Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WERELD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WERELD

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

Woorden zijn soms moeilijke dingen. Zij vragen vaak om een toelichting. In de Kanttekeningen van de Statenvertaling worden deze toelichtingen vaak gegeven. Zo las ik bij Handelingen 13 : 48 een aantekening, die betrekking had op het woord verordineren. Dat is een woord, dat wij in onze gesprekken en brieven niet of zelden gebruiken. Blijkbaar was dit reeds zo in de zestiende eeuw. De Kanttekenaar licht het woord tenminste toe met de zin „d.i.: an God verkoren en van Hem tot het eeuwige leven geschikt."

Dit schikken zal wel betekenen: bekwaam gemaakt. Ik neem aan, dat deze twee woorden ongeveer dezelfde betekenis hebben. De laatste zin van Calvijns Inst. III, 12, 8 in de vertaling van Corsmannus luidt tenminste (het is het hoofdstuk over de rechtvaardigmaking) „Om niet langer hierin bezig te zijn, laat ons maken te hebben een regel die kort, en evenwel algemeen en zeker is, te weten, dat die mens bekwaam en geschikt is om de vruchten van Gods barmhartigheid te genieten, dewelke zichzelf, ik zeg niet van gerechtigheid (die geen is) maar van de ijdele en opgeblazen schijn der gerechtigheid gans

en gaar ontlast en ontledigd heeft. Want voor zover iemand nog niet rust in zichzelf, in die mate veracht hij de weldadigheid Gods 't zijn waarts."

In de nieuwere vertalingen wordt meest een ander woord gebruikt. De Leidse Vertaling geeft: „gelovig werden zovelen ten eeuwigen leven voorbeschikt waren". Brouwer zet over: , , en zij die voor het leven der komende eeuw beschikt waren, kwamen tot geloof". Canisius: , , en allen, die voorbeschikt waren ten eeuwigen leven, werden gelovig". De N. V. heeft: „en allen, die bestemd waren ten eeuwigen leven, kwamen tot geloof."

Enkele duitse vertalers hebben: estemd voor het eeuwige leven. Wezenlijk verschil tussen bestemmen en verordineren is er niet. Maar voor de duidelijkheid zouden we minstens evengoed kunnen spreken van voorbestemmen, gelijk het woord voorbestemming ons wel bekend is. Dan wordt duidelijk, dat deze voorverordinering van God uitgaat. Over de uitleg van een bepaald woord hebben we in het nummer van 25 maart ook geschreven wat betreft het woord: ereld. Een lezer had ergens gelezen, dat wereld betekent: lle mensen hoofd voor hoofd, tenminste in sommige teksten, zoals b.v. Joh. 6 : 33 en 51. Daar lezen we: Het brood Gods is Hij, die uit de hemel nederdaalt en die de wereld het leven geeft". En in 51: Het brood dat ik geven zal is mijn vlees, hetwelk ik geven zal voor het leven der wereld".

Volgens de schrijver van de brochure, die onze lezer las, betekent wereld hier: lle mensen, hoofd voor hoofd. Het is voor de eenvoudigste bijbellezer duidelijk, dat dit niet klopt. De Heilige Schrift leert ons, dat er een brede en een smalle weg is, en dat er een hel en een hemel is. Wanneer men de genoemde teksten nu zo verstaat, dat met wereld alle mensen, hoofd voor hoofd bedoeld zijn, of zij geloven of niet, wat moet men dan denken van Joh. 17:9: Ik bid niet voor de wereld". Dat zou dan moeten betekenen: k bid voor niemand. Het is daarom in strijd met een gezonde Schriftuitleg, die Schrift met Schrift vergelijkt, als men in de genoemde plaatsen of in Johannes 4 : 42 voor „wereld" invult: lle mensen hoofd voor hoofd.

In de laatste tekst staat: „En zeiden tot de vrouw: Wij geloven niet meer om uws zeggens wil; want wij zelve hebben Hem gehoord, en weten, dat Deze waarlijk is de Christus, de Zaligmaker der wereld".

Als men hier verklaart alsof „de wereld" alle mensen bedoelt en men denkt er dan aan, hoe de Joden Jezus hebben verworven, dan kan men niet anders zeggen dan dat, zo verklaard, de tekst onwaarheid spreekt. Jezus is wel de Zaligmaker der wereld, maar dat betekent, dat hij de Zaligmaker is van Joden en Samaritanen en heidenen en niet alleen van het volk Israël, zoals de Joden het wilden.

