De onfeilbare kenmerken bij Comrie

(2)

We hebben gezien dat Comrie tot behoudenis noodzakelijk stelt de vereniging met Christus. Hij spreekt hierbij van een eerste en een tweede vereniging. Bij de eerste vereniging ontvangt de mens volgens hem een geloofsvermogen, zoals we dit in ons vorige artikel hebben gezien.

Mijn lezer zal het duidelijk zijn, dat we over deze eerste vereniging en dat geloofsvermogen wel erg voorzichtig mogen spreken. We krijgen vastere grond onder de voeten als Comrie gaat uitleggen hoe het toegaat, als de zondaar van zijn kant de knoop legt, die hem met Christus verenigt. Dat geschiedt door daden des geloofs. , , Gelijk God de Heilige Geest Christus met de uitverkoren zondaar verenigt, zo is het, dat ook de uitverkorene, levendig gemaakt zijnde door de Geest, zich op het allernauwste met de Persoon van Christus verenigt door het oprecht zaligmakend geloof, hetwelk de band van vereniging is aan de zijde der uitverkorenen... Het is derhalve een dubbele knoop, waarmede Christus en de uitverkorenen aan elkander verbonden zijn, ja een knoop, die nooit zal ontknoopt worden".

Wat gebeurt er dus in het leven van degene, in wie de eerste knoop is gelegd? Deze mens scheidt zich af van alle lusten en begeerlijkheden. „Als het minste beginsel van leven in het hart komt, ziet de ziel de dwaasheid, lastigheid en slavernij van de zonde, en er ontstaat een gulle, hartelijke en algemene afkeer van alle zonden en een hartelijke zielsvereniging met alle deugd. Ja, hoe gebonden zij voor deze aan deze of gene begeerlijkheden mochten geweest zijn, de ziel wordt zo algemeen voor de Heere ingenomen, dat ze tot alles uitroept: Henen uit, henen uit! Dit moet noodzakelijk vooraf gaan, dewijl Christus en Belial al zo min te zamen gevoegd kunnen worden als God en de Mammon te gelijk kunnen gediend worden.

Deze ziel druipt in de tweede plaats weg van treurigheid omdat zij Jezus mist en vanwege haar onuitsprekelijke ellende en jammerlijke toestand; er is geen droefheid, wegens de smartelijke aandoening, met deze te vergelijken. En nochtans is de oorzaak ervan niet zozeer beklemdheid en benauwdheid, maar het gemis, en dat maakt, dat ze in klachten haar hart ontsluiten kan en met vele en herhaalde drangreden bij de Heere aanhouden, of Hij naar zulke dode hond wil omzien."

Derde kenmerk. , , De ziel leert van dag tot dag de noodzakelijkheid van de vereniging met de Borg hoe langer hoe meer." Aan haar kant wordt het buiten hope, zij wordt een geestelijke bankroetier. Daarom krijgt en snikt ze naar Jezus. Nu zou men kunnen vragen of de mens van de ene knoop werkelijk geheel vrij van zonde is? Dat niet, zegt Comrie, maar hij gunt de zonde geen vredige huisvesting in de ziel. , , Gij kunt vóór God betuigen, dat, ofschoon zij in u zijn, en gij door zwakheid dikwerf daarmee overrompeld wordt, dat zij niet in u als vrienden zijn, maar als vijanden, en dat gij een afkeer een aversie en verfoeiing in de grond van uw ziel er tegen vindt en kunt zeggen, dat er geen ding zo genoegelijk voor u zijn zoude, als dat dezelve zonder onderscheid met tak en wortel mochten uitgeroeid worden."

Het staat echter bij Comrie vast, dat geen enkele zonde mag worden vastgehouden. Wie dat doet, mist de eerste knoop. Maar predikt Comrie niet, dat men b.v. op grond van enkele levenstekenen moet geloven? Het is er verre van. Onder de kenmerken hoort ook o.a. deze, dat de bekommerde, die overtuigd is van de noodzakelijkheid om met Christus verenigd te worden, bevindelijk ziet zijn algehele machteloosheid om het geloof tot vereniging te oefenen. Dit doet voortdurend roepen om geloof. Dus de eerste knoop neemt niet weg de machteloosheid om te geloven. De ziel, die de Heilige Geest in beginsel met Christus verenigde is toch van haar kant nog machteloos om te geloven. Men moet dus niet teveel gewicht leggen op die eerste vereniging. Comrie verklaart zich ongerust, omdat er in zijn dagen zovele zijn, die zo gemakkelijk geloven en van geen machteloosheid weten.

