Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bekendmaking der rechtvaardigmaking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bekendmaking der rechtvaardigmaking

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(i)

Het gaat om de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie. Deze is onmisbaar voor elk mens, opdat hij vrede bij God hebbe. In dit en in de voorgaande artikelen trachten we weer te geven, wat Alexander Comrie over dit gewichtige stuk heeft geschreven. We hebben gezien hoe God de zondaar arresteert en hoe deze nu God als Rechter leert kennen in Zijn heiligheid en gerechtigheid. Dat is een belevenis en niet zomaar een ontmoeting, die wij voor kennisgeving kunnen aannemen.

Als de mens gearresteerd is en God in zijn geweten de vierschaar komt spannen, heeft deze persoon het niet best. Dat kan ieder met z'n gewone verstand nog wel begrijpen. De man, die het beleeft, dat hij voor God gedaagd wordt, heeft een zware druk te doorstaan. En dan zijn daar de beschuldigsters: de Wet van God, zijn eigen consciëntie, de satan. Het vonnis komt klaar voor hem te staan. Deze man of vrouw aanvaardt het oordeel Gods, maar nochtans roept hij uit zijn verbrokenheid en nood om genade. Dit is altijd eerst. De reformatoren hebben daar bijzonder de nadruk opgelegd, dat de kennis der verlorenheid in dè rechtvaardigmaking vooropgaat. Daarna volgt het tweede stuk, namelijk hoe ik van al mijn zonden en ellende verlost wordt. Wij worden er van verlost door het bloed en de voorspraak van Christus, Die wij van nature niet kennen. Maar als de zondaar in de vierschaar der conciëntie gebracht is, maakt de Heere Jezus zich daaraan hem bekend. De Vader trekt hem naar de Heiland toe en de zondaar geeft zich over om de gerechtigheid van Christus te grijpen.

Nu is het tijd voor de vrijspraak door de Vader. Dat is een vreemde vrijspraak. Immers, de Rechter van hemel en aarde kan niet anders dan verklaren, dat de zondaar straf verdiend heeft vanwege zijn zware schuld. Nochtans spreekt God de Vader hem vrij om Christus' wil. Is dat niet wonderlijk? Hij rekent de verloren zondaar, die door een waar geloof in Christus is ingelijfd en al Zijn weldadden heeft aangenomen, bovendien het eeuwige leven toe. De grond van deze uitspraak en vrijspraak is de dadelijke en lijdelijke gerechtigheid van die Christus, Die in deze zondaar door het geloof woont en in Wie de zondaar, die als een goddeloze voor God komt, is ingelijfd.

Nu blijft er echter nog de vraag o.a. over. hoe de zondaar, die in Christus is, het vrijsprekend vonnis thuis krijgt? De Rechter immers spreekt dat vonnis niet in zijn tegenwoordigheid, zo rechtstreeks. Het wordt ten eerste op een middellijke manier aan de mens bekend gemaakt. Het gaat dus nu over de vraag: hoe weet de gerechtvaardigde, dat hij gerechtvaardigd of vrijgesproken is? Dat weet hij door een mededeling, die God daarvan doet in het gemoed van een gelovige door middel b.v. van de Schrift. Laten we dit voorop stellen, dat de mens niet tegenwoordig is bij het vellen van het vonnis. Daarvan zegt Justus Vermeer, dat men een bepaald onderscheid moet maken in het stuk van de rechtvaardiging. Aan de ene kant staat de rechtvaardigmaking in zoverre zij een daad van God is als Rechter in zijn vierschaar. Deze is geheel buiten de mens. Dat noemt Vermeer zoveel als de dadelijke rechtvaardigmaking. Hij schrijft letterlijk over het onderscheid, dat men moet maken:

„a. Zo ver de rechtvaardiging een daad Gods als Rechter is in Zijn vierschaar, geheel buiten de mens.

b. En dan voorzover dezezelve een lijlijk werk in het gemoed van een door het geloof gerechtvaardigde zij; welke laatste een bekendmaking is in het gemoed van een gelovige, dat hij richterlijk in de vierschaar Gods gerechtvaardigd is; en die de Heere op verscheidene wijzen en tijden naar zijn souvereine vrijmacht aan zijn volk schenkt.”

Dit is toch wel duidelijk. De gelovige wordt gerechtvaardigd in de vierschaar Gods buiten de mens. Hij krijgt daar in zijn gemoed kennis van. Door welk middel krijgt de vrijgesproken zondaar, die in Christus gelooft, kennis van zijn vrijspraak? Vermeer schrijft: „God doet dat door de verkondiging van zijn Woord". Comrie schrijft: „Eindelijk de bekendmaking van dit vonnis, welke geschiedt uitwendig in des Heeren dierbaar Woord, in hetwelk de weg van rechtvaardigmaking klaar en duidelijk geleerd en geopenbaard is, dat die in Christus gelooft, het leven heeft".