Hoeveel verschillende betekenissen kan dan het woordje wereld wel niet hebben? Daar is b.v. de tekst uit Handelingen 17 : 24: De God, die de wereld gemaakt heeft en alles wat daarin is; Deze, zijnde een Heere des hemels en der aarde, woont niet in tempelen met handen gemaakt".

Hier wordt onder „wereld" blijkbaar hemel en aarde verstaan (de sterrenhemel, de wolkenhemel en de aarde), het heelal, waarin alle schepselen zich bevinden. De wereld is hier de grote ruimte, zoals er van gesproken wordt in Johannes 21 : 25 als de wereld, die de geschreven boeken niet zou kunnen bevatten, wanneer alle dingen van Jezus opgeschreven stonden. Maar dan wordt het woord wereld ook wel gebruikt voor de ruimte samen met alles, wat er in is. We lezen in Johannes 1 : 10: De wereld is door Hem gemaakt" en in Johannes 1 : 3: Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt".

De wereld is dus: lle dingen. Zo kan men het woord ook verstaan in 1 Cor. 3 : 22: Hetzij Paulus, hetzij Apollos, hetzij Cefas, hetzij de wereld, hetzij leven, hetzij dood, hetzij tegenwoordige, hetzij toekomende dingen, zij zijn alle uwe. Doch gij zijt van Christus en Christus is Gods". Wereld is hier de samenvatting van alle dingen. Daar is niets, dat niet het eigendom van Gods volk is. Maar dat volk zelf is het eigendom van Christus.

Is deze wereld eeuwig? Volgens de veronderstellingen der wetenschap (dus genaamde wetenschap) wel. Volgens deze is de stof in één of andere vorm eeuwig. Volgens de Schrift is de wereld tijdelijk, eindig. „In den beginne schiep God hemel en aarde" d.i. de wereld". Efeze 2 : 2 schrijft over de gelovigen voor hun wedergeboorte, die dood waren door de misdaden en de zonden: in welken gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar de overste van de macht der lucht". Wat hierin vertaald is bedoelt ongeveer het tijdsverloop. De wereld blijft niet, zoals hij is, maar is altijd in beweging. Wij kunnen zien hoe in de wereld altijd naar nieuwe vernieuwing wordt gezocht. Men moet altijd weer wat nieuws hebben. Het oude heet al gauw verouderd. Zo willen het ook bepaalde groeperingen in de kerk. Als het niet nieuw is, is het niet goed. De kerk moet met zijn tijd mee. Ik heb niet de indruk, dat Gods Woord dit propageert. De Kerk moet met Christus mee en van de beweging in de tijd af. De Efeziërs, zo lees ik in Efeze 2, gingen vroeger mee met de beweging van de tijd. De geest des tijds beheerste hun leven, zij leefden midden in de wereld. Die wereld is een zondige wereld. Dat moeten we goed begrijpen. Voor hun bekering wandelden de Christgelovigen met deze wereld mee. Ze moesten alles hebben, wat de wereld ook had. Zij wandelden in de misdaden en de zonden d.w.z. daar hadden zij verkering mee. Zo kan men het 't duidelijkste zeggen, dacht ik. Die wereld heeft dus een tijdsverloop. Zij heeft ook een begin. Mattheüs 24 : 21 spreekt van een verdrukking zo groot als zij van het begin der wereld niet geweest is. Lucas 9 : 50 zegt dat er profetenbloed vergoten is van de grondlegging der wereld af. Daar zijn ook teksten waar gesproken wordt over een tijd vóór de grondlegging der wereld. Jezus zegt in Johannes 17 : 24 tot de Vader: want Gij hebt Mij liefgehad, vóór de grondlegging der wereld. De kinderen Gods zijn ook uitverkoren vóór de grondlegging der wereld (Efeze 1:4).

