Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

En gij Kapernaüm ....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

En gij Kapernaüm ....

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan de zee van Tiberias heeft de stad Kapernaüm gelegen, de stad waar ook de Heere Jezus heeft gewoond en waar Hij gepredikt heeft, waar vele wonderen zijn geschied, waar het evangelie van Gods genade in Christus Jezus op een bijzondere wijze geklonken heeft uit de mond van de Heiland zelf. Bij alle lieflijke herinneringen die bij ons opkomen wanneer we op de oever van de zee van Tiberias staan en denken aan het verhaal van de verschijning van de opgestane Christus aan Zijn discipelen. Het is de Heere zo roept Johannes in blijde verwondering uit — worden we toch ook geschokt door de puinhopen van steden als Kapernaüm en Chorazin. Van deze plaatsen is niet veel meer over dan wat puinhopen. En het woord van de Heere Jezus is wel op een verschrikkelijke wijze in vervulling gegaan: „Toen begon Hij de steden, in dewelke Zijn krachten meest geschied waren, te verwijten omdat ze zich niet bekeerd hadden. Wee u, Chorazin, wee u Bethsaida, want zo in Tyrus en Sidon de krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden zich eertijds in zak en as bekeerd hebben. Doch Ik zeg u: Het zal Tyrus en Sidon verdraaglijker zijn in de dag des oordeels dan ulieden. En gij Kapernaüm......" (Matth. 11 : 20—22)
Tot de hemel toe verhoogd was Kapernaüm. De Heere Jezus heeft daar gewoond met Zijn moeder en haar gezin. Op de straten van deze stad heeft Hij geleerd. Hoe rijk bevoorrecht is deze omgeving van het meer van Galilea geweest. Men heeft er het Woord des levens gehoord en Gods wonderen aanschouwd. En nu is het tot de hel toe neergestoten, nu is het aan de verwoesting prijsgegeven. Omdat ze zich niet bekeerd hebben. Laten we niet vergeten dat dit ook de Heere is. Die zachtmoedige Heiland, Die zo lokkend geroepen had dat men toch tot Hem zou komen, Die zo gesmeekt heeft dat men zich toch zou bekeren tot de Heere, is ook het toornende Lam. En wie zal zich verber-1 gen voor die toorn van het Lam?
Het is niet genoeg wanneer we de Heere Jezus in ons midden hebben gehad, wanneer we Zijn stem hebben gehoord. De verkondiging van het koninkrijk der hemelen roept ons op tot bekering. En indien we ons niet bekeren en wanneer we ons hart verharden en wanneer we naar de lieflijke lokstem van deze Borg en Middelaar niet horen, wanneer we de genade Gods tot het einde toe afwijzen, dan zullen we ervaren dat de roepstem van genade zich omwendt tot heilige toorn. Dat is ook de Heere! Wanneer we bij de puinhopen van Kapernaüm staan dan horen we het de Heere Jezus opnieuw zeggen: „En gij Kapernaüm, die tot de hemel toe zijt verhoogd, gij zult tot de hel toe neergestoten worden. Want indien in Sodom die krachten waren geschied, die in u geschied zijn, zij zouden tot de huidige dag gebleven zijn. Doch Ik zeg u, dat het den lande, van Sodom verdragehjker zal zijn in de dag des oordeels dan u. (Mattheus 11 : 23—24).
En gij Kapernaüm......
Er was niet veel meer overgebleven van deze stad waar de Heere Jezus gewoond en gewerkt heeft. We weten uit het Nieuwe Testament dat deze stad een grensplaats was, een douanestation. Er zijn soldaten gelegerd geweest, want er is immers sprake van een hoofdman, wiens knecht door de Heere Jezus genezen is en van wie de gevleugelde woorden zijn: Heere, ik ben niet waardig dat Gij onder mijn dak zoudt inkomen. De mensen zeggen echter dat hij het waardig is dat de Heere Jezus de knecht van die hoofdman geneest omdat hij het Joodse volk liefheeft en zelfs de synagoge voor hen heeft laten bouwen. De resten van die synagoge zijn dan ook teruggevonden. Het is een groot gebouw geweest, dat men in 1921 teruggevonden heeft en gedeeltelijk gereconstrueerd heeft. Wanneer men binnen de muren van deze synagoge staat is het een ontroerende gedachte dat de Heiland hier ook geweest is en neergezeten heeft en dat Hij ook hier uit de boekrollen van het Oude Testament heeft voorgelezen en ook gepredikt heeft. Wanneer men let op het materiaal dat gebruikt is en op de afmetingen van de synagoge die indrukwekkend zijn in vergelijking met andere synagogen uit die tijd, dan moet men wel tot de conclusie komen dat we hier te maken hebben met een van oorsprong prachtige synagoge die gestaan moet hebben in een flinke en welvarende stad.
