Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vijfenzeventig jaar Gereformeerde Zendingsbond

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vijfenzeventig jaar Gereformeerde Zendingsbond

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onze Gereformeerde Zendingsbond bestaat deze week vijfenzeventig jaar. Een reden om ons over te verheugen en te verblijden. Ze heeft onder ons volk een goede en vaste plaats gekregen. Daarvan getuigt het grote bedrag dat elk jaar voor het zendingswerk bijeengebracht wordt. Dat bewijst ook het bezoek aan de jaarlijkse zendingsdag in Driebergen, waar immers elk jaar vele duizenden mensen samenkomen om te luisteren naar de zendingsopdracht die we van Christus zelf hebben gekregen en naar verschillende inleidingen die betrekking hebben op het zendingswerk.

Toen de Gereformeerde Zendingsbond werd opgericht bestonden er reeds verschillende zendingsverenigingen. De kerk zelf was de opdracht van Christus vergeten om het evangelie te verkondigen aan alle volkeren en de boodschap van de Heere Jezus Christus bekend te maken aan allen die van dit alles niets wisten. Toch was dit zendingsbevel duidelijk en voor geen misverstand vatbaar: Gaat heen in de gehele wereld, predikt het evangelie aan alle kreaturen. Die geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn zal zalig worden, maar die niet geloofd zal hebben zal verdoemd worden" (Markus 16 : 15—16).

In de loop van de jaren was echter bij vele leden van de kerk het inzicht gegroeid dat, waar de kerk zelf haar taak niet zag liggen en haar opdracht niet vervulde, het nu voor hun rekening lag om het zendingsbevel te gehoorzamen en door middel van verenigingen zendelingen uit te zenden om de blijde boodschap van de Heere Jezus Christus bekend te maken aan de heidenen en aan allen die van de Heere Jezus Christus en van het bloed der verzoening niet wisten.

In 1901 waren het verschillende hervormd gereformeerde mannen die het initiatief namen om de Gereformeerde Zendingsbond te stichten. Het valt ons op dat het allemaal predikanten waren, predikanten die voor de oudere lezers van ons blad zeker geen onbekenden zullen zijn, hoewel er thans geen meer van in leven is. Dr. J. D. de Lind van Wijngaarden was voorzitter en Ds. M. Jongebreur was secretaris. Prof. Dr. H. Visscher stond toen in Ouderkerk aan den IJssel en hij zat ook in het bestuur. Verder komen we de namen tegen van Ds. H. A. Heijer, die later zo lang in Vlaardingen heeft gestaan. En Ds. T. Lekkerkerker die lange tijd de gemeente van Delft gediend heeft. En Ds. F. Kuijlman die zo'n hoge leeftijd heeft bereikt. Verder nog de namen van Ds. H. van Griethuijzen die toen predikant te Delft was, Ds. J. M. Ph. Schippers die toen de gemeente van Huizen diende, Ds. G. Nijhuis die te Renkum stond en Ds. J. H. W. Kalkman te Woerden.

Uit het eerste arlikel in ons Gereformeerd Weekblad over de Gereformeerde Zendingsbond nemen we het volgende over:

„Voor eenigen tijd werd te Utrecht opgericht de „Gereformeerde Zendingsbond". De klacht is te voorzien: „Alweer dus een nieuwe zendingsvereeniging! Ons land heeft waarlijk zendingsvereenigingen te over!" De waarheid die in deze klacht ligt opgesloten is niet te miskennen. Inderdaad is er reeds vaak op gewezen dat ons land, hetwelk klein is, in dezen een anderen weg bewandelt dan landen die veel grooter zijn. Terwijl deze minder zendingsvereenigingen bezitten, maar trachten de bestaande tot zoo groot mogelijken bloei te brengen, verrees in ons kleine vaderland dan eene vereeniging voor, de andere na, en werkte men daardoor al te veel versnippering van krachten in de hand. En al is het nu waar dat die onderscheidene vereenigingen in den regel verschillende terreinen voor haren arbeid kozen en dus niet tegenover maar wel naast elkaar het werk verrichten, te weerspreken valt het kwalijk, dat meer dan eens om zeer geringe bijkomstigheden nieuwe vereenigingen werden op-

gericht, terwijl het toch beter scheen gezamenlijk met de reeds aanwezige te arbeiden."

