Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE SCHERPE RESOLUTIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE SCHERPE RESOLUTIE

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(i)

Maurits had zich dus openlijk aan de zijde van het gereformeerde volk geplaatst. De vreugde onder de burgers van de zeven gewesten was groot, evenals de bitterheid onder de remonstranten en de remonstrantse regeerders. In Holland was over het algemeen het meer verlichte deel der burgerij remonstrants. Tot de contraremonstranten behoorde grotendeels het eenvoudige volk, volgens de regel: „niet vele rijken en niet vele edelen". Toch waren de laatsten er wel. Onder de contraremonstranten waren een aantal mannen, die door geboorte, aanzien en rang tot de aanzienlijksten in den lande behoorden. Sommige schrijvers stellen, dat niet allen uit waarachtige overtuiging zich bij de kerkelijken hadden aangesloten. Dat zal wel waar zijn: niet allen, maar toch ook niet zo. dat alle aanzienlijken hun liefde tot de gereformeerde waarheid huichelden.

Van het volk zeggen de schrijvers: ..Het volk was contra-remonstrants en prinsgezind uit volle overtuiging. De geestdrift voor het calvinisme, die de vaderen moed had gegeven, om trots inquisitie en bloedplakkaten voor de vrijheid van het geweten goed en bloed ten offer te brengen, leefde voort onder hun kinderen." Het ging dat volk om de Geloofsbelijdenis en de Catechismus. Zij hebben vierhonderd jaar geleden het zwaard getrokken om naar het Woord Gods, zoals het in de belijdenis van Guido de Brés was samengevat te mogen prediken, leren en leven. Dat volk had niet ten onrechte het gevoel dat de remonstranten het Woord Gods en de belijdenis over de hele linie aantastten. De remonstranten wilden van geen belijdenis volgens welke over hun leer geoordeeld zou moeten worden, weten. Integendeel, de belijdenis moest herzien en aangepast worden aan hun leer. Is het wonder, dat het volk al meer in beweging kwam om de waarheid Gods vast te houden? '

De remonstranten kwamen voor hun mening op, het contraremonstrantse of gereformeerde volk kwam voor de waarheid Gods op, zoals deze in de Geloofsbelijdenis was vastgelegd. Terecht schreef Trigland: „Het is zeker wel droevig, dat men elkander zo in het haar zit, en de een de ander in openbare geschriften aanvalt. Maar wat zal men doen? Moet men toezien, dat de ware leer wordt gelasterd, de genade Gods verduisterd, een valse leer ingevoerd, en bij dit alles stilzwijgen? Zullen wij hiermede onze gewetens vrij maken voor de Heere? Is het genoeg, als er maar vrede is, het ga dan met de waarheid en de eer van Gods kerk zo het wil? Schamen zij zich niet de waarheid te spreken, wij moeten ons niet schamen haar te verdedigen. Gaat ons onze eigen eer en de eer van onze goede vrienden ter harte, de eer van God moet ons nog liever zijn."

Het werd strijd, wijd en zijd, en Oldenbarnevelt moest en zou het winnen, al moesten er nog zoveel doden vallen. Om een wettelijke grondslag te geven aan de strijd tegen de gereformeerde meerderheid in het land. werd door de Staten van Holland een resolutie vastgesteld, waarin over de volgende vier punten werd gehandeld:

1. De staten besluiten het houden van een Nationale Synode „als strijdig met de hoogheid en gerechtigheid van Holland , af te slaan.

2. De regenten der steden worden gemachtigd volk van wapenen in dienst te nemen.

3. Wie meende, dat in de hangende kwesties de stedelijke regenten hem onrecht hadden aangedaan, moest met zijn klachten komen bij de staten van Holland; hij mocht zich niet beroepen op het Hof van Holland.

4. Alle oversten en krijgslieden van de troepen, die ter repartitie van Holland stonden, werden gelast om, niettegenstaande enige andere bevelen, alleen aan de staten of stedelijke regeringen gehoorzaam te zijn.

