Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Deze Geest getuigt met onze geest

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Deze Geest getuigt met onze geest

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dezelve Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn; en indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. Romeinen 8 : 16—17.

Getuigenis — medegetuigenis

De werken van de Heilige Geest waren voorheen: de schepping voorbereiden, de profeten inspireren tot het schrijven van het O.T. in de bijbel, de ontvangenis van Christus bewerkstelligen in de maagd Maria. De werken van de Heilige Geest na de uitstorting zijn: wederom de inspiratie van de apostelen tot het schrijven van het Nieuwe Testament, de canonisatie en de bewaring van Gods Woord door de eeuwen en de werving en de vergadering van de bruidskerk van Christus.

Als het inwendig werk van de Heilige Geest in zondaren zouden wij kunnen onderscheiden in: de heiligmaking of de bekering of de genade en de gebeden; de leiding van de geheiligden door dit leven; de vertroosting of de bemoediging of de verzekering.

Over al deze werken van de Heilige Geest spraken wij ettelijke malen, thans willen wij over dit laatste werk van de Heilige Geest met u handelen, namelijk over de vertroosting, over de bemoediging, over de verzekering. Deze drie dingen zijn eigenlijk één stuk. Wie troost zegt, zegt bemoediging, wie bemoediging zegt, zegt verzekering. Laat ons vooraf vaststellen dat hier dezelfde Geest werkt als in al die andere werken.

De Geest, Die de Zijnen vertroost, is dezelfde als die alle kinderen Gods leidt, maar ook dezelfde, Die profeten en apostelen inspireerde, dus de Geest van de bijbel, maar ook dezelfde, Die Christus legde in de schoot van Maria, ook dezelfde, Die de aarde toebereidde en de hemelen. Dus met de Vader en de Zoon de eeuwige en waarachtige God: Hij is aan te roepen; Hij is te aanbidden; in Hem moet men geloven; Hij is te prijzen en te eren tot in eeuwigheid. Gezegend zij de eeuwige Geest Gods, gezegend zij Zijn naam!

Hij dan getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.

In het getuigen is Hij niet de tweede, die met onze geest getuigt, maar de eerste. Onze geest weet door de Heilige Geest, dat wij kinderen Gods zijn en dan getuigt onze geest met de Geest Gods mede, dat wij kinderen Gods zijn. Ons getuigenis valt terug op het getuigenis van de Geest en de Geest bevestigt ook het getuigenis van de ware christen. De niet ware christen, de christen in naam, mag van zichzelf zeggen dat hij een christen is, zoveel als hij wil, maar dat zijn zeggen steunt nergens op een getuigenis van de Heilige Geest. Daar moet een wederwerk zijn, een over en weer in het getuigenis van de Geest Gods en dat van de mens. Het rechte belijden van een christen komt van Christus en van Diens Geest. Als een christen zegt: , , De Heere is mijn herder", dan kan hij dat alleen zeggen, als de Heere gezegd heeft: , , Dit is Mijn schaap." , , Ik ken de Mijnen en word van de Mijnen gekend." Dit woord uit Johannes 10 : 14 is de grondslag voor onze tekst.

Hoe nu getuigt Gods Geest met onze geest? Of eerst: Hoe getuigt onze geest? Dat is duidelijk: als wij geboren worden in het koninkrijk Gods, in de kerk, in Sion, dat is als wij wedergeboren worden, dan zijn wij kinderen Gods. Wij kunnen ook zeggen: Als wij aangenomen worden als kinderen, dan zijn wij kinderen Gods. Wie nu de aard der kinderen vertoont, die geeft daarin getuigenis, dat hij een kind Gods is: het vragen naar God, het afhankelijk zijn van God, het vragen naar Zijn woord en naar Zijn dienst, het voor Hem uitkomen, het houden bij Zijn geboden en bij Zijn inzettingen, het leven uit Zijn genade, het getuigen van Zijn naam. Ziet dit alles is getuigenis van onze geest.

De Heilige Geest spreekt tot de zielen Zijner gunstgenoten op een zeer persoonlijke wijze, zodat zij bepaald gevoelen: Dit is voor mij bedoeld. De Heilige Geest kent al de Zijnen bij name, zoals de Vader ze kent en zoals de Heere Christus ze kent. Hij kent ze in hun afkomst, in hun geslacht, Hij kent ze in al hun omstandigheden, in hun hopen en in hun vrezen, in hun strijd, in hun aanvechtingen, in hun zonden, in hun geloof en in hun ongeloof. En nu spreekt Hij ze toe. Meest door het Woord Gods, zo zelfs dat Zijn getuigenis nooit tegen het Woord ingaat. Hij spreekt hen soms toe in de prediking, als Hij daarin bepaalde gevallen of omstandigheden laat behandelen. Hij spreekt hen toe veelal in het lezen van het Woord bij bepaalde teksten, die nooit uit hun verband gerukt, steeds zullen passen op het geval, waarin de gelovige verkeert. Dat zijn dan bijbelteksten of gedeelten, die levensgeschiedenis worden voor de gelovige. Let er wel op, dat dit getuigenis van de Geest altijd rust op de heiligmaking en op de bekering. Het is een getuigen van eerder verkregen genade.

