Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Wat staat ge en ziet op naar de hemel?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Wat staat ge en ziet op naar de hemel?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Deze vraag, die gesteld werd aan de discipelen van de Heere Jezus bij Zijn hemelvaart, wordt tegenwoordig in allerlei schakeringen gesteld aan die christenen, die inderdaad de Heere Jezus nog verwachten. Hij is opgevaren naar de hemel. Hij is teruggekeerd naar de Vader, maar Hij zal eenmaal wederkomen om Zijn volk thuis te halen en allen die Zijn verschijning hebben liefgekregen in Zijn heerlijk koninkrijk op te nemen.

Daarom belijden we immers ook met de Twaal Artikelen van de Heere Jezus dat Hij is opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods des Vaders, van waar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden.

Deze belijdenis past helemaal niet meer in onze tijd. Wanneer de mens de maatstaf zou zijn van ons geloof en onze verwachting — en velen zoeken daarin de maatstaf voor hun leven in deze eeuw van de mens — dan zouden we deze belijdenis van de hemelvaart van Christus en van Zijn wederkomst terstond moeten laten vallen. De bisschop Robinson, die ons heeft willen leren dat „God dood is" heeft dan ook duidelijk gezegd: „we moeten eindelijk eens ophouden met te spreken van een plaatselijke hemel en van een lichamelijke Jezus in de hemel." En prof. Sperna Weiland heeft het op de hervormde predikantsvergadering te Utrecht nog eens duidelijk gesteld dat er volgens hem geen „persoonlijk God" is, laat staan dat we' dan zouden kunnen spreken van de Heere Jezus als Gods Zoon in de hemel.

Wanneer men de mens, ook vele theologen van onze tijd, mag geloven, dan moeten we maar niet meer denken aan de hemel, maar dan moeten we ons bezig houden met deze aarde. De hemelvaart van Christus moeten we zien als een mythe, die zo spoedig mogelijk afgezworen moet worden, daar immers de volle aandacht op deze aarde gericht moet worden. De kerk is ook al veel te lang bezig geweest met de hemel, ze zal zich nu eindelijk eens met de aarde moeten gaan bemoeien. De hemel is er eenvoudig niet, maar deze aarde is er wel en hier ligt nog genoeg werk en hier hebben de mensen nog genoeg taken, we hebben de hemel er helemaal niet bij nodig. We moeten hier op aarde alle onrecht en verdrukking uitbannen en we moeten hier op aarde ons aardse paradijs oprichten. Wanneer men door de regels heenleest, dan blijkt dat veel van deze theologen dan een beetje rood gekleurd paradijs zien, dat een bekende Karl Marx ons in de vorige eeuw getekend heeft. Maar-ondertussen wordt de kerk verwoest door dit politieke evangelie. Want de mensen keren de kerk eenvoudig de rug toe wanneer men alleen maar een boodschap heeft voor deze aarde en dan nog zo'n wettische boodschap. Want het is een nieuwe wet die men tegenwoordig de mensen oplegt. Wanneer men niet ijverig bezig is met de revolutie, dan is men geen goed christen, dan weet men eigenlijk niet wie Christus is. Maar al leven wij dan in „de eeuw van de mens", we willen toch buigen voor de Heere onze God en voor het Woord dat Hij ons gegeven heeft. Dat wil niet zeggen dat wij met „een boekje in een hoekje" moeten gaan zitten, hoewel de verleiding daartoe in onze lawaaierige en nimmer tot rust komende wereld van vandaag wel in ons op zou kunnen komen. Men zou soms deze wereld vol zonde en ongerechtigheid, vol moord en doodslag, vol oorlog en oorlogsgeweld, vol heerszucht en rechtsverkrachting, wel achter zich willen laten, om in alle rust alleen te zijn met God. Maar we mogen nooit vergeten dat we, zolang we hier op aarde zijn, ook onze taak en roeping hebben. Niet om een paradijs te stichten. Maar wel om iets van de gestalte van Christus te tonen in ons leven en werken. Wel om in priesterlijke bewogenheid hulp te bieden aan onze naaste in nood, wel om ons „goddelijk beroep", naar een woord van Calvijn, uit te oefenen. Maar we moeten dat doen in de wetenschap dat de Heere Jezus in de hemel is dat Hij ons voorgegaan is en dat Hij straks een nieuwe wereld brengt, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

Onlangs zei iemand tegen ons toen we spraken' over de wederkomst van de Heere Jezus Christus: Hij komt niet meer terug en Hij hoeft ook niet meer terug te komen, want Hij is al bij ons. Nu is dat in zeker opzicht waar. De Heere Jezus is wel lichamelijk ten hemel gevaren, maar Hij is toch ook nog bij ons door Zijn Heilige Geest, met Zijn genade en kracht. Hij heeft het zelf beloofd: „Zie Ik ben met u, alle de dagen, tot aan de voleinding der wereld." Het is heerlijk wanneer we dat ondervinden mogen, dat Hij met ons is, dat Hij ons genade en kracht geeft, zodat we de weg verder kunnen afwandelen, onze weg die dikwijls zo moeilijk en zo zwaar is, waarop we soms te nauwernood verder kunnen.

Maar hoewel Hij bij ons is, is Hij tegelijk in de hemel vanwaar we Hem ook verwachten. En soms kan de kerk door zulke verdrukkingen heen moeten en soms kan een gelovige zo in nood komen, dat het verlangen groot wordt naar Zijn wederkomst en dat we zelfs gaan vragen: Kom, Heere Jezus, ja kom haastiglijk!

Maar we moeten hier. bezig blijven en werken zolang het dag is. Zeker, ons werk is menigmaal tobben en modderen omdat we hier ook alles maar ten dele kunnen vol-

brengen. Maar wanneer we onze maatschappelijke roeping vervullen, wanneer we bezig zijn met de taken die op onze weg komen en die we menen op ons te moeten nemen dan mogen we nooit vergeten dat de Heere daarin toch ook met ons wil zijn. Maar we zullen nooit het paradijs kunnen verwachten dat uit deze aarde opkomt. We zullen moeten weten dat wé toebereid moeten worden voor het nieuwe paradijs dat Hij brengt bij Zijn wederkomst. We moeten met God verzoend worden en leren leven van Zijn genade in de Heere Jezus Christus. Wij hebben ons werk hier op aarde en we zullen dat werk trouw moeten vervullen, maar we zullen toch moeten weten dat we hier vreemdelingen zijn en dat ons thuis hier niet is en dat we de toekomstige wereld moeten zoeken, de stad die God bereid heeft voor al Zijn volk.

Daarom zullen we ook op moeten zien naar de hemel. We zullen moeten letten op de tekenen der tijden omdat de Heere Jezus dat gezegd heeft. Want we weten niet de dag of het uur van Zijn wederkomst, maar die tekenen der tijden zijn de naderende voetstappen van de komende Koning. En we weten dat Hij komen zal naar de belofte van de Schrift: „Deze Jezus Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien heenvaren".

En dan komt de nieuwe hemel en de nieuwe aarde.

En dan komt het nieuwe paradijs. Het is ook voor de mens van onze tijd de moeite waard om op te zien naar de hemel en die Christus en Zijn koninkrijk te verwachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1974

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Wat staat ge en ziet op naar de hemel?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 25 mei 1974

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's