Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Generale synode der Christelijk Gereformeerde Kerken

Met grote belangstelling heb ik de verslagen gevolgd van de synode der Christelijke Geref. Kerken. Er zijn verschillende dingen, waarin ik me verwant gevoel met de christelijk gereformeerden. Daar is de gemeenschappelijke belijdenis, de Drie Formulieren van Enigheid, die èn de hervormd gereformeerden èn de christelijk gereformeerden zonder enige reserve aanvaarden. Daar is de levensstijl waarin we het met elkander goed kunnen vinden. Daar is in veler prediking ook belangstelling voor de bevinding. En zo zouden er nog verschillende andere dingen genoemd kunnen worden. Zeker, op het punt van de afscheiding denken we niet gelijk. Ik betreur het dat zovele gereformeerde belijders, die nu de Christelijke Gereformeerde Kerken vormen, niet samen met ons strijden voor de gereformeerde belijdenis op het erf der vaderlandse kerk. Maar daar wil ik nu niet over schrijven.

Op de genoemde synode was een belangrijk punt voor de christelijk gereformeerden aan de orde: de nieuwe Bijbelvertaling. Vooral de „noorderlingen" hebben reeds verschillende jaren aangedrongen op het vrijgeven van de nieuwe vertaling in de kerkdiensten, maar er was hevig verzet van de „zuiderlingen". Men heeft mij wel eens verteld, dat noord en zuid op verschillende punten nogal eens van mening verschillen. Daarom dreigde er het gevaar van een scheuring wanneer de kwestie van de Bijbelvertaling niet met grote omzichtigheid zou worden behandeld. Dat is op deze synode dan ook geschied. En ik kan me met de christelijk gereformeerden verblijden, dat het niet op een nieuwe scheuring is uitgelopen. Want er is al verdeeldheid genoetg onder de gereformeerde belijders in ons vaderland. En hoe belangrijk een nieuwe vertaling van de Bijbel ook zijn mag, ze mag toch geen oorzaak worden van kerkscheuring. Ds. J. H. Velema schrijft nu in De Wekker over de gehouden synode. Hij vergelijkt die synode met het concilie te Rome:

„Hoe groot is dan het reformatorische voordeel, ook al faalt elke vergelijking tussen een generale synode van een betrekkelijk kleine kerkgemeenschap en het uiterlijk imponerend, druk bezocht Concilie. Terecht is op onze Synode opgemerkt in verband met de kwestie van de Bijbelvertaling: we hebben geen paus, die decreteert en zijn goedkeuring geeft. Dat is een rijke zegen.

Ter Synode is met nadruk bij verschillende gelegenheden gewaakt tegen verkeerde kerkrechtelijke tendenzen en is de wacht betrokken bij de zelfstandigheid van de plaatselijke kerk, dat grote goed van het gereformeerde kerkrecht.

Het is een onschatbaar voordeel, dat zo ons kerkelijke leven is ingericht. Van onderen op kan veel ter synode worden gebracht. Geen kerkelijke vergadering heeft het recht om beslissingen te nemen en zelf zaken te behandelen, die niet op de agenda staan of die haar wenselijk voorkomen.

Onze Generale Synode werd gehouden in een bijzonder broederlijke geest; bij alle verschillen, die er steeds geweest zijn en ook altijd zullen blijven, wist iedere afgevaardigde zich verantwoordelijk voor het heil van Christus' kerk. Echte liefde tot de kerk kan men alleen hebben wanneer in die kerk geen mensen heersen, maar Christus Koning is. Onderdaan van die Koning te zijn en Hem te dienen in liefdevolle gehoorzaamheid, bindt aan Zijn kerk.

We mogen met vreugde en dankbaarheid terugzien op onze Generale Synode en we willen de eenvoud van de Santpoortse kapel niet ruilen voor de glorie van de St. Pieterskerk. Want deze eenvoud is teken van het levensgeheim van Christus' kerk: Zijn genade voor zondaren.

Moge dit geheim, dat waarachtig samenbindt, ons hele kerkelijke leven steeds meer doortrekken. Met nadruk heeft onze Synode uitgesproken dat we geen enkele verandering in de leer naar Schrift en belijdenis wensen. Het moge ter harte worden genomen in de komende tijd. Gods Woord was de norm op onze Generale Synode. De liefde tot Gods Woord bond alle broeders samen, ook al ging men op practische punten uiteen. Maar dat is niet erg. En dat eeuwig blijvend Woord is meer dan uiterlijke kerkluister."

Een gereformeerd oordeel

In het Gereformeerd Weekblad van de Gereformeerde Kerken geeft ds. J. Plomp ook zijn indrukken over de synode van de Chr. Geref. Kerken en met name over de discussie naar aanleiding van de nieuwe Bijbelvertaling. Bij het kerkelijk samenleven spelen niet alleen de dogmata een rol, maar ook het geestelijk klimaat, waarin men leeft. Natuurlijk is dat klimaat van de Chr. Geref. Kerken een ander dan dat van onze Hervormde Kerk, maar toch zouden we waarschijnlijk wel een beetje aan elkaar en eikaars klimaat kunnen wennen. Voor ds. Plomp en de gereformeerden is dit echter wel moeilijk als ik hem goed begrijp. Hij schrijft, dat er gereformeerde klimaten zijn waar hij maar erg moeilijk aan zal kunnen wennen. En die discussie over de nieuwe Bijbelvertaling ligt hem niet erg. Die discussie heeft hem tot twijfel gebracht of het wel tot kerkelijke eenheid kan komen:

„Zulke gedachten kwamen bij mij op, toen ik kennis nam van de discussie op de synode van de

Christelijke Gereformeerde Kerken over het gebruik van de Nieuwe Vertaling in de eredienst. Een meerderheidsrapport stelde voor uit te spreken, dat het ambtelijk gebruik van de Nieuwe Vertaling naast of in plaats van de Statenvertaling niet als noodzakelijk, maar als mogelijk moest worden gezien. Een minderheidsrapport wilde echter het uitsluitend gebruik van de Statenvertaling handhaven, zolang uit een grondig onderzoek de deugdelijkheid van de Nieuwe Vertaling niet zou gebleken zijn.

