Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De gereformeerde gezindte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De gereformeerde gezindte

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog maar nauwelijks kon het vorige nummer van ons blad bij een lezer zijn, toen deze reeds naar de telefoon greep om naar aanleiding van ons artikel over „Stem van de gereformeerde gezindte? " enkele vragen te stellen. We hebben deze lezer beloofd in ons blad daar nog even op terug te komen. U zult zich herinneren waar het over ging. In een vraaggesprek van de redacteur kerknieuws van „Trouw", de heer A. J. Klei met Prof. Dr. G. C. van Niftrik, vroeg deze laatste zich af of het Getuigenis niet een stem kon zijn van de gereformeerde gezindte onder ons volk, daar het immers duidelijk aangeslagen is bij gereformeerde belijders uit alle kerken.

Nu stelde de bovengenoemde lezer twee vragen. De eerste vraag was wat men nu eigenlijk onder die uitdrukking „gereformeerde gezindte" moet verstaan. Kan men daar ook de hervormden nog toe rekenen? Mijn antwoord kan kort zijn: Ja. Maar dan moet men natuurlijk waarlijk hervormd zijn, dat is gereformeerd. Nu hebben we in het vorige nummer reeds getracht om de bekende uitdrukking van Groen van Prinsterer in verstaanbare woorden te omschrijven. Dat is ons bij deze lezer in elk geval niet gelukt. Maar nu las ik een artikel van de vrijgemaakte Prof. C. Veenhof in „Opbouw", die ook geprobeerd heeft om hier een uitlegging te geven aan deze uitdrukking van Groen van Prinster, die zelf tot de Hervormde Kerk is blijven behoren, maar die het toch opnam voor de afgescheidenen. Want de gereformeerden in de Hervormde Kerk behoren tot de gereformeerde gezindte maar ook de gereformeerden onder de afgescheidenen. Prof. Veenhof zegt er het volgende van:

„Er heerst veel misverstand over de term „Gereformeerde Gezindte", of „Gereformeerde Gezindheid". De zaak is feitelijk eenvoudig. In artikel 191 van de Grondwet van 1815 stond dat aan alle godsdienstige gezindheden, in het koninkrijk bestaande, gelijke bescherming wordt verleend. Toen de Afscheiding een feit werd betoogden de officiële instanties: alleen aan bestaande godsdienstige gezindheden wordt bescherming verleend. De Afgescheidenen vormen een nieuwe gezindheid en dus hebben deze geen recht op bescherming. Tegen deze redenering verzette Groen van Prinsterer zich met alle macht. In zijn beroemd geschrift: „De Maatregelen tegen de Afgescheidenen aan het Staatsregt getoetst" uit 1937 schreef hij o.a.: „De Afgescheidenen zijn geen nieuwe secte; zij zijn leden der Gereformeerde gezindheid. Als zodanig hebben zij, met de leden van het Hervormd Kerkgenootschap, aansprak op die gelijke bescherming welke aan alle bestaande gezindheden toegezegd is". Het kenmerk van de gezindte of gezindheid is de belijdenis. Zij is „de uitdrukking van het gemeenschappelijk geloof." Zij „kentekent de gezindheid". Niet de organisatie, de uiterlijke vormen beslissen over het al of niet behoren tot de gereformeerde gezindte. „Neen, waar het gelóóf is, daar is de gezindheid". Allen die de gereformeerde belijdenis van harte als de uitdrukking van hun geloof aanvaarden behoren naar Groens opvatting tot de Gereformeerde gezindheid".

De tweede vraag luidde: Maar mogen zij, die de gereformeerde belijdenis liefhebben, nog langer in kerkelijke verdeeldheid blijven voortleven? Dat is een vraag die wel zeer sterk op ons aan moet komen, daar immers de gereformeerde belijders onder ons volk zo verschrikkelijk verdeeld zijn. Natuurlijk is het zonde om zo verscheurd en verdeeld voort te leven. Maar het is niet gemakkelijk om de juiste weg te vinden naar de eenheid. Want men kan natuurlijk wel een nieuwe verenigde kerk gaan stichten, maar dat betekent dan in de praktijk, dat er weer een gescheiden kerk bijgekomen zal zijn. Niettemin zal de verdeeldheid ons allen moeten bedroeven, temeer daar de afval van de kerk en de christenheid van Nederland steeds groter en ook steeds duidelijker wordt. Des te meer zal het nodig zijn dat de bijbelse leer, de gereformeerde leer, bewaard wordt onder ons volk. Toch heeft de Heere ook in de donkerste tijden van de geschiedenis van volk en kerk van Nederland een volk bewaard bij het Woord. Prof. Veenhof vertelt er het volgende van:

„Uit de kringen van deze gereformeerden, met of zonder „oefenaar" samenkomend in achterhuizen, boerendelen, koeienstallen, is de Afscheiding geboren. De boerenarbeider Klaas Pieter Kuipinga leert zijn dominee Hendrik de Cock dat als een mens ook maar één zucht tot zijn zaligheid zou moeten toebrengen hij voor eeuwig zou verloren gaan. Andere leiders van de Afgescheidenen zaten als studenten aan de voeten van de Leidse oefenaar Le Feburé en hoorden door hem het paulinische Evangelie van vrije genade verklaren. De professoren van de Leidse academie verstonden daar niets van of verzetten er zich heftig tegen. Als eenmaal de Afscheiding in Ulrum een feit is geworden, gaat het bericht daarvan als een electrische schok door het land en in een paar jaar zijn er meer dan honderd gemeenten. Van Groningen tot Zeeland.

In de kringen van de Afgescheidenen is de honger naar het Woord onvoorstelbaar groot. In Groningen zijn er mensen die elke zondag zes, acht, tien uur lopen om de prediking van De Cock te horen. In het Amsterdamse gemeentearchief is een rapport opgesteld door een politie-functionaris, waarin deze vertelt dat de eerste kerkdiensten die door de afgescheiden ds. Scholte werden geleid van tien tot één en van vier tot zeven uur duurden. En er werd ademloos geluisterd. In de kop van Noord-Brabant preekte ds. Gezelle Meerburg vanwege de vervolging tijdenlang in de nacht van zaterdag op zondag ergens in de Biesbosch in een boerenschuur. Van alle kanten kwamen de hoorders in roeiboten daar naar toe. En de afgescheidenen in Loosdrecht kerkten in schepen die de plassen opvoeren."

Ook was er in de vorige eeuw, zo zouden we hier nog aan toe willen voegen, onder de hervormden een grote honger naar het rechte Woord van God. Want bovengenoemde verhalen gaan ook rond over beslist hervormd gereformeerde predikanten. Men liep ook daarheen urenlang om de rechte prediking van het evangelie te horen. Alleen, die hervormde predikanten en hun kerkgangers werden niet vervolgd, de afgescheidenen wel. Dat is een hoofdstuk apart. Maar wel een hoofdstuk met een schandvlek. Alleen, waar is de honger gebleven naar het rechte Woord van God bij de nakomelingen van deze

afgescheidenen?

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1972

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

De gereformeerde gezindte

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 29 april 1972

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's