Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hetzelfde Evangelie opnieuw bekendgemaakt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hetzelfde Evangelie opnieuw bekendgemaakt

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voorts, broeders! ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb, hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat; door hetwelk gij ook zalig wordt, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb; tenzij dat gij tevergeefs geloofd hebt.

1 Korinthe 15 : 1—2.

Hetzelfde Evangelie opnieuw

Hier ligt voor ons het meest bijzondere hoofdstuk van de eerste Korinthiërbrief. Daarom is dit hoofdstuk bijzonder, omdat dit hoofdstuk alleen een grondige weerlegging bevat van een dwaling in de leer, terwijl alle andere hoofdstukken betreffen allerlei dwalingen in het leven.

Het tweede wat hier opvalt is dit, dat de apostel Paulus in de weerlegging van deze cardinale dwaling niet scherp wordt, maar zich geheel wijdt aan een kalme en waardige uiteenzetting van het gewraakte leerstuk. En deze apostel kón nog al eens heftig uitschieten.

Ik spreek daar van een cardinale dwaling, omdat de leer van de opstanding van Christus, annex de leer van de opstanding des vleses, hét grote geloofsstuk van de Christelijke kerk is. Daaraan hangt heel de leer der apostelen. Daarin ligt al de troost der Christenen!

U kunt dit vatten, dat de apostel het opstandingsevangelie „het" Evangelie noemt, omdat heel het werk van Christus is uitgelopen op, is uitgemond in de opstanding uit de doden. U vindt dan ook in de apostolische brieven steeds weer de opstanding van Christus als de kerngedachte der prediking. Wat zou het toch °ok zijn als Jezus Christus niet was opgestaan! Dan zouden ook de doden niet opstaan. En als de doden niet opstaan, dan is heel onze prediking te vergeefs geweest. En als onze prediking te vergeefs !s, dan is ook te vergeefs geweest uw geloof. Te vergeefs al dat geloven, al die arbeid des geloofs, te vergeefs al dat hopen, kn dan zijn ook verloren degenen, die in ^-hristus ontslapen zijn en ook degenen, "ie niet in Christus ontslapen zijn. Dan is dood dood, eeuwig dood. Maar nu Christus is opgestaan! Daar is een Evangelie — een goede boodschap — een blijde boodschap — daar is dit Evangelie. Dit Evangelie predikt de apostel niet alleen op Pasen, maar dit Evangelie predikt hij op elke rustdag, die aan de dienst en aan de verkondiging van dit Evangelie gewijd is. Wij hebben een rustdag, welke wij vieren. Wij hebben een rustdag, van week tot week, van de zaterdag tot de maandag, aan de verkondiging van dit Evangelie gewijd. En wij vieren deze dag der opstanding als predikers, om die ganse dag aan de verkondiging in de diensten te wijden. En wij vieren deze dag der opstanding als gemeente, om die ganse dag aan het horen en overhoren en nog eens horen en van alle zijden horen van dit blijde Evangelie te wijden. W r ij worden dat vieren niet moede.

De Heere hoeft ons in de N.T. gemeente niet eens te zeggen: „Vier uwe vierdagen, o Israël." Het is ons de wekelijkse dag der blijde rust, het is ons de wekelijkse dag van de vreugde des heils!

Daar is nog iets! De*apostel richt zich tot de broeders in Korinthe. Broederschap. Die is er alleen in de kerk. Het geloof in Christus, de Opgestane, de Eersteling onder de vele broederen, brengt alleen een broederschap onder de mensen, die zelfs bloedverwantschap te boven gaat. Zo'n broederschap brengt de wereld niet op. Die levert hoogstens belangengemeenschap, rassengemeenschap, standengemeenschap en deze gemeenschappen hangen dan doorgaans nog als droog zand aan elkaar. Als men daar eenheid predikt, dan is dit doorgaans meer een eenheid om te halen, dan een eenheid om te brengen. Hier in de kerk — namelijk in de levende kerk, in die kerk, die uit haar Hoofd Christus leeft, is die ware broederschap, omdat Hij het offer gebracht heeft en omdat Hij het offer onder hen ingesteld heeft. En het zijn ook de broeders alleen, die dit Evangelie horen.

