Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het roomse concilie

In de laatste jaren heeft men in de kranten geregeld berichten kunnen lezen over het roomse concilie, dat deze week te Rome is geopend. Het roomse concilie is enigszins wat wij synode zouden noemen. Het is een kerkvergadering en de afgevaardigden naar deze kerkvergadering zijn de bisschoppen. Ze komen samen om kerkelijke aangelegenheden te bespreken, in het bijzonder betreffende de leer, de eredienst en de tucht. De beslissingen, die op deze kerkvergaderingen genomen werden, hadden aanvankelijk alleen maar geestelijk aanzien, maar later, toen deze concilies samengeroepen werden door keizers, kregen die besluiten ook praktisch bindend gezag. Ook de reformatie heeft enkele concilies van de oud-christelijke kerk erkend, hoewel in het algemeen tegenover de oecumenische concilies een kritische houding werd aangenomen. Maar nog steeds erkennen we als gereformeerde belijders b.v. de uitspraken van de kerkvergadering van Nicea, die in 325 gehouden werd en waarbij de oud-christelijke kerk de zogenaamde geloofsbelijdenis van Nicea aanvaardde. Aan deze geloofsbelijdenis was een geweldige strijd voorafgegaan. Het was de ketterij van Arius, die leerde dat de Heere Jezus niet Gods Zoon was in de eigenlijke zin des woords, niet God was, maar schepsel. De kerkvergadering van Nicea heeft deze ketterij afgewezen en duidelijk uitgesproken dat de Christus God is, eenswezens met God de Vader. Ook de kerkvergadering van Constantinopel van 381 is door de reformatie erkend. Daar werd beleden dat ook de Heilige Geest God is en daar is dan ook duidelijk de belijdenis van de Drieëenheid Gods uitgesproken, zoals wij die nog vinden in de Geloofsbelijdenis van Athanasius. In de oude kerk is er ook nog een grote strijd geweest om de leer van de twee naturen van Christus. In 451 kwamen zeshonderd bisschoppen bijeen in Chalcedon, waar men de uitspraak deed, dat er „twee naturen in één persoon zijn" en waarbij men op deze wijze tot een evenwichtige belijdenis van het mysterie van de Godheid en de mensheid van Christus kwam, in één persoon verenigd.

De latere concilies, toen de roomse dwalingen al begonnen in te sluipen in de kerk, zijn door de reformatie niet meer erkend. Calvijn heeft aan een concilie de voorwaarde gesteld, dat Christus er de voorzitter is en alles er door zijn Woord en Geest bestuurd wordt. Hij was van oordeel, dat er geen beter en zekerder geneesmiddel is, dan dat een synode van ware bisschoppen samenkomt om een uitspraak, uit de Schrift genomen, openbaar te maken, die de twijfeling bij het volk kan wegnemen en aan de goddeloze en eergierige mensen de mond kan stoppen, zodat ze niet verder durven voortgaan.

Ondertussen zijn in de loop der eeuwen nog verschillende roomse concilies gehouden. Op het bekende concilie van Trente werd de reformatie veroordeeld. Op het laatstgehouden concilie in het Vaticaan in 1870 werd de onfeilbaarheid van de paus vastgesteld, zodat zijn leeruitspraken, die hij als zodanig zou doen, door de gehele kerk moeten worden aanvaard. Daarom was men wel verrast toen de tegenwoordige paus het nu geopende concilie aankondigde, aangezien men niet meer een dergelijke kerkvergadering had verwacht, daar de paus immers onfeilbaar gezag heeft in de roomse kerk. Bovendien waren tussen het concilie van Trente en dat van het Vaticaan drie eeuwen verlopen. De aankondiging van het concilie van 1962 bijna honderd jaar na dat van het Vaticaan bracht dan ook een geweldige opschudding teweeg in de roomskatholieke wereld.

Maar ook in de wereld van de Wereldraad van kerken. Men verwachtte oorspronkelijk veel van dit concilie voor het herstel van de eenheid der kerk. Maar deze verwachtingen zijn over het algemeen wel de bodem ingeslagen. Toch zullen „waarnemers" van de Wereldraad aan het concilie deelnemen. Ook vertegenwoordigers van andere protestantse kerken gaan als „waarnemers" naar Rome.