Oorspronkelijk is Kapernaüm nog wel blijven bestaan. De bekende Joodse historieschrijver Josephus vertelt in zijn Joodse geschiedenissen Kapernaüm in verband met het feit dat hij bij een strijd aan de Jordaanmonding gewond is geworden en dan naar de plaats Kepharnokon wordt gebracht. Het is waarschijnlijk dat we hier te doen hebben met de vergriekste vorm van Kapernaüm. Trouwens dat was ook de dichtstbijzijnde plaats waar de gewonde Josephus heengebracht kon worden. Een Joodse bron uit 110 na Christus spreekt ook nog over het bestaan van de stad Kapernaüm. Uit die tijd zijn trouwens ook rijke muntvondsten gedaan. Trouwens ook bekende christelijke schrijvers uit de eerste eeuwen zoals Origenes, Hieronymus en Eusebius vermelden het bestaan van de plaats Kaphar Nachum, zoals de naam van deze stad op zijn hebreeuws geschreven wordt. In de middeleeuwen bezoeken pelgrimreizigers de stad Kapernaüm ook nog wel. Dan wordt er melding gemaakt van een kerk die over het huis van Petrus is heengebouwd, waar de Heere Jezus ook veel geweest moet zijn. Hij heeft immers ook eenmaal de schoonmoeder van Petrus genezen die met zware koorts op bed lag. Bij opgravingen zijn nog wel resten van die oude kerk gevonden. Onder die kerk zijn trouwens ook ruïnes gevonden van woonhuizen, zodat het best mogelijk is dat hier het huis van Petrus heeft gestaan. Maar dan wordt er niet meer gesproken over Kapernaüm. Na de zevende eeuw vinden we de naam in geen enkel geschrift meer terug. Dan is het woord van de Heere Jezus werkelijkheid geworden: gij zult tot in de hel toe neergestoten worden. Al met al is het een troosteloos gezicht die puinhopen van Kapernaüm. Ze moeten op de bezoeker van de resten van deze stad wel een diepe indruk nalaten. Hoewel de ten dele gerestaureerde synagoge het terrein duidelijk overheerst. Nog steeds is men bezig met opgravingen en in de omgeving kunnen we verschillende resultaten daarvan vinden. Oude stenen met inscripties zijn te voorschijn gekomen en langzamerhand gaat men enige lijn zien in de stad Kapernaüm zoals ze vroeger gelegen heeft aan het meer van Galilea.
Wanneer we deze plaats de rug toekeren blijft het toch in mij klinken: En gij Kapernaüm...... Men heeft Christus niet willen belijden dat Hij de Heere is. Daarom is het oordeel gekomen over de stad en daarom zal ook in de dag van het grote oordeel de stem van de Rechter van hemel en aarde weerklinken: Gij hebt niet gewild dat Ik Koning over u zou zijn. Maar toch zijn wij nog in het heden der genade, in de welaangename tijd, in de dag der zaligheid. Tot ons komt Gods roepstem nog met kracht. Wanneer we weer terugvaren moeten we denken aan die grote dag van het oordeel. Maar tegelijk denken we weer aan de verschijning van de Heere Jezus aan Zijn discipelen na Zijn opstanding. In deze omgeving is het gebeurd. Na een nacht van worsteling op de golven, terwijl men niets gevangen heeft, staat de Heere Jezus op de oever, die de Zijnen wenkt en nodigt tot het veilige strand: Komt herwaarts...... Zo zal het zijn in de dag des oordeels, na onze reis door een donkere nacht en over een moeilijke zee en in bange strijd menigmaal. In het licht van de eeuwige morgen zal Hij op de oever staan om ons op te wachten.
Daar ligt Kapernaüm. En het snijdt door ons heen: En gij Kapernaüm...... Maar op de oever van de eeuwigheid wacht de Koning op Zijn volk, wacht de Herder op Zijn schapen. Dat zal wat wezen wanneer dan door de rijen van Zijn kinderen de jubel der herkenning gaat: Het is de Heere! Het is de Heere! Dan gaan de poorten van het nieuwe Jeruzalem open voor allen die de goede strijd gestreden hebben, die de loop volbracht hebben, die het geloof behouden hebben en die nu de kroon der rechtvaardigheid ontvangen zullen met allen die de verschijning van de Heere Jezus hebben liefgekregen.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

En gij Kapernaüm ....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 februari 1977

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's