Heeft deze wereld een einde? Johannes 2:17 zegt: En de wereld gaat voorbij en haar begeerlijkheid". 1 Corinthe 1 : 31 spreekt van de gedaante dezer wereld, die voorbijgaat. De gedaante is de wereld zoals ze is, zoals ze zich voordoet. Het is niet de vorm alleen die voorbijgaat. Daarom moet de gelovige niet aan deze wereld hechten. Het gaat alles voorbij. De Schrift spreekt van deze wereld. Spreekt zij ook van een andere wereld? De Schrift gebruikt voor de toekomende eeuw nimmer het woord wereld. Er wordt wel gesproken over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, doch niet over een nieuwe wereld (Openbaring 21 : 1). Let ook op Johannes 12 : 25. Hier staat niet tegenover elkaar: eze wereld en de toekomende, maar we lezen dit: Die zijn leven liefheeft, zal hetzelve verliezen; en die zijn leven haat in deze wereld, zal het hetzelve bewaren tot het eeuwige leven."

Waarom wordt voor de nieuwe aarde het woordje wereld niet gebruikt? Omdat wereld niet alleen betekent al het geschapene, doch ook de wereld, zover zij van haar Schepper en Heere vervreemd is door de zondeval. God wordt zelfs niet Koning der wereld genoemd, maar „Koning der eeuwen" (1 Timotheüs 1 : 17). In Mattheüs 11 : 25 lezen we wel: eere des hemels en der aarde", maar niet: eere der wereld. Daar is wel een „overste der wereld", maar dat is de duivel. Pas als de duivel en zijn dienaren vernietigd zal zijn, wordt het koninkrijk der wereld van God en Zijn Christus. (Openbaring 11 : 15).

In menige tekst betekent het woord wereld de woonplaats der mensen. Christus komt in deze wereld. Voorts betekent het woord heel veel keren: ensheid, mensenwereld. Van de discipelen wordt gezegd: Gij zijt het licht der wereld". Het is bekend, dat de prediking der kerk lang niet alle mensen, hoofd voor hoofd, bereikt. Toch zijn Gods kinderen het licht der wereld. Hun prediking beperkt zich niet tot enkelen of tot velen, maar zoekt allen te bereiken, tot wie God hen zendt. Het zijn vooral de apostelen, die de boodschap des Evangelies hebben gezien als bestemd voor heel de wereld. We lezen in 1 Johannes 4 : 14: En wij hebben het aanschouwd, en getuigen, dat de Vader Zijn Zoon gezonden heeft tot een Zaligmaker der wereld". Het woord wereld betekent nergens alle mensen, hoofd voor hoofd, tenzij het over de mensheid gaat, zoals zij met Adam verbonden is. De hele wereld heeft in Adam gezondigd. Dat ziet op alle mensen, hoofd voor hoofd, want wij zijn allen met Adam verbonden. Allen worden jn Christus zalig, die door het geloof met Christus verbonden zijn. Door de val is er een tegenstelling gekomen tussen God en wereld. In 1 Corinthe 2 : 12 lezen we: Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, die uit God is”.

Daar is op deze wereld een mensheid, die niet anders heeft dan de geest dezer wereld. Het is niet bijbels om te zeggen, dat deze allen gezaligd worden. Jezus vraagt zelfs of er nog wel een gelovige zal zijn, als Hij wederkomt. Daar is een wijsheid Gods en een wijsheid der wereld, maar de laatste is dwaasheid bij God en de wijsheid Gods wordt door de wijzen der wereld niet verstaan. Het is niet bijbels om te zeggen: e wereld d.i. alle mensen, hoofd voor hoofd, worden door Christus gered. Het is wel bijbels om te zeggen, dat de hele wereld d.i. alle mensen, hoofd voor hoofd, verdoemelijk zijn voor God. In 1 Corinthe 11 : 32 wordt van twee volken gesproken: erk en wereld. De Kerk wordt van de Heere getuchtigd, opdat zij niet met de wereld zou veroordeeld worden. De Schrift weet niet van een hele wereld, die hoofd voor hoofd, gezaligd wordt. De Schrift weet wel van Kerk en wereld, van twee wegen en twee volken, hoewel de Zaligmaker aan allen gepredikt wordt. Tussen God en wereld ligt de zonde. Die zonde is in de wereld ingekomen en daardoor is de ganse mensheid schuldig geworden, omdat wij allen in Adam gezondigd hebben.

