Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het belijden der kerk

Men heeft in de kranten kunnen lezen dat vorige week het belijden van de kerk op verschillende manier in de generale synode aan de orde is geweest. Uit die krantenverslagen heb ik echter niet de indruk gekregen dat het daar alles pais en vree is geweest en dat men met elkaar en samen op die weg van het belijden in eensgezindheid gaat. De hervormd gereformeerden hebben steeds vast willen houden aan de belijdenis van de reformatie, zoals die ook in de gereformeerde belijdenisgeschriften van onze kerk is neergelegd. Ze willen deze belijdenis niet alleen formeel aanvaarden, maar ze willen haar meebelijden met het hart. Nu is in de loop der jaren al menigmaal gezegd dat deze belijdenis enkele honderden jaren geleden is opgesteld en dat ze verouderd is en dat we er eigenlijk niet meer mee toe kunnen in onze dagen en dat er verschillende dingen anders gezegd zouden moeten worden en dat er zoveel zaken aan de orde zijn waar de belijdenis helemaal niet over spreekt, eenvoudig omdat deze zaken in de dagen van de reformatie niet aan de orde waren.

Nu heb ik wel eens iemand horen zeggen — en hij was niet de eerste de beste, want hij was mijn leermeester in de kerkgeschiedenis — dat alle ketterijen die men tegenwoordig tegenkomt in de een of andere vorm vroeger ook al aan de orde zijn geweest. Met de Prediker zou men in dit opzicht ook kunnen zeggen dat er niets nieuws onder de zon is. Ik kan het trouwens niet anders zien dan dat de Heere Zijn kerk leidt in alle waarheid en dat deze leiding wel bijzonder duidelijk is geweest in de dagen van de reformatie. Toen heeft men zich immers wel zeer nauw aangesloten bij de Heilige Schrift en toen is men op dat Woord alleen teruggeworpen en toen heeft men naar dat Woord leren luisteren. Zeker, men stelde de belijdenisgeschriften niet gelijk aan het Woord — het waren tenslotte menselijke geschriften — maar aan de andere kant wilde men zich alleen door de Schrift laten overtuigen wanneer men bezwaren tegen deze belijdenisgeschriften inbracht. En achter de religie van de belijdenis willen we helemaal staan. We horen in die belijdenis het hart van de kerk kloppen, want we geloven immers met het hart en we belijden met de mond. En daarbij wijzen we de gedachte ver af dat de gereformeerde belijdenis, zoals ze in de dagen van de reformatie werd beleden, voor onze tijd eigenlijk haar geldigheid zou hebben verloren, dat ze verouderd zou zijn, dat het alleen maar historische monumenten zijn die we met eerbied moeten bewaren, maar die toch voor onze tijd niet meer maatgevend zijn. Ik wil van ganser harte zeggen dat ik in deze belijdenisgeschriften mijn geloof van deze tijd geheel vertolkt vind en dat ik deze religie van de belijdenis in mijn hart voel resoneren.

De belijdenis en de actualiteit

In „Hervormd Nederland" verschijnt een serie artikelen over wat we eigenlijk geloven. Een van deze artikelen is geschreven door prof. dr. C. Graafland, die de vraag stelt hoe men de belijdenis in de actualiteit van vandaag kan stellen. Hij wijst er op dat ds. W. L. Tukker in een artikel, dat ik ook voor een groot deel in mijn kroniek heb overgenomen, reeds de actualiteit van de belijdenis heeft aangetoond. Maar hoe moeten we met deze belijdenis nu omgaan in de actualiteit van ons leven. Daarbij moeten we bedenken dat het om de belijdenis van de gemeente gaat en dat de gemeente haar belijdenis ook moet kennen. Wanneer dit niet het geval is, ligt dat niet aan de belijdenis, maar aan de gemeente zelf:

„Onbekend maakt onbemind. En onbemind maakt ontoegankelijk en onontvankelijk. Dan wordt de antenne gemist om werkelijk te horen en te verstaan. Nodig is dan, dat de eerste beginselen weer ter sprake komen. De gemeente moet van voor af aan beginnen. Ze moet haar belijdenis leren. En u begrijpt, dat vooral de catechese, ook voor de volwassen lidmaten der gemeente, dan een onontbeerlijke zaak is." •—

We moeten staan in het midden van deze wereld en de geesten beproeven:

„Dat is overigens een riskante bezigheid. Zij beweegt zich hiermee op een terrein vol voetangels en klemmen. Want al is haar het charisme van de onderscheiding der geesten gegeven, zij staat intussen zelf ook voortdurend bloot aan het gevaar van misleid te worden en aan de geest van de leugen te worden uitgeleverd.

