Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Verkiezing en verantwoordelijkheid

Geachte kroniekschrijver, Onlangs schreef u over de nood der prediking en daar was ik het wel mee eens, maar weet u wel, dat ook in verschillende herv. geref. gemeenten daarvan gesproken moet worden... Zo begint een brief van een trouw lezer van ons blad. En hij vervolgt dan: „Wij hebben hier in onze gemeente een jonge predikant en ik houd veel van hem, want hij is erg trouw in zijn werk en aangenaam in de omgang. Hij vraagt wel eens aan me waarom ik me toch niet kan vinden in zijn preken, want dat weet hij wel, hoewel ik geregeld naar de kerk ga. Preek ik dan de waarheid niet? En dan heb ik hem wel eens gezegd: Wat u zegt is wel waar, maar de volle waarheid is het toch niet. Onze dominé dringt erg aan op bekering en geloof en aannemen van de belofte. Zo legt hij de volle verantwoordelijkheid op de mens. Daar heb ik niets op tegen, want die lijn kan men in de Schrift vinden. Maar hij vergeet de andere lijn. Onder zijn prediking krijg ik de indruk, dat een mens zichzelf kan bekeren en van zichzelf kan geloven en dat we de diepe val van de mens toch niet zo erg hoeven te nemen. Dat een mens van nature dood is in de zonden en de misdaden, dat klinkt in de prediking niet door. Dat wc alleen door wedergeboorte het Koninkrijk Gods in kunnen gaan, dat hoort men niet. Kortom, het werk van de mens wordt gepredikt, maar het werk Gods klinkt niet door in de prediking. Het werk van de Heilige Geest krijgt geen plaats. En dat is in de grond der zaak toch wel erg, wanneer op deze wijze eenzijdig de nadruk wordt gelegd op de verantwoordelijkheid van de mens en daardoor de indruk gewekt wordt, dat een mens zich uit eigen kracht wel kan bekeren en dat hij van zichzelf wel kan geloven. Dat heb ik tegen mijn predikant gezegd, maar hij begrijpt me niet. Ik wil geen eenzijdige prediking, maar ik zoek de verkondiging van dc rijke Christus voor de arme zondaar. Maar dan zal er toch eerst plaats gemaakt moeten worden voor die Christus, dan zullen we toch eerst ontdekt moeten worden. De Heilige Geest overtuigt immers eerst van zonde, gerechtigheid en oordeel. En het is de Heilige Geest, Die het geloof werkt. De Heilige Geest neemt het immers alles uit Christus om het ons toe te passen. Zie, dat werk van de Heilige Geest komt tegenwoordig in veler prediking tekort. En de souvereine genade Gods wordt niet in die mate gepredikt, dat het ook „door genade alleen" is. Zou u daar niet eens iets over willen schrijven, omdat ik zo bang ben, dat onze hervormd gereformeerde beweging uitgehold wordt door een eenzijdige prediking? "

Tot zover mijn briefschrijver. Het is duidelijk, dat deze man bewogen is met de kerk en in het bijzonder ook met onze predikanten. Zulke mensen hebben we nodig. Die hun dominees biddend opdragen aan de troon der genade en die met hen meeleven en meeworstelen. Ik wil niet ontkennen, dat sommige predikanten het hun gemeenteleden wel eens moeilijk maken door een hoogmoedige houding, daar ze in de mening verkeren, dat zij door hun meerdere studie het beter weten dan hun gemeenteleden. Maar misschien zou het toch wel goed zijn wanneer we ook leren luisteren naar kerkgangers zoals er hierboven één aan het woord is. Daarom heb ik het grootste deel van zijn brief hierboven doorgegeven. Ik hoef er eigenlijk niets aan toe te voegen. Alleen dit: onlangs zei een gemeentelid tegen me, dat ik mezelf tegensprak door de mens op te roepen tot bekering en geloof en daarnaast te prediken, dat het alleen door souvereine genade kan, door wedergeboorte en vernieuwing des harten. Ik heb hem geantwoord, dat ik niets anders doe dan het Woord Gods doorgeven. En dat die twee lijnen nu eenmaal in de Schrift voorkomen en dat God dit zegenen wil als we alleen zijn Woord verkondigen. Zo heeft het Gode behaagd door de dwaasheid der prediking zalig te maken die geloven.

