Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de angst en uit het gericht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de angst en uit het gericht

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hij is uit de angst en uit het gericht weggenomen, en wie zal Zijn leeftijd uitspreken? Want Hij is afgesneden uit het land der levenden: m de overtreding mijns volks is de plage op Hem geweest. Jesaja 53 : 8.

Uit angst en gericht

Hier hebben wij voor ons de verlossing van de ziel als de eerste trap voor verhoging van de Middelaar na volbrachte Borgtocht. Uit de vele verklaringen lijkt mij deze de beste. 't Lijden van Christus is nu door alle diepten heengeslagen. Reeds heeft de Heere tot de moordenaars gezegd, dat Hij, ook Hijzelf deze zelfde dag naar het Paradijs zou gaan. Ook heeft de Heere Zijn laatste woord gesproken, waarin Hij Zijn ziel bevolen heeft Gode. Het Jodendom had dus door al de angsten en het lijden heen kunnen weten dat het ondanks alles met de Heere ging naar de heerlijkheid. Zo sterft geen Goddeloze. Zo sterft geen ongelovige. Zo sterft ook geen méns. Dit moeten soldaten en hun officieren bekennen: „Waarlijk deze was Gods Zoon". Intussen gebeurt daar wat. Hij wordt uit de angst weggenomen. Voor angst staat hier een Hebreeuws woord dat beklemming, benauwing, engte betekent. Het Hebreeuwse woord betekent besluiting of kerker. U kunt hier denken aan de helse benauwdheden uit Gethsemané, waar de Heere zelfs bloed gezweten heeft. Ziekte kan al zo 'n benauwdheid geven. De dood brengt ook zoveel benauwdheden met zich al naar de kwaal of krankheid ook is. Maar erger is gewetensnood, de benauwdheid over de zonde.

Elk die aan zijn zonden ontdekt werd, weet dat, wat grote, bittere en dreigende benauwdheid dat is. Nu had Christus Zelf niet gezondigd, maar de zonden van anderen werden Hem toegerekend. Wat Hij niet geroofd had, werd van Hem geëist. Dan ook kan de helse straf op iemand aankomen. Dat heeft de Heere bepaald gehad, dat heeft Hij doorleefd, al de straf, al de verschrikking der hel.

Daar in is men dan besloten, daar kan men niet uitkomen. Voeg daarbij de helse temptatie en aanvallen van de duivel met al zijn duizendtallen. Dat heeft Jezus gehad als Hij klaagt in de Psalmen 22 en 69 van de hónden, die als een muitgespan op Hem aanvallen, met opgesperde mond. De Vorst van het heir der duisternis komt op Hem aan: vele varren hebben Hem omsingeld, sterke stieren van Basan, Verlos Mij uit de muil van de leeuw, verhoor Mij van de hoornen der eenhoornen.

Dat was waarin Jezus gevangen was. Dat was Zijn bange kerker. Uit die angst is Hij weggenomen.

Hij is ook uit het gericht weggenomen. Het woord is wel meervoudig te nemen: de gerichten, de gerichtsspanning, de gerichtshandeling, de straffen, de oordelen, de verdoemenis, kortom de gerichten. Dit is niet in de stilte, in de eenzaamheid sterven wat de Middelaar doet. Als dokters met een ernstig zieke, met een stervende bezig zijn, dan is dat tot nut en tot behoud van de zieke, zo dat enigfcins mogelijk is. Maar wat kan een zieke toch niet lijden door al die behandelingen. Wat vermoeit, wat mat dat alles eindeloos af. Maar dit was gedurende heel dit lijdens-en stervenproces één grote gerichtshandeling. Dit was een niet aflatende gerichtshandeling. Dit lijden was, deze angsten waren van meet af gerechtelijke handelingen, strafoefening. Als over een volk vallen watersnoden, pestilentieën, oorlogen, dan zeggen wij: „Wat bezoekt God toch dat volk, de gerichten Gods zijn op de aarde". Welnu, dat was over de Heere Jezus. Niets dan gericht op gericht. De gerichten van rechters, de een na de ander (vier rechtbanken op één dag!) de gerichten van soldaten van het saamgestroomde Joodse volk, dit alles ontlaadde zich tot in het laatste ogenblik, tot in het sterfuur van Christus. En in dit alles, boven dit alles stond de richtelijke God, Die de zonde bezocht.

