Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Kerken in beweging

Er is in de laatste maanden een grote verwarring ontstaan rondom de roep om eenheid. Ik heb er in enkele kronieken reeds op gewezen, dat de aktie van de „achttien" zeer veel heeft losgemaakt. Vooral de Gereformeerde Kerken zijn in beweging gekomen en ook daar heeft de oproep van de „achttien" grote weerklank gevonden, hoewel de negen predikanten, die bij die „achttien" behoren wel een zekere strijdbare voorhoede vormen en derhalve niet maatgevend zijn voor de houding van de Geref. Kerken in deze zaak. Toch kan ik het niet anders zien dan dat de Gereformeerde Kerken op drift gekomen zijn en dat men nog niet zeggen kan hoe deze „vaart" afloopt. Dat is ook de mening van ds. G. Boer, die hij uitgesproken heeft in zijn referaat op de jaarvergadering van de Geref. Bond: „Geconstateerd moet worden, dat de Gereformeerde Kerken op drift zijn en dat de papieren van de gereformeerde gezindheid bijzonder laag genoteerd staan. Daarin ligt een stuk oordeel over de hooggeroemde eenheid van de gereformeerde gezindheid in haar kerkelijk voortgaande versplintering. Daarin zijn ook onze eigen zonden getekend. Immers wij kunnen er op wijzen, dat de gereformeerde preken in vergelijking met die uit Afscheiding en Doleantie zeer veranderd zijn, dat daaruit de afkeer tegen de hervormd gereformeerde prediking te verklaren valt. En dat is helaas waar. Maar is dit de gehele waarheid? Is de liefde tot deze gescheiden broeders, met al hun hebbelijkheden en onhebbelijkheden ongeveinsd geweest? En, wat de prediking betreft, preekten en preken wij zo, dat de volheid der Schriften naar de gemeente werd overgebracht? Ging en gaat daarvan werfkracht uit? Hebben wij aan de wetenschappelijke arbeid van de Geref. Kerken niet veel te danken? Wat hebben zij in de vormgeving van het Woord Gods voor kerk en andere terreinen aan ons te danken? Of is het toch waar, dat de scholen, waaraan de theologie en andere wetenschappen bedreven worden, tenslotte allen verworden en dat het bederf vanuit de scholen begint? Is dan hun kracht tegelijk hun zwakheid en onze wetenschappelijke armoede een stuk van onze kracht? "

Niettemin, we mogen ons niet hooghartig van de Gereformeerde Kerken afwenden, zo vervolgt ds. Boer: „Wij hebben schuld aan hen. Immers wij hebben in de solidariteit van de voorgeslachten hen laten gaan en aan eigen ontwikkelingsgang overgelaten. Zij hebben schuld aan ons, omdat zij vaak de worsteling van de hervormd gereformeerden in de Hervormde Kerk niet hebben verstaan en gezegd hebben: Kom tot ons! Vanuit deze verbondenheid en schuld in het verleden, heeft geen onzer kerkeraden een samenspreking met de kerkeraad van de Gereformeerde Kerken te weigeren."

Naar een evangelische kerk?

De vrijzinnige predikant I. J. van Houte te Hilversum roept zijn vrijzinnige geloofsgenoten op om mee te doen met de aktie van de „achttien". Hij schrijft o.a.:

„Het heeft geen enkele zin om achterom te zien en nog langer te krakelen over de vraag, of het uittreden van de Gereformeerden uit de Ned. Herv. Kerk in de vorige eeuw terecht of ten onrechte is geschied.

In het heden hebben wij te maken met een andere wereld (die der mondiale solidariteit), met een andere wijze van denken (fenomenologisch, existentieel), met een andere samenleving en anthropologie, met een zich vernieuwende theologie en kerk (oecumene). Voor de toekomst gaat 't slechts om één ding: of wij elkaar als christenen in gehoorzaamheid en dienst aan de ene Heer op de een of andere wijze zullen leren vinden en vasthouden in een nieuw type evangelische kerk."