Dr. K. H. E. Gravcineijer spreekt

Dr. K. H. E. Gravemeijer, die zo n belangrijke plaats heeft ingenomen in het kerkelijk leven in de oorlogsjaren en bij de voorbereiding voor de nieuwe kerkorde, is diep teleurgesteld in de ontwikkeling van het kerkelijk leven, met name van onze Hervormde Kerk. Hij heeft daar reeds meer dan eens blijk van gegeven. Nu heeft hij gesproken voor de Vereniging Protestants Nederland. Ik geef hier het verslag door, zoals ik het vond in De Volkskrant (r.k.):

„Wij zijn het moe al dat rooms gedoe", riep gisteravond in de Vaste Burcht-kerk te Voorburg dr. Gravemeijer op een bijeenkomst van de vereniging Protestants Nederland" (koninklijk goedgekeurd in 1928), waar hij sprak over „Kerk, Oranje, Nederland". De vereniging, waarvan hij een van de oprichters is, ontplooit een grote activiteit sinds prinses Irene katholiek is geworden. Als hij nog jong was geweest, zei dr. Gravemeijer, zou hij nu volop leden willen gaan werven en zou men spoedig niet meer kunnen zeggen, dat „Protestants Nederland" een „klein clubje" is.

De vergadering was geopend door ds. Lietaert, die zei dat men een anti-roomse sfeer zou vermijden, en met het zingen van het Lutherlied. Dr. Gravemeijer zei, dat hij hartelijke vrienden onder de roomse medeburgers had. Hij constateerde, dat wij leven in een „ongelooflijke, slappe, karakterloze tijd". Hij kon, zei hij, leden van andere protestantse kerken makkelijker de broederhand drukken dan vroeger, omdat hij zelf in de knoop is komen te zitten met zijn eigen kerk (de Ned. Herv. Kerk).

„Ik zie nu wel in", aldus dr. Gravemeyer, „dat de hervormde Kerk ook niks is." Hij had gedacht, dat de Kerk leiding zou geven aan „ons geestelijk leven". In plaats daarvan zag hij een „lonken naar de roomse kerk". Dat lonken is liefdeloos en trouweloos. Het Nederlandse volk is geboren in de reformatie, maar dr. Gravemeijer kan soms zijn ogen niet geloven als hij ziet wat andere dominees schrijven.

Een dominee, die hervormd is geworden — „voor mijn part gaat-ie weer terug" — heeft over de roomse kerk gesproken als over de moederkerk. Een andere dominee heeft geschreven, dat niet zoveel drukte moet woren gemaakt over de bekering van prinses Irene: het is toch slechts een verhuizing van de ene kamer naar de andere. „Ja, dan ben je toch nog dominee, als je dat zegt en wordt er niet geroepen: eruit", aldus dr. Gravemeijer.

Dr. Gravemeijer was diep bedroefd over dc toestand van de kerk en vreesde dat „afval op afval" te wachten staat als het zo blijft. „Rome zal zorgen dat het vacuüm gevuld wordt." Dr. Gravemeijer merkte op: „Nederland kan alleen Nederland blijven met een protestants vorstenhuis." Kardinaal Alfrink, zo ging hij verder, „deed wat van een rooms prelaat verwacht kan worden: op geheimzinnige wijze een prinses van haar voorvaderlijk geloof losmaken."