Wie worden er zalig door de Zaligmaker der wereld? Die uit deze wereld Christus door een waar geloof worden ingelijfd en die alzo met Hem verbonden worden. Over de wereld komt het zware oordeel Gods, alleen de heiligen worden gered (1 Corinthe 6:2).

Tot op het laatste ogenblik van deze eeuw, bestaat de mensheid uit twee volken: Kerk en wereld. Komen niet alle mensen tot het geloof? Neen, zegt de Schrift. We lezen in 2 Thess. 3: „Voorts, bidt voor ons, opdat het Woord des Heeren zijn loop hebbe, en verheerlijkt worde, gelijk ook bij u. En opdat wij mogen verlost worden van de ongeschikte en boze mensen; want het geloof is niet aller".

Christus is de Zaligmaker der wereld. Ieder, die in Hem gelooft, zal niet verderven, maar het eeuwige leven hebben. Maar het geloof is niet aller. Het is tegen de Schrift om nu te willen dwingen, dat de wereld betekent: alle mensen, hoofd voor hoofd, zullen geloven. De wereld is het kort begrip van Gods schepping, de naam voor deze schepping, zoals zij door de zondeval tot een ruïne gemaakt is en onder het gericht des Heeren staat. In deze wereld verscheen Jezus Christus als de Zaligmaker. Op deze wijze is Hij de Zaligmaker der wereld.

Maar voorzover de wereld in Christus is overgegaan, is zij geen wereld meer. De met God verzoende en verloste wereld is niet meer (deze) wereld. Zij is het Koninkrijk Gods. De wereld blijft aan zonde en dood en aan de verdoemenis overgegeven. Christus Jezus is in de wereld gekomen om zondaren zalig te maken, om hen te behouden (Tim. 1 : 15).

De zondaren, die zich lieten zaligen zijn ontrukt uit de macht der duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde. Dus de (onzichtbare) Kerk, de gemeente der ware gelovigen, die gewassen zijn in het bloed van Christus en geheiligd door Zijn Geest, behoren niet (meer) tot deze wereld. Zij leven nog wel in de wereld en kunnen er niet uitgaan (1 Cor. 5 : 10), doch zij behoren er niet meer toe. Vandaag aan de dag willen de vernieuwers kerk en wereld al meer één maken. Zij beseffen toch wel niet wat de kerk noch wat de wereld is. Daar is een wereldwijde kloof. De wereld wordt beheerst door de macht der duisternis en is duisternis. De kerk was duisternis, doch is nu licht (Efeze 5:8). De kerk onderwerpt zich aan de machten in de wereld, omdat ze van God gezet zijn. (Romeinen 13 : 2). Zij heeft een taak in deze wereld, maar heeft haar vermaken niet lief. Het eigenlijke leven der gelovigen is niet meer een leven in de wereld. „Indien gij dan met Christus de eerste beginselen der wereld zijt afgestorven, wat wordt gij, gelijk of gij in de wereld leefdet. met inzettingen belast? " Paulus zegt van het kruis van Christus: door Welken de wereld mij gekruisigd is en ik der wereld" (Gal. 6 : 14).

De wereld is dus de plaats waar Christus verschenen is en uit welke Hij redt en zaligt, allen die in Hem geloven. Doch het geloof is niet aller. „Velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren". Zo is de wereld tot op vandaag blijven bestaan en nog altijd is zij de onverloste schepping. De wereld is de vijand van God. Zij kiest in elk geslacht tegen Jezus, de Zaligmaker der wereld. Daarom vermaande Jacobus zichzelf onbesmet te bewaren van de wereld. Zij ligt in vuile en briesende vijandschap. Dat is ver van de zaligheid. De vriendschap der wereld is een vijandschap Gods (Jacobus 4:4). En toch moet de Kerk altijd weer uitgaan in de wereld om de ongelovigen voor Christus te winnen. Doch Johannes schreef ook: eb de wereld niet lief (1 Joh. 2 : 15). Hoe kan dat samengaan: oh. 3 : 16 en 1 Joh. 2 : 15w.?

In het laatste gaat het om een wereld die Christus verwerpt. Het geloof is niet aller. Zaligmaker der wereld betekent niet. dat allen zalig worden. Ieder mens verwerpt van nature Christus.

D.

L. V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1967

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

WERELD

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 8 april 1967

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's