Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SIMEON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SIMEON

13 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

En ziet, er was een mens te Jeruzalem, wiens naam was Simeon; en deze mens was rechtvaardig en God vrezend, verwachtende de Vertroosting Israëls, en de Heilige Geest was op hem. En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door de Heilige Geest, dat hij de dood niet zien zou, eer hij de Christus des Heeren zou zien.

En hij kwam dóór de Geest in de tempel. En als de ouders het kindeke Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen, zo nam hij het in zijn armen en loofde God en zeide: Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volkeren; een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël. Lukas 2 : 25—32.

De Zaligmaker verwacht

In de diepe vernedering, die de Heere Jezus om onzentwil aanvaard heeft, heeft God Hem van stonde aan grote eer bewezen door het getuigenis van de engel, door de zang der engelen, door de aanbidding en de geschenken van de wijzen uit het Oosten. Niet minder eer werd Hem bewezen bij Zijn nederige voorstelling in de tempel. Bij Jezus' eerste tempelgang, als Hij met de kinderen der zondaren inging om gelost te worden, wordt Hij grotelijks geëerd door twee bedaagde tempelgangers, kinderen Gods. De eerste is Simeon, de tweede is Anna.

Over het geloof, de leidingen Gods en de lofprijzing van Simeon willen wij het hebben. *

Simeon is blijkbaar aan Jozef en Maria voor dezen niet bekend geweest. Het verwonderde: , , En ziet, er was een mens" doet ons dat vermoeden. Simeon zal niet tot het priesterlijk geslacht behoord hebben, anders zou hij in het wetsgetrouwe Jeruzalem bij zijn waardigheid genoemd zijn, zoals Zacharias. Een gewone man. Een Israëliet. Een tempelganger. Een Godvrezende man. Dat is dus niet gewoon. Er kunnen van die eenvoudige en begenadigde mensen met meer dan gewone gaven rondlopen in de tempel, bij de mensen niet bekend, maar bij God uitverkoren en dierbaar. Zo komt Simeon althans mij voor. Hij was rechtvaardig. Kostelijke eigenschap. Een man naar ons hart! Eerlijk, oprecht, die zich verre hield van ijdele spotters met God en godsdienst. Die zich ook verre hield van handigheden en slinksheden. Een open, eerlijke, rechtvaardige man. Een man naar ons hart! En wat meer zegt: een man naar Gods hart, want de Heere heeft de rechtvaardigen lief. Zijn rechtvaardigheid stoelde in de vreze Gods. Die man had eerbied voor God. En die eerbied voor Gods alwetendheid belette hem slinkse en zondige wegen te gaan. De vreze Gods geeft gave karakters. Simeon verwachtte de Vertroosting Israëls. Dat is de vaststaande uitdrukking voor het uitzien naar de komst van de Messias. Daar zag deze hoogbejaarde man naar uit en daar was hij al zijn jaren naar uit blijven zien. Echte Israëliet. De jaren door hopen, de jaren door wachten. En de hoop van vele eeuwen vasthouden, zelfs nu de profetie sedert Maleachi vierhonderd jaren gezwegen had. Dat is toch een wonder, als iemand tot in zijn hoge ouderdom kan blijven wachten. En dat is toch een wonder, als een volk het eeuwenlang, eeuwenlang kan volhouden te wachten. Het moge ook ons maar leren den Heere te verbeiden, ook als Hij vertoeft te komen.

Ik kan u Simeons geheim verklaren: , , de Heilige Geest was op hem". En dat is de Geest, Die eens kon wachten op de schepping, toen Hij zweefde op de wateren. Dat was de Geest, Die de kerk van het Oude Testament de komst van Jezus deed verbeiden en die ze deed volhouden, al die eeuwen door. Deze Geest nu heeft de Heere Jezus doen ontvangen worden in de schoot van de gelukzalige maagd Maria. Deze Geest vinden wij hier bij Simeon in hoge mate actief. Wij lezen driemaal van hem: eerst dat de Heilige Geest op hem was, dan dat hij door de Geest een goddelijke openbaring ontvangen had en ten slotte dat hij door de Geest in de tempel kwam, juist toen Jezus daar ingedragen werd. Simeon was een geestelijk man, maar het is wat bijzonders als wij lezen, dat de Heilige Geest op hem was. Dat leest u ook bij de richters, dat de Geest op hen kwam, of ze aandreef. Hier rustte de Geest op Simeon. Hij verkeerde onder een bestendige bezieling van de Heilige Geest, Die hem inspireerde, leidde in zijn denken en spreken, doen en laten. Zo treffen wij dat maar zelden aan. Een waarlijk gezalfde oude man, helder van geest, begaafd in spreken en straks zelfs dichten. Dat is toch maar altijd het geheim, waardoor een mens naar Christus kan verlangen en kan blijven verlangen, dat zo iemand het volhoudt de jaren en zelfs de tientallen van jaren. Dat is het geheim, waardoor een mens naar Christus kan uitzien, jaren, jaren lang.

