Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wil gespruit — een waarschuwing voor ons

Enkele weken geleden heb ik in mijn kleine kroniek aandacht gevraagd voor de gevaren van de zogenaamde „sensitivity-training", een modeverschijnsel van onze tijd met bijzonder gevaarlijke kanten, in verband ook met het schandaal rondom het Wilgespruit wordt opgemerkt dat het centrum een vormingscentrum van de Zuidafrikaanse raad van kerken. Er zijn schokkende dingen gebeurd in dit vormingscentrum dat tweehonderdduizend gulden ontving uit de actie „Kom over de brug 1972". Nu is openbaar gekomen, dat het een „nest van verderf" genoemd kan worden waar „diabolische ondermijningstechnieken" bedreven werden. Een parlementscommissie — de zogenaamde Schlebuschcommissie — is tot ontdekkingen gekomen die hier zomaar niet neer te schrijven zijn. Uit de Zuid- Afrikaanse Koerier neem ik nog het volgende over:

De bedoeling van de Schlebusch-commissie was in eerste instantie niet om een onderzoek in te stellen naar de aktiviteiten van het Wilgespruit Fellowship Centre, doch naar de aktiviteiten van de studentorganisatie NUSAS en de University Christian Movement Deze laatstgenoemde organisatie heeft zich kort na de aankondiging van het onderzoek uit eigen beweging opgeheven. Bij het onderzoek naar de studentaktivfteiten stuitte de Schlebusch- commissie op een nauwe verbintenis tussen voorgenoemde organisatie en het Fellowship Centre.

In zijn conclusie van het onderzoek van de Schlebusch-commissie naar de gebeurtenissen in Wilgespruit wordt opgemerkt dat het centrum voor het oog onder Christelijke bescherming staat en dat het Christelijk georiënteerd lijkt te zijn. In de stichtingsreglementen staat onder meer dat het hoofddoel de „bevordering van het oecumenische Christendom is". Trustee is de Zuidafrikaanse Raad van Kerken.

Uit de getuigenverklaringen blijkt echter dat „erediensten" ontaardden in grove seksualiteit en erotiek, gemengd met godslastering, terwijl er tevens sprake was van politieke indoctrinatie. „Dat zoiets in een gebouw van een Christelijke kerk kon gebeuren, is hoogst schokkend", aldus de commissie.

De Schlebusch-commissie meent ook dat het Wilgespruit Fellowship Centre het beeld wekt van een instelling, die zich beijvert voor radicale veranderingen op sociaal en politiek terrein. Misbruik wordt gemaakt van kadervormingscursussen, waarbij onder valse voorwendselen •— onder de dekmantel van Christelijke oecumenische kerkverbondenheid — jonge mensen betrokken worden, die als leiders optreden in verschillende organisaties.

Gruwelijke dingen vonden plaats in het genoemde vormingscentrum — waarvan de ook in Nederland zo bekende dr. Beyers Naudé bestuurslid is — die zich werkelijk niet lenen voor publicatie in ons blad. Sexuele uitspattingen, godslasterlijke handelingen en dergelijke vonden plaats bij de zogenaamde cursussen „sensitivity-training". Het bovengenoemde blad zegt:

Aangezien de zogenaamde Christelijke kritiek, die de Zuidafrikaanse Raad van Kerken voortdurend uitoefent op de Zuidafrikaanse regering, dikwijls met grote instemming en vreugde in Nederland ontvangen wordt en aangezien hier te lande op grote schaal geld ter ondersteuning van het Wilgespruit Fellowship Centre ingezameld wordt, achtten wij het noodzakelijk dit onsmakelijke bericht te publiceren. Het Nederlandse publiek heeft er recht op te weten wat er gebeurd in een instituut waarvoor haar financiële steun wordt gevraagd.

De Zuidafrikaanse eerste minister, de heer B. J. Vorster, heeft aan de betrokken geestelijken aanvankelijk een ultimatum van drie weken gesteld om het „nest verderf" in Wilgespruit op te ruimen. Nadat de Raad van Kerken de premier ervan verzekerd had dat het sensivity-traningsprogramma onmiddellijk opgeschort zou worden, heeft de minister besloten dit tijdperk voor „grote schoonmaak ' te verlengen.

Nu moet men niet denken dat dergelijke dingen in ons land niet kunnen plaatsvinden. Ook hier gaan allerlei geruchten rond over uitspattingen die bij dergelijke cursussen plaatsvinden. We mogen wel waken en bidden en er nauwkeurig op toezien in welke kringen onze kinderen terechtkomen.

Moeten hervormden en gereformeerden samengaan?

Deze vraag werd voorgelegd aan Ds. M. Vreugdenhil die er antwoord op geeft in Waarheid en Eenheid, het blad van de verontruste gereformeerden. In zijn antwoord merkt hij op dat een groot deel meelevende hervormden werkelijk niet op eenheid aandringt. Hij haalt een opmerking van Ir. J. van der Graaf aan waarin gesteld werd dat we vanuit de gereformeerde kerken geen onverdeeld gereformeerde inbreng hebben te verwachten. En hij vervolgt dan:

Het is erg verdrietig om het te schrijven, maar ir. v. d. Graaf heeft gelijk. Bij ons is in feite het gezag van de Heilige Schrift in het geding. Verder: heeft dr. De Ru. de vroegere praeses van de Herv. Synode, geen gelijk als hij de theologie van dr. Wiersinga inzake de verzoening de oude vrijzinnige afdwaling van de vorige eeuw noemt, waarin de verzoening door voldoening wordt afgewezen? Nu heeft onze Synode weliswaar. Gode zij dank, vastge-

houden aan verzoening door voldoening, maar hoeveel instemming heeft zijn boek niet gevonden en het gesprek met dr. Wiersinga is niet afgebroken, en duidelijke maatregelen zijn tegenover dr. Wiersinga niet genomen.

Een onverdeeld Gereformeerde inbreng is bij samensmelting van onze kant niet te verwachten. Ik behoef ook maar te wijzen op meningen als van prof. Augustijn. Feitelijk stelt hij heel het belijden van de geref. kerken aan de kant en zelfs de 12 artikelen. Naar uitlatingen van hem moeten we en mogen we belijden-, dat Jezus Heer is. Nu is dit een schone en heerlijke belijdenis, heel de geschiedenis van de Christelijke kerk niet getoond, de ze veel meer belijden moest en mocht dan dit éne: Jezus is Heer en bovendien: wie is de Jezus, Die Heer is en wat houdt het in, dat Hij Heer is?

Voorts, onze broeders en zusters van de Geref. Bond willen een diep besef van Gods heiligheid, spreken graag van verborgen omgang met God, leggen alle nadruk op Gods genade enz. Nu kunnen we onze rechtmatige vragen hebben aan de Geref. Bonders over die verborgen omgang, over die grote nadruk op Gods genade, maar terecht zien ze een grote kloof tussen vele Gereformeerden en hen en ze vragen terecht dat .verdunning van het gereformeerd karakter bij samensmelting het gevolg zal zijn" (Ir. v. d. Graaf).

Nu staan vele Gereformeerden veel dichter bij de ..Geref. Bonders" dan die andere „nieuwere" Gereformeerden, die ze vrezen, ik zelf ook, maar ze komen met een samensmelting. Een grote groep meelevende Hervormden staat dus al afwijzend. Ds. Lindeboom noemt in het tweede deel van zijn „In t uur van bezinning", dat is uitgekomen, een getal van 500.000 actieve leden van de Herv. Kerk. Waarschijnlijk zijn dat voor een groot gedeelte' leden van de Geref. Bond. En denken niet vele confessionele Hervormden als de Bonders? Zijn ze met hen niet bang voor het verdunnen van het gereformeerd-karakter bij een eventuele samensmelting?

Ds. M. Vreugdenhil wijst verder op de vrijzinnigheid in de hervormde kerk. De gereformeerden kunnen die vrijzinnigheid naar zijn mening, niet aanvaarden. En vanuit gereformeerd standpunt kan men het ook niet anders zeggen.

„Zwevend, zwak, gevaarlijk"

Zo noemt Waarheid en Eenheid het stuk van de gereformeerde Dr. H. B. Weijland dat als discussiestuk „Belijdenis 1973" op de gemeenschappelijke synodevergadering besproken werd. Vooral ten aanzien van de binding aan het reformatorisch belijden heeft het blad bezwaren:

Even zet Weijland de Herv. en de Geref. Kerken op één lijn: „Beide dragen een calvinistischpresbyteriaal stempel, hebben exact dezelfde belijdenis en willen dit belijden ook optimaal laten functioneren". Maar dan komt het controversiële punt! Weijland wijst het manipulerende gepraat van dr. v. d. Heuvel af, die alleen maar spreken wil van de „spiritualiteit van hervormdzijn", en van de „spiritualiteit van gereformeerdzijn" en Weijland houdt het met ds. Landsman, dat wij op vrijwel alle terreinen uiteen gegroeid zijn. Immers de Hervormde Kerk aanvaardt de modaliteiten en wil niet tot persoonlijke tucht komen maar langs de medische weg (alleen een algemene uitspraak doen). Zulks naar Hoedemakers woord: samen zijn wij als Herv. kerkleden ziek geworden, samen moeten we ook weer gezond worden.

En de Geref. Kerken? Hoe is het daar vandaag? Is daar bij dwaling persoonlijke tucht mogelijk? Het nieuwe Ondertekeningsformulier voor predikanten kent in elk geval de persoonlijke verantwoordingsplicht dat men bij een afwijkend gevoelen zich daarmee tot de kerkelijke vergadering wendt, voor toetsing.

Daar komt natuurlijk weinig of niets van terecht. Het discussiestuk loopt eigenlijk dan ook nergens op uit afgedacht van wat goede wenken en wensen. En was het nu nog maar een heilige verlegenheid waartoe dit stuk ons leidde. De kerk mag zich die soms veroorloven. Maar aan haar is ook beloofd de Geest die in de waarheid leidt. Zij heeft ook te zijn de pijler van vastheid en waarheid. Zij kent de oproep: laten wij aan die belijdenis, Jezus de Zoon God vasthouden (Hebr. 4 : 14). Dat is haar hemelse roeping vanwege de apostel en hogepriester onzer belijdenis Jezus (Hebr. 3 : 1), van wien de Schriften getuigen (Joh. 5 : 39).

Kortom, de Hervormde synodeleden zullen zich over zulk een Gereformeerde confessie-relativering pijnlijk verbazen. En niet alleen de Geref. Bonders. Wij hadden aan de Hervormde Kerk een betere dienst moeten bewijzen. Haar ziekzijn en haar ijver om beterschap hadden recht op onze inbreng van de gezonde leer, op de eerbied daarvoor en op het vasthouden daaraan. Zou ik ruw gesproken het ziekzijn van de Herv. Kerk meer lot dan schuld willen noemen, waar moeten wij ons bergen als ons ziekzijn meer schuld dan lot is?

Inderdaad, er staan mooie dingen in het discussiestuk van Dr. Weijland. Maar uiteindelijk biedt het ons geen enkel uitzicht Een gezamenlijke synodevergadering? Ik ben er niet op tegen. Maar dan zou men vanuit de gereformeerde belijdenis moeten spreken. Dan zou het uitgangspunt geweest moeten zijn: de oorzaak van de scheiding in 1834.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 23 juni 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's