Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Sensitivity-training

Het is een vreemd woord dat hier boven staat en misschien hebben veel van mijn lezers het eigenlijk nog nooit gehoord. Maar de zaak die er mee wordt aangeduid is ernstig genoeg om er aandacht aan te schenken. Men hoort er in de laatste tijd nogal veel van en men hoort er ook dikwijls heel vreemde en nare dingen bij vertellen. Iemand omschrijft sensitivity-training als volgt: „Het is een methodiek, die vooral gericht is daarop dat de mensen zich meer bewust worden van de sociale relaties en om hen inzicht te geven en ook gevoeliger te maken voor menselijke verhoudingen."

Men komt in groepen bij elkaar en men moet zich volkomen voor de anderen openstellen en men moet alles zeggen wat in zijn gedachten leeft. Men gooit de remmen los. En men komt daarbij tot allerlei wonderlijke situaties. En zelfs tot sexuele uitspattingen doordat bij deze sensitivity-training menigmaal ook behoort het elkaar betasten, en zelfs het met elkaar gemeenschap hebben. Niet genoeg kan tegen dergelijke samenkomsten gewaarschuwd worden. Men beïnvloedt in dergelijke „zittingen" de groep zozeer dat men eigenlijk geen wil meer overhoudt en dat „de groepswil" dwingend tegenover de persoonlijkheid komt te staan. Ik kan op gezag van doktoren niet genoeg waarschuwen tegen het deelnemen aan dergelijke bijeenkomsten, waaraan verschillende medische bezwaren verbonden zijn. Sommige deelnemers hebben zelfmoord gepleegd en anderen zijn geestelijk geschonden uit de sensitivitytraining tevoorschijn gekomen. Ook in ons land is het voor velen een soort modegril geworden om aan de sensitivity-training mee te doen. Men zij echter gewaarschuwd en men wete wel waar men zich aan overgeeft

Nu is de sensitivity-training vooral ook weer in de publiciteit gekomen door een zogenaamd oecumenisch vormingscentrum in Zuid-Afrika, het zogenaamd Wilgespruit Fellowship Centre, waar volgens een parlementaire onderzoekingscommissie ergerlijke sexuele schandalen aan het licht gekomen zijn, die plaats vonden bij cursussen in sensitivitytraining. Dit vormingscentrum gaat uit van de Raad van kerken in Zuid-Afrika en uit de actie „Kom over de brug" is tweehonderdduizend gulden beschikbaar gesteld voor dit vormingscentrum. Trouwens het werelddiaconaat van de Hervormde Kerk steunt al jarenlang dit vormingscentrum. Dat de Zuid-Afrikaanse regering het nodig oordeelt een onderzoek in te stellen naar hetgeen in dit vormingscentrum gebeurt is een teken aan de wand. Dat geld van christenen uit Nederland naar dit vormingscentrum gaat geeft te denken. Wordt er op deze wijze niet onzorgvuldig met dat geld omgesprongen?

Reactie op rumoer om vormingscentrum

Dat het bestuur van „Kom over de brug" zich gecompromitteerd voelt door de gebeurtenissen aan het Wilgespruit Fellowship Centre is vanzelfsprekend. Uit een verklaring die werd uitgegeven neem ik het volgende over:

„Een Zuidafrikaanse parlementaire onderzoekscommissie, in juli 1972 ingesteld door de regering Vorster, heeft een rapport uitgebracht over het oecumenisch vormingscentrum Wilgespruit Fellowship Centre, te Roodepoort, vlakbij Johannesburg. In Zuid-Afrika is na het verschijnen van dit rapport rumoer ontstaan, omdat volgens de staatscommissie zich in dit vormingscentrum jaren geleden ergerlijke orgieën voordeden en er sexueel bepaalde vormen van psychotechniek zijn toegepast. Het bestuur van de interkerkelijke actie „Kom over de brug" heeft in een verklaring gereageerd op publicaties over dit rapport. <

Het oecumenisch vormingscentrum Wilgespruit wordt al jaren door het werelddiakonaat van de Nederlandse hervormde kerk gesteund, alsmede via de vorig najaar gehouden actie „Kom over de brug" en ook door de bisschoppelijke Vastenactie.

