Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een bijzondere samenkomst

Maandag 6 november is er te Lunteren op initiatief van de Gereformeerde Bond een bijzondere samenkomst gehouden. Ongeveer honderdveertig predikanten uit de gereformeerde gezindte kwamen daar samen om met elkaar te spreken over problemen en vragen die hen gemeenschappelijk bezig houden. Er waren hervormd gereformeerde predikanten, enkele confessionele, chr. gereformeerde predikanten — veertig in aantal — dertien predikanten uit de Geref. Gemeenten, vrijgemaakte predikanten buiten verband en twee gereformeerde predikanten, terwijl een derde plotseling verhinderd was om deel te nemen aan deze conferentie. Er heerste een bijzonder goede stemming en predikanten van verschillende kerken hebben elkaar herkend in het gereformeerd belijden over de kerkmuren heen. Trouwens, de pijn van de verscheurdheid en verdeeldheid werd gevoeld en ervaren als een gemeenschappelijke schuld. Er is diepgaand gediscussieerd ook in de gespreksgroepen over vragen die van te voren waren opgesteld naar aanleiding van het referaat van ds. C. den Boer van Wage- . ningen over: „Niet gelijkvormig aan de wereld", van prof. dr. W. H. Velema: „Verscheidenheid van gaven" en van ds. A. Vergunst van Veen over: „Eén lichaam, eikaars leden".

Deze gespreksvragen waren: Waar ligt in de huidige situatie de spits van de wereldgelijkvormigheid, in de kerk en theologie, en in het leven van de afzonderlijke gemeenteleden? Waar en hoe dient in onze tijd de heiliging van het leven gestalte te krijgen, individueel en ook in de collectieve verbanden van kerk, staat en maatschappij? Hoe bestrijden we de gevaren van het wetticisme, zoals die enerzijds naar voren komen in een politiek activisme en anderzijds in stromingen, waarin het evangelie van de genade in Christus spaarzamelijk naar voren komen?

Erkennen we dat het lichaam van Christus zich breder uitstrekt dan de grenzen van het eigen kerkverband, en hoe hebben we in dit licht de kerkelijke verdeeldheid te zien? Als het juist is dat er alleen toewijding kan zijn wanneer we het gehele lichaam in het oog hebben, dient deze toewijding dan geen practische oecumenische consequenties te hebben voor met name de Gereformeerde Gezindte? Is er niet het gevaar dat de strijd tegen de saecularisatie opgaat in het afweren van allerlei tendenzen waarin de saecularisatie naar voren komt, terwijl de troost en bemoediging van de gemeente op de achtergrond raakt?

Dienen we vanuit het bijbelse gegeven .van de verscheidenheid der gaven in onze tijd de gemeenten niet voor te gaan in het beleven van de eenheid met anderen, die — hoewel in bepaalde opzichten anders — toch éénzelfde geloof belijden en beleven. Hoe onderhouden we de communicatie op het plaatselijk vlak, niet alleen als predikanten, maar ook als gemeenten? Liggen er in onze tijd mogelijkheden en opdrachten voor de Gereformeerde Gezindte tot gezamenlijk getuigen en handelen?

Natuurlijk heeft men op deze vragen niet altijd een eensluidend antwoord gevonden, vooral ook omdat men vanuit verschillende situaties sprak. Maar aan de andere kant herkende men elkaar toch als mensen die voor dezelfde vragen staan en die vanuit de Schrift het antwoord willen zoeken, i

Hoever strekt zich de gereformeerde gezindte uit?

Alle predikanten die tot de gereformeerde gezindte behoren werden in persberichten uitgenodigd. Maar herv. geref. predikanten, chr. geref. predikanten en predikanten van de Geref. Gemeenten hebben een persoonlijke uitnodiging ontvangen. Dat deed ds. J. Overduin in het „Centraal Weekblad" schrijven over „een versmalling in de gereformeerde gezindte":

„Nu vraag ik me af: moet ik nu uit het bovenstaande concluderen, dat het maar 'toevallig' is, dat alleen de predikanten uit de drie hierboven genoemde sectoren persoonlijk uitgenodigd zijn en dat de referenten alleen tot die genoemde groeperingen behoren?