Vierde kenmerk is, dat God zelf het aanbod van genade met zoveel kracht op het hart bindt, dat de mens bespeurt, dat de nodiging aan hem gedaan wordt, en dat het Gods gebod is, dat zij, hoe ellendig zij is, in de Borg niet alleen mag, maar ook moet geloven. Zo neemt de ziel van haar kant Christus aan. Dan is er een dubbele knoop. , .Dus, gelijk als Christus in barmhartigheid ondertrouwt, zo komt de ziel door dit gelovig toestemmen in dit huwelijksverbond, en beiden worden één."

Zoals ik reeds zeide, moeten we bij Comrie de eerste en de tweede knoop, de eerste en de tweede vereniging niet van elkander scheiden. Die eerste alleen is niet genoeg. „Elk oprecht hart houdt steeds in het oog of hij door geloofsdaden de Persoon zelf deelachtig wordt, en of zijn hart in Hem overgaat. Iemand zal zeggen, hoe zal ik dat weten? Ik zeg: gij kunt het nagaan uit datgene, dat u vrede gaf en nog geeft. Kunt gij zeggen: het was noch mijn bidden, noch mijn werkzaamheid, maar de Middelaar zelf, aan mij ontdekt, en die ik aannam en dat mijn hart in Hem overging en dat Hij een gestalte in mij kreeg, vrees dan niet, gij hebt u met de Persoon verenigd."

En als het nu eens niet tot deze vereniging komt? Dan is het verloren. Maar is het dan niet genoeg, dat wij vertrouwen op de eerste vereniging? Of is het niet genoeg, dat iemand overtuigd is van zonde en te verlangen naar de vereniging met Jezus. Comrie verwijst zulken niet naar de kenmerken, doch naar Jezus, die machtig is het zaligmakend geloof, dat de tweede knoop legt, in de ziel te werken.

Wat zijn de kenmerken van de eerste vereniging? Comrie antwoordt:1. Gevoel en levendige aandoening en indruk van zijn gebrek is een waarachtig teken, dat men levendig is geworden, dewijl een dode ongevoelig is en geen besef heeft van zijn toestand. Vindt gij, dat uw ellende u drukt en belast en beladen maakt om naar hulp uit te zien, het is een teken dat de Heilige Geest u in zoverre levendig gemaakt heeft, dat ge nu de dingen beseft en er levendige aandoeningen over hebt. 2. Hongeren naar Christus ontstaan uit ontdekking van Gods weg en bestaande in waarachtige eenswillendheid om in die weg gezaligd te worden. 3. Roepen tot God. 4. Het bezit van een nieuw hart. Eerst is het hart onkundig en ongevoelig. Nu krijgt de mens een walg aan zichzelf. Begeert alleen Jezus. Verlangt naar God en naar de wandel in Zijn wegen. Deze mens zegt: , wat zal er van mijn kostelijke ziel worden. Indien ik Jezus niet vind zal ik voor eeuwig moeten verloren gaan. Duizenden werelden zijn mij zo dierbaar niet als Christus. Wat zal het een Goddelijk wonder zijn als de Heere naar zo'n dode hond wil omzien. Zo werkt de eerste vereniging op de tweede aan. Wat zijn de daden des geloofs, waardoor de ziel zich met de Persoon verenigt? Dan is er eerst de ontdekking van Jezus. Aan wie? , , Wij veronderstellen een ziel, door de werking des Geestes diep overtuigd, verbrijzeld en verslagen, want Jezus ontdekt zich aan geen andere als aan verbrokenen van hart en verslagenen van geest". Zo heeft Calvijn het ook al gezegd. Comrie tekent dan hoe de Heere Jezus Zich beminnelijk maakt aan de ziel en alle twijfeling verdrijft. Dan ziet de ziel Jezus, zij wordt ingenomen door zijn heerlijkheid. Zij omhelst Hem

met beide armen. 4. „Dikwerf vindt de ziel op de aannemende daad, dat ze haar hart kwijt wordt en dat haar last van haar schouders genomen wordt."

Nu zijn dus de twee knopen gelegd. Eén knoop houdt niet. Als ieder dat wil bedenken houdt hij de eerste knoop in ere en rust niet voordat de tweede knoop is gelegd. Zonder die tweede knoop is het huwelijk niet gesloten.

Wat te doen om met Christus verenigd te worden? 1. Sta naar een diepe overtuiging, dat ge buiten Jezus zijt, wil geheel ontbloot en van alle droggronden bevrijd worden. 2. Wees bijzonder bang, dat ge gaat bouwen op een gestalte, want dat is Jezus niet. 3. Vraag om licht in het Evangelie en of God u wil roepen. 4. Zoek te verstaan, dat Jezus zich aan u moet ontdekken. En nu maar aan 't werk.

D.

L. V.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen