Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzoening der ongelovigen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzoening der ongelovigen?

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op mijn schrijftafel dwarrelde neer een knipsel uit een kerkbode. Het stukje handelt over de ruimte van de verzoening. Volgens de schrijver is er aan deze verzoening geen grens. Er is hierin ook geen verschil tussen gelovigen en ongelovigen. Als voorbeeld geeft hij de communist. Dat is blijkbaar voor hem het ergste soort mens. Maar hij is verzoend met God. Alle mensen zijn met God verzoend. De moordenaar, de souteneur, de jodenvervolger, ieder mens. Het volgende moge de gedachten van de mij onbekende schrijver toelichten: „Mijn bezwaarde broeder kon het niet zo zien, zo zei hij, dat alle mensen in de ruimte van de verzoening waren ingebracht. Ik ken dat geluid. Het maakt me menigmaal verdrietig. Soms echter ben ik verontwaardigd over deze geestelijke kortzichtigheid. Dan ben ik geneigd om te zeggen: Wanneer komt er eens een eind aan je godslastering? Is zij er bij de gratie van ons geloof? Mijn bezwaarde broeder stelde een concrete vraag. Ik houd van concrete vragen. Hij vroeg mij, of ik dan misschien zó ver wilde gaan,

dat ik tegen de eerste de beste communist zou durven zeggen, dat Jezus Christus voor hem gestorven was. Ik antwoordde, dat ik niets anders mocht zeggen en ook niets anders durfde zeggen. Hij meende, dat ik slechts mocht zeggen: Geloof in de Heere Jezus Christus en gij zult zalig worden. Ook dat, zo antwoordde ik, zou ik graag tegen de eerste de beste communist zeggen. Als mijn bezwaarde broeder dan maar goed begreep, dat het in die woorden niet over een andere Jezus ging (om met Paulus te spreken) maar over dezelfde, nl. over die Jezus, die voor de eerste de beste communist en voor mij gestorven was toen wij beiden nog vijanden waren. Mijn bezwaarde broeder, kon het echter weer niet zo zien. Is dat niet de nood en de schuld, waarin wij menigmaal verkeren? Wij hebben geen ogen, die Gods heerlijkheid kunnen zien."

Ik denk, dat dit een voorbeeld is van de nieuwe leer, die toch al heel oud is. Deze nieuwe leer werd door de profeet Jeremia zo vertolkt: , , Vrede, vrede en geen gevaar." Het is met alle mensen goed. Is dit inderdaad het Evangelie? Dan heeft de Heere Jezus het zeker niet goed geweten, wat het evangelie is. Hij waarschuwde er meer dan eens tegen om te denken of te preken, dat alle mensen met God verzoend zijn. Ik denk nu aan de gelijkenis van de wijze en de dwaze maagden. Klaarblijkelijk waren de dwaze ook van gedachte, dat alle mensen leefden in de ruimte der verzoening. Hun gedachte bleek echter onjuist. Zij vonden de deur gesloten. Het is wel opmerkelijk met hoeveel zelfverzekerdheid de schrijver van ons stukje zijn meningen brengt. W^ie niet denkt zoals hij denkt godslasterlijk. Hij verkeert in een staat van schuld, omdat hij Gods heerlijkheid niet ziet. Men moet wel heel erg zeker zijn van zijn zaak of heel weinig echt zeker om zo z'n naaste in een hoek te zetten.

Het grote gebrek in zulke absolute uitlatingen is, dat ze niet op de Schrift, maar op een eigengemaakte filosofie gegrond zijn. Gods Woord weet van een weg, die nauw is en van weinigen, die haar vinden. Daar sterven velen onverzoend. zodat de Christus zal zeggen: Ga weg van Mij, Ik heb u nooit gekend.

