Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heilig hen in Uw waarheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heilig hen in Uw waarheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Heilig hen in Uw Uw woord is de waarheid; waarheid. Joh. 17:17.

Voor deze bevestigingsdienst kozen wij een vers uit het Hogepriesterlijk gebed. Dit is het gebed, dat de Heere Christus gebeden moet hebben tijdens het laatste Avondmaal, dat misschien beter genoemd kan worden het eerste Avondmaal. Bij die gelegenheid heeft Hij afscheid genomen van Zijn discipelen, merkwaardigerwijze al vrij lang voor Zijn définitieve vertrek. Het is goed de dingen te doen dan, als er goede tijd voor bestaat. Afscheid nemen moet men doen binnen de vertrouwde kring, om de dingen nog eens van hart tot hart te kunnen zeggen. Ter gelegenheid van dit afscheid heeft de Heere ook gebeden. Dat is altijd het beste afscheid, dat men iemand geven kan, als men hem Gode beveelt. Dan laat men hem niet alleen achter, maar in de hoede van Hem, Die het al gebiedt. Men kan iemand met goede wensen, met goede raad, met goede verwachtingen zijn afscheid geven en het leven in laten gaan, maar met gebed geeft men ze meer mee. Dan draagt men ze over aan iemand, Die zéér machtig is en in Wiens hoede men weigeborgen is.

Jezus dan hief Zijn ogen op naar de hemel. Wij zijn zo gewend al onze aandacht te richten op de prediking van de Heere Jezus. Zijn bidden echter is niet minder belangrijk. Zijn bidden is vóórbidden. Zo wordt dit gebed genoemd Zijn hogepriesterlijk gebed, hoewel dit woord in de tekst van de bijbel niet staat. Ziet dan onze enige Hogepriester staan, sprekend tot de Vader van de hemel, sprekend met de ogen geheven omhoog. Hij bidt in de kring van Zijn discipelen en voor Zijn discipelen. Maar Hij bidt ook voor allen, die door het woord der discipelen in Hem zullen geloven, en zo breidt de kring van discipelen zich uit tot de kerk van de daarna komende dagen en tot de kerk van vele eeuwen later, ook tot de kerk van onze tijd.

Voor de wereld bidt Hij niet, niet voor de wereld van die dagen, niet voor de wereld van onze dagen. Hij bidt voor degenen, die Zijn Vader Hem gegeven heeft, die ook Zijn woord hebben bewaard. Voor deze gegevenen des Vaders bidt Hij, dat de Vader hen zal „heiligen", dat is dat Hij hen zal afzonderen. Dat is nooit een bij de mensen gezochte zaak geweest, om afgezonderd te worden onder de mensen, om afgezonderd te worden van de mensen. Wij staan niet graag alleen. Wij staan niet graag in een uitzonderingspositie. Stel voor, dat men ons zou houden voor een zonderling. Toch betekent het woord heilig „afgezonderd".

Toch zondert de Vader de Zijnen af. Dat deed Hij de acht van Noach in de ark. Dat deed Hij met Zijn volk Israël, als Hij zeide: „Dit volk zal alleen wonen." Hij deed het alleen wonen in Egypte, in Gosen, in de woestenij, in Kanaan, tussen vreemde volken, aan Babels stromen, en hier bidt Jezus voor de Nieuw-Testamentische gemeente, dat ze alleen mag wonen, dat ze wel niet uit de wereld zal worden weggenomen, maar dat zij bewaard wordt van de boze. Wel in de wereld, maar niet van de wereld, zelfs niet wereldgelijkvormig. Een stad boven op de berg, een licht op de kandelaar.

Heilig hen!

De discipelen waren geheiligd. Toch bidt Jezus om hun heiliging, want die geheiligd is, moet nog meer geheiligd worden en die rein is, moet nog gereinigd worden en die rechtvaardig is, moet nog gerechtvaardigd worden. Bevestig dat werk, dat in hen begonnen is. Laat dat niet kwijnen, laat dat niet sterven, laat dat niet door de geest van de tijd vertreden worden, laat dat niet door de stroom van de tijd meegesleurd worden. Er is toch ook een tijdgeloof, dat maar voor een tijd is, en dat weer verdort. Laat het niet alleen niet kwijnen, maar zet het ook voort, laat het groeien. Laat het geloof in hen dieper wortelen, breder wortelen, zwaarder uitwassen en rijker vruchten dragen. Laat het ook tot de volkomenheid mogen geraken. Daar is zo veel gebrekkigs in het geloof, in het kennen en weten, daar moet nog zoveel groeien en toenemen. Er is ook zoveel dwaling in het hart van elke christen, er zijn zoveel geloofsstukken, waar men niet aan toekomt, die men niet ziet liggen, of althans waar men het nut, de bate niet van heeft. Er is zoveel geloof, waarmee men niet werkzaam is, dat niet functionneert. Zo nu komt ook de bede om heiligmaking tot zijn recht. Er moet vruchtbaarheid zijn. Het geloof moet in daden omgezet worden, in daden voor God en voor de mensen. Het wil gezien worden in onze gezinnen, in onze levenskringen, onder de mensen rondom ons, nabij en verre.