Dat Evangelie is ook van reis tot reis nieuw. „Ik maak u bekend!" zo zegt Paulus. Dat is een verse, een levende, blijde boodschap. Jezus leeft en wij met Hem! Jezus leeft en wij door Hem! Maar als de apostel nu een Evangelie bekend maakt. dat hij alreeds verkondigd heeft, moet dat dan niet eentonig worden voor die het horen? Of bedoelt hij misschien te zeggen: „Wat ik u voorheen verteld heb, is niet juist te nemen. Ik kom tot een beter inzicht, dat mijn vorige verkondiging achterhaalt? " Zekerlijk niet. Dat Evangelie is nooit tijdgebonden, het verandert niet met de jaren, het verandert niet met de eeuwen. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid. En het opstandingsevangelie is eveneens zo waar nü als in de dagen van Paulus en in de dagen van Jozefs hof, toen het graf ontsloten werd. Neen, het is anders. Jezus' opstandingskracht is van blijvende waarde en daar gaat door de eeuwen, door de jaren, van week tot week, zo'n kracht van uit, dat de apostel kan zeggen: „Ik maak u bekend het Evangelie, dat ik u verkondigd heb."

Het is maar de vraag of u het hoort en hoe u het hoort. Daar is een broederoor voor nodig. Voorts... ik maak bekend!

Aannemen — staan — zalig worden

„Hetwelk gij ook aangenomen hebt, in hetwelk gij ook staat, door hetwelk gij ook zalig wordt." Paulus heeft tevoren dit Evangelie niet te vergeefs verkondigd. Het is geloofd. In de eerste plaats door hemzelf, door hem, die het te voren niet geloofde. Ongelovigen werden doorgaans predikers, nadat zij de levende Christus ontmoet hebben. Gij behoeft Hem maar één keer te ontmoeten, Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en gij zijt voor altijd voor Hem gewonnen. Gij behoeft maar één keer Zijn stem te horen en gij zijt voor eeuwig voor Hem gewonnen. Leest het maar in die ganse rij getuigen uit 1 Korinthe 15!

Maar ook die gemeente heeft dit Evangelie geloofd. Denkt u in een stad, een heidense stad, een ruwe zeehavenbevolking. Die hebben dit Evangelie aangenomen. Zij hebben het gehoord, zij hebben het aangehoord van het begin tot het einde, zij hebben het vastgelegd in hun geheugen, zij hebben het ter harte genomen,

zij zijn er keer op keer op teruggekomen, zij zijn er meer en meer op teruggekomen. Dat is met deze dingen zo: als iemand er de smaak van krijgt, dan smaakt dat naar meer. Zij hebben het aangenomen, zij hebben het in zich opgenomen, zij hebben het zich eigen gemaakt, het is ze eigen geworden. De uitdeler van de menigerlei genade Gods, de uitdeler van de opstandingszegen van Christus vond geen afgewende handen, geen afgewende gezichten, geen spottende ogen, geen scheldende en afwijzende monden. Zeelieden, bootwerkers, tentenmakers, die tevoren in de meest ergerlijke zonden leefden. Zij hebben het Evangelie aangenomen.

De apostel zegt verder: , , In hetwelk gij ook staat!" Die mensen waren in het Woord, in het geloof geworteld en gegrond. Zij stonden er in. Zij kozen het tot de grondslag voor geheel hun geestelijk leven. Er zijn mensen, die zo onvast aan hun geloof zitten, dat zij bij het minste of geringste ontworteld worden: een enkele uitdrukking uit de bijbel, waar zij aanstoot aan nemen en daar ligt heel hun geloof; een enkele teleurstelling, opgedaan met een der gelovigen en daar ligt heel hun geloof; een weinig tegenspoed, een weinig zorg op hun levensweg en daar ligt hun geloof; zij waren als planten, die geen diepte van wortel, geen diepte van aarde hadden. Zo was het in die ruige havenstad van Korinthe niet: zij stonden daarin. Gelukkig, die zo vast mag staan in het geloof, die zo vast mag staan in het Evangelie der opstanding.

Door hetwelk gij ook zalig wordt. Vele dingen kunnen u gelukkig maken, maar zalig maken doet u maar één ding. Dat is het geloof in Christus, de Opgestane. Wilt u weten, waarin die zaligheid bestaat? Zij bestaat in de geestelijke opstanding uwer ziel. Zij bestaat straks in de lichamelijke opstanding van uw lichaam. Zij bestaat in uw verbondenheid hier met Christus en uiteindelijk in het komen tot God en in het zijn met God. Dit Evangelie, deze goede, deze blijde boodschap maakt u zalig, nu bij voorbaat, straks volkomen.