Natuurlijk kunnen wij dan zeggen: maar aan de gemeente zijn toch de woorden van God toevertrouwd? We hebben immers de Schrift. En in die Schrift laat God zijn stem horen. En die stem is duidelijk hoorbaar. Ze wijst ons de weg.

Inderdaad. Maar dat maakt het risico niet kleiner. Wij blijken met de Schrift zoveel verschillende kanten op te kunnen. Dat ligt niet zozeer aan deze Schrift als wel aan onszelf. Wij vinden onszelf zo belangrijk en daarom ook onze inzichten. Dat verklaart onze opdringerigheid ook ten opzichte van de Schrift. De huidige hermeneutische theologie, d.w.z. de theologie die het juiste verstaan van de Schrift op het spoor wil komen, levert daarvan een sprekend bewijs. Men doet vaak alsof nu pas de sleutel tot het verstaan van de Schrift is gevonden. Terwijl de babyionische spraakverwarring nog nooit zo groot is geweest.

Daarom zouden wij willen stellen, dat wij de traditie van de kerk erbij nodig hebben om tot het juiste verstaan van de Schrift te komen. Ik zeg niet, dat wij alleen deze tradie nodig hebben. De beslissende factor ligt bij de Geest, die in alle waarheid leidt. Maar deze Geest is de Geest, die de kerk vergadert en in stand houdt en voortleidt, de eeuwen door. En ook in dat opzicht werkt de Geest middellijk wanneer Hij ons de Schriften doet verstaan. Dan gebruikt Hij daarbij onder meer ook de

vrucht is van de aanwezigheid van de Geest in Christus' kerk. Daarom is het te weinig, wanneer wij alleen maar zeggen, dat de belijdenisgeschriften menselijke geschriften zijn. Dat is wel waar, als wij tegelijk ook daarbij zeggen, dat deze belijdenissen getuigen zijn van de vervulling van de belofte van Christus, dat de Geest ons in de volle waarheid leidt." —

De actualiteit van de belijdenis

Prof. Graafland stelt verder dat de kerk de belijdenis niet kan missen bij het beproeven van de geesten:

„Daarom kunnen wij deze belijdende traditie van de kerk ook voor het heden niet missen. Daarbij zou ik een tweetal redenen willen noemen, waardoor deze onmisbaarheid ook inhoudelijk wordt aangetoond. Er zouden meer redenen kunnen genoemd worden, maar wij moeten ons beperken.

In de eerste plaats gaat de belijdenis ons vóór in het concreet hanteren van het charisma van de onderscheiding der geesten. Het laten zien van de dieptedimensie van wat er bezig is te gebeuren, daarvan geeft de belijdenis een indrukwekkend voorbeeld. Zij doorlicht namelijk het bedenken van de mens, zijn doen en laten tegenover God en de mensen en in alle verbanden tot op de fundamenten toe. Daardoor wordt de bontheid en de wisselvalligheid en de nieuwheid van alle gebeuren teruggebracht tot het ene doorslaggevende gezichtspunt (een gezichtspunt, dat een oordeel bevat): vóór of tegen God. Want daar gaat het tenslotte om.

Uiteindelijk gaat het erom, hoe de dingen eruit zien, als zij coram Deo staan, voor het aangezicht van God. Én de gemeente oordeelt daarin mee, met God.