Hier valt derhalve het woord: evangelische kerk. Daarmee bedoelt men een kerk die niet gebonden is aan de gereformeerde belijdenis, maar die plaats biedt aan christenen van allerlei overtuiging, aan Lutheranen en Baptisten naast de gereformeerden. Deze roep om een evangelische kerk kunnen we in allerlei kringen beluisteren. Ook predikanten van de Gereformeerde Kerken zien dit als een ideaal dat wenkt. Men zal verstaan, dat hierbij de Wereldraad van kerken en de oecumenische gedachten, die zich rondom deze Wereldraad hebben gekristalliseerd, een grote rol spelen. Maar men zal begrijpen dat hiermee de gereformeerde belijdenis en

de gereformeerde traditie, die in ons land zo'n grote rol hebben gespeeld, in gevaar zijn. En wat zullen de gevolgen daarvan zijn? Wanneer we even over de grenzen kijken naar Duitsland en het kerkelijk leven aldaar, dan moet men toch wel even schrikken. Daar heeft men dan de éne evangelische kerk in tal van gebieden. Maar het kerkelijk leven is toch werkelijk niet rooskleurig. Trouwens, ik meen, dat in de belijdenisgeschriften de Heilige Schrift wordt nagesproken. Natuurlijk zou het mogelijk zijn, dat de kerk genoopt wordt tot uitspraken over andere zaken dan in de belijdenis aan de orde komen. Maar de fundamenten van de gereformeerde leer zouden toch — wanneer men gehoorzaam wil zijn aan de Heilige Schrift — weer wat de inhoud betreft precies eender beleden moeten worden.

Het gezag van de Heilige Schrift

Op de jaarvergadering van de Geref. Bond heeft prof. dr. J. Severijn gewezen op het punt waarom het in de kerkelijke beweging van onze tijd moet gaan: om de handhaving van het gezag van de Heilige Schrift. Hij zei o.a.:

„Waar gaat de kerk heen, als ze het goddelijk gezag der Heilige Schrift relatief stelt?

Het is voor de relativerende geesten van zelf geen argument, als we wijzen op Christus' woorden omtrent de Heilige Schrift, want die woorden hebben voor dezulken a priori geen absolute waarde. Over de apostelen en profeten behoeven we dan niet meer te spreken. Wat blijft er dan over, dat in absolute zin als Waarheid kan gelden?

Iets, een denkbeeld, een idee van wat men absolute waarheid zou willen noemen, wordt problematiek in Kantiaanse zin, hetwelk er mogelijk wel is, maar niet kan gekend worden in deze wereld van experiment en ondermaanse logica.

De dingen, waarover profeten en apostelen spreken, die op een hogere werkelijkheid betrekking willen hebben, vallen alzo onder de relatieve beschouwingen van de problematische waarheid en worden object van wijsgerige speculatie. Dit spel wordt aangedreven en in stand gehouden door religieuse gevoelens en filosofische bedilzucht.

Maar de kerk kan daarvan niet leven. Zij leeft uit het Woord Gods, omdat in de kennisse Gods haar leven is. Wie het gezag van de Heilige Schrift relativeert, tast de vitaminen aan, ontledigt de spijze des Heeren van geestelijke kracht, en neemt uit de kerk weg, wat haar tot kerk maakt. Het past bij deze relativerende tendens om een wit-zwart-tekening te haten, maar de Heilige Schrift zegt, dat de waarheid met de leugen geen gemeenschap kan hebben. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij en doen de waarheid niet" (1 Joh. 1:6). Zo ook de Heilige Schrift, zij is overeenkomstig de belijdenis van de Kerk der eeuwen Gods Woord, of zij is het niet. Zij is naar het Woord van Hem, die Zich de Waarheid noemt, een eenheid, de Schrift, die niet gebroken kan worden, door de Geest Gods geschapen, of zij is het niet. En wat ze dan wel zou kunnen zijn naar het oordeel der wijsgeren, historie-en taalgeleerden is van weinig waarde meer en behoort bij al het andere, dat voorbij gaat. Van halfheid en twijfel kan de kerk ook niet leven.

Om al deze redenen moeten we de moed hebben om te zeggen, dat het naar onze diepste overtuiging verkeerd gaat. Wie slechts een grein van geloof heeft en iets van de waarheid der Schrift verstaat, moet dat niet alleen zeggen, maar getuigen en allen, die slechts enigszins deelnemen en deelhebben of geinfluenceerd blijken te worden door de relativerende beweging, waarschuwen en vermanen om daarvan af te laten en een kerk voor ogen te hebben, die een pilaar en vastigheid der waarheid is (1 Tim. 3 : 15) en niet een vergadering van onzekerheden en een tempel van wijsgerig-theologische speculaties."

Juist de belijdenis van het goddelijk gezag van de Heilige Schrift zal onder alles door moeten worden gehandhaafd. En ik besluit deze kroniek met nog een opmerking van prof. Severijn: „Wij zijn echter overtuigd, dat er geen weg is om de kerk te vergaderen dan de zuivere prediking des Woords, d.i. prediking van het Woord, zoals de levende kerk dat verstaat en belijdt. Zo alleen kan de Dienst des Woords dienst zijn; de prediker en de gemeente onder het Woord. De samenkomst der gemeente zij de Dienst des Woords, ook in de liturgie."

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 mei 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 26 mei 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's