Behoren zij tot de eigenlijke Gereformeerde gezindte en de niet met name genoemde denominaties tot de oneigenlijke, zo op de manier van een verbond in engere en ruimere zin?

Zeker, Confessionelen, Art 31 en Gereformeerden zijn van harte welkom, maar toch een beetje anders.

Nogmaals, niemand kan het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond het recht ontzeggen zulk een conferentie met zulk een presentatie te organiseren. Maar aangezien de Gereformeerde Bond altijd ijvehig heeft meegedaan in het contactorgaan van de Gereformeerde gezindte, had het dan niet op de weg van dit orgaan gelegen om zulk een conferentie te organiseren. Dan zou er geen onderscheid in de uitnodigingen gemaakt zijn. Dan zouden de sprekers niet uit de versmalde gereformeerde gezindte gekozen zijn.

Moet ik dus concluderen, dat er een versmalling plaats vindt ten aanzien van de Gereformeerde gezindte, ondanks de vroegere conferenties en ondanks het Getuigenis? Dat zou ik zeer betreuren." —

Klei, kerknieuwsredacteur van Trouw, kan de treurnis van ds. Overduin niet delen. Hij schrijft:

„Naar mijn smaak komt de gereformeerde bond in de hervormde kerk de eer toe, als eerste dat hele vertoon van samen-gereformeerde-belijders-zijn te hebben doorgeprikt O zeker, op papier horen ze allemaal bij elkaar, gereformeerde bonders, 'gewone' gereformeerden, vrijgemaakte idem, christelijke gereformeerden en mensen van de gereformeerde gemeenten, ze hebben immers dezelfde belijdenisgeschriften in huis. Maar in de praktijk staan ze vaak mijlenver uit elkaar.

Een klein voorbeeld. Eind vorige week werd op een bijeenkomst van gereformeerde bondsambtsdragers de vrees uitgesproken dat je straks misschien een vrouw in broekpak bij het doopvont zou zien staan, terwijl het je in een ordentelijke gereformeerde kerk kan overkomen dat de collectezak je wordt aangereikt door een vrouwelijke diaken in een zorgvuldig gesneden broekpak. En over vrouwelijke diakenen gesproken, de voorzitter van de gereformeerde bond ds. W. L. Tukker (die overigens te kennen gaf wel urgentere problemen in de kerk te kennen dan dat van mogelijke moeders in een mogelijk broekpak) gaat uit principe niet naar een kerkelijke vergadering waar vrouwelijke ambtsdragers tegenwoordig zijn." —

En ir. van der Graaf merkte ten aanzien van deze zaak op:

„Wat de gereformeerden betreft stel ik openhartig vast dat je vandaag er niet meer van kunt uitgaan dat iedere gereformeerde predikant tot de gereformeerde gezindte hoort of wil horen. De situatie in de gereformeerde kerken is steeds meer op die in onze hervormde kerk gaan lijken. Het ging ons om een ontmoeting met mensen die gééstelijk tot de gereformeerde gezindte horen. Ds. Overduin heeft het over het COGG. Daarin zijn de gereformeerde kerken officieel vertegenwoordigd. Op COGG-congressen kom je dus gereformeerden tegen en de referenten moeten ook uit hun kring gezocht worden. Best, maar daardoor zijn bijvoorbeeld leden van de gereformeerde gemeenten vaak afgeschrikt, er kwamen dan problemen aan de orde die bij hen niet leefden. Hetzelfde kun je voor een deel van de christelijke gereformeerden zeggen. Wat wij vandaag op De blije werelt bijeen kregen, was dan ook voor het overgrote deel nog nooit op een COGG-congres geweest." —

Inderdaad kan men zich afvragen of men in de Gereformeerde kerken zelf de gereformeerde gezindte niet aan het versmallen is doordat „men eigenlijk midden-orthodox is of zelfs vrijzinnig in vele gemeenten" zoals een gereformeerd lezer van ons blad pas schreef. Hoewel deze lezer ook nog verschillende „gereformeerde" predikanten kende in zijn kerkgemeenschap.

