Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Komt herwaarts - ziet de plaats

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Komt herwaarts - ziet de plaats

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASEN

Komt herwaarts en ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft. Mattheüs 28 : 6b.

De nodiging

Het is een zeer bekend Paaswoord, dat ons in al zijn liefelijkheid tegenklinkt in de vroege morgen tussen de Sabbat en de eerste dag der week. Het is het woord van het ledige graf. Het is het woord van een engel des Heeren. In het Marcusevangelie lezen wij dat de engel er zat als een jongeling. De engelen, die niet gevallen zijn, ebben hun staat van onnozelheid behouden. Zij worden niet oud, maar houden un staat van volkomenheid en kracht en schoonheid, zoals ook de heiligen, die verheerlijkt zullen worden. Marcus zegt, dat hij gekleed was in een lang wit kleed, dat naar de wijze der aanzienlijken aldus lang afhangend gedragen werd. Hier een van de blijde elementen van het Paasevangelie, dat deze engel verschijnt in het nu ledige graf in zulk een staat. De glorie van Pasen wordt gezien in het verheerlijkt lichaam van Christus, de glorie van Pasen wordt gezien in het voorname verschijnen van de Paasbode, de glorie van Pasen wordt gezien in de vreugde der discipelinnen. Wat een vrede, wat een rust, niet de rust van de slaap des doods, maar de rust van het

herwonnen leven. Het is alles op Pasen 20 koninklijk voornaam. Met alle deftigheid begraven wij onze doden. Met alle deftigheid is ook de Heere Jezus begraven. Maar het is een deftigheid in mineur. Met veel groter deftigheid is Christus opgestaan en zullen ook de Zijnen opstaan. Dat was en zal zijn een deftigheid in majeur. En dat zal eeuwig, jeugdig en onbesmet blijven, blijvende grootheid. De engel was als een bliksem in zijn gedaante en zijn kleding wit gelijk sneeuw. Aan deze dienaar van Christus kunt ge ook zien de majesteit van Koning Jezus. Als de bliksem verschijnt de dienaar en de aarde beeft voor Hem, de Vorst van hemel en aarde. Er geschiedde een gróte aardbeving. Het rijk des doods scheurt open en de aarde beeft van ontzag voor de voet van de Overwinnaar over de dood, voor de Vorst des levens. Merkwaardig dat altijd bij een aardbeving alles verwoest en in disorde wordt, maar dat hier alles in Jozefs hof gespaard en in orde gehouden wordt. Merkwaardig, dat bij een aardbeving altijd vele mensen omkomen, maar dat hier de vrouwen in vrede bewaard worden. Hun deert geen kwaad.

Doch letten wij nu op het woord van de engel. Hier wordt gemeld, dat de engel op de afgewentelde steen zat, in Marcus wordt gemeld, dat de engel in het graf zat. Dus worden de vrouwen, Maria Magdalena en de andere Maria, genodigd om te komen tot aan de deur van het graf of tot in het graf. Dat is minstens merkwaardig, dat vrouwen in de morgenschemer genodigd worden in dat graf. Zij waren wel van zins in het graf te gaan met de specerijen, die zij de vorige avond, na de Sabbat, gekocht hadden, dus om daarmee het lichaam nog weer toe te bereiden. Of zoals Mattheüs zegt, om het graf te bezien. Ja, om het graf te bezien, waar zij zoeken Jezus, die gekruisigd was en zij zullen vinden de opgestane Jezus en eerst het ledige graf. Straks zal Jezus Zijn weest gegroet spreken en zullen zij Zijn voeten grijpen om Hem te aanbidden.

Komt herwaarts, zo zegt de engel. Komt herwaarts, tot de vrouwen, terwijl de wachters wegvluchtten en werden als doden. Hier hebt gij het grote verschil tussen mensen en mensen, het verschil dat God maakt in Zijn verkiezende liefde en in Zijn verwerpende toorn, dat God maakt onder de mensen, dat wat de een tot troost en vreugde en tot leven wordt, voor anderen wordt tot schrik en tot de dood. Wat is dat een voorrecht, om de nodiging tot het heil van Pasen te mogen horen. Als de engel dit spreekt, dan spreekt hij als de engel des Heeren en dan is het dus evenveel alsof de Heere Zelf tot de vrouwen gezegd had: Komt herwaarts. De Vader spreekt in dit woord tot hen. Komt tot het geloof van Mijn Zoon en ziet het werk, dat Hij gedaan heeft! Als de engel dit spreekt dan spreekt hij ook als de engel en dienstknecht van Christus. Het is alsof de engel als een bode des Konings voor Hem uitkomt tot de vrouwen. Zij mogen eerst het teken zien, naar het wóórd, dat Christus Zelf gesproken had, en dan zullen zij de Koning van Pasen Zelf mogen zien. Het is dus een nodiging van Christus Zelf: ..Komt herwaarts!"

