Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CALVIJNS LEER DER VERKIEZING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CALVIJNS LEER DER VERKIEZING

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

(vóór Boek III, 21 zijner Institutie)

(2)

In welke verbanden stelt Calvijn nu het stuk der verkiezing aan de orde?

Ie. In verband met het beeld Gods. Zo zegt hij, in I, 15. 4: dat het beeld Gods ten dele hersteld wordt „in de uitverkorenen, in zoverre als zij naar de geest wedergeboren zijn". Het herstel van het beeld Gods is dus alleen het voorrecht van Gods uitverkoren kerk.

In zijn bestrijding van de leer van de vrije wil, geeft Calvijn ons een magnifiek inzicht in zijn leer over de genade en de wedergeboorte, in het bijzonder. Daarom noemen we, als

2e. de wedergeboorte. Volgens Calvijn heeft de mens (van nature, dus) geen 'vrije wil tot de goede werken', 'indien hij niet door de genade geholpen wordt, en dat wel door de bijzondere genade, waarmede alleen de uitverkorenen door de wedergeboorte begiftigd worden'. En deze éne uitspraak is dus al voldoende, om dr. Graaflands betoog om te stoten, als zou de 'genade' Gods, volgens Calvijn, alleen maar een 'gunst' van God mogen heten, buiten de mens blijven, en geen inwendig werk des Geestes zijn. Calvijn spreekt b.v. meermalen over 'de genade der wedergeboorte'.

In ditzelfde verband kunnen we, 3e, ook de vernieuwing der kerk noemen. Naar aanleiding van Jesaja 54 : 13 zegt Calvijn, dat „zij Gods discipelen zullen zijn, die tot de zaligheid zullen worden bijééngebracht. Indien God daar iets bijzonders voorzegt over Zijn verkorenen, staat het vast, dat Hij niet spreekt over een soort lering, die ook de goddelozen en onheiligen gemeen is. Dus blijft over, dat wij het zo verstaan, dat voor niemand de toegang in het Koninkrijk Gods openstaat, dan voor hem, wiens verstand de Heilige Geest door Zijn verlichting heeft vernieuwd"; Institutie II. 2. 20; vgl. ook II, 3. 9, waar Calvijn schrijft: Terwijl hij (n.1.

David, in Psalm 51 : 12) dus de gedaante aanneemt van een van God vervreemde mens, bidt hij terecht, dat hem gegeven worde al wat God aan Zijn verkorenen in de wedergeboorte schenkt. Dus gelijk aan een dode, wenst hij herschapen te worden".

Thans geven we enkele citaten in verband met de - — 4e — vrije wil van de mens. „Immers zal er geen wil gevonden worden, die tot het goede geneigd is, dan in de verkorenen. Maar de oorzaak der verkiezing moet buiten de mensen gezocht worden; en daaruit volgt, dat de mens de goede wil niet heeft van zichzelf, maar dat hij voortkomt uit hetzelfde welbehagen, waardoor wij vóór de schepping der wereld uitverkoren zijn": I. 3. 8. Inst., II, 3. 10 schrijft Calvijn verder: En wanneer Hij door Ezechiël (11 : 19 en 36 ; 27) belooft, dat Hij de verkorenen een nieuwe geest zal geven, dan doet Hij dat niet slechts met de bedoeling, dat zij in Zijn geboden kunnen wandelen, maar ook met deze, dat ze inderdaad daarin wandelen. Dit is voorwaar het voorrecht der verkorenen, dat ze, door Gods Geest wedergeboren, door Zijn leiding gestuurd en gedreven worden. Daarom lacht Augustinus terecht om hen, die zichzelf enige rol in het 'willen' aanmatigen, evenzeer als hij anderen berispt, die menen, dat aan allen zonder onderscheid gegeven wordt het getuigenis van de verkiezing uit de genade, dat bijzonder is".

5e. Gods voorzienigheid. Calvijn stelt, in Inst. 1. 18. 2 de Voorzienigheid Gods „tot een bestuurder in alle plannen en werken der mensen, zodat ze niet alleen haar kracht doet gelden in de verkorenen, die door de Heilige Geest geleid worden, gehoor-maar ook de verworpenen tot zaamheid dwingt".

6e. De prediking. Inst. 11. 5. 5 lezen wij deze kernachtige woorden, van Calvijns hand: „God werkt op tweeërlei wijze in Zijn uitverkorenen: inwendig door de Geest uitwendig door het Woord. Door Zijn Geest maakt Hij hen tot nieuwe schepselen door hun verstand te verlichten en hun harten te vormen tot de liefde en de beoefening der gerechtigheid. Door het Woord wekt Hij hen er toe op om die vernieuwing na te jagen, te zoeken en te verkrijgen. Door beide openbaart Hij de krachtdadigheid Zijner hand naar de wijze Zijner uitdeling".

