exploitant verkondigt nu de organiserende broeder: „We brengen hier korte, adembenemende programma's". Om twee tellen later weer te praten over de (zware) problemen van de missie in Azië, waarvoor de gehele opbrengst is bestemd."

Wanneer ik het bovenstaande lees zou ik alle reformatorische belijders toe willen roepen: Geen stap op deze weg van brood en spelen!

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 september 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 september 1961

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's