Uit deze gerichten nu is de Heere Jezus weggenomen. Weggenomen. Dit is de verhoring op Jezus' laatste bede. Nu Jezus gesproken heeft: „Het is volbracht", neemt de Vader Zijn ziel, in Zijn handen. In vaderlijke handen. In liefdevolle handen. In voldane handen. Van Lazarus lezen wij dat zijn ziel gedragen werd in Abrahams schoot. Hier is 'n wel zeer kosteüjke ziel, de Middelaars ziel, die gedragen wordt in de schoot des Vaders. Weggenomen uit de angst. Weggenomen uit het gericht. Weggenomen uit de hel met al haar tormenten. Weggenomen in de gewesten van eeuwige vrede en zaligheid.

Zijn leeftijd uitspreken

„En wie zal Zijn leeftijd uitspreken? " Daar zijn twee kostelijke gedachten, die hierin liggen, namelijk deze: a. dit kan slaan op de gedurigheid van het leven, dat Hij aangaat. Men zou ook kunnen zeggen, de eeuw die Hij onvangt. b. het kan ook slaan op Zijn generatie, Zijn geslacht.

Nu dan: Wie zal Zijn leeftijd uitspreken. Nu de Heere Christus weggenomen is, is het voor Hem eeuwigheid geworden naar Zijn mensheid. Nog twee geheimen en dan gaat Hij, de eeuwigheid ten volle in. Het is namelijk zo, dat Jezus' ziel terstond na dit sterven opgenomen werd tot Zijn God. Hij zegt Zelf heden in het Paradijs te zullen zijn. Maar moet Hij dan bij Zijn opstanding met Zijn menselijke ziel de hemel al weer verlaten om dan met het lichaam verenigd nog weer veertig dagen op de aarde te vertoeven tot aan de dag van de hemelvaart? Ja zo is dat. Zo moet Hij dat. Hetzelfde dus als Lazarus. Hetzelfde dus als de heiligen, die met Jezus' sterven opgestaan zijn en in de graven gebleven zijn tot aan Jezus' opstanding om daarna te verschijnen aan velen te Jeruzalem. Zij zullen dan hier op aarde Gods opdracht vervullen als de engelen Gods, de tijd die het God belieft. En wie zal dan nu die eeuwigheid, die eeuwigheidsduur uitspreken. Dat is niet uit te spreken. En evenmin is uit te spreken de heerlijkheid, die Hem is weggelegd van de Vader en bij de Vader. Dat is ook wat geen oog heeft gezien, wat geen oor heeft gehoord en wat in geen mensenhart is opgeklommen, wat God weggelegd heeft als loon op de arbeid van Zijn enig geliefde Zoon.

Wie zal ook uitspreken Zijn geslacht. De kinderen die uit dit evangelie des kruises geteeld en gewonnen zullen worden, die zullen zovelen zijn. Het begint al direct bij de moordenaar. Maar hoevelen zullen zij niet zijn. Als het tarwegraan in de aarde niet valt en sterft, zo blijft het alleen. Maar zo

het in de aarde valt en sterft, zo brengt het veel vrucht voort. Daar is dan die vele vrucht van Jezus' lijden en sterven: een gans geslacht.

Telt eens de geslachten van de zonen van Jacob: de duizenden bij tienduizenden van Israël. Telt eens het geslacht van de aartsvader Abraham. Het is niet te tellen. Het is als het zand aan de oevers der zee. Het is als de sterren des hemels. Zo nu zal zeker Zijn zaad zijn, naar de onschatbare waarde van Zijn offer. Wat moet dat dan niet een bemoediging zijn om „in Hem" gevonden te worden, om tot Hem te komen, om in Zijn offer schuilplaats en bodem te vinden, om daar in te wortelen en te gronden. Wie zal Zijn geslacht uitspreken?