Volgens ons stukje is ook de ongelovige met God verzoend. Maar wat sprak Christus? Hij sprak: Wie niet gelooft zal verdoemd worden. Het is echter onmogelijk, dat een verzoende verdoemd wordt. De H. Geest zegt: , , Want indien wij vijanden zijnde met God verzoend zijn, veel meer zullen wij verzoend zijnde, behouden worden door zijn leven." Ik weet wel: elke ketter heeft zijn letter. Men kan best eens een letter uit de Bijbel opzoeken en zeggen: kijk eens, dat staat er dan toch maar. Wie zo de Bijbel niet wil lezen zal moeilijk de stelling kunnen verdedigen, dat alle mensen met God verzoend zijn of dat Jezus voor alle mensen gestorven is, in die zin, dat alle mensen van straf en schuld zijn vrijgemaakt en met God verzoend. Geeft men aan z'n woorden een andere zin, dan is alles te verdedigen, maar dan is ook een gesprek onmogelijk. Dit zijn zo maar een paar opmerkingen over dit stukje. Het hoeft ons niet zo lang bezig te houden. De vraag naar de waarde van de leer der algemene verzoening lijkt mij belangrijker. Maar dan eerst een andere vraag.

Als we nu niet tot iedere dief, souteneur, jodenvervolger, deugdzame of wie ook kunnen zeggen: Christus is voor u gestorven, wat mogen we dan wel zeggen? Hetzelfde wat de Schrift zegt: , , Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar die niet zal geloofd hebben zal verdoemd worden."

In dit stukje wordt gevraagd of de verzoening alleen de gelovige wereld omvat. Mij dunkt, dat dit volkomen duidelijk is en dat het onbegrijpelijk is als iemand, die de Bijbel kent, het anders leert. Hangt dan de verzoening van de mens af? In geen enkel opzicht, want het zoenmiddel (Rom. 3) en het geloof (Ef. 2) zijn beide gaven Gods.

Hoever kunnen wij nu gaan met het spreken tot ieder mens? Tot ieder mag voluit van Christus gesproken worden. In Hem is een volkomen volheid tot wegneming der zonden. Maar wie heeft er zonden? Zeer veel mensen willen het woord niet eens genoemd hebben. Van de zaak zelf willen ze zich helemaal niet bewust zijn. Zonde is een ouderwets woord. Wij hebben toch zelf niet om ons leven gevraagd? Wie zou ons beletten om te doen, wat wij willen? Zouden alle mensen, die van God of zijn evangelie niet willen weten, nochtans met God verzoend zijn? Wat bedoelt men daar dan mee? Meent men soms, dat een simpel aanvaarden van deze, m.i. gedroomde, stand van zaken genoeg is om deze verzoening effectief te maken? Heeft men dan totaal geen idee van de noodzakelijkheid van een algehele omkering tegenover God, van een wedergeboorte, van een bukken voor God, van een gebroken hart en een verslagen geest?

De Heere Jezus had daar wel een idee van. Hij begon ook niet met het geloof te preken, maar Hij begon met de bekering te preken. Bekering is in haar beginstadium een beginnen in te zien, dat heel ons leven verkeerd geweest is tegenover God en dat we van God gescheiden zijn. Jezus roept dan ook alleen de zondaren en Hij roept ze tot bekering. Maar goed, die Christus mag worden uitgetekend en afgeschilderd in zijn volkomen voldoening voor allen, die in Hem geloven zullen. Er mag ook gepredikt worden, dat Christus door Zijn Geest alles werkt wat nodig is om Hem aan te nemen. Hoe ruim mag nu de Heiland gepredikt worden, als men op het standpunt staat, dat niet allen met God verzoend zijn, die op de aarde leven? Ik geef nu het woord aan een der ouden, die wisten, dat God een volk heeft uitverkoren:

, , Die volkomen zaligheid biedt Christus u aan. Dat is een grote zaak, die alle verwondering te boven gaat. Zo doet de Heere niet aan alle mensen... maar u wordt het geopenbaard, u in 't bijzonder, die onder de bediening des Evangelies leeft, die het Woord hoort prediken, die het Woord leest. En tot u allen, die dit leest of hoort lezen, zeg ik als een gezonden dienaar van Christus in zijn naam: omt, want alle dingen zijn nu gereed, Lukas 14 : 17. Die dorst heeft kome, en die wil neme het water des levens om niet, Openb. 22 : 17. Zo zijn wij dan gezanten van Christus' wege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christus' wege: aat u met God verzoenen, 2 Cor. 5 : 20.