Samenvatting

Aan het eind van de conferentie werd nog een verklaring afgegeven, waarin gesteld wordt dat men sterk gevoeld heeft de onderlinge verbondenheid in de religie van hetzelfde belijden. Het R.D. vat deze verklaring dan als volgt samen:

„En dat men de kerkelijke gescheidenheid als een stuk schuld en nood heeft ervaren, dat ook vaak een eenparig spreken en getuigen in deze wereld verhindert. Degenen die de kerkelijke gescheidenheid betreuren, voelden zich geroepen zoveel mogelijk samen te werken en samen zich in te zetten voor de verbreiding van het gezaghebbende Woord van God en ook daarvan getuigenis te geven in onze geseculariseerde samenleving.

Er is ook een sterke verontrusting uitgesproken over de verwereldlijking die de gemeente in de greep heeft, ook de gemeenten binnen de gereformeerde gezindte. De weg pleit voor het eigene van een gereformeerde levensstijl die gedragen wordt door een levende relatie tot het woord van God. Waarom werd elke vorm van wetticisme verworpen die het levenspatroon vastklemt in een aantal regels, geboden en verboden. Maar waardoor de levende relatie tot God en zijn dienst niet meer voelbaar is.

Een sterke verontrusting werd ook gevoeld ten aanzien van de wereldgelijkvormigheid, die velen in onze tijd gevangen houdt, waardoor het onderscheid tussen kerk en wereld, tussen de leden van de gemeente en degenen die niet tot de gemeente van Christus behoren, wordt uitgewist. Er is algemeen behoefte aan een stuk wezenlijke ascese die opkomt uit het Gij geheel anders, waarover Paulus spreekt.

Ten aanzien van de roeping in het politieke en maatschappelijke leven, kan de algemene conclusie zijn dat er een sterk verzet is tegen het politieke messianisme, dat in onze tijd veel leden van „Kerk en Theologie" in de greep houdt, dat het Evangelie verwereldlijkt en vermenselijkt. Maar dat men zich anderzijds ook zeer geroepen voelt om op te komen voor de profetische roeping van de kerk in de wereld, waardoor de kerk stelling neemt tegen het schenden van^de wetten van God in het politieke leven.

Maar ook met de behoefte dat de kerk opkomt voor gerechtigheid en barmhartigheid in de samenleving d.w.z. dan in de naam van Christus, Die onze rechtvaardige en barmhartige Hogepriester is. Het gestalte geven aan de gerechtigheid en de barmhartigheid in de samenleving dient daarom gekoppeld te zijn aan de verkondiging van het evangelie in de wereld.

Men voelde zich gedrongen om samen met erkenning van de verscheidenheid die er onderling is, te werken aan de eenheid van de Gereformeerde belijders, juist inzake het gezamenlijk handelen op het terrein van het onderwijs, het sociale werk, de politiek en de dienst van de communicatiemiddelen. En er werd ook een sterke behoefte gevoeld om in het plaatselijke vlak de eenheid van de Gereformeerde Gezindte zoveel mogelijk gestalte te geven in onderlinge ontmoetingen van gemeenteleden van de onderscheiden kerken, b.v. in bijzondere diensten, zoals de Reformatieherdenking en in elke andere samenkomst, waar en wanneer dat mogelijk is." — •

Wanneer ik op het geheel van deze conferentie terugzie dan kan ik niet anders zeggen dan dat ik dankbaar ben dat ze gehouden is en dat ze vruchtbaar kan zijn wanneer de predikanten in dezelfde gezindheid de gemeenten ingaan als ze op deze conferentie hebben verklaard en gesproken.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 november 1972

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 november 1972

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's