De bedoeling van het concilie

De tegenwoordige paus Johannes XXIII heeft zich bij het uitschrijven van dit concilie beroepen op „de ingeving van de allerhoogste". Alleen een

paus heeft het recht om een kerkvergadering samen te roepen. Hij alleen heeft ook het recht om het concilie te verdagen, te verplaatsen of te ontbinden. Hij maakt de besluiten ook bindend door zijn bekrachtiging.

Nu kan een concilie alleen worden samengeroepen wanneer daartoe een bijzondere aanleiding bestaat. Nu zei ik hierboven reeds, dat de mening eerst overheerste dat de paus de bedoeling had om door middel van het concilie een hereniging van kerken voor te bereiden en dat daarom ook andere kerken uitgenodigd zouden worden om zich op het concilie te doen vertegenwoordigen. Later bleek wel, dat dit laatste een misverstand was. In elk geval - — als het ooit de bedoeling is geweest, dan is men daarvan teruggekomen. Nu drieëneenhalf jaar na de eerste aankondiging zijn verlopen is het herstel van de christelijke eenheid niet meer het hoofdthema van het concilie.

In een encycliek heeft de paus trouwens geschreven: „Het concilie zal vooral tot doel hebben: de grotere bloei van het katholiek geloof, de vernieuwing van het christelijk leven en de aanpassing van de kerkelijke tucht aan de behoeften en omstandigheden van de moderne tijd." En verder lezen we: „Het concilie zal zeker een heerlijk schouwspel bieden van waarheid, eenheid en liefde; en door dit schouwspel zullen, naar wij vertrouwen, ook zij, die van deze apostolische stoel zijn afgescheiden, zich gedrongen gevoelen om de eenheid, die Jezus Christus zo vurig van zijn hemelse Vader heeft afgesmeekt, te zoeken en te verwezenlijken." De paus zegt dan ook zo ondubbelzinnig mogelijk, dat deze eenheid nergens anders dan in de rooms-katholieke kerk te vinden is en dat hereniging slechts kan plaats vinden in de vorm van een „terugkeer" tot de ene schaapstal en het ene vaderhuis, dat steunt op Petrus als fundament.

Het concilie moet volgens de paus werken aan de vernieuwing van de kerk, opdat de nog aanwezige „vooroordelen" van de afgescheiden broeders worden weggenomen.

Niet alleen het enthousiasme van veel „oecumenisch" gezinde protestanten, maar ook de verwachtingen van veel roomsen is bekoeld door de ontwikkeling van de voorbereidingen van het concilie. In de kringen van het Vaticaan, van het secretariaat van de paus, de curie genaamd, is men niet zo geweldig enthousiast over het concilie, w r ant daar heeft men de macht tot nu toe geheel in handen gehad en daar houdt men niet van wijzigingen.

Vooral in Nederland is men erg geschokt doordat een verklaring van de bisschoppen hier niet in goede aarde is gevallen bij de curie, zo zelfs, dat de italiaanse vertaling van dit herderlijk schrijven niet mag worden verkocht. De nederlandse bisschoppen hadden gedoeld op een grotere macht van de bisschoppen over hun eigen gebied, terwijl nu eigenlijk alleen de paus het voor het zeggen heeft. Trouwens, dat is al een eeuwenoude strijd, die thans weer oplaait.

Onze verwachtingen

Onze verwachtingen van het concilie kunnen niet groot zijn. Alleen als Rome wederkeert tot Gods Woord en in gehoorzaamheid aan dat Woord wil gaan handelen, zou er inderdaad verwachting kunnen zijn. Maar als we de onderstaande verklaring lezen, die de bisschoppen moeten tekenen, wanneer ze aan het concilie deelnemen, dan verstaan we dat men in Rome aan wederkeer tot God en zijn Woord nog lang niet toe is en dat we met de reformatie nog steeds de roomse kerk als een valse kerk hebben te beschouwen. Bovengenoemde verklaring luidt aldus:

„Ik, N.N., geloof en belijd in vast geloof alles wat de geloofsbelijdenis bevat, die de heilige roomse kerk gebruikt, namelijk: (hier volgt dan de geloofsbelijdenis van Nicea); vervolgens:

Ik aanvaard de apostolische en kerkelijke overleveringen en de overige gebruiken en regels der kerk.