Komt herwaarts, zo is tot de vrouwen gezegd. En dat waren vrouwen, die Hem gelovig gezocht hebben, wamt al waren zij nog niet doorgebroken tot dat opstandingsgeloof, toch lag daar diep in hun hart een geloof en een vertrouwen, dat hen in liefde deed uitgaan tot Hem, Die gekruisigd was. Toch lag daar diep in hun hart een geloof, dat in de liefde zich openbaarde. Daarvan waren de specerijen het bewijs. En al was hun geloof onvolkomen, al waren anderzijds de specerijen het bewijs van hun onwetendheid, daar is een mystieke band geweest, die ze aan Jezus bond.

Komt herwaarts. Zo spreekt de Heere niet tot de Farizeën, niet tot de Sadduceën, niet tot de Schriftgeleerden, niet tot Annas, niet tot Kajafas, niet tot Pilatus, maar zo spreekt Hij tot degenen, die tot dit leven van Pasen verkoren waren. Zo spreekt Hij tot allen, die eenzelfde dierbaar geloof deelachtig zijn en die zulk een geloof op hoop tegen hoop voeden en oefenen. Komt herwaarts, gij allen, die buiten Jezus het leven niet hebt en niet kunt vinden. Komt herwaarts, gij allen die in droefenis klaagt:

, , Met Hem verging onze hoop, o Isrels God." Komt herwaarts, gij allen, die in de schaduwen des doods leeft en in banden der hel, voor wie de dood een koning der verschrikking geworden is en ook de laatste vijand die te niet gedaan zal worden. Komt herwaarts, gij allen, die Hem zoekt in al uw zielsverdriet, houdt aan, grijpt moed, uw hart zal vrolijk leven. Nooddruftigen, veracht Zijn goedheid niet. Nooit zal Hij Zijn gevangenen begeven.

De plaats

„Ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft." Naar het graf kijken, dat is onder de kinderen der mensen een veel voorkomende gewoonte geworden. Daar zijn legio mensen, die in treurnis, in droefenis, ettelijke malen de gang maken naar de groeve, waar geliefde overledenen rusten. Om het graf te bezien doen zij dat, in sommige streken elke zondag. In rooms-katholieke streken eens in het jaar op allerheiligen en op allerzielen. Dan gaan zij hun doden gedenken en zij zitten of staan op die plaats in stille overpeinzing. Soms ook gaan zij om op dat graf bloemen te brengen als een stille en jaarlijkse groet. Het komt ook voor dat men die rustplaats gaat reinigen van onkruid of de steen van verwering. Al deze dingen kunnen piëteitsvol bedoeld zijn, vroom zelfs bedoeld zijn. Zij maken op mij een veel betere indruk dan het harteloos cremeren en opruimen van de laatste resten. Maar zij doen u niets, noch ook uw overledenen. Wij hebben een ander geloof voor u, wij hebben een beter ding voor u! Het komt zelfs voor, dat men zijn eigen graf laat bouwen, wij denken aan Jozef van Arimathea, wij denken ook aan die Brederode, die zijn eigen grafmonument liet vervaardigen bij zijn leven. Er zijn zelfs monniken, die zo de doding des vleses verstonden, dat zij tot doding van het vlees in hun graf dagelijks gingen zitten bidden. Hoort het Woord des Heeren, hoort het Woord van dc engel: , , Ziet de plaats", waar de Heere gelegen heeft. Het graf is een herinnering aan de zondeval. Het graf is de herinnering aan wat God aan de mens voorzegd heeft als hij zondigen zou. „Ten dage als gij daarvan eet zult gij de dood sterven."

En als de mens gezondigd heeft, dan luidt het Woord des Heeren: „Stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren." En rond het verloren Paradijs hoort gij onder die oude geslachten, die nog heel hoge leeftijden bereikten, de doodsklok als maar luiden: En hij stierf... en hij stierf... en hij stierf...

En ten slotte kwam het aan Jezus. En Hij klaagde in Zijn lijden: „Gij legt Mij in het stof des doods." En ook Jezus stierf.

En Hij werd begraven! En zie nu is Hij opgestaan! En zie nu die plaats!

Hoe geheel veranderd is deze plaats. Het graf heeft nu plotseling zijn verschrikking verloren. Daarom is Jezus in een hof begraven, die doet denken aan het Paradijs, die hof der hoven. Het ruist op deze Paasmorgen alles van een liefelijke vrede in de hof van Jozef, maar ook in dit rotsgraf, daarvan is de deur door de engel afgewenteld. De deur is opengeworpen. Het graf is niet meer de plaats van het doorwerkend verderf, maar het is de plaats van het weer opgerichte leven. Het graf is niet de plaats van de lucht des verderfs, maar de plaats van waaruit de specerijen en nieuw linnen een aangename geur verspreiden. Het is de geur der liefde. Ja meer, het graf in Jozef van Arimathea's hof bevat een jongeling in de wenkende kracht van het leven: Komt herwaarts en ziet. Ja meer, het graf is door de Vorst des levens geworden tot de poort naar het leven naar deze zijde en de zachtmoedigen zullen het aardrijk beërven. En het graf is door Jezus geworden tot een poort en voorportaal van het eeuwige leven naar de andere zijde. Ziet dan die plaats. En David zingt van die plaats: „Mijn stof zal in de grafkuil zeker wonen!" En Job zingt van die plaats: „Ook verlangen mijn nieren zeer in mijn schoot." En Paulus zingt van die plaats: „Ik wenste wel om ontbonden te worden en met Christus te zijn, want dat is zeer verre het beste."