Er waren inderdaad tientallen jaren verschillende zendingsverenigingen werkzaam, die later wel een ontmoetingspunt kregen in „Oegstgeest", maar die toch tot de invoering van de nieuwe kerkorde een zekere zelfstandigheid bezaten en die daarvoor zelfs helemaal zelfstandig hun werk deden, waardoor men als gemeentelid gedwongen was een keuze te maken tussen de verschillende zendingsverenigingen om te bepalen welke men zou steunen. Maar wanneer de oprichters van de Gereformeerde Zendingsbond dit zo goed zagen dat de krachten meer gebundeld moesten worden, hoe verklaren ze dan dat ze nog weer een nieuwe zendingsvereniging opgericht hadden. Wel, ze vervolgen hun schrijven als volgt:

„Met de oprichting van den Gereformeerden Zendingsbond staat de zaak echter anders. Immers nagenoeg alle in ons land bestaande Zendingsvereenigingen gaan uit van één en hetzelfde beginsel. En zonder nu iets af te willen dingen van den lofwaardigen ijver, door Nederlandsche Zendingsvereenigingen betoond, zelfs erkennend dat het vele goede door haren arbeid tot stand gebracht, is het te verstaan dat zij die een andere richting op godsdienstig gebied zijn toegedaan, zich niet van harte bij haar konden aansluiten. Hoe vaak toch werd reeds de zucht vernomen: „Bestond er maar een zendingsvereeniging die uitging van Gereformeerd beginsel! Wij zenden onze bijdragen aan vereenigingen, hoewel we met hare grondslagen niet instemmen, omdat we toch iets willen doen voor de uitbreiding van Gods Koninkrijk, maar wij zouden beter ijveren en met meer liefde onze giften afstaan, indien er slechts een vereeniging was die de belijdenis onzer kerk tot uitgangspunt had gekozen."

Het feit is toch niet te weerspreken, dat zij die de Gereformeerde belijdenis zijn toegedaan, geen zendingsvereeniging in ons land vonden waarmede zij konden sympathiseeren. Daarom werd tot de oprichting van den Gereformeerden Zendingsbond besloten.

Mochten nu allen, die het geloof huns harten vinden uitgedrukt in de formulieren van eenigheid onzer kerk, den nieuwen bond krachtig steunen, opdat er ook in het midden der Hervormde Kerk geijverd worde voor de verbreiding van Gods Woord in de heidenwereld in overeenstemming met de beginselen dier kerk!"

Dat van meetaf in de kerkelijke lijn werd gedacht blijkt wel hieruit dat onder hen die lid van de G.Z.B. konden zijn in de eerste statuten al genoemd werden de kerkeraden: „Leden van dezen Zendingsbond kunnen zijn: le. Gemeenten der Ned. Herv. Kerk in hare wettige vertegenwoordiging door hare kerkeraden..."

De oprichters van de Gereformeerde Zendingsbond hebben goed gezien. Zij die de gereformeerde belijdenis liefhadden hebben zich rondom deze bond geschaard. En in de loop der jaren werd het zendingswerk al maar meer uitgebreid. Men is in onze kringen bereid om grote offers te brengen voor de zending. Nog steeds staat men op het standpunt dat de gereformeerde belijdenis van de kerk het uitgangspunt is om het Woord Gods te brengen aan de volkeren en het evangelie uit te dragen tot allen die het niet kennen.

We leven in een tijd waarin allerlei grenzen vervagen. Des te meer mag het ons verblijden dat de G.Z.B. vast wil houden aan de oude grondslag. Wel is het nodig om te waken en te bidden om getrouw te blijven. Er zijn immers allerlei invloeden die proberen de goede grondslag te ondermijnen. Niet het minst de Wereldraad van kerken, die destijds op de zendingsconferentie van Bangkok heel andere wegen voor het zendingswerk heeft gewezen dan we in de Schrift en de gereformeerde belijdenis der kerk vinden. Tegenover de opvattingen van de Wereldraad die ook aanspoort tot het gesprek (de dialoog) met de wereldgodsdiensten zullen we een duidelijk schriftuurlijk standpunt in moeten nemen. Er is immers maar één Naam waardoor we zalig kunnen worden en dat is de naam van de Heere Jezus.

We willen onze Gereformeerde Zendingsbond wijsheid en genade toewensen, de leiding van de Heilige Geest, om in deze moeilijke tijden de goede lijn vast te houden in het zendingswerk. We zijn blij dat vijfenzeventig jaar geleden onze voormannen deze Zendingsbond hebben opgericht en we hopen ook in het heden op rijke zegen door het zendingswerk vanwege de Gereformeerde Zendingsbond verricht.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 februari 1976

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's

Vijfenzeventig jaar Gereformeerde Zendingsbond

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 7 februari 1976

Gereformeerd Weekblad | 8 Pagina's