'k Zal dan gedurig bij U zijn, In al mijn noden, angst en pijn; U al mijn liefde waardig schatten, Wijl Gij mijn rechterhand woudt vatten. Gij zult mij leiden door Uw raad, O God, mijn heil, mijn toeverlaat! En mij, hiertoe door U bereid, Opnemen in Uw heerlijkheid.

Wien heb ik nevens U omhoog? Wat zou mijn hart, wat zou mijn oog Op aarde nevens U toch lusten? Niets is er, daar ik in kan rusten. Bezwijkt dan ooit, in bitt're smart Of bange nood, mijn vlees en hart, Zo zult Gij zijn voor mijn gemoed Mijn rots, mijn deel, mijn eeuwig goed.

In goede orde bewaren... tenzij...

„Gij wordt zalig, indien gij het behoudt op zodanige wijze, als ik het u verkondigd heb." De gemeente van Korinthe heeft in Paulus een goede leraar gehad. Hij heeft haar het Evangelie verkondigd, altijd hetzelfde en altijd weer nieuw. Hij is in de jaren niet afgeweken, niet naar links, niet maar rechts. Hij heeft niet de mensen gepredikt, ook niet een mens, maar Christus. Hij heeft ook niet zichzelf gepredikt, maar Christus. En hij is daarin een kundige prediker geweest, echt een leraar. Daar is zoveel over Christus te vertellen, in grote lijnen, ook in kleine en fijne nuances. Die bijbel is altijd nieuw, die blijft ook altijd nieuw. Christus is de Levensbron, Die altijd nieuwe dingen opbrengt. Het geloof is een fontein van levend water. De schakeringen, de verhoudingen, de verbanden van het geloof zijn zo altijd nieuw, rijk, veelsoortig, veelkleurig. Daar kan men met het meest scherpe verstand en met het meest geoefende geheugen de handen aan vol hebben. En nu zegt Paulus tot het volk van Korinthe: „Als gij het-zo behoudt, als ik het u verkondigd heb, dan zult gij zalig worden." Dit mag Paulus zeggen, zonder enige zelfverheffing, want hij is werkzaam geweest in het Evangelie, om zich daarin te verdiepen, om zich daarmee bezig te houden, om dat te doordenken, om dat te verstaan. Dan laat hij vragen om de boeken, die hij te Troas achtergelaten heeft, om de dingen verder te bestuderen en de perkamenten, inzonderheid. Dat zullen dus de stukken zijn, die hij zelf opgemaakt heeft, die hij geschreven heeft. Paulus heeft er aan gewerkt, hard gewerkt. En hij zal aan alle de gemeenten veel meer geschreven hebben dan de veertien brieven, die wij in de bijbel van hem hebben. Maar in zijn brieven hebben wij dan de voorbeelden van wat hij geleerd en geschreven heeft en dat waren altijd verhandelingen, dat was de leer des Heeren. Wie zijn leer ter harte neemt, gaat vast en zeker. Die zal zeker zalig zijn. En wij durven met vrijmoedigheid te zeggen, waar wij die Schriften voor u geopend hebben en die gezocht hebben te verstaan in de zin van de belijdenis der kerk, dat gij ook ónze leer kunt behouden, op zodanige wijze, als wij het u verkondigd hebben. Daar zult ook gij vast en zeker op kunnen gaan. Zo zult ge zeker zalig zijn.

En nu dat „tenzij". Tenzij dat gij te vergeefs geloofd hebt. Daar is drieërlei „tenzij". Het eerste is: Tenzij Christus niet is opgestaan. Dan mist uw geloof alle grond. Het tweede is: Tenzij onze prediking van de levende Christus niet recht was. Het derde is: Tenzij gij niet gelooft of niet recht gelooft. Aan het eerste zal het zekerlijk niet liggen, zo gij niet zalig wordt. Aan het tweede zal het, dacht ik, ook niet liggen, zo gij niet zalig wordt. Indien gij dan maar een geloof zult hebben als een mosterdzaad, dan zal het óók daaraan niet liggen.

Zw.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Hetzelfde Evangelie opnieuw bekendgemaakt

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's