Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

India: land van tranen

De wereld is veel wijder geworden in de laatste tientallen jaren. De verbindingen zijn zo gemakkelijk met alle werelddelen, de communicatiemiddelen vertellen ons van vreemde landen en streken waar we vroeger zo goed als niets van wisten en de verre landen zijn zeer dichtbij gekomen. Maar daardoor hebben we ook de nood en de ellende, de honger en de kommer van veel volkeren en mensen leren kennen, waar we ons voorheen haast geen voorstelling van konden maken. En ook in reformatorische kring heeft men meer en duidelijker leren zien dat hier een opdracht ligt voor de kerken en de christenen in de landen van het westen, waar we het immers, ondanks de olienood, toch nog zo goed hebben, overvloed hebben en niets tekort komen. Daar moest ik aan denken toen ik dezer dagen het boekje van ds. H. J. Hegger in handen kreeg: „India, land van tranen", *) dat uit gegeven is door de stichting Reformatorische Hulpaktie „Woord en Daad". Voorzitter van deze stichting is ds. T. Lekkerkerker van Leerdam en in het bestuur hebben personen zitting uit alle kerken met een reformatorische belijdenis. Van elk verkocht boek wordt zes gulden gestort in de kas van de stichting.

De nood van de christenen in India moet ook onze nood zijn. De geestelijke nood is er ook groot. En we mogen ons verheugen dat ook in India nog het rechte evangelie wordt gebracht In de laatste tijd hebben we de naam van ds. Wesley nogal eens in de kranten kunnen lezen. Er zijn nog kerken en gemeenten in India die trouw willen blijven aan het Woord van God en aan de reformatorische belijdenisgeschriften. Met de roomse kerk is het er droevig gesteld en veel heidense elementen spelen daarin mee. In de laatste tijd zijn er echter in de roomse kerk toch ook wel priesters die uitgetreden zijn, omdat ze het met de leer en de praktijk van die kerk niet langer eens konden zijn. Maar het is erg moeilijk om met de roomse kerk te breken en tot een protestantse kerk over te gaan, ook voor de gewone leden van de kerk. Maatschappelijk zit het in India door het kastenstelsel nogal ingewikkeld in elkaar. En de roomse kerk heeft het daar sterk bevorderd. Ik neem het volgende uit het bovengenoemde boek over. De protestanten behoorden over het algemeen tot een lagere kaste, zodat ze maar erg laag op de maatschappelijke ladder staan, de roomsen echter behoren tot een hogere kaste-

„De r.k. overheid heeft steeds heel, goed beseft dat het protestantisme hun grootste rivaal was. Daarom hebben ze zoveel mogelijk vermeden om de verschilpunten in het geloof openlijk te behandelen, maar des te meer hebben ze geprobeerd om bij de rooms-katholieken een maatschappelijk meerwaardigheidsgevoel aan te kweken boven de protestanten. En ze zijn daar vrij aardig in geslaagd.

Een rooms-katholiek, die het beslist niet eens is met de leer van de r.k. kerk, zal zich dubbel bedenken, voordat hij zich bij een protestantse kerk aansluit omdat hij dan sociaal een heel eind zakt in de ogen van de Keralanen.

Helaas is dat de droevige werkelijkheid in Kerala. Een rooms-katholiek kan wellicht op grond van een sterke overtuiging breken met zijn kerk, maar het is uitermate moeilijk voor hem om zich los te werken uit het maatschappelijke stelsel, waartoe hij behoort. De onder elkaar verdeelde protestanten, die bovendien tot de lagere kasten behoren, kunnen hem geen maatschappelijke bescherming bieden. En daarom hebben roomse leiders, die de vlag van de opstand hesen tegen de leer van hun kerk en de tyrannie van hun geestelijke overheid, in het verleden vaak hun toevlucht moeten nemen tot een ander sociaalpolitiek stelsel, wat hun maatschappelijke bescherming bood, b.v. het kommunisme. De protestantse leiders misten voldoende visie en hadden ook geen kijk op de maatschappelijke taboes, die overal barrières vormden.

In onze tijd zijn heel wat verlichte rooms-katholieken tot de zekerheid gekomen dat de r.k. leer in strijd is met de Bijbel. Zij wijden zich vol ijver aan Bijbelstudie en vertellen het ook openlijk, waarin ze het niet met de r.k. leer eens zijn. Een gevoel van vrijheid is bij hen gegroeid. Veel rooms-katholieken zijn ook in de war geraakt door de veranderingen sinds het tweede Vatikaanse Concilie. Het kerkbezoek wordt steeds minder. Ze willen zo graag de Christus der Schriften ontdekken en stellen voortdurend de vraag: Wie is Hij eigenlijk?