De discussies schijnen tamelijk bewogen te zijn geweest. Sommigen betoogden, dat niet gebleken was, dat de Nieuwe Vertaling in strijd was met wat de belijdenis omtrent de Heilige Schrift leert en dat men dus geen recht had het gebruik van deze vertaling te verbieden. Maar er waren ook andere stemmen te beluisteren. Iemand noemde de Statenvertaling een geloofsstuk en stelde daartegenover de Nieuwe Vertaling voor als een vrucht van de geest dezer eeuw, die niet uit God is; hij meende bovendien dat de taal van de Nieuwe Vertaling in veel opzichten vulgair was. Een ander verklaarde bij eventuele aanvaarding van het meerderheidsvoorstel geprest te worden tot de uitroep: Moeder, ik klaag u aan, want gij zijt niet getrouw in het bewaren van het u toevertrouwde Woord Gods.

Tenslotte viel de zeer voorzichtige beslissing. De synode sprak uit, dat niet gebleken is, dat de tekst van de Nieuwe Vertaling in strijd is met de Heilige Schrift als het Woord van God, zoals de kerken dit in artikel 2 tot 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis belijden en dat derhalve het gebruik van de Nieuwe Vertaling naast de Statenvertaling in de eredienst niet is af te keuren. Wie nu denkt, dat hierop volgt, dat de synode dus het gebruik van de Nieuwe Vertaling zonder meer vrijgeeft, vergist zich. Er volgt (althans volgens de persverslagen), dat de synode „echter gezien de huidige situatie het gebruik van de Statenvertaling in de eredienst raadzaam acht".

Klimaatverschillen

Toen ik pas iemand opzocht die uit Nieuw-Guinea was gerepatrieerd — echte Indische mensen waren het — en vroeg of ze wel kon wennen in Nederland, was haar antwoord: Ik zal nooit kunnen wennen, want het is hier zo koud, en om te tonen hoe koud ze het had kromp ze helemaal in elkaar. Zo iets bedoelt ds. Plomp nu ook wanneer hij zegt dat hij maar moeilijk aan sommige gereformeerde klimaten kan wennen. Met dit verschil dan, dat die klimaten niet te koud voor hem zijn, doch niet fris genoeg. Ja, de een heeft het gauw koud en de ander heeft het gauw warm. Toch is er natuurlijk wel waarheid in zijn opmerking, dat de klimaatverschillen en de niet-theologische faktoren een belangrijke rol kunnen spelen. Hij schrijft:

dat men in het gescheiden leven van de kerken de betekenis van de zg. niet-theologische factoren niet moet onderschatten. Ten aanzien van het gescheiden zijn van de christelijke gereformeerde en onze kerken is men tegenwoordig onder ons geneigd om te zeggen, dat de „theologische" factoren van niet al te groot gewicht mogen worden geacht. Wat ons scheidt, zouden eigenlijk „alleen maar" „niet-theologische" factoren zijn: klimaatsverschillen en zo. Nu, aan een klimaat kan men wennen, menen wij dan.

Ik moet bekennen, dat het volgen van de recente christelijke gereformeerde discussie mij ten opzichte van dat wennen niet onverdeeld optimistisch heeft gestemd. Ik vrees, dat er gereformeerde klimaten zijn, waaraan ik, indien ooit, buitengewoon moeilijk zou kunnen wennen. En toch, indien een ander meent zich gereformeerd te mogen noemen, ik wil niet direct zeggen: ik nog méér, maar in elk geval: ik óók!

Hierover nadenkend kom ik tot mijn laatste opmerking. Het is deze, dat ik ernstig ben gaan twijfelen aan de juistheid van de onderscheiding „theologische" — „niet-theologische" factoren. Bij hantering van de onderscheiding zal men klimaatsverschillen wel bij de laatste moeten onderbrengen. Maar is dat terecht? Heeft de theologie, of liever: heeft de bijbel dan helemaal niets met onze klimaten te maken? Laten wij ons niet vergissen. Ik ben bang, dat er onderscheiden gereformeerde klimaten zijn, die ontstaan zijn en zich sedertdien vrij constant weten te handhaven, hoofdzakelijk hierdoor, dat men naast het Woord Gods ook andere kanons is gaan huldigen, als daar zijn de overlevering der ouden, de ligging van de gemeente, de onaantastbaarheid van het werk der vaderen, de autoriteit van personen en hun denkbeelden.

Het is de aanraking met deze praktijk, die een mens, die zich in zijn studeerkamer niet van een zeker optimisme kon vrijhouden, daarbuiten telkens moedeloos maakt en doet verzuchten: waarom tob ik mij af onder de zon? Is het niet alles ijdelheid en kwelling des geestes? "

Men zegt wel eens dat vele gereformeerden zich tegenwoordig beter thuisvoelen in het middenorthodoxe klimaat (het kan vriezen-, het kan dooien-klimaat heeft iemand dat wel eens genoemd) dan in het christelijk gereformeerde of het herv. gereformeerde. Maar misschien zijn we wel te veel met onze klimaten bezig en te weinig met God en zijn Christus. En dat kan erg funest zijn voor de eenheid der kerk. Daarom hebben we bekering no-

dig lot de levende God.

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 20 oktober 1962

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's