Het kan echter ook zijn, dat de Heilige Geest met gevoelige genade verborgen ondersteunt. Dan wordt het geloof verlevendigd of de hoop innerijlk en stil bevestigd of dan wordt de liefde tot de Heere weer opgewekt. Dan heft de gelovige zijn hoofd uit de gebreken omhoog, dan heft hij het oog omhoog op zijn God en Zaligmaker. Ziet, dan getuigt Zijn Geest metterdaad met onze geest.

Kinderen en erfgenamen

, , Dat wij kinderen Gods zijn. En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God en medeërfgenamen van Christus."

God de Vader neemt mensen aan tot Zijn kinderen.

God de Zoon verwerft voor zondaars het recht tot het kindschap.

God de Heilige Geest maakt mensen tot kinderen Gods en verzekert hen van hun kindschap.

Hij getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.

Éénmaal heeft David gezegd tot de knechten van Saul, toen deze aan David Michal, de dochter van Saul, beloofden ter vrouw, opdat zij hem tot een valstrik zou zijn: , , Is dat licht in ulieder ogen, des

konings schoonzoon te worden, daar ik een arm en verachtzaam man ben? " Zo zouden wij kunnen zeggen: , , Is dat licht in ulieder ogen, om een zoon van de allerhoogste God te worden? " Dat is voorwaar geen kleinigheid: een zoon van de Koning der koningen te zijn. Elk kind van God, die een arm zondaar is en ook een verachtzaam zondaar is, heeft daarmee de grootste moeite. Dat kan ook niet, dat een heilig en een rechtvaardig God een snode zondaar tot Zijn kind zou aannemen. Het kon ook niet, ware het niet dat Jezus, de eigen Zoon Gods, de mogelijkheid tot zo'n aanneming geschapen had. Het kon ook niet, ware het niet dat de Heilige Geest zulk een wederbaarde, vernieuwde, heiligde. Maar dan nog houdt een kind van God daar de grootste moeite mee. Als hij ziet op zijn eertijds, als hij ziet op zijn menigvuldige zonden en afmakingen en op zijn verdorven natuur, dan kan hij dat niet geloven, dat hij... hij een kind Gods zou zijn. En nu komt de Geest Gods en Die bepaalt zo'n zondaar bij het vrijmachtige van de genade, bij de verkiezende liefde Gods. Daar komt de Geest en Die bepaalt de zondaar bij die eeuwiggeldende en afdoende gerechtigheid van Christus, Die Zich Zijn Zoonschap heeft laten ontnemen, opdat zondaars tot het kindschap zouden worden aangenomen. En nu komt de Geest en Die bepaalt hem niet bij het feit, dat hij de kinderaard vertoont, maar wel bij het werk des Vaders: vrije verkiezing zonder enige verdienste onzerzijds, bij het werk des Zoons: volkomen genoegdoening en ook bij de vruchten des Geestes, om hem daaruit als uit de vruchten van de oprechtheid van zijn geloof te verzekeren. Dat kan de Heilige Geest doen met het Woord Gods of met de prediking des Woords of met een bepaalde belofte. Dat nu is Zijn speciaal werk, omdat Hij genoemd wordt de Geest der beloften.

Dan is het. of de Geest ze zegt en betuigt en verzekert: , , Het is voor u, het is voor u, het is ook voor u!" En dan komt daar dat zachte dringen van de Geest in het hart, om dat nu niet zo ver weg te werpen, om dat niet te loochenen, om dat gelovig te beamen, dan komt daar dat zachte dringen van de Geest in het hart om te zeggen: Abba - Vader! en om tot Jezus te zeggen: Rabbouni - mijn Meester.

Kinderen Gods — wij kinderen Gods — allen die een even dierbaar geloof bezitten en ook ik, zelfs ik.

En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen.

Op aarde erven lang niet altijd kinderen, lang niet altijd alle kinderen. In Israël erfde soms alleen de oudste zoon. Soms komt het hier voor, dat alle kinderen buiten de erfenis vallen. Soms komt het voor, dat één der kinderen van de erfenis vervallen verklaard wordt. Dat nu komt bij de Heilige Geest niet voor. , , Als wij kinderen zijn, dan zijn wij ook erfgenamen." Geen kinderen, geen erfgenamen. Nu kan een kind van God het dan geloven, dat hij kind is, op het getuigenis van de H. Geest. Maar gaat het nu over de erfenis? Ach, zij weten het, dat die erfenis niet te koop is, dat die nooit verdiend wordt door hen, dat die zelfs veel malen verbeurd wordt. Dat is voor hen zo groot. „Is het dan licht in ulieder ogen om des konings erfgenaam te zijn? " Dat moet de Geest ze waarlijk ook verzekeren, en vooral als zij hier op aarde zo arm kunnen zijn. Gaat nu echter de Heilige Geest ze verzekeren van hun erfdeel, dat weliswaar in de hemelen bewaard wordt voor hen, dan gaan zij dat waarlijk geloven. Niet alleen dat, nu durven zij ook als erfwachters van zo groot vermogen en van zo grote heerlijkheid niet meer zo armetierig te leven en ook geestelijk niet meer zo armetierig te leven. Een wereldling leeft altijd boven zijn stand, maar een christen leeft zo vaak beneden zijn stand. Dat doet hij evenwel niet, als de Heilige Geest getuigt met zijn geest, dat hij kind is, kind en erfgenaam. Dan kan hij zingen:

Looft Hem, nu die erfenis, Naar Zijn woord, bevestigd is; Want Zijn gunst, alom verspreid, Zal bestaan in eeuwigheid.

