Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kinderen tot heelÿkheid geleid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kinderen tot heelÿkheid geleid

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Want het betaamde Hem, om welken alle dingen zijn en door welken alle dingen zijn, dat Hij, vele kinderen tot de heerlijkheid leidende, de overste Leidsman hunner zaligheid door lijden zou heiligen. Hebr. 2 : 10.

Om Hem en door Hem alle dingen

Het lijkt onbetamelijk als de apostel cjaat schrijven over wat God betaamt. In dit prachtige boek der Hebreeën, in dit prachtige tweede hoofdstuk, schrij r t de apostel op een zeer diepe en geestelijke wijze over het lijden van Christus, om daarmee het lijdende volk in de verstrooiing te bemoedigen. Hij geeft hiermee de aard van het kindschap Gods aan. Ook grijpt de apostel naar het hoogste, om de lijdende en vervolgde kerk moed in te spreken. Zo durft hij het aan, om te spreken van wat God paste, namelijk om Zijn Zoon te laten lijden, om zo kinderen tot heerlijkheid te leiden. Een dienaar Gods mag veel zeggen; hij mag veel zeggen, als hij het Evangelie oprecht bedient; hij mag ook veel zeggen, als hij de ere Gods op het oog heeft.

Nu bevindt de apostel zich in het hart van het Evangelie, als hij zegt, dat God de overste Leidsman door lijden heiligde. En de apostel bevindt zich geheel in de lijn van de ere Gods, als hij zegt, dat om God en door God alle dingen zijn. Zo dan bezondigt de apostel zich niet, als hij durft te zeggen: , , Dit betaamde, dit paste God." Hij wil zeggen, dat het bij de aard Gods, bij het wezen Gods, bij al de deugden Gods paste, om Zijn Zoon te heiligen en om Hem door lijden te heiligen. Daarin heeft God geen enkel onrecht gedaan, integendeel daarin heeft Hij geheel naar het recht gehandeld en ook naar genade gehandeld. Let er wel op, dat God zó met Zijn Zoon handelde, om vele kinderen tot de heerlijkheid te kunnen leiden. Dit is het verheven doel Gods in Zijn handelen met Christus: de zaligheid van kinderen, van vele kinderen! Met eerbied gezegd: daarom paste het God, daarom betaamde het Hem, om zo en niet anders te handelen. Dat hoorde helemaal bij Zijn recht, dat behoorde helemaal bij Zijn genade.

Om welken alle dingen zijn. Om God zijn alle dingen geschapen. De apostel behandelt in Hebreeën 2 de achtste Psalm, de Psalm van de zin der schepping, de Psalm van het scheppingsdoel van de mens. God heeft de mens tot Zijn ere geschapen. Psalm 8 gaat zelfs zover, dat de eer van de mens, aan wie heel de schepping onderworpen is, de eer van God is. Daarom is alles zo heerlijk en zo schoon geschapen, opdat de schepping de mens zou eren en opdat de mens zijn God zou eren. Daarom heeft God dan alles geschapen om Zijns zelfs wil, om der wille van Zijn eer, om der wille van Zijn grote en heerlijke naam.

En als God Zich dan ontfermt over die onder de vloek zuchtende schepping en over de diepgezonken mens, dan strekt heel het handelen Gods met Christus tot zaligheid van mensenkinderen en tot Gods eer. Om Welken alle dingen zijn, beide in natuur en in genade!

Ook dóór Hem zijn alle dingen.

De mens was door God in aanzijn geroepen en ook al het geschapene was door God. Niet minder is heel de genade door God, ik zou willen zeggen, hoeveel te meer is de genade door God. Wie heeft het toch ooit kunnen uitdenken, om de mens, die van God is afgevallen, die tegen God is opgestaan, niet te verdoemen, maar integendeel aan te nemen tot de zaligheid, tot de heerlijkheid. En daar zag God achter de mens dat hele menselijke geslacht, die vele kinderen. En voor hen is Hij geworden een oorzaak der eeuwige zaligheid. Door Hem is ook Christus geworden vlees van ons vlees, been van ons gemeente, bloed van ons bloed. Dat nog minder was ooit in enig mensenhart opgekomen, wat God gedaan heeft tot zaligheid van Zijn volk. Hij heeft Zich voor ogen gesteld de zaligheid van Zijn volk in al het lijden en in al de heiliging, die over Christus kwamen.