Op 4 augustus 1617 is alzo door de meerderheid der staten van Holland besloten. De bedoeling was bijzonder om de invloed van Maurits te niet te doen. Door deze bepaling had de prins immers geen soldaten meer en kregen de magistraten in de steden ze juist wel. Tot de gewone orde behoorde, dat de steden hun schutters hadden, hun schutterij. Die stonden ter beschikking van de stedelijke overheid in geval de orde in gevaar kwam. Maar die schutters waren voor een groot deel contra-remonstranten en daarom moeilijk te gebruiken tegen eerlijke lieden, die alleen maar een gereformeerde preek wilden horen. De magistraat kon nu de schutterij of de gereformeerden onder hen naar huis sturen. Zij kon ook uit de stad verbannen de gereformeerden, die mee deden aan scheurkerken enz. en deze ontpoorteren, want de burgerij kreeg geen kans meer zich te beroepen op een onpartijdig college als het Hof. Neen, de staten zelf zouden de verongelijkte gereformeerden wel eens laten zien, dat ze ook als dwingelanden konden optreden.

Het was wel kras als een overheid zo ver gaat. dat men zijn burgers de mogelijkheid van beroep op een eerlijke rechtbank ontneemt. Daar kwam nog de gelegenheid bij, dat de stedelijke regeringen soldaten huurden, de waardgelders. Nu konden de steden tegen de gereformeerden met geweld van wapenen optreden. Daar waren echter ook nog de geregelde troepen, over welke Maurits kapitein-generaal was.

Wat is er met de repartitie, waarvan punt 4 spreekt? Holland was de grootste en rijkste provincie en betaalde het grootste deel van de soldij van het leger. Men zegt nu: zij stonden ter repartitie van Holland. Goed zo, zegt Holland, wij betalen, dus wij bevelen ook, wij zijn de baas. Holland bepaalde dus, dat de troepen, zover zij door Holland werden betaald, alleen bevelen mochten aannemen van hun betaalsheren. Maar als die soldaten nu eens toch naar Maurits luisterden? Dan stond de stok achter de deur: als de soldaten naar hun kapitein-generaal luisterden, zou de betaling worden stopgezet. Deze maatregel bedoelde dus niets meer en niets minder dan de door Holland betaalde troepen los te maken uit het legerverband, te onttrekken aan het bevel van hun commandant en ter beschikking te houden van Holland. De staten hoopten, dat prins Frederik Hendrik, die met de remonstranten sympathiseerde, deze troepen zou willen commanderen. Dat had mooi kunnen worden. De troepen die Holland betaalde onder de jongere prins en de troepen der andere gewesten onder de oudere prins en dan de twee Oranjes maar vechten. Een man als Oldenbarnevelt moet toch wel verblind zijn geweest om hier op aan te sturen. Terecht is dan ook de oordeelvelling: „De scherpe Resolutie is een grote politieke fout. Zij was niet alleen wat het vierde punt betreft, beslist onwettig, maar zij zette bovendien in de hangende kwesties alles op haren en snaren; zij sloot alle overleg en schikking uit. Het moest nu buigen of barsten. Ik vond het heel erg, dat de Staten van Holland onder leiding van een groot staatsman als Johan van Oldenbarnevelt, om het gereformeerde belijden zoveel mogelijk te beperken en te dwingen, in strijd met Schrift en belijdenis, aan de remonstrantse dwaling volop ruimte te geven in de Kerk, zover gaan, dat zij het hele land er aan waagden. Een kind kon begrijpen, dat hier een burgeroorlog uit moest ontstaan. Niemand kon redelijkerwijze verwachten, dat prins Maurits zijn eed zou breken en zich zo maar op zij zou laten schuiven. Men kon evenmin verwachten, dat de Staten-Generaal in deze roekeloze daad van Holland zouden berusten. Het was inderdaad „een der meest roekeloze besluiten, die ooit genomen zijn".

Fruin schreef dan ook: „De Staten, ik twijfel er niet aan, waren heilig overtuigd, dat zij in het welbegrepen belang des volks regeerden; maar zij konden het zich niet ontveinzen, dat zij tegen de vaste en uitgedrukte wil van de meerderheid des volks handelden. En een vrijheidslievend volk verstaat niet, dat men het gelukkig maakt tegen zijn wil. Wat moest er van het land worden, als, gelijk te voorzien was, de soldaten hun bevelhebber meer dan hun betaalsheren gehoorzaamden; als de gerechtshoven weigerden het hun opgelegde verbod te ontzien? Zouden dan die hoge collegiën afgezet, zouden de geregelde regimenten door de waardgelders ontwapend moeten worden? Een burgeroorlog lag in de resolutie opgesloten."

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

DE SCHERPE RESOLUTIE

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 28 september 1968

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's