„Hem was ook een Goddelijke openbaring gedaan door de Heilige Gest, dat hij de dood niet zien zou, eer hij de Christus des Heeren zou zien." Wat een woord sprak de Geest tot hem, als de Heere Jezus hier voor het eerst , , de Christus des Heeren" genoemd werd. Wat een naam! Wat een Zaligmaker! Het kind is de Christus des Heeren. Het kind is Gods. Het kind maakt dan ook als eerste gang van zijn leven de gang van Bethlehem naar de tempel Gods, te Jeruzalem. Zo had de Geest Hem genoemd voor Simeons oren.

En hij zou Hem mogen zien. Hier is weer een profetie van de Geest zelf en nu aan Simeon. De rij der profetische voorzeggingen wordt dus: Maleachi... en dan na eeuwen Zacharias, Elisabeth, Maria, Jozef, Simeon. Hij zou Hem mogen zien. Hij mocht zien in wie hij geloofd had. Eerst geloven en nu zien. Dat is maar niet een waarheid: dat is een openbaring. De openbaringen zijn altijd Godsopenbaringen. Hier Christus-openbaring.

En dan dat Simeon niet sterven zou, eer dat hij de Christus des Heeren zou zien. Wat een rijkdom: niet sterven voordat... Zo'n man kon nooit wat overkomen, of hij zou weten: als ik sterf, dan zal het met mij goed zijn. Dan hoef ik niet zonder Christus te sterven. Hij hoefde dus geen ziekte of ongeval te vrezen, dat hij onverhoeds en onvoorbereid zou sterven. Hij zou de Christus des Heeren zien, waarop al de eeuwen gehoopt hadden. Dat mocht hij zien. Dat mocht hij beleven.

Wat een openbaring.

Dit is , , de" openbaring.

Dit is , , de" openbaring aan een christen.

De Zaligmaker aanschouwd

„En hij kwam door de Geest in de tempel. En als de ouders het kindeke Jezus inbrachten, om naar de gewoonte der wet met Hem te doen, zo nam hij het in zijn armen, en loofde God."

Simeon kwam in de tempel.

Dit is het eerste. Kan het ook anders? Hoort niet een mens in de tempel? Daar toch immers woont de Heere Zelf? Het mag dan zijn achter het voorhangsel, het moge zijn in het verborgene, maar daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen en het leven tot in eeuwigheid. Zal nu een mens God zoeken, dan moet hij Hem daar zoeken. Zal nu een mens God dienen, dan moet hij Hem daar dienen, dan moet hij Hem daar leren dienen. Zal dan niet een mens tot de tempel Gods gaan? Zal een rechtvaardig mens God dan onthouden zijn gebeden? Zal een rechtvaardig mens God zijn offeranden onthouden? Zal een rechtvaardig mens God zichzelf onthouden?

En wat zal een Godvrezende doen? Is niet de vreze Gods altijd gebonden aan de rechten en inzettingen des Heeren? De tempel moge wezen wat hij wil, de Sadduceën mogen daar heersen met wreed geweld, de'Farizeën mogen daar heersen met harde dienstbaarheid, maar daar woont Hij toch Zelf, daar wórdt Zijn heil verkregen. En dan de verwachting en de vertroosting Israëls: komt niet de Heere Jezus Zelf als Zijn eerste gang naar die tempel?

De Heilige Geest Zelf dreef Simeon naar de tempel. De Heilige Geest paart Zich altijd aan Zijn woord, aan Zijn dienst en ook aan Zijn tempel. Moet dan nog een Godvrezend man naar die tempel gedreven worden? Dat zal wel niet zijn, want die man zal wel zijn vaste gang in Gods huis gehad hebben. En toch geschiedde dat nu. Dat is niet gewoon, niet alledaags, om door de Geest gedreven te worden. Dat was op die bestemde tijd nu het kindeke door Zijn ouders in de tempel gebracht wordt. Ook de ouders van Jezus kwamen om naar de gewoonte der wet met Hem te doen. Ook Jezus onderwierp Zich om de gewoonte der wet te vervullen. En dat alles in die tempel? Ja, dat alles in die tempel! U ziet, dat geen verontschuldiging overschiet, om aan de tempel en aan de dienst des tempels te ontkomen. Het is wonderlijk, dat in de ruime tempel met zijn zalen, met zijn pleinen, waar dagelijks veel mensen, ook veel ouders met hun kinderen vanuit het hele land kwamen om offeranden te doen en hun kinderen Gode voor te stellen, Simeon en Maria en Jozef elkander aantroffen. Dat was alles door de leiding van de Heilige Geest, Die brengt mensen met Jezus samen. Zovelen als er door de Geest Gods geleid worden, die zijn kinderen Gods.

Toen dan zag Simeon het kind. Een kind als elk ander. Aan niets te onderkennen. En toch anders dan elk ander. Zonder zonden. De Zaligmaker! En hij nam het in zijn armen. Maria gaf het hem dus. Wat heeft die hoogbejaarde man be-

wogen, dit kind uit de armen van de moeder te nemen? En wat heeft de moeder bewogen om dit jong geboren kind in handen te geven aan een blijkbaar onbekende man? Daarop is tweeërlei antwoord. Dit deden zij beiden door het geloof. Dit deden zij beiden, geleid door de Heilige Geest.