„Wij moeten kardinaal Alfrink daarover niet lastig vallen. Zo zijn ze nu eenmaal. Zo doen ze", riep dr. Gravemeijer. Hij legde uit hoe het gaat in de katholieke kerk als een jongen of een meisje ka

tholiek wil worden maar bang is voor de reacties van haar ouders. Dan zegt de katholieke priester: „Je praat er niet over. Je wordt volledig vrijgesteld van alle verplichtingen. Alleen als het katholicisme ter sprake komt, zeg je er wat vriendelijks over. Jij bent rooms-katholiek. Ik weet het. Zij hebben het niet te weten."

Dr. Gravemeijer zei dat het hem niet zit in kardinaal Alfrink, maar in de protestanten zelf. Hijzelf had jarenlang in het gehele land gewaarschuwd. Ds. Chr. Gall knoopte later bij de opmerkingen van dr. Gravemeijer aan. Hij zei dat op 1 december 1963 prinses Irene nog tot het avondmaal was gegaan in de doopsgezinde kerk in Baarn, maar anderhalve maand later reeds kuste zij in Saragossa de mantel van het Mariabeeld, de beschermheilige van het fascistische Spanje.

., Hoe kan dat? " riep ds. Gall, „kunt u daarbij? Het hoort bij het systeem." Later zei hij nog: „Wij houden niet van stiekeme dingen." En dr. Gravemeijer vertelde nog hoe hij het vroeger deed als een meisje bij hem kwam om te zeggen dat ze verliefd was op een roomse jongen, die nog een goede baan had bovendien. Dan zei hij haar, dat men niet slechts uit gevoel kan leven: „Gij zult God meer liefhebben dan de mensen."

Een heel hachelijke situatie is ontstaan, zei ds. Gravemeijer; nu het volk wegzakt van de Reformatie en van het Huis van Oranje een tak is afgebroken. „Wij moeten rondom de troon gaan staan in het gebed. Dan is er nog toekomst voor het vaderland. Als wij God ontrouw zijn, dan zullen wij vergaan. Dat geldt ook voor het koningshuis. Wij moeten niet weer buigen onder het juk van de dienstbaarheid, dat is Rome."

Tot zover dit verslag. Er is inderdaad veel losgemaakt door de gebeurtenissen van de laatste tijd. Ons volk heeft een gevoelige schok gekregen. En deze schok was nodig om zich te bezinnen op het reformatorisch erfgoed.

Ronduit gezegd

In De Protestant, het blad van de Evangelische Maatschappij, komt men nog eens in een redactioneel artikel terug op de overgang van prinses Irene. Dit artikel begint als volgt:

„Kardinaal Alfrink — en daarmee de r.k. kerk — heeft ons bitter teleurgesteld. Inzake de handelingen bij de opname van prinses Irene beroept hij zich ten onrechte op het ambtsgeheim. Het is zon-neklaar, dat de motieven tot de overgang niet openbaar behoeven te worden, hoewel een overgang pas volwassen aandoet, wanneer de motivering wèl openbaar kan worden. Maar dat gezwegen wordt over mogelijke overdoop en over het afleggen en de inhoud van de geloofsbelijdenis, dat is een werkelijke kerk onwaardig.

Handelt een kerk in overeenstemming met haar wezen, wanneer zij zelf verzwijgt en medewerkt aan de verzwijging inzake het feit en de wijze van toetreding van iemand? Neen, absoluut niet. Christus is gekruisigd ómdat Hij openbaar optrad. De martelaars zijn gestorven omdat zij voluit hun geloof beleden. Ook de martelaars, die door de r.k. kerk heilig zijn verklaard.

Nogmaals — de wereld heeft geen recht op het kennen van de aanleidingen en gedachten, die prinses Irene gebracht hebben tot deze overgang. Deze kunnen inderdaad onder het ambtsgeheim en de discretie vallen. Maar dat de kardinaal heeft meegewerkt aan de geheimhouding der handelingen of deze geheimhouding zelf heeft gewild, dat is beslist niet te dekken met een beroep op het ambtsgeheim. Hier wordt het ambtsgeheim willens en wetens misbruikt. Tot schade van de r.k. kerk zelf, tot schade van de verhouding van deze kerk tot het koninklijk huis en tot het Nederlandse volk. Eveneens tot schade van de verhouding van de r.k. kerk tot de andere kerken."