Heilig hen in Uw waarheid. Als Jezus dit bidt voor Zijn discipelen, dan hebben zij ook een bijzondere taak te verrichten. Zij moeten worden de profeten van het nieuwe Testament. Zij moeten het Evangelie gaan verkondigen. Wij zijn niet discipelen in de zin van de apostelen, maar niettemin ligt er voor ons elk ook zo'n apostolische taak, om het licht des Evangelies te laten schijnen in onze directe omgeving en ook in wijdere kring. Daartoe is ook nodig een heiliging, een afzondering. U leest later van Paulus, dat de Heere hem afgezonderd heeft tot de dienst des Evangelies. Het woord Nazireër betekent ook zoveel als afgezonderde. Wij hebben Nazireërs Gods te zijn. Tot die Evangeliedienst is heiliging nodig. Jezus bidt of Zijn Vader Zijn discipelen als zodanig wil erkennen, of Hij het nodige licht aan hen wil geven, om de dienst der schaduwen van het Oude Testament te doen overgaan in de dienst der vervulling, opdat zij niet aan de schaduwachtige, ceremoniële, rituële dienst des Woords zouden blijven hangen. Heilig ze in Uw waarheid, dat is: geef hun oog te krijgen voor de verbreking van de middelmuur des afscheidsels, om zowel de heidenen als de Joden het Evangelie te verkondigen. Heilig ze in Uw waarheid, dat is: laat hen de wereld niet „wereld" laten, maar laat hen haar opvorderen voor het geloof en voor Christus.

In de waarheid — laat hen de waarheid als waarheid herkennen en erkennen en laat hen daar meer en meer in geworteld

en gegrond worden. Zij hebben nu nog maar de eerste beginselen van de waarheid bekend, laat hen er nu dieper en dieper in wortelen en meer en meer de waarheid ontdekken en haar dieper en dieper ontdekken. Wij hebben de waarheid niet facultatief te stellen. De waarheid heeft niets met de leugen gemeen. Heilig ze in Uw waarheid, dat is: laat hen in Uw waarheid staan niet op een onheilige, maar op een heilige manier. Men kan in de waarheid staan op zo'n betweterige manier, op zo'n kerkpolitieke manier, op zo'n zogenaamd wijsgerige manier, op zo'n schoolse manier, en men moet daarin staan gelovig, eerbiedig luisterend, nadenkend, nasprekend. Men moet daarin staan hopend, zodat men zijn hoop nu eens op dit deel der waarheid stelt, dan op dat deel der waarheid, zodat de hoop op God veelzijdig opbloeit.

Uw Woord is de waarheid.

Het Woord Gods is het middel, waardoor God de Zijnen heiligt. En het is dat in eerste instantie! De predikers des Woords kunnen middelen zijn, waardoor God mensen heiligt, maar zij zijn dat in tweede instantie, voorop blijft gaan het Woord. Ook de kerk kan gezien worden als een middel waardoor God zondaars heiligt, maar zij is dat in derde instantie, voorop blijft gaan Gods Woord.

Nu is het Woord de waarheid. Allerlei mensenwoord of - geschrift staat daarbij achter, de uitspraken van conciliën, kerkvergaderingen. belijdenissen, zij hebben geen autoriteit van zichzelf. Maar het Woord Gods is betrouwbaar op zichzelf en om zichzelf. Daar kunt ge u op verlaten als op het door Gods mond zelf gesproken woord, als het door Gods hand zelf geschreven woord. Het Woord Gods hééft niet slechts de waarheid, die ge in een wirwar van gedachten en woorden nu zelf moet uitzoeken. Gods Woord is de waarheid. Alle waarheid, nodig tot uw zaligheid, is hierin begrepen. Al wat God van Zichzelf geopenbaard heeft, staat hierin ten voeten uit. Het is de waarheid zonder enig tekort. Het is de Waarheid zonder enig te veel. Het is de waarheid witter dan sneeuw, helderder dan kristal. Het is ook het enige middel, waardoor de Heere u heiligt tot de zaligheid, tot het lidmaatschap van de kerk, tot enig ambt in de kerk, tot uw taak in de wereld. Zij dan het Woord Gods, door de Geest Gods gehanteerd en bediend, u het Woord uws levens.

Zw.

W. L. T.


*) Bevestiging lidmaten

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 april 1969

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Heilig hen in Uw waarheid

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 19 april 1969

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's