Dat is het haar gegeven charisma, een genadegave. Het is deze op het ene centrum geconcentreerde visie, waardoor met name onze Ned. Geloofsbelijdenis wordt beheerst. Daardoor krijgt het leven van mens en wereld, van kerk en samenleving, van verleden, heden en toekomst vanuit dit centrum een fundamentele en tegelijk allesomvattende belichting. De belijdenis beantwoordt de vraag, wie de mens is en hoe de dingen zijn tegenover God.

Deze vraag is inderdaad centraal en hij blijft dat ook. Hij was dat in de Reformatie, met de context van die tijd. Maar hij is dat ook nu, met de context van onze tijd. Daarom kan de belijdenis ook nu niet gemist worden om het charisma van de onderscheiding der geesten te hanteren. Wanneer wij haar daarbij inschakelen, blijkt zij van een indrukwekkende actualiteit te zijn, omdat zij onze ogen ervoor opent, dat wij ook nu weer een tijd beleven, waarin de mens zich op allerlei wijze verheft tegenover God. Met als gevolg, dat het Evangelie niet meer de boodschap is van Gods reddende genade in Christus voor een totaal schuldige mens, maar veeleer een elastische leidraad om het doen der mensen te stimuleren en te reguleren.

Juist de belijdenis doet ons zien, hoezeer ook nu weer de kern van het evangelie bedreigd en overschaduwd wordt. En dat niet alleen buiten de kerk, maar niet minder in de kerk.

In de tweede plaats willen wij de actualiteit van de belijdenis aantonen, niet alleen in haar concentratie naar de diepte, maar ook in haar katholieke spreiding naar de breedte. Wij denken dan weer met name aan onze Ned. Geloofsbelijdenis.

Het merkwaardige daarvan is namelijk, dat zij aan de ene kant beheerst wordt vanuit haar centrum, de belijdenis van de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen. Maar vanuit dit centrum vindt er een spreiding plaats, die reikt tot aan de verste omtrekken van Gods handelen in deze wereld en in het menselijk bestaan. Ik denk dan bijvoorbeeld aan art. 2, waarin de geschiedenis en de schepping betrokken worden bij dit handelen van God. Maar we zouden ook art. 36 kunnen noemen met zijn theocratische visie op overheid en samenleving.

Daarbij is het kenmerkend, niet alleen voor deze belijdenis, maar eigenlijk voor de gereformeerde religie in haar geheel en in haar zuivere gestalte, dat er een opvallend evenwicht bestaat tussen deze concentratie en katholiciteit." •—

Terug naar het belijden der kerk

Wij moeten terug naar het belijden der kerk, zo stelt prof. Graafland tenslotte. Anders blijven we een schip zonder roer:

„Daarmee hebben wij dan opnieuw de actualiteit van de belijdenis aangetoond, zij het een actualiteit met een scherp corrigerende functie. Want waar de theologie en als gevolg daarvan de prediking van de kerk, sinds van de weg van de belijdenis is afgeweken, mank aan is gegaan, is dat men in een vermoeiende keten van acties en reacties van de ene eenzijdigheid in de andere is verzeild geraakt. Een duidelijk bewijs daarvan wordt geleverd door de laatste decennia van ons kerkelijk leven, die immers een salto mortale te zien geeft van het vroegbarthiaans vertikalisme in het post-barthiaanse horizontalisme. Het is geen wonder, dat een kerk, die aan deze theologische buitelingen is overgeleverd, ten slotte niet meer weet, wat zij gelooft en wie zij zelf is. Een kerk, waarin de belijdenis niet functioneert, is als een schip zonder roer. Zolang het nog duurt, is er nog wel vaart, maar er is geen koers.

Juist daarom is meer dan ooit nu behoefte aan een terugkeer tot het geconcentreerde èn evenwichtigkatholieke belijden der kerk. Want deze terugkeer zal de kerk, als God het geeft, in staat stellen voort te gaan op de weg, die God haar wijst in deze wereld." -

Het is goed dat de gehele kerk naar deze dingen luistert Artikel 10 van de kerkorde spreekt van de weg van het belijden der kerk. Maar de kerk is verdwaald. En daarom zou ik deze kroniek willen besluiten met de oproep om die weg eerst weer te gaan zoeken om dan op die weg te gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 december 1972

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 2 december 1972

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's