En verder lees ik nog:

„Wij zijn, ronduit gezegd, ook teleurgesteld over de houding van de woordvoerders der prot.-christelijke partijen tijdens het debat in de Tweede Kamer.

Zij hebben een antwoord ontweken op de vraag, of zij een rooms-katholieke vorstin voor Nederland aanvaardbaar zouden achten.

Het schijnt langzamerhand onfatsoenlijk te worden om de gestelde vraag ronduit met neen te beantwoorden. Nu, dan zullen wij maar eens onfatsoenlijk wezen en ronduit zeggen, dat wij een rooms-katholieke vorstin voor Nederland onaanvaardbaar zouden vinden.

Zelfs in republieken wordt, al is constitutioneel niets vastgelegd over de godsdienst van het staatshoofd, rekening gehouden met de godsdienstige status van de te kiezen president. In de Duitse Bondsrepubliek geldt de regel: is de kanselier rooms, dan moet de president protestant zijn en omgekeerd. Terwijl men in een republiek veel gemakkelijker kan breken met een traditie dan in een monarchie. De Verenigde Staten tonen het, waar men brak met een traditie toen de r.k. Kennedy tot president werd gekozen. En wat ziet men daar nu? Nü wordt van r.k. zijde gepropageerd, dat als bij een volgende verkiezing een protestant president wordt, de vice-president toch zeker katholiek , moet' zijn. Zo zijn de manieren van het politieke katholicisme. Eerst beroept men zich op de democratische spelregels: men kan toch niet een hele bevolkingsgroep , en bloc' uitsluiten van het hoogste staatsambt? En als de natie dat beroep gegrond verklaart en breekt met een traditie, dan fungeert datzelfde blok om een nieuwe traditie te vestigen.

In een monarchie liggen de dingen nog veel moeilijker. Voor haar is de traditie nog veel belangrijker. Het volk kiest immers niet zijn staatshoofd op grond van persoonlijke kwaliteiten, maar aanvaardt het op grond van erfopvolging. Tot nu toe heeft de geschiedenis ons geleerd, dat voor vrijheid en verdraagzaamheid de protestantse traditie een beter klimaat biedt dan de rooms-katholieke. Wij zouden niet graag beweren, dat roomskatholieken geen goede democraten kunnen zijn. Minister Marijnen heeft in de afgelopen weken het tegendeel bewezen: alle respect! Wij weten ook, dat in de r.k. kerk zich iets aan het veranderen is en dat zij - — naar wij hopen — er toe zal komen de conseguenties der moderne democratie t.a.v. de verhouding van kerk en staat te aanvaarden. Wanneer zij dat doet, zal dat een enorme winst betekenen: de discussie met het rooms-katholicisme zal zich dan kunnen beperken tot het zuiver religieuze vlak. Maar wij hebben helaas te maken met de r.k. kerk zoals zij thans is, een kerk, die in een overgangsfase verkeert wellicht, maar nog aarzelt. Oecumenische woorden kunnen in haar samengaan met zeer on-oecumenische daden (als b.v. een zich in het geheim voltrekkende overgang, met welk geheim noch het a.s. echtpaar Irene-Carlos gediend is, wanneer zij tenminste werkelijk christelijk willen leven, noch de r.k. kerk? noch het Nederlandse volk). En in politicis zijn het in haar niet alleen de Bourbons, die niets hebben geleerd en niets vergeten."

Wanneer in het bovenstaande gedoeld wordt op de protestants-christelijke partijen, dan zullen daar de twee grote wel mee bedoeld zijn. Overigens worden hier verschillende opmerkingen gemaakt, waarmee men kan instemmen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 maart 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 maart 1964

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's