Gij, die God vreest, gij allen prijst de Heer; Dat Jacobs zaad zijn grote naam vereer': Ontzie Hem toch, o Israël! en leer Vertrouwend wachten.

Wie mij veracht. God wou mij niet verachten, Noch oor, noch oog Van mijn verdrukking wenden;

Maar heeft verhoord, wanneer ik uit d' ellenden Riep naar omhoog.

Ik loof eerlang U in een grote schaar, En, wat ik U beloofd' in 't heetst gevaar, Betaal ik, op het heilig dankaltaar, Bij die U vrezen; 't Zachtmoedig volk zal rijk verzadigd wezen, Ten dis geleid. Wie God zoekt, zal Hem prijzen. Zo leev' uw hart, door 's hemels gunstbewijzen, In eeuwigheid!

Uit het land der levenden

„Want Hij is afgesneden uit het land der levenden, om de overtreding mijns volks is de plage op Hem geweest."

Hij is afgesneden uit het land der levenden. Dit is op gewelddadige wijze geschied, gelijk men een boom velt, zo zeggen de kanttekeningen. Van het leven wordt in het algemeen gezegd in de honderdderde psalm dat het snellijk wordt afgesneden, als het al bloeit als een bloem. Af-gesneden! Men kent en vindt zijn standplaats zelfs niet meer. Jezus is ook afgesneden uit het land der levenden. Als een bloem des velds, op drieendertig jarige leeftijd. In het midden van Zijn dagen. Afgesneden. Afgehouwen als een boom in de kracht des levens. Maar men zal Zijn standplaats zekerlijk wel vinden. Die zal eeuwig bestaan. Uit het land der levenden. Men zou met een woordspel kunnen zeggen: Hier wordt de Levende afgesneden uit het land der doden en Hij gaat het leven tegemoet.

En om de overtreding mijns volks is de plage op Hem geweest. Sommigen menen dat hier de profeet beschuldigend over zijn volk, het volk der Joden spreekt. Dat is hun overtreding geweest, dat zij de Heere der heerlijkheid aldus geslagen en geplaagd hebben. Ik dacht niet, dat dat de zin is. Maar wel dit, dat de Heere Zelf zegt, dat om de overtredingen van Zijn volk, van Zijn uitverkorenen, de plage op Hem is geweest. En als wij dan al de zonden des volks op Hem zien aankomen, dan is als zodanig dit Zijn lijden aan het kruis de overtreding van het volk. Hun zonden werden Zijn wonden. Hun misdaden Zijn smarten. m z

Zo werd al wat Jezus leed de plage Gods over Zijn volk. Als Egypte bezocht en ged h teisterd werd dan was dat in tien rampen, die plagen genoemd werden. Als eenmaal voor het oordeel de engel violen uitstort over de aarde om der zonden wil, dan zijn die ontzaggelijke oordelen: plagen.

Als nu al de zonde van Zijn volk bezocht wordt aan de Zoon Gods dan wordt dat hier een plaag genoemd, een oordeel, een teistering: en dan nu niet een plaag, maar de plaag, de plage. Om de overtreding mijns volks, vanwege de overtreding Mijns volks is de plage op Hem geweest. Gelukkig dan het volk welks God de Heere is, weggenomen uit de angst en uit het gericht opdat zij in Hem daaruit weggenomen zullen worden. Niet uit te spreken Zijn leeftijd opdat in Hem ook hun leeftijd niet zal zijn uit te spreken. Afgesneden uit de landen der levenden, opdat zij met Hem leven zouden. Hij onder de plage opdat zij zonder plage zouden zijn.

Gr.-A.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1974

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Uit de angst en uit het gericht

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 18 mei 1974

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's