Maar deze geestelijke gissing heeft plaats binnen het maatschappelijke stelsel, waartoe ze behoren. Daar hebben ze geen bezwaar tegen. Integendeel, ze zijn trots op hun maatschappelijke positie, hun gewoonten en privileges. Ze menen dat dat allemaal buiten de religie staat /

En het is nu onze roeping om na te gaan, in hoeverre wij deze gisting kunnen gebruiken voor Gods plannen en om biddend te onderzoeken, wat die bedoelingen Gods in Kerala zijn." —

Hieruit wordt duidelijk hoe moeilijk de problemen soms zijn in het buitenland, problemen waar we in ons land eigenlijk helemaal niet mee in aanraking

komen. Daarbij is de armoe en de ellende verschrikkelijk groot. Duizenden wezen blijven onverzorgd achter. Honger en ellende wordt geleden. En de christelijke kerk in India staat voor een bijna onmogelijke taak. U kunt er van lezen in het jongste boek van ds. Hegger.

Ik ben de opstanding

Om u nog iets uit de inhoud van dit boek te laten proeven wil ik u nog het getuigenis doorgeven van ex-priester J. P. Thottil:

„Vanaf mijn' vroegste jeugd was ik op zoek naar Christus om van Hem de vergeving van mijn zonden te ontvangen. Toen ik nog maar een jongen van zeven jaar was, kon ik al sidderen van angst bij' de gedachte aan de strenge God, die alles in mij zag, ook de geringste zonde. Om de Heere te behagen legde ik steentjes op de vloer, waar ik neerknielde, wanneer wij in ons gezin de rozenkrans baden. Dat was ook de reden, waarom ik in het klooster trad; ik wilde mijn zonden uitboeten en de vrede vinden voor mijn ziel. Gedurende mijn noviciaat (proefjaar) waarschuwde mijn novicenmeester mij meerdere keren dat ik niet te ver mocht gaan in de kastijding van mijn lichaam en mij niet te veel mocht geselen en niet te vaak de boetekettingen mocht clragen. Maar ondanks al die boetedoeningen kon ik de Heere in het klooster niet vinden als mijn Zaligmaker. En daarom kwam de begeerde rust voor mijn ziel niet.

' De eerste keer dat er iets in mij opvlamde van het echte Evangelie was gedurende het derde jaar van de theologie. Onze professor uitte op sarcastische en honende manier zijn kritiek op de leer van Luther: de zaligmaking door genade en geloof alleen. Vaak herhaalde hij twee uitdrukkingen van Luther „De toerekening van de verdiensten van Christus" en: „Zondig veel, maar geloof nog meer". Hij probeerde die gezegden van Luther belachelijk te maken. Maar ik vermoedde een wereld van gedachten achter deze kern-uitspraken. Ik wilde graag het geheim daarvan achterhalen, maar ik slaagde er niet in. Vooral de term: „Toerekening van de verdiensten van Christus" boeide mij. Zo zocht ik verder naar de waarheid van Christus, maar nog altijd in angst en veel beven.

Toen kwam de tweede, de grote openbaring van het Evangelie voor mij in het zevende jaar van mijn priesterambt. Het was in de nacht van 14 september 1968. Elke avond gedurende al die jaren van mijn verblijf in het klooster ging ik met angst naar bed. Vaak gebeurde het dan dat ik duistere duivels rondom mijn bed zag, met boeien en met vuur. Ik weet niet of het alleen maar een droom was of ook werkelijkheid. Voor mijn gevoel was het in elk geval zeer reëel. Ik kon mij niet verroeren en geen woord uitbrengen. Toen probeerde ik langzaam de naam Jezus uit te spreken. Ik had altijd een kruisbeeld onder mijn kussens. Na zeven a acht minuten van strijd nam ik het kruisbeeld van onder mijn kussens vandaan. Als ik het in handen had, kreeg ik de macht over mijn stem terug en kwam de naam Jezus over mijn lippen. Dat was dan gewoonlijk het einde van de strijd. Geheel bezweet en uitgeput viel ik dan in slaap.

Maar op die 14e september duurde die pijnlijke beleving heel lang. De hele dag had ik de last van mijn zonden op mij voelen drukken, maar telkens waren ook in mijn gedachten gekomen de woorden van Jezus tot Martha bij het graf van Lazarus: „Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; En een iegelijk die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? Zij zeide tot Hem: Ja,

Heere! Ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Gods, die in de wereld komen zou (Joh. 11 : 25, 26, 27).

Toen de strijd begon, was ik deze woorden vergeten. De strijd duurde tot in de vroege morgen. En toen herinnerde ik mij opeens weer de vraag van Christus: „Gelooft gij dat? " En hardop riep ik toen uit: „Ja, Heere, ik heb het geloofd." Ik herhaalde die woorden telkens weer. Daarop verdwenen de demonen en kwam er een gevoel van diepe rust, hoop en vreugde over mij. Ik viel in een vredige slaap en werd pas laat in de morgen wakker. Ik las geen mis die dag.

Die ervaring heeft mij heel sterk aangegrepen. Sinds die dag waren de angsten verdwenen en droomde ik niet meer over de duivels. Eén verlangen bezielde mij slechts: Hoe kan ik zo spoedig mogelijk uit het klooster komen om mijn nieuwe geloof uit te dragen? " —

Thottil is tenslotte in Nederland terecht gekomen in de Wartburg van de stichting In de Rechte Straat Wat een rijke zegen dat er een dergelijk opvangcentrum voor ex-priesters in ons land is.

