Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Rijkdom noch armoede ...

Agur bidt in Spreuken 30 : 8: rmoede of rijkdom geef mij niet; voed mij met het brood mijns bescheiden deels...

Dat schijnt toch wel een wonderlijke bede te zijn. Want dat Agur niet vraagt om armoede, om kommer, om ellende, om broodsgebrek, om levenszorg, dat begrijpen we wel. Maar dat hij tegelijk vraagt om niet rijk te worden, dat klinkt ons toch wel wat vreemd in de oren. Want dat begeren velen toch wel heel erg in het diepst van hun hart: rijkdom! En welk een levensvreugden kunnen we ons niet verschaffen door een welgevulde beurs. Gebrek brengt altijd nood met zich. Ontbering maakt het leven moeilijk. Maar hoe blij en onbezorgd kunnen we leven als we geld volop hebben. En dan kunnen we bovendien toch ook zo nu en dan eens een flink bedrag geven voor het werk in Gods Koninkrijk, waar zoveel voor nodig is.

En toch mogen we niet om rijkdom bidden. We mogen daar ons hart niet op zetten. Wanneer de Heere ons veel goederen geeft — Hij maakt immers arm en Hij maakt rijk — dan zullen we een rentmeester moeten wezen van die goederen, waar we ook eenmaal verantwoording van af moeten leggen. Daarbij is de begeerte om rijk te worden gevaarlijk. We vallen zo gemakkelijk in velerlei verzoekingen en strikken van de duivel.

Bovendien heeft Agur nog een ander gevaar gezien. Hij let op het heil van zijn ziel. Want als ik rijk ben kan er wel eens een groot gevaar in mijn leven komen, zo zegt hij: „Opdat ik zat zijnde, U dan niet verloochene, en zegge: wie is de Heere? " Agur kent het mensenhart. Hij vindt in dat hart de neiging tot hoogmoed en de zucht om onafhankelijk te wezen. Overvloed en rijkdom kunnen dat nog versterken. Het zijn immers sterke benen die de weelde kunnen dragen. Hoeveel mensen verheffen zich niet op hun rijkdom? Dan hebben ze de Heere God niet meer nodig en dan kunnen ze de Almachtige wel missen. God en de mammon dienen kan nu eenmaal niet samengaan.

Hoe gevaarlijk het hangen aan de goederen van deze wereld kan wezen, kunnen we zien aan de rijke jongeling, want hoe bezwaarlijk gaat een rijke in het koninkrijk der hemelen, zo waarschuwt de Heere Jezus. En Paulus schrijft met grote ernst aan Timotheüs: „Doch die rijk willen worden, vallen in verzoeking en in de strik, en in vele dwaze en schadelijke begeerlijkheden, welke de mensen doen verzinken in verderf en ondergang. Want de geldgierigheid is een wortel van alle kwaad." En verder vermaant de apostel, dat we onze hoop niet moeten stellen op de ongestadigheid des rijkdoms, maar op de levende God, Die ons alle dingen rijkelijk verleent om te genieten.

Daarom vraagt Agur: Heere, geef me noch armoede noch rijkdom, leid mij niet in de diepten van de nood en bewaar me ook voor de gevaarlijke hoogten van de overvloedige weelde: laat mijn ziel toch geen schade lijden in kommer of genot en voed mij met het brood mijns bescheiden deels. Dat bescheiden deel is datgene wat de Heere voor hem bestemd heeft, dat Hij voor hem bepaald heeft en dat hij als een kostbaar geschenk uit Gods hand ontvangen mag.

Zou het niet goed zijn voor ons volk om ook zo te bidden? We behoeven niet te verlangen naar armoede en niet naar rijkdom, maar we mogen zelfs vragen om van beide verschoond te blijven. Maar verder moeten we wachten op datgene wat de Heere voor ons bestemd heeft, voor ons bescheiden heeft.

