Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van de sacramenten

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van de sacramenten

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aangezien dan alleen het geloof ons Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, vanwaar komt zulk geloof? Van de Heilige Geest, die het geloof in onze harten werkt door de verkondiging des heiligen Evangelies, en het sterkt door het gebruik der sacramenten.

Wat zijn sacramenten? De sacramenten zijn heilige zichtbare waartekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hy ons Evangelies des te beter te verstaan geve door het gebruik daarvan de belofte des en verzegele; namelijk dat Hij ons vanwege het enige slachtoffer van Christus, aan het kruis volbracht, vergeving der zonden en het eeuwige leven uit genade schenkt.

Zijn dan beide, het Woord en de sacramenten, daarhenen gericht, of daartoe verordend, dat zij ons geloof op de offerande van Jezus Christus aan het kruis, als op de enige grond onzer zaligheid wijzen? Ja zy toch; want de Heilige Geest leert ons in het Evangelie, en verzekert ons door de sacramenten, dat onze volkomen zaligheid in de enige offerande van Christus staat, die voor ons aan het kruis geschied is.

Hoeveel sacramenten heeft Christus in het Nieuwe Verbond of Testament ingezet? Twee, namelijk de Heilige Doop en het Heilig Avondmaal. Zondag 25

Woord en sacrament

Nu wij gehandeld hebben over het geloof als „de" gave Gods, waardoor men alleen de zaligheid bekomen kan en waardoor men alleen gerechtvaardigd wordt, komt nu redelijkerwijs de vraag: „Vanwaar komt zulk een geloof? " Zulk geloof, dat rechtvaardigt. Zulk geloof, dat zalig maakt.

Wij hebben het dus geenszins over ongeloof, dat zeker niet rechtvaardigt en ook zeker niet zalig maakt. Wij hebben het ook niet over schijngeloof, wat ook geenszins rechtvaardigt of zalig maakt.

Vanwaar komt zulk geloof? Dat komt niet uit ons verstand op; dat komt niet uit onze wil op, die immers gans verdorven en onwillig geworden is; dat komt niet uit ons hart op. Dat komt alleen van de Heilige Geest, Die dat geloof van boven schenkt en dat geloof is hieraan te kennen, dat het aan zondaren Christus deelachtig maakt en dat het eveneens al Christus' weldaden deelachtig maakt. En dan zó deelachtig maakt, dat men daar deel aan heeft, dat men daaraan deelachtig is. Deel hebben aan is bezitten, maar dat is bezitten samen met anderen, bezitten met alle ware gelovigen.

Daaraan krijgt men deel, doordat het geloof in het hart gewekt en gewerkt wordt. Wakker gemaakt, opgeroepen en ook uitgewerkt, ingewerkt en uitgewerkt. Het verstand wordt verlicht, zodat men kennis neemt en kennis ontvangt aan het Heilig Evangelie. Dat ontdekt men, dat gaat men verstaan en dat gaat men voor waarachtig houden, voor ten volle waar, dat gaat men geheel toestemmen.

Daar wordt zijn wil naar toe gebogen, en geheel opgericht: dat gaat hij willen, daar worden zijn genegenheden op gericht. Zo zeer begeert hij dat, dat hij daarop zijn vaste vertrouwen gaat zetten, dat dat ook voor hem zal zijn. Hij zet daar zo zijn begeerten op, dat hij zich dat toeeigent. En dan eigent hij zich dat toe met vast vertrouwen als het zijne.

De Heilige Geest wekt dat geloof en werkt dat vertrouwen in hem door de verkondiging van het Heilig Evangelie, want het geloof is nu eenmaal uit het gehoor en het gehoor is door het Woord Gods. Men moet zich daartoe getrouwelijk onder de prediking begeven en men moet zich ook dén de prediking geven. Men moet die horen aandachtig, opmerkzaam, gelovig. Wie met vraagtekens onder het Woord zit, zal met vraagtekens onder het Woord uitkomen. Wie tegenstrevend onder het Woord zit, zal er zich aan stoten. Men moet daar zitten begerig, heilbegerig. Men moet dat bewaren in zijn geheugen, men moet dat bewaren in zijn hart. Zorgvuldig, als een kostbare schat.

Is eenmaal het geloof ontwaakt, dan sterkt de Heilige Geest dat geloof door het gebruik van de Heilige Sacramenten. Ik zeg door het gebruik van de sacramenten. Men moet vooreerst de sacramenten niet negéren of kleineren. Dat doet men, als men de Heilige dienst der sacramenten ontloopt, als men geen kerk heeft, geen kerk gaat, als de sacramenten bediend worden. Dat doet men, als men een sacrament verwerpt of de sacramenten verwerpt, als men de sacramenten veracht, als men de sacramenten veronachtzaamt.

