Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bewaar het pand u toebetrouwd 1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewaar het pand u toebetrouwd 1)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

We leven in een tijd van geweldige verschuivingen vooral ook op kerkelijk en theologisch gebied. En de gereformeerde gezindte in ons vaderland is hierbij nauw betrokken. Zo nauw, naar wij vrezen, dat er een groot gevaar dreigt dat de invloed van de gereformeerde belijdenis steeds minder gaat worden. De vrijzinnige theologie, in de brede zin des woords dan genomen, is duidelijk in de aanval. Het oude modernisme moge dan bijna geheel vergingen op Geref. Grondslag, dwenen zijn, er is een nieuwe vrijzinnigheid ontstaan die doorgedrongen is in de rechtzinnige gelederen, en die daar steeds meer aan grote invloed wint. Daarbij zijn allerlei Schriftbeschouwingen ontstaan, die in regelrechte strijd zijn met het Schriftgeloof, zoals we dat in de gereformeerde belijdenis der kerk vinden uitgedrukt. En wanneer we dat Schriftgeloof verliezen, raken we tenslotte de Heere God kwijt zoals Hij zich in Zijn Woord heeft geopenbaard en zoals we dat duidelijk zien bij verschillende moderne schrijvers van deze tijd, die in hun nieuwerwetse godsdienstige opvattingen geen plaats meer hebben voor een persoonlijk God, zeker niet voor de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, zoals Hij voor ons gestalte krijgt in de Heilige Schrift. De nieuwe vrijzinnigheid is inderdaad in de aan-

val, zoals we dat ook duidelijk hebben kunnen opmerken in verschillende artikelen over het Paasgebeuren in de kerkelijke pers niet alleen, maar ook in de dagbladen en de opiniebladen. In verschillende van die artikelen wordt ons gezegd dat men eigenlijk geen raad weet met het feit van de opstanding van de Heere Jezus Christus. Men zaait twijfel aangaande de werkelijkheid van de opstanding van de Heere, die gestorven is aan het kruis van Golgotha ter verzoening van de zonde van zijn volk, maar Die ook ten derden dage is opgestaan van de doden, Die leeft opdat Hij Zijn volk het leven zou geven. En over die verzoening wordt eigenlijk ook al niet meer gesproken. De weg van het lijden van de Heere Jezus wordt door velen gezien als een weg van „medemenselijkheid", waarbij van verzoening geen sprake meer is en waarbij derhalve de kern van het evangelie geen plaats meer vindt. Maar op deze wijze wordt de opstanding van Christus ook niet veel meer dan een idee, een soort geestelijke kracht, waaraan we ons op moeten trekken in dit moeilijk leven. Doch van de werkelijkheid van de lichamelijke opstanding van Christus is op deze wijze zo goed als niets meer overgebleven en de opstanding als heilsfeit en als heilsgebeuren van de eerste rang is bijna geheel verdwenen. Op deze weg wordt ons geloof een ijdele zaak, een zaak zonder inhoud, zonder werkelijkheid, zoals de apostel Paulus dat uitdrukt. En zo hebben we ook geen hoop meer op het eeuwige leven met Christus. Waar het geloof in de werkelijkheid van de opstanding vervaagt, daar komt ook ons geloof in nevelen terecht en daar is het niet langer „een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet". En wanneer zelfs een gereformeerd predikant ten aanzien van de vraag of de opstanding wel echt heeft plaatsgevonden, tenslotte tot antwoord geeft: „Zo wordt het ons verteld als de blijde boodschap door de evangelisten en apostelen. Het evangelie is een verhaal met „echt gebeurd" karakter", dan vinden we dat zo'n vage vertolking van de boodschap zoals die klinkt uit de mond van de engel, dat men zich afvraagt: waar schuift men toch op deze wijze heen? De boodschap van de engel was helder en klaar, zoals de evangelieboodschap in zijn geheel duidelijk en vreugdevol is: „Hij is hier niet, want Hij is opgestaan, gelijk Hij gezegd heeft. Komt herwaarts, ziet de plaats waar de Heere gelegen heeft".

We hebben nu als voorbeeld genomen het Paasevangelie, het heilsfeit van de opstanding van de Heere Jezus Christus, omdat we juist het Paasfeest hebben gevierd. Maar we hadden u ook kunnen wijzen op andere fundamenten van de kerk, waaraan de nieuwe theologie knaagt. Want men haalt in onze tijd zo goed als alles overhoop. En het eenvoudige bijbelse geloof, zoals ook onze vaderen dat hebben beleden in de dagen van de reformatie, waarbij ze zich verbonden wisten met de belijdenis van de kerk van alle eeuwen, wordt afgedaan met een minachtend schouderophalen, het wordt „fundamentalistisch" genoemd, en dat is in de ogen van de moderne beoefenaars van de theologie wel zo ongeveer het ergste wat gezegd kan worden.

Maar daartegenover zouden we u toch met alle klem de woorden van de apostel Paulus toe willen roepen, die hij richtte tot Timotheüs: „Bewaar het pand u toebetrouwd". We hebben in het Woord van God en in de gereformeerde belijdenis der kerk een kostelijke schat toebetrouwd gekregen, laten we dat pand bewaren opdat men het ons niet zomaar ontneme door allerlei modernistische theorieën.

Dat gevaar bestond ook voor Timotheüs. Paulus spreekt in 1 Tim. 6 : 20 van het „kostbare u toevertrouwde pand". Het woord dat de apostel hier in het Grieks gebruikt betekent een depositum, iets van grote waarde, geld of sierraden, dat door de eigenaar voor een tijdlang aan een ander ter bewaring gegeven wordt. Dat bewaren vereist nauwlettende zorg. gedurige activiteit. Ja, er wordt zelfs een sterker woordt gebruikt. Want eigenlijk betekent dat woord hier niet bewaren, maar bewaken. Dat klinkt veel feller. Door

dit woord zien we de christen al veel duidelijker temidden van een wereld die dreigt te roven. Het pand hem toebetrouwd, dat toevertrouwde goed dat aan zijn zorg is opgedragen, moet hij bewaken tegen aanvallers. En dat is nu ook onze roeping. Wij moeten het Woord Gods, het evangelie van de Heere Jezus Christus, de gereformeerde belijdenis der kerk, bewaren niet alleen, maar ook bewaken. Bewaken vooral ook tegen het „ongoddelijk ijdel roepen" en tegen „de valselijk genaamde wetenschap". Tegen onheilige lege beuzelpraatjes en tegen „de gnosis", „de wetenschap" die men voor het geloof in de plaats stelt. „De betovering van het woord wetenschap heeft alle eeuwen door tot in onze dagen toe, de weg der gelovigen begeleid, vol beloften en bekoringen". Wij mogen op die weg niet meegaan. Wij moeten in heilig conservatisme het ons toebetrouwde pand bewaren, wij moeten het geloof bewaren. Daarom roepen we ook aan u deze woorden van de apostel toe: „Bewaar het pand u toebetrouwd". Want het gaat om uw geloof, en om het geloof van uw kinderen. Het zijn geen kleine dingen die in het geding zijn, het gaat om eeuwigheidsdingen.


*) Openingswoord op de huishoudelijke vergadering van de Bond van Ned. Herv. Mannenverenigingen op Geref. Grondslag.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Bewaar het pand u toebetrouwd 1)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 14 mei 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's