Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En toch: grote blijdschap!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En toch: grote blijdschap!

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de oorlogstijd preekten we op een adventszondag over Jesaja 49 : 13: Juicht gij hemelen, en verheug u, gij aarde, en gij bergen maakt gedreun met gejuich: ant de Heere heeft Zijn volk vertroost en Hij zal Zich over Zijn ellendigen ontfermen." Na de kerkdienst kwam iemand naar ons toe die meende dat het helemaal geen tijd was om blij te zijn en dat we beter een boetepreek hadden kunnen houden. Misschien dat er dit jaar rondom het Kerstfeest ook wel zulke stemmen opgaan, die zeggen dat het nu toch werkelijk geen tijd is om feest te vieren en dat we beter een plaats van berouw kunnen zoeken omdat we toch wel moeten letten op de oordelen die op de aarde zijn.

En nu willen we beslist niet ontkennen dat er veel oorzaak tot droefheid is in de wereld van vandaag. Wie dat zou doen zou immers de ogen sluiten voor de werkelijkheid. En toch willen we u de grote blijdschap verkondigen, de grote blijdschap van de geboorte van de Heere Jezus Christus. En we willen de woorden van de engel naspreken: Vreest niet, want ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal, namelijk dat u Jieden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, in de stad Davids" (Lukas 2 : 10—11).

Het was een moeilijke tijd toen Christus geboren werd. We kunnen er op aan dat de mensen van toen dat dikwijls tot elkaar gezegd hebben. En dat ook Jozef en Maria daar elkaar menigmaal op gewezen hebben. Het was de tijd van keizer Augustus, die over de gehele wereld regeerde. Hem had men te gehoorzamen. Met God werd niet gerekend. Met de Heere van hemel en van aarde hield men geen rekening. Voor de Zaligmaker was er geen plaats. En toch komt Hij. Toch werd Hij van de Heere gezonden. Als er geen huis is waar men Hem wil ontvangen, dan wordt Hij geboren in een stal en neergelegd in de harde voerkribbe van de beesten. En de hardheid van de kribbe is nog zacht bij de hardheid van het kruis. Want in Bethlehem is er nog de zachte moederhand die Hem koestert, maar straks is er geen plaats voor Hem om Zijn hoofd neer te leggen en dan wordt Hij van de aarde uitgestoten en genageld aan het harde kruis.

En toch is Zijn komst grote blijdschap. Want Hij is gekomen als de Heiland en de Zaligmaker, als de Borg en de Middelaar van een verloren volk, van een volk in nood, van een volk dat belijden moet dat er aan 's mensen kant geen weg meer is tot het licht en het leven, maar alleen tot de duisternis en het oordeel van de nacht van Gods eeuwige toorn. Hij is gekomen om de zonde van Zijn volk te verzoenen en hun schuld te betalen, om hun oordeel te dragen en alles wat er gedaan moest worden tot verzoening van God en Zijn volk. Dat is de grote blijdschap van het Kerstfeest. Want zeker, men zou kunnen zeggen dat er nog niets veranderd is sedert de geboorte van Christus, dat er nog geen vrede op aarde gekomen is, dat we nog horen van oorlogen en geruchten van oorlogen, van verdrukking en vervolging, van zonde en ongerechtigheid, van onbekeerlijkheid en wereldsgezindheid, van ongeloof en verharding. En toch willen we ook in de wereld van vandaag met al zijn donkerheid en duisternis, met al zijn liefdeloosheid en haat tegen elkander, het evangelie-van de grote blijdschap verkondigen.

Toch willen we u allen oproepen om mee te gaan naar Bethlehem en neer te knielen bij de kribbe, want dat Kind dat daar neergelegd is, gewonden in doeken, is de Zaligmaker, welke is Christus de Heere, de Zoon van God, de Beloofde der vaderen, Die als een licht zou schijnen in de duisternis. En de Heere Jezus is een Godsgeschenk. Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. De nood en de ellende van deze wereld, de droefheid en de smart, de tranen en de rouw, de dood en het verderf, zijn vruchten van onze eigen akker. Die hebben we over ons gehaald door onze zonden en overtredingen, door ons verlaten van de wegen des Heeren, door ons luisteren naar de verleidende lokstem van de duivel. Maar daarom is het zo groot dat God naar ons omgezien heeft in onze ellende en dat Hij Zijn Zoon gezonden heeft om ons te redden van het verderf en ons zalig te maken.

Dat is de grote blijdschap waar de engel van gesproken heeft, een blijdschap die in de diepste grond geen grenzen heeft. Waar de Heilige Geest plaats gemaakt heeft in ons hart voor deze Zaligmaker, waar Hij bij ons ingebroken is om woning te maken in ons. daar is die blijdschap een werkelijkheid, zo diep en zo breed en zo hoog en zo heerlijk dat ze niet door mensenwoorden kan worden beschreven. Daar vieren we Kerstfeest ook wanneer de tijd donker is en de nood groot is, ook wanneer de dreigende oordeelswolken boven deze wereld hangen, ook als de grote verdrukking zal komen. Want waar Christus in het hart is komen wonen, daar breekt de jubel los: „Ere zij God in de hoogste hemelen en vrede op aarde, in de mensen een welbehagen." Waar we de Zaligmaker leren kennen, daar verstaan we het wonder van Gods genade: „Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw, al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol."

Deze Zaligmaker is Christus de Heere. Hij heeft alle macht in hemel en op aarde. Want Zijn vijanden denken dat het geen werkelijkheid is wat ons hier verkondigd wordt, dat het Kerstfeest niet echt is, dat het een soort sprookje is. Maar de komst van Christus is aan de ene kant grimmige werkelijkheid. Hij moest komen en lijden en sterven om onze Zaligmaker te kunnen zijn. Maar daardoor is Hij ook de Heere, Christus de Heere. En Hij geeft ons vrede in het hart, vrede met God en vrede met de mensen. En dat vrederijk zal in eeuwigheid zijn. Want deze Heere komt weder. En de nood van onze tijd en alles wat ons benauwt zijn tekenen van Zijn komst. We moeten door veel lijden en door veel verdrukking en door veel vervolging heen. Maar onze Koning komt. Er komt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar vrede en gerechtigheid zullen wonen.

Straks komt Christus op de wolken des hemels om te oordelen de levenden en de doden. Allen die in Hem geloofd hebben, allen die Zijn verschijning hebben liefgekregen, allen die vrede gevonden hebben in Hem, zullen eeuwig bij Hem wonen. Niets zal onze vrede en rust ooit meer kunnen verstoren. Dat is de toekomst van de kerk door alles heen. Daarom vieren we toch Kerstfeest in deze donkere tijd. Daarom kan ons hart zingen, al worden we benauwd van alle zijden. Daarom weten we dat de Heere God al Zijn beloften zal vervullen. Hij is Christus de Heere! Daarom zal Hij als Koning heersen. En Zijn kinderen mogen Hem dienen en de Heere God verheerlijken. En waar Hij in ons hart is gekomen en waar wij in Hem hebben leren geloven, waar wij ons hebben leren stellen onder Zijn heerschappij door de Heilige Geest, begint hier de blijdschap reeds ons hart en onze ziel te verheugen. En daarom vieren we Kerstfeest. En daarom — ondanks alle nood en ellende in onze wereld — toch: grote blijdschap!

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 december 1974

Gereformeerd Weekblad | 27 Pagina's

En toch: grote blijdschap!

Bekijk de hele uitgave van woensdag 25 december 1974

Gereformeerd Weekblad | 27 Pagina's