Die in onze lage stand. Ons genadig bood de hand; Want Zijn gunst, alom verspreid, Zal bestaan in eeuwigheid.

Geeft de God des hemels eer! Lof zij aller scheps'len HEER'; Want Zijn gunst, alom verspreid, Zal bestaan in eeuwigheid.

k Zal u de erfenis vertellen. Zij zijn erfgenamen van God, medeërfgenamen van Christus. Hij is de Erflater. Hij is de -erfenis. De Heere is het deel hunner erve. Van de levieten en van de priesters is gezegd, dat zij geen erfdeel zouden hebben, de Heere is hun erfdeel. Ik mocht wel gaarne zulk een priester zijn. Liever geen geldzorgen. Leven uit Zijn hand, uit Zijn genadige hand, uit Zijn milde hand. Welnu, voor Gods volk is de Heere metterdaad de erfenis. Maar Ook al het Zijne heeft Hij aan Zijn Zoon gegeven, Wien gegeven is alle macht in de hemel en op aarde. En waar de Zoon als Middelaar al het Zijne heeft willen ter beschikking stellen aan Zijn bruidsgemeente, daar kan het niet anders of al de Zijnen zullen met Hem medeërven. Welnu, van deze erfenis verzekert de Heilige Geest, Die ook Zelf het onderpand is van de erfenis. En elke belofte, elk zicht op Christus, elke versterking van de Heilige Geest is dan voor de christenen een voorgave van de erfenis. Men zou die kunnen noemen de eerstelingen des Geestes. Zeer zeker zal de kerk, die de eerstelingen ontvangt, straks de volle oogst der erfenis ontvangen.

Lijden en verheerlijkt worden

„Zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden." Nadat de Geest was uitgestort is het lijden voor de kerk begonnen. Handelingen 3 en 4 beginnen daar terstond mede. U kunt er verzekerd van zijn, dat het werk van de Geest Gods tegengestaan wordt door de geest, die niet uit God is en door de geest der wereld. De Geest oefent Zijn volk in de school van het lijden. Alle vertroosting van de Heilige Geest is dan ook nodig tot het lijden, dat over hen komt. De Geest wijst op Christus, Die door lijden verheerlijkt is en Die door het lijden van het kruis naar de kroon gegaan is. Zo zegt Hij, moet ook elk christen met Christus lijden. Prof. Dr. J. A. C. van Leeuwen en Dr. D. Jacobs vertalen: „indien wij althans delen in zijn lijden." Zij stellen dus het lijden van deze tegenwoordige tijd tot een voorwaarde voor de heerlijkheid, die daarna volgen zal. Welnu, zo is dat! Wij kunnen niet anders dan door lijden ingaan en het is de Heilige Geest, die daarvoor bereid maakt. Het echte geloof, het kindschap Gods, brengt nu eenmaal lijden mee, in elke tijd en op elke plaats. Een geloof, waar geen lijden aan verbonden is, dat is het rechte niet. Onze positie als Gereformeerden in de kerk is altijd een zeer - aangevochtene geweest. Ware het niet, dat Gods goedheid ons een plaats in de kerk gegeven had, wij zouden er nooit één bekomen hebben en wij zouden hem op elk ogenblik verloren hebben. Gelukkig echter, als wij er iets in kunnen vinden van het: „de smaadheid van Christus dragen". Het is ons persoonlijk jong toegezegd en het is gekomen en wij zijn er nooit aan ontkomen. Dit is een verbondsbelofte voor de kerk: „In de wereld zult gij verdrukking hebben." En wee ons, als wij goede vrienden worden met de wereld. Wee ons, als de wereld ons prijst. Wee ons, als de wereld ons haar wetten gaat opleggen.

„Opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden." In alle leed hebben wij echter die stille troost van de Heilige Geest en dan is alles te dragen. Hij toont ons slechts het lijden van Christus, Die als Hij gescholden werd, niet wederschold en als Hij leed niet dreigde. En dan kunnen wij stil dragen wat men ons aandoet.

O, die Geest Gods. Hij geeft Zijn volk met Hem verheerlijkt te worden. Dan kunnen wij wel om Zijnentwil altijd achtergezet en verschoven zijn, altijd de verliezende partij zijn in elke stad, in elk dorp, in elke landstreek, waar de Heilige Geest ons verzekert, dat naar de mate van het lijden de kroon straks wacht. Een kroon der heerlijkheid! En dat voor eeuwig.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 mei 1970

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Deze Geest getuigt met onze geest

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 30 mei 1970

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's