Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Biddag voor het gewas en de arbeid

Nu ik deze kroniek schrijf ligt de biddag voor het gewas en de arbeid weer achter ons. In verschillende gemeenten is het nog of weer de gewoonte om twee diensten te beleggen op deze dag. Zo heb ik ook twee diensten gehad. Maar de nadruk blijft toch wel liggen op de avonddienst. Het is goed dat ook in hervormd gereformeerde kring de bid-en dankdagen niet vergeten worden. In veel andere gemeenten is de biddagdienst naar de zondag verplaatst, evenals de dankdagdienst. Maar in de meeste gemeenten denkt men er niet meer aan om de Heere te bidden of te danken in verband met deze dingen, die ons gewone dagelijkse leven betreffen, die ons werk op het land of onze handel of onze arbeid in de fabrieken betreffen. Ons volk had het trouwens de laatste jaren zo goed, de welvaart werd zo groot, dat men de Heere al meer en meer ging vergeten en van Zijn wegen al maar verder ging afdwalen. Men kon nu zo langzamerhand wel voor zichzelf zorgen, we waren nu geleerd genoeg en knap genoeg om er voor te zorgen dat er geen werkeloosheid meer kwam en dat de welvaart steeds groter zou worden. De mens beheerste voortaan de economie en de conjunctuur, zodat er op dit gebied geen enkel kwaad meer te vrezen zou zijn. Maar nu zitten we dan met een leger van werklozen van ver over de tweehonderdduizend. En nu zien we de verslechtering van de economie steeds verder doorgaan. En de bange vraag krant op in onze harten of we weer een dergelijke tijd gaan beleven als in de dertiger jaren voor de oorlog, toen er ook zoveel gebrek en armoede is geleden, toen de tijden moeilijk en slecht waren en toen het leven van velen ook zo uitzichtloos was vanwege de werkeloosheid. Het was op deze biddag net alsof we ons toch iets afhankelijker gingen voelen en daardoor was voor velen de biddag zinvoller dan voorheen. Zeker, voor dat volk dat in afhankelijkheid van de Heere leeft was ook voorheen de biddag zinvol. Men leefde immers uit de belijdenis van onze Heidelberger „dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van Gods Vaderlijke hand ons toekomen". Wanneer we dat zien, dan gaan we ook bidstond houden, dan leren we ook ons leven voor elke dag overgeven in de hand des Heeren en dan gaan we het ook van die hand verwachten. Alles moet tenslotte van Hem komen. Want we hebben het vorig jaar gezien dat alles wel goed kan groeien maar dan moet er ook nog een gelegenheid zijn om de oogst binnen te brengen. Toen hebben we weer verstaan hoe we in alles afhankelijk zijn van dë Heere. Daarom is het goed om ons hele leven, ons lichaam en onze ziel, over te geven in de hand des Heeren. Want zeker, we hebben ons dagelijks brood nodig. Maar er is toch nog iets anders dat nog meer dan broodnodig is: vergeving en verzoening van onze zonden, zaligheid èn redding van de eeuwige dood, vrede en heil in Gods Koninkrijk.

De gereformeerde synode en de leer der verzoening

De synode van de gereformeerde kerken heeft zich voor de zoveelste maal bezig gehouden met het leerstuk van de verzoening door het bloed van de Heere Jezus Christus. Maar weer is men niet tot een uitspraak gekomen ten aanzien van de opvattingen die dr. Wiersinga openlijk verkondigt en die velen in strijd achten met hetgeen de Schrift en de belijdenis aangaande de verzoening leren. Een verontruste gereformeerde ouderling zei tegen mij, dat de meerderheid van de synode weliswaar vasthield aan hetgeen in de belijdenis aangaande de verzoening wordt beleden, maar dat men toch geen duidelijke uitspraak durft te doen, omdat men bang is voor een nieuwe scheuring. Immers het oefenen van leertucht heeft in vroegere jaren een scheur getrokken door die kerken, waardoor men eerst de gereformeerde kerken in hersteld verband kreeg — naar aanleiding van de zaak-Geelkerken — in 1926, terwijl in 1944 de vrijgemaakte kerken zijn ontstaan n.a.v. allerlei kwesties rondom prof. Schilder. Men wil in elk geval een derde scheuring voorkomen. Daarom aarzelt men om tot bepaalde beslissingen te komen. Dr. Wiersinga maakt het overigens zijn synode niet erg gemakkelijk. Hij heeft aan zijn synode geschreven dat hij niet openlijk het conflict zal zoeken, maar hij wil toch wel ruimte voor zijn eigen opvatting van de verzoening. Prof. Runia zegt hierover in het „Centraal Weekblad":

„Uit de besprekingen ter synode bleek duidelijk dat velen erg teleurgesteld waren door het ant-

woord van dr. Wiersinga. Wel zagen sommigen ook wel enige hoopvolle punten in zijn brieven, maar het algemeen gevoelen was er toch een van teleurstelling. Ook was men 't er algemeen over eens dat de synode niet terug mocht gaan achter de uitspraak van november 1974.