Er is een tijd geweest van diepe armoede voor ons volk. Daardoor hebben ook velen zich afgekeerd van God. Hoewel ook menigmaal de nood ons dichter bij de Heere bracht. We beleven nu een tijd van ongekende welvaart. Maar nu vraag ik me af of deze tijd niet veel gevaarlijker is voor kerk en godsdienst. En we zijn zo bezig met ons „rechtmatig" deel te zoeken aan de welvaart van onze tijd. Daar hebben we het druk mee en daar gaan we in op. En de Heere wordt vergeten en met zijn geboden wordt niet gerekend.

Men zegt wel eens dat de armoede en de ellende veel arbeiders vervreemd heeft van de kerk. Maar zien we in onze tijd niet. dat de welvaart en de rijkdom velen van de kerk vervreemdt? Zoek daarom eerst het Koninkrijk Gods en zijn gerechtigheid...

Gaan de Gereformeerde Assen herroepen? Kerken

De ouderen onder ons zullen zich de Asser synode van de Gereformeerde Kerken nog goed herinneren, waar de zaak-dr. J. G. Geelkerken van Amsterdam-Zuid werd behandeld. Tegen deze predikant waren bezwaren gerezen bij gemeenteleden, die zich niet konden verenigen met uitspraken van deze predikant betreffende het Schriftverhaal van de verzoeking en de val van de mens in het paradijs. Een mening die hierop neerkwam, dat dr. Geelkerken zelf de historiciteit van de in Genesis 2 en 3 vermelde bijzonderheden wel kon erkennen, maar de vrijheid eiste voor hen, die niet aan de letterlijke traditionele opvatting vasthielden en de historiciteit van deze hoofdstukken verwierpen.

Nadat zijn zaak in andere kerkelijke vergaderingen gediend had, kwam men tot het besluit om de generale synode samen te roepen, aangezien dit een kwestie was die de leer der kerk betrof. Uiteindelijk vroeg de Asser Synode van dr. Geelkerken de o» derschrijving van de volgende verklaring:

„Ondergetekende, kennis genomen hebbende van de uitspraak der Synode, dat de boom der kennis des goeds en des kwaads, de slang en haar spreken

en de boom des levens, naar de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal in eigenlijke of letterlijke zin zijn op te vatten en dus zintuigelijk waarneembare werkelijkheden waren;

en dat derhalve de mening van dr. Geelkerken als zou men disputabel kunnen stellen of deze zaken en feiten zintuigelijk waarneembare werkelijkheden waren zonder met het in artikel 4 en 5 der Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden gezag der H. Schrift in strijd te komen, moet worden afgewezen;

verklaart zich aan deze beslissing te conformeren en het Schriftverhaal van Genesis 2 en 3 naar zijn in de uitspraak der Synode aangegeven zin, zonder enig voorbehoud te aanvaarden en ten grondslag te zullen leggen aan wat hij in deze zal leren."

Dr. Geelkerken stelde daar tegenover:

a. dat hij de rechtmatigheid van de eis tot ondertekening niet kon inzien;

b. dat volgens hem de Synode aan haar opvattingen evenveel autoriteit toekende als aan de Schrift;

c. dat hijzelf geen bepaalde exegese betreffende de bedoelde punten had, en evenmin op zichzelf enig geloofsbezwaar tegen de onder ons bestaande, traditionele uitlegging daarvan;

d. dat hij zich voorbehield de vrijheid van wetenschappelijk onderzoek van deze ganse kwestie;

e. dat hij uit hoofde van zijn ambtelijke bediening in onze kerken, bereid was bij zijn prediking en catechetisch onderricht zich, in afwachting van de zo spoedig mogelijke afloop dezer noodzakelijke behandeling naar uw uitspraak „omtrent de klaarblijkelijke bedoeling van het Schriftverhaal van Genesis 2 en 3 te voegen".

De synode van de Gereformeerde Kerken wilde deze verklaring van dr. Geelkerken niet aanvaarden en daarop wilde hij niet de gevraagde verklaring tekenen. Hij werd geschorst en later afgezet.