De sacramenten kan men gebruiken door ze te dien en te horen bedienen. Zien en horen kan begerig maken. Zien en horen moet niet leiden tot kritiek, erger nog tot veroordeling. Sommigen veroordelen dl de kinderen, die gedoopt worden. Sommigen veroordelen ouders, die hun kinderen laten dopen en ook Avondmaalgangers. Dat is nogal onvruchtbaar werk en schadelijk werk.

De sacramenten moet men dan gebruiken door zichzelf of zijn kinderen te laten dopen en door, als men lidmaat is — wat men op de gezette leeftijd behoort te zijn — aan het Avondmaal des Heeren deel te nemen. Dat moet men doen ootmoedig, gelovig, begerig. Als Christus toch uw Heere is, dan moet men doen wat Hij gebiedt en Hij gebiedt zowel het horen van het Woord als het zich en elkander te laten dopen, alsook het gebruik van het Heilig Avondmaal. Wat de Heere samengevoegd heeft, scheide de mens niet! Woord en sacrament liggen bij Hem in één hand. Het Woord ga niet zonder het sacrament en het sacrament ga niet zonder het Woord. De sacramentsbediening mag niet los staan van de Woordbediening!

Waarteken en zegel

„Wat zijn sacramenten? Zichtbare waartekenen en zegelen, van God ingezet, opdat Hij ons door het gebruik daarvan de belofte des Evangelies des te beter te verstaan geve en verzegele. Namelijk dat Hij ons om Christus' offerande vergeving en het eeuwige leven uit genade schenkt."

Het woord sacrament is een Latijns woord voor het Hebreeuwse Oth uit Genesis 17:11 — teken van het verbond in de besnijdenis, en het Griekse sèmeion uit Rom. 4 : 11, eveneens teken der besnijdenis, beide bij Abraham en zijn zaad. Dat is hetzelfde als de Latijnse woorden signum of sigillum of sacramentum of het Griekse mysterion. Zij betekenen: and - krijgseed - verborgenheid. Zij stellen dus voor een pand, dat God aan een mens geeft, van Zijn trouw. Ik voor u! Dat is een daad dus van God. Zij betekenen ook een krijgseed, dat is dus een daad, een geloofsdaad van de mens aan zijn God. Maar dat is dan niet minder dan een eed van

trouw, die niet minder verplicht dan tot trouwe dienst aan Koning Jezus en tot een dienst in Zijn leger en in Zijn strijd, onder Zijn vaandel.

Sacramenten zijn dan ook zichtbare waartekenen, zichtbare tekenen, die tonen dat het echt waar is, van Gods zijde in het geven der tekenen en van 's mensen zijde dat het echt waar is in het nemen van de tekenen. En bij de Doop èn bij het Avondmaal zijn de tekenen uiterlijk zichtbaar in het water, het brood en de wijn. De tekenen zijn zichtbare waartekenen ook in de bediening. De bediening heeft een uiterlijke ceremonie en een onzienlijke, geestelijke betekenis. Daar is vooreerst: e bedienaar moet een dienaar van God Zelf zijn, een dienaar van Christus. Mag iemand zonder geordend te zijn het Woord bedienen, een catecheet, een ouderling of een candidaat, het sacrament mag niemand bedienen, of hij moet een geordend prediker zijn. Evenals de priesters en de hogepriester, want niemand neemt zichzelven die eer aan dan die van God daartoe geroepen is: ebreën 5 : 4, gelijkerwijs Aaron.

Dan ook moet de bediening zelf een zichtbare zijn, zodat het water gesprenkeld of gegoten wordt, zodat het brood zichtbaar gebroken wordt en zodat de wijn vergoten wordt van de kan in de beker. Immers daar wordt een zaak betekend. Daar wordt betekend bij de Doop de aanneming tot kinderen, namelijk de wassing met het water betekent de wassing met het bloed en met de Geest van Christus, namelijk de afwassing der zonden. En daarin is de aanneming tot het kindschap Gods. Die wordt daar afgebeeld, als iets wat noodzakelijk is voor een mens om in het Koninkrijk Gods in te gaan. Zo wordt in het Avondmaal afgebeeld niet de aanneming tot het kindschap Gods, maar de voeding van de ziel en de lessing van de ziel door brood en wijn als door het vlees en bloed van Christus' lichaam.

Zo zijn dit dus de waar-tekenen, tekenen van de te bewijzen genade, of van de bewezen genade. En als zodanig altijd zegelen op de beloften des Evangelies. De sacramenten zijn altijd hulpmiddelen, steunsels van de prediking van het Evangelie. Het water van de Doop bezegelt de belofte Gods aan het zaad der kerk. Bezegelt er de echtheid en de waarachtigheid van. God heeft dat gezegd en Hij meent dat. Daar mag men God aan houden. Het geloof doet dat ook, worstelt daarmee om zijn eigen heil en om het behoud van zijn zaad.