Maria wist, dat dit Kind haar zaligheid was. Maria wist, dat dit Kind de zaligheid voor anderen was. Daarom gaf zij het. Simeon wist en zag, dat dit Kind zijn zaligheid was. Dat had hij van verre gehoopt, dit had hij van verre geloofd. Nu zag hij dit. Het zien ging bij hem niet aan het geloven vooraf. Maar het geloven ging ging bij hem aan het zien vooraf. Voor hem gold ten volle: „Zalig zijn zij, die niet zullen gezien en nochtans zullen geloofd hebben." Daarom mocht hij zien.

En hij loofde God.

Dat is altijd de zegen van het Kerstgebeuren. Waar Christus komt en waar Christus geloofd wordt, daar krijgt God de eer. Daarvan hebben de engelen gezongen: „Ere zij God in de hoogste hemelen." Die toon hebben de herders overgenomen. Hier is het Simeon, die God looft over de zending van Zijn Zoon, over de openbaring van Zijn Zoon aan hem, door het geloof.

Dus wordt des Heeren volk geleid Door 't licht, dat nu ontstoken is. Tot kennis van de zaligheid, In hunne schuldvergiffenis; Die nooit in schoner glans verscheen, Dan nu, door Gods barmhartigheên. Die, met ons lot bewogen, Om ons van zond' en ongeval t' ontslaan, Een star in Jacob op doet gaan, De zon des heils doet aan de kimmen staan.

Voor elk, die in het duister dwaalt, Verstrekt deez' zon een helder licht, Dat hem, in schaauw des doods bestraalt. Op 't vredepad zijn voeten richt.

De Zaligmaker beleden

„Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volkeren; een licht tot verlichting der heidenen en tot heerlijkheid van Uw volk Israël."

De lofprijzing van Simeon is tot een loflied geworden. Het geloof maakt eenvoudige mensen tot dichters. En de Heilige Geest, die op Simeon rustte, is dezelfde die de profeten en de psalmisten geïnspireerd heeft. Vandaar, dat elk die de geboren Christus mag zien, wel wat van dat dichterlijke meekrijgt. Dit wordt het volk van het eeuwige zingen. Een volk van dichters en van zangers. En wat een belijdenis.

„Nu laat Gij, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord." De Heere is de God van leven en dood. Hij bepaalt onze tijden. De Heere had hem voorzegd,

dat hij de dood niet smaken zou eerdat hij de Christus des Heeren zou zien. Nu Simeon dan de Christus gezien had. kon hij sterven. Aan Simeons wachtenstijd was een heerlijk einde gekomen. Zijn hoop was vervuld. Zijn verlangen was vervuld. Zijn schuld werd nu overgenomen door Hem, Die zondaren met God verzoent. Vandaar dat Simeon nu een vrede bekomt, die alle verstand te boven gaat. Nu God in de komst van Zijn Zoon Zijn belofte vervuld had, nu kon de Heere ook dat andere woord vervullen, dat Hij Simeon wegnam.

Simeon wordt losgemaakt, nu de Losser gekomen is om hem te lossen. Hij kan sterven. Hij wil sterven. Hij mag sterven. Simeon - de dienstknecht - Gods dienstknecht. Aan zijn diensttijd is nu een einde gekomen. Nu de Zoon de dienstknechtsgestalte heeft aangenomen, zijn de dienstknechten vrij en zij zijn zonen. En de zonen zijn vrij van alle dienstbaarheid.

„Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien." Simeons oude ogen hebben zaligheid gezien. Zij hebben die gezien in dit kindeke. Gods zaligheid. Gods zaligheid, die Hij in dit Kind bereid heeft. Het ligt alles reeds in dit Kind, hoewel Hij het nog geheel uit moet werken. Het is in Christus bereid. Het ligt in Christus klaar. De engelen hebben er ook reeds van gezongen, alsof reeds het hele werk volbracht is. Het is bereid - — bereide zaligheid.

En het is bereid voor het aangezicht van al de volkeren. Men kan het zien. Israëlieten hebben het gezien. De herders. Van Simeon zegt men, dat hij uit de stam van Simeon zou zijn. Anna komt uit Aser. De wijzen komen uit het oosten. En straks slaan al 's aardrijks einden dit gade, dat onze God Zijn heil ons schenkt. Het heil ligt voor het aangezicht der volkeren. Wat een aanbod der genade. Wat een heil bereid voor de volkeren. Mogen "zij het alleen maar zien? Hier is zien ontvangen. Hiér is zien hebben. Simeon weidt er verder over uit als hij zegt: „Een licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël." Christus is het brood des levens, Hij is de ware wijnstok, Hij is de goede Herder, Hij is de bron des levens, de Fontein van levend water.

Hij is ook het Licht der wereld. In Zijn licht zien wij het Licht. Die Hem volgt zal in de duisternis niet dwalen, maar hij zal het licht des levens hebben. En Hij is de heerlijkheid van Israël. In Hem en door Hem wordt een Jacobsvolk tot het Israël Gods. Van schulden vrij.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

SIMEON

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 6 januari 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's