Maar zijn gemeente bleef hem trouw. Verschillende andere predikanten deelden zijn gevoelens omtrent de eerste hoofdstukken van de bijbel. Samen vormden ze de Gereformeerde Kerken in hersteld verband. De kerkengroep heeft niet lang bestaan. Want in 1946 verenigde ze zich met de Hervormde Kerk. Hun predikanten lieten zich bij hun Schriftbeschouwing meer en meer door Barth leiden.

Prof. dr. K. Dijk verklaart van de Asser Synode in de Christelijke Encyclopedie: „De Synode van Assen is voor de Gereformeerde Kerken van het grootste gewicht geweest, omdat het daar ging om de vraag, of inzake de belijdenis van het Schriftgezag de oude Gereformeerde schriftuurlijke opvatting zou gehandhaafd blijven of een nieuwe richting zou worden ingeslagen; de synode heeft onvoorwaardelijk voor de oude belijdenis gekozen en is hierin door de volgende synode (Groningen 1927) gevolgd, die al de genomen besluiten bekrachtigde."

Raken de Geref. Kerken op drift?

De vraag wordt gesteld of de Geref. Kerken op drift raken. Velen willen bij de Wereldraad aansluiten. Er is grote aandrang om de ambten, in elk geval het diakenambt, voor de vrouw open te stellen. En nu wil men de leeruitspraak van de Asser Synode van 1926 opheffen. In het officiële verslag van de generale synode van de Geref. Kerken, die thans in Groningen wordt gehouden, lees ik:

„Steeds blijven de kerkelijke leeruitspraken, die in de gereformeerde kerken van ons land leidden tot verdeeldheid en afsplitsingen, bij de generale synoden van deze kerken in open discussie. De bereidheid om het verleden kritisch te bezien, bleek deze week op de synode in Groningen uit een langdurige bespreking over het conflict uit 1926, tengevolge waarvan destijds de gereformeerde kerken in hersteld verband zijn ontstaan. Het ging toen om de historiciteit van het paradijsverhaal over de zondeval, zoals dat in de bijbel wordt medegedeeld. De Asser synode van 1926 sprak uit, dat dit schriftverhaal in letterlijke zin moest worden opgevat en dat de daarin genoemde bijzonderheden dus zintuigelijk waarneembare werkelijkheden waren.

Een speciaal deputaatschap dat door de vorige synode werd benoemd, stelde thans in Groningen voor de binding aan deze leeruitspraak op te heffen. Men was van oordeel dat sinds 1926 nieuwe argumenten zijn aangevoerd, die tot herziening van de traditionele opvattingen op dit punt moeten leiden. Deputaten overwogen tevens, dat de vraag hoe het bedoelde schriftverhaal moet worden geexegetiseerd niet los te denken is van de algemene vragen aangaande het verstaan van de bijbel. Men stelde verder voor zich uitsluitend te houden aan de belijdenisgeschriften en een nieuw deputaatschap te benoemen ter voorbereiding van een herderlijk schrijven of een nieuwe synodale uitspraak.

Vele sprekers ter synode stemden in grote lijnen in met deze gedachte. Een nieuwe uitspraak werd echter niet algemeen wenselijk geacht. Dan ontstaan er immers weer „bindingen". De Amsterdamse hoogleraar prof. dr. D. Nauta waarschuwde de synode geen opdrachten te geven tot theologische onderzoekingen en verhandelingen. De kerk moet zich, zo was zijn oordeel, niet begeven in onderzoekingen, die door de wetenschap moeten gebeuren. Inmiddels weken de meeste sprekers duidelijk af van het synodale commissierapport over deze zaak, waarin werd geadviseerd een nieuw deputaatschap te benoemen zonder de uitspraken van „Assen 1926" nu al op te heffen. Teneinde de deputaten, die voor opheffing pleitten en de commissie, die dit nu nog niet wenste, gelegenheid te geven tot een onderlinge uitwisseling van gedachten, werd de zaak aangehouden tot de voortgezette synodezittingen begin volgend jaar."

Kroniekschrijver.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 1963

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's