Het bestuur van „Kom over de brug" stelt vast dat het verslag van de Zuidafrikaanse staatscom-missie niets te maken heeft met het doel waarvoor de regering Vorster de commissie instelde, namelijk het naspeuren van staatsgevaarlijk te achten activiteiten.

Voorts heeft het bestuur van het oecumenisch vormingscentrum in een geharnaste analyse van het rapport van de staatscommissie laten weten dat deze commissie in totaal 151 cursussen met 7244 cursisten heeft onderzocht. In 149 cursussen heeft ook de commissie zelfs naar Zuidafrikaanse maatstaven niets onbehoorlijks kunnen ontdekken. Twee curussen zouden omstreden zijn.

Een van deze twee omstreden cursussen werd in 1971 gehouden door de University Christian Movement, die het gehele centrum hiervoor had afgehuurd. Deze beweging is later ontbonden, omdat men als inter-raciale beweging niet verder kon bestaan. De andere cursus, waarover de staatscommissie gevallen is, betrof een groepscursus, waarvan het bestuur van het vormingscentrum ontkent dat er onverantwoordelijke dingen zouden zijn gebeurd."

Ik kan niet anders zeggen dan dat deze verdediging uiterst zwak is. Wanneer men gezegd had: Inderdaad, daar zijn in dat vormingscentrum verschrikkelijke dingen gebeurd en het spijt ons dat we dat geld daarvoor gegeven hebben, dan hadden de gevers aan de actie „Kom over de brug' gerustgesteld kunnen zijn. Nu moet men er niet aan denken waar dat geld allemaal terechtkomt. Zeker, er zijn voorzover ik dat kan bekijken ook goede zaken bij, maar hoeveel geld is er naar dergelijke instellingen gegaan en wat gebeurt daar en wat wordt er geleerd? De Zuid-Afrikaanse Raad van kerken zal een verslag uitbrengen van een onderzoek naar de onthullingen van de staatscommissie. Men wachte dus op dit rapport om te weten wat van die zijde wordt gezegd.

Zending in de twintigste eeuw

Mijn lezers weten hoe de zendingsconferentie te Bangkok wel veel gesproken heeft over de verande-

ring van de maatschappelijke structuren, maar weinig over de verandering van het hart, over wedergeboorte en bekering, over de eigenlijke opdracht om het evangelie te verkondigen, de boodschap van Gods genade in Christus Jezus. Dat is de nood van de kerk en de nood van de zending, dat men veelal meer bezig is met de veranderingen van de structuren van onze samenleving en met een paradijs op aarde dan dat men het koninkrijk Gods verkondigt naar de Schriften. In „Theologia Reformata" nu heeft dr. H. Goedhart een artikel geschreven over zending in de twintigste eeuw, naar aanleiding van een boekje van prof. dr. J. Verkuyl: Onderweg naar één samenleving.

Dr. Goedhart maakt er bezwaar tegen dat prof. Verkuyl een scherp oordeel uitspreekt over hen die de persoonlijke relatie van de mens tot God centraal stellen. Voor hem is eigenlijk de ontwikkelingssamenwerking centraal, de groei naar één wereld. En wat voor wereld zal dat dan wezen? Uit het artikel van dr. Goedhart neem ik het volgende over:

„Prof. Verkuyl spreekt meermalen over het totale evangelie, de totale Wet Gods voor de totale mensheid. Ik ben enigszins beducht voor toevoegingen aan de term evangelie, zoals het volle evangelie of het echte evangelie, het aloude evangelie, het totale evangelie, enz. Het evangelie als zodanig is mij genoeg. Wanneer iemand het nodig vindt er geaccentueerde toevoegingen bij te plaatsen, vraagt men zich af: waartoe? Ik vermoed dat het totale evangelie een tegenstelling vormt tot het evangelie dat ..de vroegere zendelingen" verkondigden. Dat evangelie van behoudenis is niet voldoende, maar moet worden een evangelie van behoudenis plus ontwikkelingssamenwerking, waarbij het eerstgenoemde niet te veel nadruk mag krijgen. Dan pas is het evangelie „totaal".