Ik erken de Heilige Schrift zoals de heilige moederkerk haar hield en houdt. Haar is het oordeel over de ware zin en de verklaring der heilige schriften voorbehouden. Nooit zal ik haar anders opvat-

ten en uitleggen dan volgens de eenstemmige opvattingen der vaders.

Ik belijd ook, dat er in de ware en eigenlijke zin zeven sacramenten van het nieuwe verbond zijn, die door Jezus Christus zijn ingesteld tot heil van het menselijk geslacht.

Alles wat in het concilie van Trente over de erfzonde en de rechtvaardiging is vastgesteld, neem ik geheel aan.

Ik belijd verder, dat aan God in de mis een waar, eigenlijk een verzoenend offer wordt gebracht voor de levenden en de doden... ... dat in de eucharistie een verandering der gehele broodsubstantie in het lichaam en der gehele wijnsubstantie in het bloed van Christus plaats vindt; deze verandering noemt de katholieke kerk transsubstantiatie...

Ik houd vast, dat er een vagevuur is... Ook bevestig ik, dat door Christus aan de kerk de volmacht is gegeven over de aflaten en dat haar gebruik de kerk grote zegen schenkt...

... ik beloof en zweer ware gehoorzaamheid jegens de paus... de stedehouder van Christus... ... ik neem zonder twijfel aan wat in het Vaticanum vastgesteld werd over de voorrang van de bisschop van Rome en diens onfeilbaar leergezag... ... dat ware katholieke geloof, zonder hetwelk niemand kan worden gered, dat ik hier vrij belijd... zal ik met Gods hulp tot aan de laatste adem van mijn leven belijden..."

Profetie nodig

Wanneer ik het bovenstaande lees kan ik me beslist niet vinden in de oproep tot voorbede voor dit concilie, die door de Oecumenische Raad van kerken in Nederland is verspreid. Daar vind ik veel te weinig profetie in, veel te weinig positief getuigenis ook. •

Na er op gewezen te hebben, dat blijkt, dat dit concilie door andere middelen en langs andere wegen zich richt naar de eenheid onder de christenen dan vorige concilies dit hebben gedaan, zegt de oproep: „Dit zou kunnen betekenen, dat dit concilie in de stormachtige ontwikkeling van deze tijd niet tot een binnenkerkelijke aangelegenheid beperkt zal blijven en dat het vraagstuk van de verhouding tot de andere kerken niet uit de weg zal gaan. Mogen dan de beraadslagingen gegrond zijn in de gehoorzaamheid aan 4, e wil en het Woord van God en zo leiden tot besluiten in de geest der waarheid."

Deze oproep vervolgt dan:

„Tot deze voorbede laten de kerken zich allereerst leiden door het gebod van de Heer der Kerk zelf: Zoals Ik u heb lief gehad, zo moet gij elkander liefhebben" (Joh. 13:35).

In het gebed hopen de kerken, dat de Heilige Geest allen zal leiden, die enige verantwoordelijkheid voor dit concilie dragen. „Want wij weten niet, wat wij zullen bidden naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchting" (Rom. 8:26).

Van het gebed dat pleit op deze belofte Gods geloven de kerken, dat het de bereidheid tot vernieuwing van het geloof en tot verdieping van het getuigenis zal versterken. „Want wij vermogen niets tegen de waarheid, maar wel voor de waarheid" (2 Cor. 13:8).

Zo moge deze oproep der kerken de weg openen naar die Oecumenische gezindheid, die bereid is de daad te stellen van het „elkander aanvaarden, zoals ook Christus ons aanvaard heeft tot verheerlijking Gods" (Rom. 15 : 7) opdat Christus' kerk, over de gehele wereld verspreid, met een standvastig geloof volharde in de belijdenis van Zijn naam en alle mensen de stem der waarheid vernemen."

Het is juist de dwaling en de leugen geweest, die in de tijd der reformatie heeft geleid tot het reformatorisch belijden, waarbij men in waarheid voor het Woord Gods gebogen heeft. Maar wanneer de bisschoppen beginnen met zoveel dwalingen te belijden, daar had de Oecumenische Raad in Nederland allereerst op moeten roepen tot bekering, tot wederkeer van de weg der dwaling. De voorbede moet dan wezen een voorbede tot waarachtige bekering van paus, bisschoppen en kerkvolk.

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 13 oktober 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's