In november sprak de synode uit dat dr. Wiersinga door te ontkennen dat Christus in onze plaats het gericht Gods gedragen heeft een essentieel bestanddeel van de verzoeningsleer van de confessie aantast en tekort doet aan de rechte prediking van het evangelie.

Tegelijk besloot de synode toen een brief aan dr. Wiersinga te sturen waarin een dringend beroep op hem gedaan werd zich in zijn ambtelijke arbeid te houden aan de leer der verzoening zoals die in de belijdenis der kerk is vertolkt." —

Dr. Wiersinga heeft in zijn brief aan de synode niets van zijn mening ten aanzien van de verzoening teruggenomen. Hij meent dat het verschil tussen hem en de synode niet zo groot is, daar ze beide toch vast willen houden aan een „verzoening":

„Als de synode, met de belijdenis, uitspreekt dat verzoening betekent dat Christus door God getroffen wordt met het gericht dat ons zondaars behoorde te treffen (een gedachte die dr. Wiersinga ook in deze brief weer nadrukkelijk afwijst), dan kan men moeilijk volhouden dat men toch in feite over dezelfde verzoening spreekt.

Op deze manier zou men bijna alle strijdpunten uit het verleden ook als niet-wezenlijk kunnen betitelen. Ook Arius was indertijd bereid om Jezus de 'Zoon van God' te noemen, maar hij vulde deze woorden met een geheel andere inhoud en de kerk heeft terecht gezegd: dat betekent dat u toch werkelijk wat anders bedoelt dan wij in de Schrift lezen. De Remonstranten hielden indertijd ook vast aan het woord uitverkiezing, maar gaven er een totaal andere inhoud aan." —

Zelfde woorden maar andere inhoud

Onze dominé gebruikt dezelfde woorden en uitdrukkingen als een predikant van gereformeerde belijdenis zou doen, maar hij geeft er een heel andere inhoud aan — zo verklaarde pas een ouderling uit een gemeente met een midden-orthodox predikant tegenover mij. Maar, zo vervolgde hij, daarom is hij zo gevaarlijk, want de mensen merken daardoor niet dat ze met een dwaalleer te maken hebben en ze kennen straks het onderscheid niet meer. En dat is toch zo nodig dat we onderscheiden zullen hetgeen ons verkondigd wordt, opdat we niet op een dwaalweg gebracht zullen worden. Hetzelfde wordt nu ook geconstateerd in verband met de zaak-Wiersinga. Deze leert een verzoening die zeer sterk afwijkt van de bijbelse verzoeningsleer. De Schrift spreekt immers duidelijk over de verlossing in Christus: Welken God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid..." (Rom. 3:25). En in de brief aan Corinthe schrijft de apostel, dat Christus Die zelf geen zonde gekend of gedaan heeft, door God tot zonde is gemaakt. En Petrus legt er de nadruk op dat Christus zelf onze zonden in Zijn lichaam aan het kruis gedragen heeft. En we weten toch dat Hij om onze overtredingen verwond werd en om onze ongerechtigheden verbrijzeld en dat er voor ons door Zijn striemen genezing is geworden. Nu spreekt Wiersinga wel over verzoening, maar hij ontkent dat Christus voor ons en in onze plaats in het gericht Gods heeft gestaan. Prof. Runia schrijft dan ook:

„Het moeilijke en verwarrende rondom de zaak van dr. Wiersinga is dat hij veel termen en uitdrukkingen gebruikt die ook in de traditionele opvatting voorkomen, en zo vaak de indruk geeft dat hij hetzelfde zegt.

Vandaar ook dat velen in de gemeente zeggen: wat is er nu eigenlijk aan de hand? Is het niet een twist om woorden en termen? Dr. W. voedt deze gedachte door te zeggen dat hij toch ook wel trouw is aan het belijden der kerk.

Maar als dan toch nadrukkelijk door hem ontkend wordt, wat volgens de belijdenis het hart van de bijbelse verzoeningsgedachte is, dan moet men toch constateren dat er een wezenlijk en diepgaand verschil is. Dan gaat het echt niet om woorden en termen alleen, maar dan staat het hele verstaan en daarmee ook de beleving van der verzoening op het spel." —

Neen, men kan niet zeggen dat we hier te maken hebben met een theologenstrijd waar de gemeente zich eigenlijk niets van hoeft aan te trekken. Het gaat hier om zeer wezenlijke zaken, het gaat hier om het hart van het evangelie en in de grond der zaak gaat het hier om het al of niet zijn van de kerk.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1975

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 22 maart 1975

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's