Wie is ds. Wesley?

Veel bijzonderheden kan men in dit boek vinden over India. Over de armoe en de ellende, over het heidendom dat zich in allerlei vormen openbaart, over het Hindoeïsme in het bijzonder. Maar er is, zoals ik hierboven reeds schreef, toch ook nog een kern van deformatorisch christendom, fin in dit verband mogen we de naam van ds. Wesley met ere noemen. Hij vertelt van zichzelf:

„Het leven, het voorbeeld en het onderricht van mijn vrome ouders maakten een diepe indruk op mij. Ik las de Bijbel m«t veel ijver en leerde veel teksten

van buiten. Dagelijks zocht ik de Heere in het gebed, in het stil alleen zijn met Hem. Eens gedurende de nacht riep de Heere mij en luisterde ik intens naar Hem. Sindsdien wist ik wat een zaligheid het is, wanneer je gemeenschap met de levende Heere ervaart Later had ik nog eens een dergelijke ervaring, toen ik wandelde langs de oevers van het prachtige meer te Kodaikanal.

Mijn geestelijke krisis begon, toen ik aan de theologische hogeschool ging studeren. Ik trad een nieuwe wereld binnen. Humanistische Schriftkritiek werd mij opgedrongen. De Bijbel werd voor mijn ogen in stukken gescheurd. Tekstkritiek deed mij twijfelen aan de juistheid van bijna iedere tekst. Het gezag van de Bijbel begon voor mij te wankelen. Onder grote pijn en zielskwelling moest ik afscheid nemen van het vertrouwde Woord Gods en mijzelf aanpraten dat de Bijbel alleen maar een samenraapsel is van mythen en legenden. De evolutietheorie leek het antwoord te zijn op het vraagstuk van de schepping van de mens. Er ontstond een vacuum, een leegte, in mij en die vulde die op met lektuur van allerlei andere godsdiensten. De rede maakte een einde aan mijn geloof.

Mijn studie van de filosofie en de psychologie bracht mij tot ernstige twijfel aangaande het Godsbestaan en omtrent de Persoon van Jezus Christus. Ik kon niet meer bidden, hoe graag ik het ook gedaan zou hebben. De wist immers niet meer tot Wie ik mij zou moeten wenden in mijn gebeden. Ik kreeg zelfs zozeer een tegenzin in het gebed, dat ik als anderen gingen bidden, de kamer verliet Het enige gebed dat ik nog kon uitspreken, was: „God, als U bestaat, leidt mij dan uit de duisternis naar Uw licht". Zo wandelde ik maandenlang in dit dal van verschrikkelijke schaduwen des doods.

Ik kan nooit een gebeurtenis uit die donkere dagen vergeten. Ik kwam van de theologische school naar huis voor vakantie. Mijn vader stelde 's avonds voor om samen een eindje te wandelen. We gingen op een stil plekje zitten op een rotsblok. Hij vroeg mij of ik bidden wilde. Ik antwoordde niet. Hij vroeg mij naar de reden. Ik zei dat ik niet meer wist hoe ik bidden moest, omdat ik niet meer wist tot Wie ik mijn gebed zou moeten richten. Ik zag dat de tranen over zijn wangen rolden.

Ik hoop niet dat iemand van de lezers deze ervaring van twijfel en eenzaamheid, ver weg van de tegenwoordigheid van Jezus Christus zal moeten doormaken. Deze innerlijke verscheuring is verschrikkelijk.

Maar de Heere is mij nabij gebleven en heeft mij niet laten omkomen in deze geestelijke ellende. Hij bracht mij opnieuw en op krachtige wijze aan de voeten van Zijn heerlijkheid. Ik viel voor Hem neer en zei met Thomas: „Mijn Heere en mijn God!"

Ds. Wesley doet veel goed werk in India. Goed werk in de rechte verkondiging van het evangelie en ook goed werk om de ellende van zovelen mee te helpen lenigen. Daarom meen ik er goed aan te doen uw aller aandacht te vragen voor het werk van de stichting Woord en Daad. Want ds. Wesley heeft bij al zijn werk ook steun nodig. En hier in Nederland kunnen we hem steun geven en kunnen we al zijn medewerkers hulp bieden. Vandaar dat we uw aandacht vragen voor dit boek dat ons vertelt van alle nood en ellende in India, geestelijke nood en stoffelijke nood, maar dat ons ook de weg wijst om hulp te bieden waar we dat zo enigszins

mogelijk maar kunnen.


*) India, land van tranen, door ds. R J. Hegger. Uitgave van de stichting Reformatorische Hulpaktie Woord en Daad, postbus 115 te Velp. Prijs ƒ 9, 50 (+ ƒ 1, 75 portokosten) Giro 30.20.900.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 december 1973

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's