Om kinderen tot heerlijkheid te leiden

Om vele kinderen tot de heerlijkheid te leiden. Dit is dan een werk Góds des Vaders. De bijbel zegt in Romeinen 8 : 14: .Want zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods." Hier in deze tekst, Hebr. 2:10, wordt Christus genoemd de overste Leidsman hunner zaligheid. En op een andere plaats wordt Christus genoemd de overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Hier nu wordt van God de Vader gezegd, dat Hij om vele kinderen tot de heerlijkheid te leiden. Christus door lijden zou heiligen. Het leiden der kinderen Gods is dus een werk van God Drieënig. De Vader doet dit zowel als de Zoon en zo goed als de Heilige Geest. Geen wonder, dit is bijzonder Vaderlijk werk. Wat Vader is er, die zijn kinderen niet als bij de hand leidt? Dit staat er nadrukkelijk van Hem geschreven in Hosea 11: Als Israël een kind was, toen heb Ik hem liefgehad. Ik nochtans leerde Efraïm gaan; Hij nam ze op Zijn armen." En in Jeremia 31 : 20 lezen wij: Is niet Efraïm Mij een dierbare zoon? , is hij Mij niet een troetelkind? Want sinds Ik tot hem gesproken heb, denk Ik nog ernstiglijk aan Hem, daarom rommelt Mijn ingewand over hem; Ik zal Mij zijner zekerlijk ontfermen, spreekt de Heere." Welnu, met zo'n teer erbarmen is God vervuld over Zijn kinderen. Geen wonder, zij zijn uit Hem geboren. Als ergens geldt, dat door Hem alle dingen zijn, dan is het hier. God is hun Vader, de kerk is hun moeder, het Woord is het zaad hunner wedergeboorte. Daarom leidt Hij ze door het leven, daarom leidt Hij ze in de kerk, door de kerk. Daarom leidt Hij ze in het Woord, in al de waarheid. Van Hem zegt de kerk: , Gij hebt mijn rechterhand gevat, Gij zult mij leiden door Uw raad en daarna zult Gij mij opnemen in heerlijkheid." Zo leidt Hij ze ook tot de heerlijkheid, tot de heerlijkheid van het Evangelie en tot de heerlijkheid des hemels. Dit is een leiding, een besturing Gods, als iemand onder het Evangelie komt, als hij dat leert verstaan, als hij door dat Evangelie wordt vrij gemaakt. En ook dit is een leiding Gods, als iemand tot de heerlijkheid van de hemel geleid wordt. Dit tweede vindt niet plaats dan

via 't eerste. Uit 't eerste blijkt onze verkiezing, en uit het tweede blijkt onze verkiezing. Het is een blijk van iemands verwerping, als hij het Evangelie verlaat, als hij daarvan vervreemdt, als hij het bloed des Nieuwen Testaments onrein acht. En het is een blijk van iemands verwerping, als hij de heerlijkheid Gods mist aan het eind van zijn levensweg.

Nu zegt de tekst niet, dat God Zijn kinderen tot de heerlijkheid leidt, maar dat Hij kinderen tot de heerlijkheid leidt. Het is namelijk de regel van Gods doen, dat Hij mensen tot Zich trekt, gaat leiden in hun jeugd. Soms begint die leiding, dat vatten bij de hand, de bekering, in de prille jeugd. Daar zijn zelfs gevallen, dat mensen van de moederschoot af de Heere vrezen. Dat behoort echter tot de uitzonderingen. Niet behoort het tot de uitzonderingen, dat mensen jong getrokken worden door Gods mensenzelen. Meestentijds pleegt God in mensenharten de goede keuze te werken in de tijd, waarin de bewustwording des levens valt, in de tijd, waarin de beslissingen en de keuzen des levens vallen. Het komt ook voor, dat mensen in middelbare leeftijd, en betrekkelijk zelden, dat iemand in de ouderdom tot de genade komt. In die gevallen liggen toch doorgaans in vroeger jaren reeds gemoedsbewegingen, overtuigingen, indrukken van de dood en van de eeuwigheid, lokkingen Gods en begeerten naar de eeuwige dingen. Als de gewone regel van Gods doen kunnen wij dus aannemen, dat God kinderen tot zaligheid leidt.

Vele kinderen!

Verhoudingsgewijs zijn het er niet velen. maar op zichzelf beschouwd zijn het er wel velen. De levende kerk Gods blijft in stand. En daarin is God niet karig. De wasdom der kerk staat in zeker verband tot de ijver en tot de getrouwheid der dienstknechten Gods. , , Die spaarzamelijk zaait, zal spaarzamelijk maaien en die in zegeningen zaait, zal ook in zegeningen maaien" (2 Korinthe 9:6).