Zo zijn ook de tekenen van brood en wijn bondszegelen, waarin de Heere niet alleen de waarachtigheid van Christus' lijden en sterven mee betekent, maar ook de belofte van genade en vergeving bezegelt aan elk zondaar, die zich in zijn schuld en ellende op Christus verlaat. Dat geven zij niet alleen te verstaan, maar dat verzekeren en verzegelen zij ook. Daarom zingt de kerk:

God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht Tot in het duizendste geslacht; 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind. Al wat Hij Izak heeft gezworen. Heeft Hij ook aan Zijn uitverkoren. Aan Jakob, tot een wet gesteld, Van al 't beloofde heil verzeld; En aan gans Isrel toegezeid Tot Zijn verbond in eeuwigheid.

Gericht en verordend

„Zijn dan beide, het Woord en de sacramenten, daarhenen gericht, of daartoe verordend, dat zij ons geloof op de offerande van Jezus Christus aan het kruis, als op de enige grond onzer zaligheid wijzen? " „Ja zij toch. Dat leert de Heilige Geest in het Evangelie en dat verzekert Hij in de sacramenten."

Dat moeten wij goed weten, dat de prediking van God is verordend, van Hem is ingesteld. En op dat enige doel is gericht: het offer van Christus. Dat alleen moet gepredikt worden: „Christus' offer, Jezus Christus en Die gekruisigd!" Daar is heel het Oude Testament één grote heenwijzing heen. Daar is heel het Nieuwe Testament vol van. Daar eindigt eeuwig de hemel mee: de gekochte en verloste schare, die Hem de glorie geeft, Die ons Gode gekocht heeft met Zijn bloed. Zo zingt eeuwig de kerk. Het Woord, de prediking, daarheen gericht, daartoe verordend. Zegge nu onze ziel met Paulus: „Ik heb mij niet voorgenomen iets onder u te weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd."

Hoe schuldig is die prediking, die iets anders brengt dan zonde en genade. Hoe schuldig de prediking, die opgaat in de medemenselijkheid of in een verzoening, die door mensen tot stand gebracht moet worden. Hoe diep schuldig de prediking van een sociaal evangelie. Hoe diep verderfelijk de prediking van revolutie, van kerk-en structuurveranderingen.

De prediking en de sacramenten zijn naar Gods ordening eigenlijk gelijkgericht, zij hebben dezelfde inhoud en hetzelfde doel. De sacramenten zijn dan ook tot steun van de prediking en töt steun van het geloof. En het geloof is samengevat niet anders dan het geloof in het enig offer van Christus, tot verzoening van de zonden, tot vergeving van de zonden.

Daartoe heeft de Heere twee sacramenten ingesteld, n.1. de Doop en het Avondmaal. Twee waren er ook in het Oude Testament, namelijk de besnijdenis en het Pascha. Genesis 17 : 10 en Exodus 12 : 16.

Wie de lijn van de Besnijdenis niet doortrekt naar de Doop, kan gemakkelijk vervallen in de dwaling van het Anabaptisme. Die kan de kinderdoop verwerpen. Wat wij tot geen prijs zouden durven doen. Die moet dan ook wel de lijn Pascha—Avondmaal breken. Met deze twee maal twee sacramenten heeft het de Heere goed gedacht Zijn volk te versterken en te vertroosten. Met deze twee en'niet meer. Wat maakt de Heere het Zijn volk gemakkelijk, dat Hij ze niet met reeksen van inzettingen belast. 1. Geen vormsel, 2. geen boete of biecht, 3. geen priesterwijding, 4. geen huwelijk, 5. geen laatste oliesel als sacramenten. Maar deze twee, om hierdoor te komen tot de rijkdom der genade. De Doop, die de geestelijke geboorte bezegelt. Het Avondmaal, dat de wedergeborenen gedurig voedt en laaft. Verwerpt dan alle meerdere sacramenten, maar houdt deze twee in hoge waarde.

Hugo van Sint Victor bedacht in 1130 de zeven sacramenten, welke Petrus Lombardus in 1140 navolgde.

De Heere zegene nu maar Zijn bedieningen in Woord en sacrament onder u, tot wekking van het geloof en tot sterking van het geloof.

Hebt gij geen geloof, zoekt het in de prediking; hebt gij geloof, zoekt de versterking daarvan in de Heilige sacramenten en zij het uw bede: „Heere, vermeerder ons het geloof."

S.

W. L. T.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 mei 1976

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Van de sacramenten

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 15 mei 1976

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's