Dus of wij gerechtvaardigd zijn moeten we in het Woord Gods vinden. Justus Vermeer licht dit toe door te schrijven: in dit woord geven al de profeten getuigenis, dat een iegelijk, die in Hem, namelijk Christus, gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn naam".

Is nu deze bekendmaking in het Woord en in de prediking des Woords genoeg? Neen, want het is voor de wedergeboren zondaar zelfs wel heel moeilijk om zijn rechtvaardigmaking te geloven. Ds. Van der Kemp merkt dan ook op: Omdat de wederkerende daad des geloofs nog zeer zwak en het hart nog zeer beroerd is vanwege het vonnis des doods, dat de zondaar al in zichzelf had, heeft die uitwendige verzekering nog niet veel vat op het gemoed. Daarom geeft hem ook de Rechter zijn Geest tot een onderpand en zegel, waardoor hij dan krachtdadig verzegeld wordt, gelijk Paulus reis op reis toont, 2 Corinthe 1 : 22; Efeze 1 : 13, 14; Efeze 4 : 30.

Het werk van de Heilige Geest is hier, dat Hij de gelovige zondaar een sluitrede uit het Woord, en uit zijn hart leert maken; want Hij verzekert hem van de waarheid des Woord dat zegt: en iegelijk die in Christus gelooft, heeft vergeving van zonden: e Geest getuigt, dat de Geest de waarheid is (1 Johannes 5 : 6). De Heilige Geest heldert ook zijn ziel op en doet hem weten de dingen, het geloof en zijn vruchten, die hem van God geschonken zijn (1 Corinthe 2 : 12). Waarop Hij dan de ziel overbuigt om te besluiten: o ben ik dan gerechtvaardigd. Want dezelfde Geest getuigt met onze geest, dat we van God zijn. Deze gedachtegang vinden we ook bij Comrie. Nadat hij gesproken heeft over de bekendmaking van het vonnis in de Heilige Schrift, vervolgt hij: Evenwel, b. dit vonnis wordt ook aan de gerechtvaardigden, vroeger of later inwendig bekend gemaakt, door de middellijke of onmiddellijke werking des Heiligen Geestes". .

Het is duidelijk, dat de gelovige in de vierschaar Gods gerechtvaardigd kan zijn, volgens Comrie en toch ook volgens de anderen, zonder dat de gelovige daar de vertroosting van geniet. Het vonnis van de vrijspraak wordt vroeger of later bekend gemaakt. Deze middellijke werking is dan een aanwijzen van de kenmerken. In het Woord worden bepaalde kenmerken genoemd, die aan gerechtvaardigden eigen zijn.

Welke kenmerken kan Comrie hier bedoelen? In zijn toepassing noemt hij er vijf. a. Een zielsberoerend gezicht van God als een heilig en rechtvaardig Rechter. b. Een grote kennis en smart over de zonde waarvan de dominee van Woubrugge zegt: O, mijn geliefden, die nooit smart en zieledroefheid gehad hebben, zijn nooit gerechtvaardigd geworden, want die God rechtvaardigt zijn zieken, belasten en beladenen, ja verbrokenen van hart en verslagenen van geest geweest, gelijk Efraïm hebben ze op de heup geklopt, en met de tollenaar hebben ze op de borst geslagen, uitroepende: O God, wees mij, zondaar, genadig, c. Die gerechtvaardigd zijn, hebben dit kenmerk, dat zij hun beste werken hebben gezien als waardeloos in de vierschaar en als een wegwerpelijk kleed. Zij hebben het vonnis des doods onderschreven en verstaan dat niemand door de werken der wet kan gerechtvaardigd worden. Zij hebben voor God gekropen als een worm, met de strop om de hals, roepende om genade en geen recht. d. Die gerechtvaardigd is, heeft de Middelaar leren kennen, in zijn noodzakelijkheid en bereidwilligheid. Hij heeft de inwendig roepende stem gehoord, heeft zich tot de Borg begeven op Zijn roepende stem, heeft Hem aangenomen, en zichzelf voor tijd en eeuwigheid overgegeven, e. Die gerechtvaardigd is, heeft iets ondervonden van de vrede tussen God en zijn ziel, op de oefening van zijn geloof. Hij heeft enige verlichting van de last en het pak zijner zonden ondervonden, enige ruimte en kalmte in zijn gemoed, enig vertrouwen, dat God hem genadig zal zijn om zijns Zoons wil.

En ofschoon hij het gevoel hiervan niet altoos heeft, noch het daarvoor houden kan, zo heeft hij evenwel wetenschap, dat het gebeurd is, en och, of hij het weer hebben mocht."

Dit zijn kenmerken van een gerechtvaardigde, volgens Comrie. Hoe kunnen wij daar nu mee werken en wanneer? Daarover een volgende keer.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 december 1967

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

De bekendmaking der rechtvaardigmaking

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 9 december 1967

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's