En laat ons vooral niet gering denken van God en van Zijn barmhartigheden, die vele zijn. Zijn arm is toch niet verkort. Zijn hand is toch niet krachteloos. — Nog deze gedachte. God trekt niet slechts kinderen. Hij leidt ook kinderen en Hij leidt ze tot de heerlijkheid. Als ouders of leraars met zorg op het kroost der kerk zien, en dat vooral in tijden van verval der kerk en algemene afval van de kerk, dan mogen zij hieruit toch bemoediging putten, dat de Heere kinderen leidt ook door deze tegenwoordige wereld. Wat ook valt: Zijn Woord valt niet. Zijn hand valt niet, Zijn leiding valt niet. Als vader of moeder gestorven zijn, als ambtsdragers der kerk de lammeren der kerk uit het oog verloren hebben, dan gaat de leiding Gods met hen in ongebroken kracht voort. Uwer. o volk, is de belofte: , , Het zaad zal Hem dienen!"

Om de Leidsman door leiden te heiligen

Christus is door lijden geheiligd. Dit mag ik onder ons als bekend veronderstellen. Hier is deze gedachte nieuw, dat Christus als de overste Leidsman hunner zaligheid door lijden geheiligd is. God leidt de Zijnen Zelf en Hij leidt ze ook door Zijn Heilige Geest èn Hij leidt ze ook door ze Christus als Leidsman, als overste Leidsman te geven. Christus is aan de gemeente gegeven als de Eersteling onder vele broederen. Het volgende vers, het elfde, zegt dat ook: , .Hij schaamt Zich niet hen broeders te noemen." Wat een gedachte. Deze hoge Zoon Gods, Die bij de Vader eer en heerlijkheid had, eer de wereld was, is vlees van ons vlees geworden. familie van dit menselijk geslacht. En Hij zegt tegen zwak en nietig vlees: , , Mijn broeders". En Hij zegt tot de zondaar: , .Mijn zoon, geef Mij uw hart en laat Mijn ogen uw wegen bewaren." Hij waagt het met zondaars en Hij schaamt Zich niet om moordenaars, overspelers, leugenaars Zijn broeders te noemen. Hij is afgedaald in Gethsemané en op Golgotha tot in de diepte der hel. En Hij is vandaaruit voor die vele kinderen des toorns gaan staan, om voor hen een pad te banen naar de heerlijkheid. Een Leidsman werd Hij, een overste Leidsman, Die vèr boven hen allen uitstak. Die de Heerser over hen zou zijn. Met de hoog-adellijke titel van Hertog benoemt Calvijn Hem hier! Hij is die de heirweg baant, Hij is die het heir leidt. Vorstelijk gaat Hij de vele kinderen voor en Hij gebiedt dezen: , .Volg Mij!" en hij volgt. Hij gebiedt genen: , , Laat hem los", en hij wordt losgelaten door de zonde, door de wereld, door de duivel.

En nu is de Leidsman door lijden geheiligd, opdat ook de vele kinderen door lijden geheiligd zouden zijn. En zie, daar hebt gij dan de weg van de levende kerk: de weg van het lijden. Geloven is deel hebben aan des Leidsmans lijden. Het echte belijden is bloedgetuige zijn. Dat kost bloed en tranen. Het zijn in de kerk kost aan , , de kerk", aan de levende kerk. bloed cn tranen. Het is nooit anders geweest en het zal nooit anders zijn. Verwacht het niet, dat gij in enige gemeente, dat gij in welke kerk ook. het lijden zult mislopen. Het zijn in de wereld betekent het niet van de wereld zijn. Het betekent ook der wereld niet gelijkvormig zijn. Het niet mee kunnen, omdat gij niet mee inoogt! In de wereld, ook in de wereld van vandaag, betekent geloven eenvoudig kruisgemeente zijn. Dat is altijd het deel der kerk geweest en dat zal het blijven. Hier komt nog bij de kruisiging van ons eigen vlees en hier komt nog bij de vaderlijke kastijding. Maar wij zullen dit kruis wèl vrolijk dragen. Wij zullen niet morren onder dit kruis, wij zullen er veeleer in roemen.

God toch heiligt Zijn vele kinderen door het lijden. Dit zet u apart van de wereld. Het wereldse geloof, de wereldse kerk wil alles, maar geen lijden om des geloofs wil. Dit brengt dan een natuurlijke scheiding te weeg. Hier gaan historisch geloof, tijdgeloof. wondergeloof andere wegen. Hier schiet alleen zaligmakend geloof over.

Dit is een heilig volk. Het zal alleen wonen, zo goed nu en hier, op aarde, als straks in de heerlijkheid. Zo goed als hun Hertog, de overste Leidsman en de Voleinder van het geloof, alleen gewoond heeft, met Zijn God en met Zijn Kerk.

Zw.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1965

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Kinderen tot heelÿkheid geleid

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 17 april 1965

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's