Dit lijkt mij, afgedacht van de stellingname die ik onjuist acht om de boven door mij vermelde redenen, weer een kenmerk van hedendaagse pedanterie. Als we begrijpen dat het evangelie behalve vergeving var. zonden ook opheffing uit de aardse nood en aards onrecht bewerkt, dan verstaan we het evangelie in zijn totaliteit...! Kom nu! Het evangelie is „voller" en „totaler" dan wij, beperkte mensen, ons ooit zullen kunnen voorstellen. Komende geslachten zullen (zo lang God de aarde in stand houdt) weer nieuwe gezichtspunten ontdekken in het evangelie en onze kortzichtigheid misprijzen. Zullen die nieuwe generaties even pedant zijn als wij en ook allerlei adjectieven aan het evangelie toevoegen om te kennen te geven hoe goed zij het hebben begrepen? " —

En aan het slot van zijn artikel zegt dr. Goedhart:

„Er is in vele publicaties over moderne problemen (die reëel bestaan!) iets oneindig vermoeiends. De mens moet dit, de mens moet dat. Het is de taak van de christen zus of zo te doen. Dit is allemaal waar, daar niet van. Maar het uitgangspunt is zo weinig evangelisch, zelfs al plaatst men steeds Gods beloften vóór de eisen. Een christen kan alleen maar werken vanuit de wetenschap des geloofs dat het volbracht is. Vanzelfsprekend hebben wij als christenen een taak, maar wij moeten daarbij noch onze kracht, noch onze wijsheid, noch onze invloed in de wereld overschatten. Het voorbeeld van de „vroegere zendelingen" moge ons waarschuwen. Hoezeer zij hun leven inzetten en soms verloren, zij worden veroordeeld door de theologen van nu. Wij kunnen er zeker van zijn dat de theologen van nu, zullen worden veroordeeld door de theologen' van morgen. Maar Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde en tot in eeuwigheid.

Naar mijn overtuiging wordt in prof. Verkuyls studie het evangelie te veel gehanteerd als een „wetboek voor christenen". Te weinig vind ik de „vrijheid van de christenmens" beklemtoond, te weinig de apostolische vermaning geaccentueerd, die vrijheid niet te gebruiken als een „oorzaak" (=: aanleiding) voor het vlees. Wij mogen niet vanuit een vrijheidsbegrip, dat slechts christelijk en evangelisch in naam is, de naaste, ook niet de naaste in Azië, Afrika of waar ook ter wereld, vergeten. Wij mogen niet met een beroep op onze vrijheid onze portemonnee gesloten houden, als er een beroep op ons wordt gedaan ten behoeve van de medemens. Wij mogen niet met een vals beroep op onze christelijke vrijheid, weigeren naar ons vermogen mee te werken in ontwikkelingsprojecten voor „arme landen".

Maar als wij op een wettische wijze worden voortgezweept tot actie, alsof het allemaal van ons inzicht, onze inspanning, onze berekeningen afhangt, dan wens ik uit te stappen. Ik herken het vervoermiddel niet meer als christelijk. Het vertrouwen op eigen inzicht kan niet veel zegen afwerpen. Alleen wanneer al ons werk wordt gedaan in geloof, wanneer niet ons doen, maar Gods werken centraal staat, zodat wij mede-werkers van God mogen zijn, kunnen de gelovigen op grond van de verdienste van Christus met blijdschap hun taak verrichten. Alleen als het zieleheil van de enkeling niet van minder belang wordt geacht dan verandering van structuren, kan ik de drijfveer tot structuurwijziging als christelijk herkennen.

Maar zodra de behoudenis van het individu op de achtergrond raakt ten koste van veranderingen, aan te brengen in structuren en relaties, vrees ik dat de christelijke invloed in zulke plannen tot een zeer laag peil is teruggebracht. Men vraagt zich dan af wat het verschil is tussen humanistisch mohammedanisme, heidense ontwikkelingssamenwerking enerzijds en de christelijke activiteit op dit gebied anderzijds..." —

Het is goed dat we over deze dingen nadenken, want ze zijn aan de orde in onze dagen. We moeten weten wat de taak is van de kerk en de roeping om het evangelie te verkondigen heeft zeer veel met de zending te maken. De gevolgen van de evangelieverkondiging zullen openbaar komen ook in een andere wijze van samenleven. Maar wanneer de ontwikkelingssamenwerking het evangelie wordt zijn we ver van de wefj van het Woord.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 mei 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's