Kom nu, gij allergrootste der zondaren, of wie hij mocht zijn en in wat zonde hij tot nu toe geleefd heeft, en vraag mij: Roept Christus ook mij? Mag ik komen? Zou Christus ook mij wel willen aannemen en zaligmaken? Ik antwoord u in Christus' naam: ja, Hij roept u, en belooft u, zo gij komt en in Hem gelooft, dat Hij u zalig maken zal."

Ik vraag me af, wat men nog meer wil? Moet het de ongelovige en in de wereld levende zondaar zo gemakkelijk gemaakt worden, dat God hem de verzoening opdringt? Moet aan elk mens gezegd worden, dat God hem nooit meer straffen zal, al leeft hij nog zo lang en zo lekker in de zonde en dat zijn bedje altijd gespreid is? Hoe komt men er bij? God laat niet met zich spotten, zegt de apostel. Wat de mens zaait, zal hij ook maaien. Evenwel, in de weg van bekering en geloof is er een toegang tot Christus voor iedere zondaar. Het is duidelijk waar het verschil ligt tussen de geciteerde kerkbode en de Catechismus. De kerkbode zegt, dat voor alle mensen een stoel in de hemel is gereserveerd en dat zij daarvan alleen acte hoeven te nemen. Zij zijn verzoend. Dat moet betekenen, dat ook hun vijandschap tegen God is weggenomen. Dit strijdt wel heel erg met hetgeen we dagelijks kunnen constateren, dat de mens een vijand van God is. Maar goed, verzoend zijn is voor de Catechismus, dat alleen zij, die door een waar geloof met Christus zijn verbonden en één gemaakt, met God verzoend zijn.

Ik geef nog verder het woord aan één der ouden: , , Nu komt in bedenking: Of God ook roept allen, die onder de bediening des Evangelies zijn, er niet zalig worden, dan of God alleen de uitverkorenen roept? Ik antwoord: God roept allen en een ieder, die onder de bediening des Evangelies leven. Dit dient wel opgemerkt, opdat men vrijmoedigheid hebbe om Christus aan te nemen, 't welk men niet zou doen, indien 't Evangelie niet aangeboden werd, en opdat men erkenne de rechtvaardigheid Gods in 't straffen van degenen, die op zo grote zaligheid geen acht geven, en het Evangelie niet gehoorzaam zijn... Zo is het klaar, dat ieder, die onder de bediening is, tot Christus geroepen en genodigd wordt... Nu zijt gij overtuigd, immers gij behoordet overtuigd te zijn, dat de Heere Jezus u genade en zaligheid aanbiedt en u roept. Ik zeg niet, onbekeerden, godlozen en aardsgezinden, dat Christus uw Zaligmaker is en dat gij zalig zult worden. Inte-

gendeel, ik zeg u aan, dat Hij u, indien gij zo voortgaat en zo sterft, eeuwig verdoemen zal. Maar ik zeg, dat Hij u roept, dat Hij u tot Zich op 't allervriendelijkst nodigt en dat gij u daarom over uw groot geluk hebt te verblijden, en dat gij daarom te ernstiger moet zijn om uit uzelf en uit uw goddeloos leven uit te gaan, u naar de Heere Jezus te wenden, Hem door het geloof aan te nemen, u aan Hem over te geven, en u aan Hem toe te vertrouwen, opdat Hij u bekere, verzoene met God, door Zijn Geest u heilige, en alzo zaligmake. En dan, zeg ik, dat Hij u zal aannemen en u geven de begeerte van uw ziel. Daarom, is uw hart enigszins geraakt, vertoef niet. stel niet uit, ga tot Hem gelijk de verloren zoon tot zijn vader. Gelijk Christus u allen roept, zo belooft Hij ook aan allen, dat Hij niemand, hij zij ook wie hij zij, die tot Hem met zulk een doel komt, zal wegzenden en zijn genade weigeren, maar dat Hij ze allen zal aannemen. Hoort en gelooft zijn uitdrukkelijk woord: ie tot Mij komt zal Ik geenszins uitwerpen (Joh. 6:37)."