7e. Het komen tot Christus: Zo veronachtzaamt Christus, hoewel Hij zegt, dat niemand tot Hem komt, dan wie de Vader getrokken heeft (Johannes 6 : 44v), en dat de uitverkorenen komen, nadat ze het van de Vader gehoord en geleerd hebben, toch Zelf het ambt van Leraar niet"; Inst. II. 5. 5.

8e. Op het punt van de genade. „Dat de genade in het bijzonder en zonder verdienste aan de uitverkorenen geschonken wordt, schrijft hij (n.1. Augustinus) op deze wijze aan Bonifacius", II. 3. 14; vgl. ook II. 5. 3.

9e. Het genade-verbond. Inst. II. 4. 4: en dat eerst op die manier (n.1. middels de belofte van de Christus, aan David gegeven, als de a.s. Verlosser der Kerk) het genadeverbond krachtig zou zijn, waardoor God Zijn verkor enen tot kinderen had aangenomen".

10. Zaligmakende kennis: dat hieruit openbaar wordt, wat we tevoren zeiden dat de zaligmakende kennis Gods zonder Christus niet bestaat; en dat daarom van het begin der wereld af Hij aan alle uitverkorenen is voorgesteld, om op Hem hun vertrouwen te vestigen". Inst. II. 6. 4.

11e. Het geloof. „Ik weet — zegt Calvijn, Inst. III. 2. 11—, dat het sommigen hard toeschijnt, wanneer aan verworpenen geloof wordt toegekend, daar Paulus zegt (1 Thess. 1 : 4), dat het een vrucht der verkiezing is. Maar die moeilijkheid wordt gemakkelijk opgelost: ant ofschoon slechts zij tot het geloof verlicht worden, en de krachtige werking van het Evangelie waarlijk gevoelen, die tot zaligheid verordineerd zijn, toont toch de ervaring aan, dat de verworpenen somtijds door een nagenoeg gelijk gevoelen worden getroffen, als de uitverkorenen, zodat ze zelfs niet naar hun eigen oordeel in enig opzicht van de verkorenen verschillen". In dit verband lezen we ook III. 2. 11: Maar alleen de verkorenen keurt Hij de levende wortel des geloofs waardig, opdat ze tot het einde toe volharden", (vgl. ook par. 12).

12e. Vernieuwing, in de zin van heiligmaking. Daarover lezen we Inst. III. 3. 9: „En deze vernieuwing wordt niet op één ogenblik, of dag, of jaar volbracht, maar door voortdurende, ja soms ook langzame voortgang doet God de verdorvenheden des vleses in Zijn uitverkorenen teniet", enz.

Tenslotte, om niet meer te noemen 1 ) — Inst. III. 18. 1 — de gehele heilsorde: n het is buiten twijfel, dat de Heere door deze trappen Zijner barmhartigheid onze zaligheid volbrengt, namelijk doordat Hij de uitverkorenen tot Zich roept, de geroepenen rechtvaardigt, en de gerechtigvaardigden verheerlijkt (Rom. 8 : 30)".

Me dunkt, Calvijn heeft niet in verbloemde zin het stuk van Gods verkiezing

en verwerping geleerd, maar door Zijn gehele Institutie heen 2 ), zich er klaar en duidelijk over uitgesproken. Alleen de uitverkorenen worden zalig, en daartoe schenkt de HEERE ze de vernieuwing van van Zijn beeld in hen, de wedergeboorte, een nieuwe wil, een geheiligde prediking, het komen tot Christus, en daarmee het ware geloof, Zijn genade krachtens het genade-verbond, in Christus gefundeerd; zaligmakende kennis, krachtdadige roeping, rechtvaardigmaking van de goddeloze, heiligmakende genade en tenslotte de heerlijkmaking. Neen, moeten we beslui ten, het stuk der verkiezing staat bij Calvijn niet op de achter-, maar juist voluit op de voorgrond.


1) Vgl. ook nog: Inst. II.3.3; 5.4; 5.17; 6.2; 10.8; III.2.11, 12; 3.11; 20.15 en 18.1.

2 ) We zwijgen dan over hetgeen Boek 4 der Inst. zou opleveren in deze.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juli 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

CALVIJNS LEER DER VERKIEZING

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 16 juli 1966

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's