Door Christus heeft het graf niet meer de overwinning, maar geeft het de overwinning aan Christus en aan allen, die in Christus zijn.

Daarom heeft zich mijn kwijnend hart verblijd; Mijn tong, mijn eer, zingt godgewijde tonen; Ook zal mijn vlees, thans afgesloofd, ten spijt Des vijands, in de grafkuil zeker wonen. Gij zult mijn ziel niet in de hel vergeten; Uw Heiige zal van geen verderving weten.

Gij maakt eerlang mij 't levenspad bekend. Waarvan, in druk, 't vooruitzicht mij verheugde; Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend Schenkt mij in 't kort verzadiging van vreugde; De lieflijkheên van 't zalig hemelleven Zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven.

De Heere

„Komt herwaarts, ziet de plaats, waar de Heere gelegen heeft." Dit is de plaats waar de Heere gelegen heeft, zo zegt de

engel. Zijn Heere, die namelijk van de engel. Hun Heere. namelijk die van de vrouwen. Wat is het toch, dat rond heel het heil de engelen zo'n grote rol spelen? Heeft de Heere Jezus dan op Pasen ook voor de engelen een overwinning behaald? U weet, dat de gevallen engelen geen genade meer krijgen, want de Schrift zegt: , , Hij neemt de engelen niet aan, maar Hij neemt het zaad Abrahams aan." Ook de niet gevallen engelen behoeven niet verlost te worden. Hij neemt dus de engelen niet aan. Toch leert de Schrift in Colossenzen 1:19 en 20: „Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou, en dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelven, hetzij de dingeh, die op de aarde, hetzij de dingen, die in de hemelen zijn."

Zo is dan nu> mogelijk, dat de engelen uitgezonden worden tot dienst van hen, die de zaligheid beërven zullen. Zo worden deze engelen voor het eerst door Christus' verzoenend lijden en sterven en door Zijn opstanding gesteld tegenover hun nieuwe meesters en meesteressen, en dat omdat Christus is hun Heere en dan nu door de opstanding ook de kerk hun meesteresse. De bruidskerk van Christus is alzo tot hoge ere des hemels gekomen, gesteld boven de engelen en bestemd om met Hem te zitten in Zijn troon. Vraagt nu de engel: „Komt herwaarts, ziet de plaats waar de Heere gelegen heeft", dan is dat een nederig verzoek aan deze vrouwen om de ledigheid van het graf te beschouwen, om de overwinning van Christus te zien. Hij heeft de dood overwonnen! Hij heeft de hel overwonnen! Hij heeft de zonde overwonnen! Hij heeft Zijn volk gewonnen! Hij heeft ze gemaakt koningen en priesters, om met Hem in de eeuwige heerlijkheid te triumferen, om te delen in Zijn triumf, om te leven uit Zijn triumf, om zalig te worden uit Zijn triumf. „En in Hem", zegt Paulus, „zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, Die ons heeft liefgehad."

Daarom is het dat de engel zegt: ziet de plaats. Nu wordt het graf, Jezus' graf, de poort, waardoor het rechtvaardige volk in zal gaan in de heerlijkheid van haar Heere en Bruidegom. Maakt nu nooit de heerlijkheid los van het woord Heere, van de titel Heere, want Hij is een Heere van dood en van leven. Maakt nu nooit de heerlijkheid los van de Heere, de Kurios, van Zijn persoon en van Zijn werk. Hij staat straks voor de vrouwen en zij grijpen Zijn voeten en aanbaden Hem. Dat deden zij vóór Zijn opstanding niet. Nu eerst recht staat Hij voor hen als God, waarachtig God, en ook als waarachtig en rechtvaardig mens .Hij staat voor hen als Overwinnaar, nu in verheerlijkte staat in een verheerlijkt lichaam. De Paaskoning. De Overwinnaar.

Plaatsen, waarin vorsten overwinningen behaalden, zijn doorgaans bij het volk blijvend gememoreerd: , Daar is het geschied.' Zal nu de hof van Eden bekend zijn, waar de satan zijn overwinning behaalde? En zal nu de hof van Jozef minder bekend zijn, waar Jezus triumfeerde over hel en

dood? Komt dan herwaarts, gij volk in smart, gij volk in banden des doods en angsten der hel! En ziet eens of niet hier en door Hem de vrede in uw ziel daalt? Komt dan herwaarts, gij volk dat God vreest en bemint, en ziet dat de Heere uw weeklag, uw geschrei verandert in een blijde rei. Komt dan herwaarts en ziet dat het graf, wat u de poort des doods en der hel was en moest zijn, voor u geworden is de poort des hemels. Ja maar waardoor alleen een rechtvaardig, een gerechtvaardigd volk zal binnentreên. En Hij is, naar des apostels woord, opgewekt tot onze rechtvaardigmaking.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 april 1971

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Komt herwaarts - ziet de plaats

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 10 april 1971

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's