Zo blijf ik er bij, dat de prediker niet tot de hoorders mag zeggen: gij zijt één voor één uitverkoren, gij zijt verzoend. Als men beide woorden in hun volle betekenis neemt, zou hij daarmee zijn mensen bedriegen. Maar men mag en moet wel de Christus aanbieden en hen verkondigen, dat Hij een volkomen zaligheid heeft verworven en dat Hij ze niet alleen heeft verworven, doch ook toepast.

Het is verkeerd om van de uitkomst zeker te willen zijn, voordat wij gebruik gemaakt hebben van de middelen. God wil dat wij zullen komen vragen, bedelen, begeren en van onze kant wachtende zijn, totdat Hij ons vragen en bidden verhoort. Wij moeten komen, steunende op het Woord, maar dit wil niet zeggen, dat de Heere niets doet aan hen die komen. De H. Geest opent ogen en hart voor het Woord, Hij verzekert van het eeuwige leven, Hij overtuigt van zonde en zoveel meer.

Wat moet de mens dus doen, die enigszins aangeraakt is? Hij moet zijn knieën buigen en vragen of er voor hem nog raad is. Op welke grond zou Hij dit kunnen doen? Op grond van de aanbieding. Daar is een aanbieding des heils van Gods zijde. Maar de mens heeft een boos hart. Hij wil de zonde, hij wil de wereld, hij kan niet geloven. Wat moet hij nu doen? Bidden om ontdekkend licht, bidden om de zaken, die in de Doop aan hem verzegeld zijn, bidden om van de zonde en de wereld losgemaakt te worden. De aanbieding des heils is van Gods zijde ernstig gemeend en oprecht. Daarin verklaart de Heere wat Hij wil, dat wij zullen doen, nl. dat wij ons verootmoedigen zullen en ons heil zoeken in Christus alleen. Uit onszelf zullen wij dit nooit doen. Veel mensen, die een dominee hebben, die hun predikt, dat zij het er voor houden moeten, dat zij wedergeboren zijn, dat zij uitverkoren zijn, dat zij verzoend zijn, laten zich daardoor in slaap wiegen. Maar God heeft Zichzelf een volk verkoren. dat niet rusten kan in zo'n algemene prediking. Zij voelen, dat zij zo niet sterven kunnen, zij krijgen een onuitsprekelijke ledigheid in hun binnenste te verwerken, zij wenen om God. Zij voelen de last hunner schuld. Zij komen tot zichzelf. Tot hen zou ik het bijzonder willen zeggen, maar het is voor ieder waar: Gij wordt geroepen tot de zaligheid. De Heere heeft geen lust in uw dood, echt niet. Hij biedt zijn Zoon ook u aan.

Laat ons één bezwaar nog onder de ogen zien: r is geen algemene verzoening, er is wel een algemene aanbieding. Zij is door God bevolen (Matth. 16:15). Is het nu niet vreemd, dat de Heere zijn zaligheid aanbiedt ook aan zulken, van wie Hij zeker weet, dat zij niet zullen geloven? Ik zeg: it bezwaar raakt niet alleen de mannen van de uitverkiezing. Ieder gelooft immers, dat God alwetend is en dat Hij dus van ieder weet of hij zal geloven. Zo biedt God altijd de zaligheid ook aan zulken aan, van wie Hij krachtens zijn verkiezing of krachtens zijn alwetendheid zeker weèt, dat zij niet zullen geloven. Laten wij niet redeneren, maar gehoorzamen als gij Zijn stem dan heden hoort.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Verzoening der ongelovigen?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 juni 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's